Category Archives: Cultuur

Narbonne

Voor onze zomervakantie van 2023 namen we Narbonne als uitvalsbasis voor een verdere verkenning van de omgeving wegens de centrale ligging. Op die manier konden we onze dagelijkse autoverplaatsingen toch vrij beperkt houden. Uiteraard brachten we ook een bezoek aan Narbonne zelf.

De stad staat bekend als de eerste nederzetting die de Romeinen buiten Italië hebben gesticht in 118 BC als Colonia Narbo Martius. Ze lag dan ook op een heel strategische locatie. Twee van de meest belangrijke wegen uit het Romeinse Rijk, de via Domitia en de via Aquitania liepen vlak langs de stad. De via Domitia liep via Italië naar Spanje, waar de via Aquitania de stad met de stad Bordeaux aan de Atlantische Oceaan verbond. Door haar gunstige ligging duurde het dan ook niet lang voordat de plaats was uitgegroeid tot een kleine stad.


Over het Romeinse verleden van Narbonne kom je heel wat te weten in Narbo Via, een heel knap museum waarover ik in een vorige post meer vertelde.
In 1982 kreeg Narbonne van Rome trouwens een kopie van het beroemde beeld van Romulus en Remus onder de wolf als geschenk voor de verjaardag van de stichting van de stad.

Het Canal de la Robine is een van de belangrijkste en mooiste bezienswaardigheden in de stad. Het kanaal is een zijtak van het beroemde Canal du Midi en werd aangelegd in de 17de eeuw om Narbonne te verbinden met de Middellandse Zee. In de middeleeuwen was de rivier de Aude veranderd van loop waardoor de handel plat viel. De aanleg van het kanaal liet op zich wachten, maar zorgde wel voor een heropleving.
Het is heerlijk wandelen langs het kanaal met gezellige, zonovergoten kades met oude panden.

Heel bijzonder is bovendien de Pont des Marchands, een goed bewaarde historische brug die teruggaat naar de Romeinse tijd. Deze brug is een van de weinige overblijvende exemplaren in Frankrijk waar huizen bovenop staan die nog steeds bewoond zijn. Vroeger bestond de brug uit zes bogen, waarvan er nog slechts eentje zichtbaar is.

Via het kanaal werden vroeger ook de verse producten voor de markthallen aangevoerd. Die markthallen zijn trouwens zeker ook een bezoekje waard. Het gebouw dateert van begin vorige eeuw en wordt gezien als een van de mooiste markthallen van Frankrijk. Je vindt er tientallen standjes van (lokale) handelaars die verse groenten, fruit en allerlei andere streekproducten verkopen. En wie een hongerke krijgt, kan er ook aanschuiven om iets te eten. De markthallen zijn open van 7 u tot 14u en meer info lees je op hun website.

Een andere opvallende verschijning in de stad is de Cathédrale Saint-Juste-et-Saint-Pasteur, een Gotische kathedraal uit de 13de eeuw die nooit volledig werd afgewerkt, o.a. door gebrek aan geld en een Romeinse muur die in de weg stond. We vonder er zowaar ook een stukje Nederlandstalige poëzie.

Om in dezelfde sfeer te blijven, ook het paleis van de aartsbisschop is een gebouw waar je niet gauw naast kijkt. De grote vierkante middeleeuwse toren is verbonden met het gemeentehuis in neogotische stijl en ligt aan het stadhuisplein. In het paleis zitten nu 2 musea.

Op het stadhuisplein zelf liggen nog enkele overblijfselen van de oude Romeinse weg die door de stad liep, de Via Domitia, de eerste oude Romeinse heirbaan die Italië met Spanje verbond en in Frankrijk van Briançon naar Perpignan liep. Via een gat in het stratendek, kan je op de oorspronkelijke stenen uit de Romeinse tijd lopen.

