Category Archives: food

Stockholm dag 4

Dag 4 startte in Stockholm al even koud, blauw en zonnig als de vorige. Na een uitgebreid ontbijt trekken we terug richting Skeppsholmen waar we de dag voordien niet meer toegekomen waren aan een bezoekje van het Modernamuseet en Arkdes (waarvoor je een combiticket kan kopen). We beginnen intussen al een beetje onze weg te (her)kennen in de stad en blijven genieten van de omgeving.

We lopen ook even het Centraal station binnen en besluiten onze koffers daar morgen in een locker te steken zodat we geen tijd verliezen met heen en weer geloop tussen hotel, bushalte en luchthaven.

Skeppsholmen is een klein eilandje dat via Skeppsholmbron verbonden is met Blasieholmen. Vanop de brug heb je een mooi  zicht op de stad. Aan de brug staan wegwijzers naar de musea. Je ziet al snel enkele buiten-kunstwerken opduiken die deel uitmaken van het beeldenpark van Moderna Museet.

Een sanitaire stop in het museum levert alvast wat extra beeldmateriaal op (een leuke genderdivers infobordje en een bijzondere klink, die niet altijd even vlot werkt op sommige deuren, spannende momentjes in verschillende betekenissen mogelijk dus).

  

Arkdes is het Zweeds centrum voor architectuur en design. Er is een permanent deel met heel wat informatie en maquettes over architectuur en publieke ruimte door de jaren heen en er zijn enkele ruimtes voor tijdelijke (?) thematische tentoonstellingen. Eén grote zaal was helemaal ingericht met een soort kijkdozen in de vloer. Heel knap gedaan en ook boeiende materie vond ik persoonlijk.

Modernamuseet is andere koek om het zo even te noemen. Moderne kunst roept wel vaker twijfels op bij mij, en dat is al helemaal zo bij videokunst. De verschillende video-installaties kunnen mij echt op geen enkele manier bekoren of intrigeren. Misschien was ik daardoor al te zeer beïnvloed, maar ook bij de rest van de kunstwerken is er maar weinig dat mij aansprak. Echt lang hebben we hier ook niet rondgelopen, dan toch maar liever terug naar buiten en genieten van alles wat er daar te zien was (en nog even kijken naar de kunst buiten, die brengt samen met de zon mijn goede humeur meteen terug).

Na de musea gaan we nog wat verder op verkenning in de stad, soms langs iets steilere stukken waar je nog steeds goed moet uitkijken voor ijsplekken. We genieten van het uitzicht, liepen langs oude Zweedse huisjes, een oude telefooncel met een nieuwe functie, doen uiteraard nog eens van fika …

… tot de zon begint te zakken en we richting restaurant gaan (een beetje een tegenvaller dus daar gaan we niet veel meer woorden aan vuil maken al was het ergens ook wel grappig om een medewerker met Aziatische roots en ‘Engels met een oosters accent’ Italiaanse termen te horen opsommen en tussendoor Zweeds te horen praten met een collega die Afrikaanse roots had).

 

Stockholm part 3

Dag 3 van onze citytrip in april startte opnieuw koud, maar meteen zonnig. Ideaal dus om de stad te voet te verkennen na een uitgebreid ontbijt.

Vandaag terug een museumbezoek in de voormiddag, meer bepaald het ABBA-museum, en de rest van de dag vooral genieten van de buitenlucht en de zon. Volgens de website moet je hier altijd je tickets vooraf kopen, maar dat lukte dus nog de avond voordien. Deze keer moesten we ook een tijdslot aangeven (op die manier blijft het bezoekersaantal gecontroleerd en de bezoekerservaring gegarandeerd; ik kan daar mee