Narbonne is niet zo’n grote stad en doordat het centrum vrij compact is, kan je de bezienswaardigheden makkelijk in één dag bezichtigen. Er blijft zeker nog tijd genoeg over om ook eens enkele winkeltjes binnen te lopen (wij kochten er zowaar al enkele eindejaarsgeschenkjes) of een terrasje te doen 😉

 

En dan is er nog Narbonne-Plage ofte Gruissan, op slechts een halfuurtje rijden van de stad. Ideaal om snel even naar het strand te gaan op een warme dag of gewoon om ‘s avonds nog even te wandelen langs de jachthaven, te genieten van de zonsondergang en lekker te eten in een van de restaurantjes.

 

Narbonne – NarboVia

Na een tussenstop in Clermont-Ferrand zetten wij onze reis verder naar het zuiden om van Narbonne onze uitvalsbasis te maken. Omdat ons hotel aan de andere kant van de stad lag en we toch nog niet konden inchecken, reden we meteen naar NarboVia, een modern en jong museum over de Romeinse geschiedenis van de stad.

Het museum opende in 2021 en is best bijzonder qua architectuur. Het werd ontworpen door Foster + Partners, die ook de Millennium Bridge en het stadhuis in Londen, het Shangri-La Hotel in New York, het Reichstag-paleis in Berlijn, het Carré d’Art in Nîmes en het viaduct van Millau in hun portfolio steken hebben.

Sommige andere bezoekers vroegen zich ongetwijfeld af wat wij in hemelsnaam aan het bekijken waren en waarvan ik foto’s nam (en tuurden even mee in de hoogte om vervolgens – wellicht inwendig het hoofd schuddend – toch gewoon het museum binnen te stappen). Ik kan echter enorm genieten van de architectuur van een gebouw en trok me dan ook niets aan van die ietwat verbaasde blikken 😉

Narbonne, of Narbo Martius zoals het toen heette, was de eerste Romeinse kolonie die in 118 voor Christus in Gallië werd gesticht en het was ook een van de rijkste Romeinse kolonies buiten Italië. Het museum heeft een collectie van meer dan 7000 stukken, inclusief muurschilderingen en een uitzonderlijke set van 760 fragmenten van grafmonumenten.

Narbo Via is ook een archeologisch onderzoekscentrum met een restauratieatelier (keramiek, mozaïeken, beschilderd gips, lapidaire fragmenten), een studieruimte en een groot auditorium waar conferenties en symposia worden gehouden.
Het middelpunt van het museum is een ‘Lapidary Wall’, die een natuurlijke barrière vormt in het hart van het museum en de openbare galerijen scheidt van de meer private restauratieruimtes. Een grote galerij doorkruist het gebouw en loopt langs een muur waar 760 blokken worden gepresenteerd in een dubbel metalen rek van 10 m hoog en 76 m lang. De blokken kunnen worden verplaatst naar een centrale plek in de wand omgeven door beeldschermen die de steen in kwestie als het ware kunstmatig in zijn oorspronkelijke situatie kunnen plaatsen.

Wat enorm opvalt, is de ruimte die alle stukken krijgen, letterlijk, het museum voelt erg licht en luchtig. Heel wat ruimtes ook waar de geschiedenis aan de hand van video’s in beeld wordt gebracht (in kamers met projecties op 3 muren wat toch een ander effect geeft dan louter projectie op één wand of film op een scherm).

En ook van wat interactie met moderne kunst(enaars) hebben ze duidelijk geen schrik. Het zorgde alvast voor boeiende opstellingen in het museum.

Het was ook erg leuk om samen met Maya een aantal van de Latijnse grafschriften (deels) te ontcijferen. Zo kwamen die lessen Latijn toch nog eens van pas 😉

De collecties van het Narbo Via museum kregen op 14 december 2020 de titel Musée de France. Een erkenning voor de conservatie en presentatie van de collecties en voor de ontwikkeling van de museumactiviteiten die zowel kennis, educatie en het plezier van de bezoekers voor ogen hebben.

Alle praktische info lees je op de website van het museum: https://narbovia.fr/ 

En wie nog meer Romeinse geschiedenis wil ontdekken, kan terecht op 2 andere bijzondere locaties. Het Horreum, in het hart van de moderne stad (en het enige zichtbare en bezoekbare Romeinse monument in het centrum), bestaat uit ondergrondse galerijen gebouwd in de 1e eeuw voor Christus en liggen 5 meter onder de huidige grond. Omdat we vorig jaar in Arles al iets gelijkaardig zagen, lieten we dit echter voor wat het was.
Een tiental kilometer ten noorden van de oude hoofdstad Narbo Martius ligt Amphoralis, in Sallèles-d’Aude, een voormalige werkplaats voor de productie van Gallische amforen.

 

 

Bezigheden

Nog eens een rondje met dingen waarmee ik mij zoal bezig hield de laatste tijd.

Gewandeld

We geraakten nog eens in het mooie Oostende en deden met ons twee de Crystal Shipwandeling in de Belle Epoque wijk. Veel mooie dingen gezien, zowel van street art als van huizen en leuke plekjes gevonden om iets te eten en te drinken. Deze stad aan zee maakt me elke keer weer blij 🙂

OpGeruimd

Nu Maya het humaniora heeft afgesloten werd er iets grondiger opgeruimd in haar kamer. Geen opdeling meer tussen uniform en geen uniform, maar alles netjes herschikt. Een deel van de voormalige uniformstukken bleven behouden omdat ze die nog graag draagt, maar zullen nu gecombineerd kunnen worden met andere kleuren waardoor er meteen een reeks nieuwe mogelijkheden ontstaan bij het samenstellen van outfits 🙂
Haar cursussen werden opgeruimd, de boeken gescreend en terwijl we toch bezig waren, nam ik ook onze boekenkast eens onder handen. De uitgebreide collectie woordenboeken werd deels gereduceerd en ook enkele andere boeken verhuisden naar de boekenruilkasten in de buurt. De vrije ruimte werd intussen al weer deels opgevuld door nieuwe exemplaren 😉

Gekookt 

eenvoudige gerechten, zoals simpele pastagerechtjes en bordjes met restjes- en snelverkoop-eten.

Ook niet echt koken, maar misschien eerder Gemaakt om opgegeten en gedronken te worden 😉 Voor het jaarlijkse familiefeest in augustus maakte ik traditiegetrouw een kom kruisbessencrème en experimenteerde met bessenlimonade van kweepeer en limoen.

Gebakken

vooral Maya dan: een fruittaartrecept uitgetest (niet slecht maar wellicht eenmalig) en traktatiekaartjes (ook met fruit) voor een jarige vriendin.

Gelezen

Enkele exemplaren Young adult literatuur, het was eens iets anders, ideaal voor een zomerse dag.

Getuinierd

bij onze vader (uiteraard, want daar is sowieso altijd werk) en thuis, zowel in de bloemen- als in de groentetuin. Uiteraard ook oogsten en bij ons ook wat nieuwe planten in de voortuin gezet.

Gekeken

Tijdens het wandelen (in Oostende en daarbuiten) en tijdens het tuinieren, altijd wel iets te zien. Verrassingen deze keer waren het zwart weeskind en de grote rups van de pijlstaartvlinder.

Clermont-Ferrand – Gergovia

De omgeving van Clermont-Ferrand kent al een lange geschiedenis. Het gebied rondom de huidige stad zou al in de vierde eeuw voor Christus bewoond geweest zijn door de Averniërs, een Keltische stam. Meer nog, in de buurt zou in het jaar 52 BC een legendarische slag uitgevochten zijn tussen de Romeinen en de Galliërs, waarbij de Romeinen een gevoelige nederlaag leden tegen, jawel, de troepen van Vercingetorix.
Dat we dit zo goed weten, komt omdat Julius Caesar (die de Romeinen toen aanvoerde) van de strijd een verslag heeft gemaakt in zijn befaamde De bello Gallico.
Tot vandaag krijgen leerlingen Latijn nog stukken uit dit werk voorgeschoteld om te lezen / te vertalen. Het stond op mijn curriculum, maar ook op dat van Maya.

Waar de Galliërs de strijd nog wonnen in 52 BC, moesten ze uiteindelijk later toch in de Romeinen hun meerdere erkennen. Hun versterkte stad bleef nog een tijd in gebruik onder Romeins bestuur, maar in de eerste eeuw werd Gergovia wellicht volledig ontruimd en een nieuwe stad gesticht die het huidige Clermont-Ferrand zou worden.

Al sinds de renaissance zochten historici naar wetenschappelijk bewijs voor deze slag. Waar precies lag het Gergovia waarvan sprake in de verhalen? Was het mogelijk om te achterhalen wat er toen effectief gebeurd was? Een oorlogsverslag geschreven door één van beide partijen zou ongetwijfeld onwaarheden bevatten, archeologisch bewijsmateriaal zou misschien een en ander kunnen verduidelijken, nuanceren of bevestigen.
In de 18de eeuw kwamen Gallische resten aan het licht op het plateau. In de 19de eeuw ging men op zoek naar de versterkingen van de Romeinen. In de jaren ’40 van de 20ste eeuw volgden nog enkele kleinere onderzoeken, maar uiteindelijk was het wachten tot het begin van de 21ste eeuw voor een grootschaliger onderzoek. Vandaag is nog steeds maar een klein deel van het plateau onderzocht.

Reden genoeg dus voor ons om richting het plateau te trekken. De tocht bleek wel een tikje uitdagender dan aanvankelijk ingeschat, een vrij steile en kronkelende weg die we toch bleven volgen (zolang de camper voor ons vlotjes verder kon, zou het ons ook wel lukken). Toen we borden zagen staan dat bussen en campers niet verder mochten rijden, besloten wij ook halt te houden op de eerste parkeerplaats die we tegenkwamen en de rest van de weg te voet te doen. We hadden nog dichter kunnen parkeren bleek achteraf, maar we namen liever geen risico. De kleine parking voor 16 wagens (P1), bleek op 1.5 km van het museum te liggen. Al wandelend konden we ook samen genieten van de mooie vergezichten.

Op een site langs de weg was nog archeologisch onderzoek bezig.

Op de volgende, grotere parking (P2, voor ca. 100 wagens) was er een klein onthaalpunt en stond er een pendelbusje dat bezoekers naar het museum reed (waar op ca. 200 m van het museum ook nog een parking voor ca. 50 wagens was). Wij besloten om gewoon verder te wandelen, het was immers niet ver en zo kon je ook meer zien.

Gergovia was in de 1e eeuw BC het belangrijkste bewoningscentrum van de Arverni met een stevige stenen omwalling. Door de ligging op een plateau konden de Romeinen geen belegeringsmachines inzetten tegen deze vestingwerken.

In 1903 is er een monument geplaatst om de overwinning van Vercingetorix te gedenken. Architect Jean Teillard ontwierp een 26 meter hoog bouwwerk in vulkanische steen.

 

En dan zien we ook het museum liggen, een modern gebouw in breuksteen en cortenstaal, heel mooi ingepast in het landschap zodat het totaal niet storend is. Er is heel wat te zien en te lezen/luisteren. Het verhaal van de slag tussen Galliërs en Romeinen wordt vanuit verschillende standpunten in beeld gebracht. Hiervoor worden ook videoprojecties gebruikt waardoor je als bezoeker meer in het verhaal getrokken wordt, wat het toch een stuk boeiender maakt dan louter naar gevonden artefacten kijken en lappen tekst lezen 😉

Het museum is niet supergroot, maar erg interessant. De uitleg is zowel in het Frans als het Engels beschikbaar en het personeel spreekt verschillende talen. En uiteraard heb je ook nog de schitterende omgeving waarvan je kan genieten. Op het plateau zijn een aantal wandelingen uitgetekend.

Bij het terugwandelen naar de auto kregen we een pittig regenbuitje over ons heen (en de paraplu’s lagen uiteraard nog in de wagen), maar we vonden deze uitstap zeker de moeite waard.

Alle praktische info over het museum lees je op hun websitehttps://musee-gergovie.fr/

Clermont-Ferrand – l’Aventure Michelin

L’ Aventure Michelin is een museum in Clermont-Ferrand over de geschiedenis van het Franse bedrijf Michelin, wereldberoemd voor zijn autobanden, maar ook voor de befaamde Guides Michelin.

In het museum leer je meer over de ontwikkeling van het gebruik van rubber voor luchtbanden voor diverse voertuigen, een idee van de gebroeders Michelin. Ze stichtten hun bedrijf in het jaar 1889.
Michelin had al in 1891 een opblaasbare fietsband ontwikkeld, die verwisseld kon worden. Door sponsoring van wielerwedstrijden, zoals Parijs-Brest-Parijs, maakten ze hiervoor promotie. De eerste renner overtuigd krijgen om deze banden te gebruiken, was een uitdaging, maar toen deze met ruime voorsprong de belangrijke wielerwedstrijd won, gingen de anderen gauw overstag 😉

De renners moesten vroeger trouwens hun weg zien te vinden aan de hand van een getekende routebeschrijving op papier, ook dat zal ongetwijfeld een uitdaging geweest zijn en kunnen we ons in de huidige tijd met GPS-toestellen en online Apps nauwelijks nog voorstellen.

Na de fietsbanden volgde de ontwikkeling van banden voor rijtuigen, landbouwvoertuigen, auto’s, vrachtwagens en motorfietsen. Zelfs bij de ontwikkeling van (militaire) vliegtuigen speelde Michelin een pioniersrol in de Eerste Wereldoorlog.

In de eerste helft van de twintigste eeuw ontwikkelde Michelin ook voertuigen op banden voor gebruik op het spoor. Reizigers vonden het comfort fijn, maar toch werd het geen groot succes. Bij de ingang van het museum staat nog een witte Micheline, Vintsy. Deze railbus werd in 1952 gebouwd en jarenlang in Madagaskar gebruikt. Na jaren van stilstand werd ze daar gerestaureerd en naar het museum gebracht.

Het bedrijf ontwikkelde ook speciale voertuigen om banden te kunnen testen op de weg zoals deze oranje kanjer. Ook voor niet technisch aangelegde mensen best interessant om te zien hoe ze dat allemaal aanpakken.

De firma Michelin deed ook heel wat extra inspanning voor hun personeelsleden, die al snel een grote bevolkingsgroep vormden in de stad. Ze stonden in voor diverse sportieve en culturele activiteiten en bouwen in 1922 een ontspanningscentrum uit met een verwarmd zwembad, het eerste van Clermont-Ferrand. Verschillende generaties leerden er zwemmen tot het gesloten werd in de jaren ’80.

Naast sponsoring van de wielersport in de eerste decennia van zijn bestaan was het bedrijf tussen 1977 en 2001 betrokken bij de Formule 1. De laatste jaren focust Michelin zich o.a. op het ontwikkelen van banden voor elektrische competitiemotoren.

 

Minstens even bekend als de banden, is de mascotte van Michelin: Bibendum (maar bij ons beter bekend als het Michelinmannetje), opgebouwd uit autobanden. De naam verwijst naar de Latijnse uitdrukking Nunc est bibendum! (‘Nu moet er gedronken worden!’)


De figuur verscheen voor het eerst op een reclame-affiche uit 1898. Daar heft hij een glas vol spijkers en glasscherven en roept: “NUNC est bibendum!” Onderdaan de affiche staat “Le pneu Michelin boit l’obstacle!” (“De Michelinband drinkt de hindernis!”). De figuur en de slogan hadden zo’n succes dat de figuur al snel de naam Bibendum kreeg.

Het idee voor het figuurtje kwam van een van de stichters. Hij zou bij een stapel banden op een tentoonstellingsstand van Michelin gezegd hebben: “Kijk, met armen eraan lijkt het op een mannetje”.

Bibendum werd het symbool van het bandenimperium. Afbeeldingen en poppen van Bibendum maakten van Michelin een populair merk. In de kaarten en gidsen die Michelin uitgaf (allemaal bedoeld trouwens om ons meer te laten reizen/rijden met de wagen en dus meer banden te verslijten), verschenen vaak grappige illustraties met Bibendum, bv zwemmend of varend in de waterpartijen, die anders gewoon blauwe vlakken zouden zijn op de wegenkaarten.

Bibendum werd in 2000 uitgeroepen tot het beste logo van de eeuw. De figuur is in de loop der jaren verschillende keren gemoderniseerd; een laatste keer bij zijn honderdste verjaardag in 1998, toen hij iets slanker werd.

Wij vonden een bezoek zeker de moeite waard en hebben er best veel bijgeleerd.

Alle praktische informatie lees je op hun website: https://laventure.michelin.com

Clermont-Ferrand

Dit jaar trokken wij voor onze zomervakantie andermaal naar Zuid-Frankrijk (Narbonne en omgeving). Naar eveneens goede gewoonte intussen deden we dat niet in één rit, maar hielden iets over halfweg een tussenstop, in Clermont-Ferrand.

Clermont-Ferrand is de hoofdstad van de regio Auvergne en de belangrijkste plaats van het departement Puy de Dôme. De stad ligt ook aan een knooppunt van snelwegen en dus ideaal om een tussenstop in te lassen bij een langere reis.

In het gebied rondom de huidige stad bestond al in de vierde eeuw voor Christus een Keltische nederzetting. In de buurt werd in 52 BC een wereldberoemde (althans voor iedereen die ooit Latijn studeerde, maar meer daarover in een volgende blogpost) slag uitgevochten. Na de val van het Romeinse Rijk groeide het stadje, bekend als Clairmont, uit tot een centrum van de kerkelijke macht. ‘Uiteraard’ zorgde dit op een bepaald moment voor spanningen met de wereldlijke macht die een beetje verder een nieuw centrum bouwde, Montferrand. In de 17de werden beide samengevoegd tot Clairmont-Ferrand. De edelen vestigden zich terug in Clairmont en lieten er hun stadspaleizen bouwen. Na de Franse Revolutie kwam de rubberindustrie tot ontwikkeling en stichtten de broers André en Édouard Michelin in 1889 de intussen wereldberoemde firma die hun naam draagt (ook hierover later meer in een volgende blogpost).

We starten ons bezoek aan het voormalige stadsdeel Montferrand. Omdat het niet zo eenvoudig bleek voor voertuigen om het belangrijkste, maar erg steile kruispunt van de stad te gebruiken, werd in de 18de eeuw beslist om het wegdek zowaar met 3 meter te verlagen. Plots lag de ingang van de woningen hierdoor op het niveau eerste verdieping en de kelders op het straatniveau! En dus werden er creatieve oplossingen gezocht met buitentrappen, wat nog steeds bij enkele oudere gebouwen bewaard is gebleven.

Tijdens onze verkenningswandeling spotten we ook nog wat street art

en andere beeldende kunst

 

Clermont-Ferrand heeft een bijzondere binnenstad (het voormalige Clairmont), omdat zowel de kathedraal als vele huizen in het oude stadscentrum met lavastenen zijn gebouwd en dus een ‘natuurlijke’ zwarte kleur hebben (die niet het gevolg is van jarenlange luchtvervuiling).
Je vindt in de stad menig kerkgebouw.

De basiliek Notre-Dame-du-Port, een 12de-eeuwse romaanse kerk die een plekje kreeg op de Werelderfgoedlijst van de UNESCO en een grondige restauratie.

De kathedraal Notre-Dame-de-l’Assomption helemaal opgetrokken in die zwarte lavasteen. De start van de bouw dateert al van de 13de eeuw, maar de twee hoge, opvallende spitsen werden pas in de 19de eeuw door Viollet-le-Duc voltooid. Een aantal van de glas-in-loodramen werden besteld door Lodewijk IX die er ook zijn zoon, Filips III, liet trouwen.

Maar uiteraard is er in de stad ook nog heel wat ander moois (of bijzonder) te spotten.

We zagen nog heel wat verwijzingen naar de Tour de France, niet ongebruikelijke in Frankrijk in de maand juli. Bleek dat hier niet enkel de herenkoers voorbijgekomen was, maar dat ook de dameskoers (uitgerekend op de dag dat wij er waren) hier haar tweede rit startte. Die start ging duidelijk met een pak minder volk en heisa gepaard, maar het was wel leuk om het even mee te maken en we zagen Lotte Kopecky schitteren in het geel.

 

Misschien niet top of the list voor een verblijf, maar volgens ons toch zeker de moeite om even halt te houden in deze stad.

Waar ik zoal mee bezig was

Nog eens een rijtje bezigheden van de laatste tijd. Veel blogs schrijven was daar niet bij (al probeer ik hier toch nog steeds actief te blijven, zij het op een lager pitje).

Gelezen

In de zomer lees ik doorgaans iets meer, vooral omdat ik het heerlijk vind om dat buiten in het zonnetje te doen.
In onze ruilbibliotheek vond ik een boek over Carcassonne. Het verloren labyrint bleek echt een topboek van Kate Mosse. Spannend, historisch, speelt zich af in het verleden en het heden. Een aanrader!

Tijdens onze buitenlandvakantie las ik aan het zwembad nog een Nicci French (Geheugenspel). Bleek dat ik die dus al gelezen had in het Engels, maar bij deze las ik nog eens de Nederlandstalige versie, voor de film wacht ik wel tot die op TV komt 😉
Jan Smets schreef met Theater een onderhoudend boek. Omdat het zich afspeelt in Gent en Sint-Martens-Latem spreken de locaties net iets meer tot de verbeelding omdat je ze gewoon letterlijk kent 🙂

 


Gewandeld

In de Ardennen (Wéris, bij Durbuy) waar we van familiebezoek deden, maar ook in la douce France (zie verder).


Gekeken

Er valt altijd wel iets te zien voor wie bewust kijkt.


Getuinierd (en geoogst)

Zowel in onze eigen tuin als in die van mijn vader (uiteraard). De eerste tomaten uit de serre werden met veel genoegen geplukt, rood glanzend gerijpt aan de plant, wat ze extra lekker maakt.

Van de reukerwtjes en cosmea werden al de eerste zaden geoogst, de zinnia’s bloeien uitbundig.


Gekookt

De verse tomaten werden al verwerkt in lekkere en eenvoudige gerechtjes.
Een heerlijke tomate crevettes met ovengegaarde krieltjes.

en een comforting tomaten-aardappelschotel, ideaal om op een regenachtige dag toch wat extra warmte en zomer op het bord te toveren.


Gebakken

Maya testte een nieuw receptje uit voor een chocoladetaart want er was een jarige in huis. Ik maakte een frangipanetaart met een twist omdat de diepvries bij opa ruimte moest krijgen en ik met bladerdeeg, abrikozenjam en rood fruit naar huis kwam.


Gereisd
(en daarover moet nog geblogd worden de komende weken/maanden)

Onze zomervakantie speelde zich andermaal af bij de zuiderburen. Met een tussenstop in Clermont-Ferrand trokken we naar Narbonne waar we de omgeving verkenden en bij onze terugkeer hielden we ‘naar goede gewoonte’ nog even halt in de Loirestreek, deze keer voor een bezoekje aan Tours en vooral aan het kasteel en de tuinen van Villandry. Maar meer hierover later. Het zal wel weer wat tijd vragen om de vele foto’s te screenen, te selecteren en te voorzien van tekst en uitleg, maar uiteindelijk zullen de verslagjes wel opnieuw een mooie samenvatting (en herbeleving) vormen van onze reis en dus maak ik ze nog steeds met plezier al moet ik mezelf soms wel eens in gang duwen 😉

Gentse feesten

Dit jaar hielden we het bij een ‘light edition’ met slechts enkele bezoekjes.

We pikten een heel mooi en intiem concertje van Esme Bos en Bart Voet mee in De Schuur. Beperkt publiek, lekker rustig in/bij het groen van de Bourgoyen, het weer kon iets beter (maar ook slechter dus waren we blij want we kwamen met de fiets, wat ook aangeraden wordt wegens weinig parkeerplek in de buurt), veel gezelligheid en lekker fingerfood. Zeker voor herhaling vatbaar.

Ik ging in goed gezelschap naar een bijzondere en verrassende voorstelling van Ontroerend Goed in het NTG (die een goede review kreeg in de krant).

En we pikten nog een concertavondje mee op het Laurentplein.

Eerst kregen we van Fedia, Naomi en de heren van Suwi-Band een reeks Disneysongs in een verrassend kleedje te horen. Knap gedaan!
Daarna volgde een prachtige voorstelling van Bent Van Looy die helemaal in zijn eentje het Luisterplein bijna 2 uur in de ban hield. Het was er echt heerlijk rustig in het publiek, iedereen genoot van de muziek (en de bindteksten). Bent zelf had er duidelijk ook zin in want hij bleef maar spelen, niet dat wij dat erg vonden trouwens 😉

Ik maakte opnieuw enkele korte videosnapshots die ik gewoon achter elkaar plakte als herinnering voor mezelf aan een heerlijk concert waar ik het liefst gewoon live naar zat te kijken (en niet via het scherm van mijn smartphone).

Een heel beperkte Gentse feesten dus dit jaar, misschien omdat we er vele jaren na elkaar heel intens van geproefd hebben, maar vooral ook omdat Maya behoefte had aan wat extra rust na een intense examenperiode (en wij deze keer ook gewoon blijven werken zijn). Moet ook eens kunnen, toch?

 

Gent Jazz

Vorig jaar zag het er slecht uit voor het festival, maar gelukkig kwam er een doorstart en konden we opnieuw genieten van een heel mooi programma (en een festival dat 7 van de 10 dagen uitverkocht was).

Wij beperkte ons tot één avond, maar hebben er wel enorm van genoten.
Met Isolde Lasoen (wiens optreden we in 2018 enorm konden smaken tijdens OdeGand) en Zaz (die we in 2015 al zagen) wist ik meteen dat het goed zou zitten en bestelden we al onze tickets. Groot was de vreugde toen bleek dat ook Hooverphonic die dag deel zou uitmaken van het programma.

Het werd een hele mooie avond, ook wat het weer betreft en een herinnering om te koesteren. Isolde kan me het meest bekoren wanneer ze in het Frans zingt, Hooverphonic is top (en M. is sowieso erg blij dat Geike terug van de partij is, vond haar altijd het best bij het DNA van de groep passen) en Zaz, die is ‘une grande dame’ geworden die een prachtig optreden bracht.

Ik maakte een reeks video snapshots en voegde ze samen tot een klein herinneringsfilmpje.

Het meer voor onszelf want kwalitatief kon het zeker beter, maar ik wou vooral genieten van het concert en zeker niet de hele tijd staan filmen.

Stockholm dag 5 – slot

De laatste keer wakker worden in Stockholm, de zon nog steeds even stralend en de lucht nog steeds helder blauw, de laatste keer ontbijtbuffet. Koffers inpakken en uitchecken, vervolgens nog even richting de oude stad: naar het stadhuis en langs het koninklijk paleis, Zweeds gaan lunchen en nog enkele souvenirs kopen.

Omdat een bezoek aan het stadhuis enkel mogelijk was met gids, hielden we het bij een blik van buitenaf.

In Gamla stan gingen we nog even winkelen en langs het koninklijk paleis.

Vervolgens Zweedse balletjes eten in Café Misteln want dat konden we toch niet aan ons voorbij laten gaan. Onze inschatting bleek correct: dit was geen toeristenval ondanks de locatie, maar echt lekker eten voor een deftige prijs.

En omdat we zagen dat er vandaag wel plaats was in de bakkerij/koffiehoek van Grilska Huset gingen we ook daar nog eens langs voor een laatste fika, het moest maar zo lekker niet zijn. Hier geen kaart voor koffie of thee (daarvoor moet je in het restaurant zijn), maar gewoon grote thermoskannen en daarnaast een karretje met een collectie van porseleinen kopjes en schoteltjes waar je jezelf mag bedienen (en ook gaan voor een refill) terwijl je in één van de oude zeteltjes gaat zitten om je vers gekochte gebakje te verorberen 🙂

Daarna was het tijd om richting Centraal Station te gaan, onze koffers op te halen en een ticketje te kopen voor bij Flygbussarna richting Bromma.

Na een vlotte vlucht (waarbij we de Waddeneilanden en in België zelfs de leeuw van Waterloo heel mooi hadden zien liggen) terug geland in Zaventem en klaar om de huisgenoten over onze reis te vertellen.

Intussen ligt deze fijne citytrip al even achter ons en zitten we hier volop in examenmodus (nog een hele tijd trouwens), maar het blijft sowieso een mooie herinneringen om op terug te blikken.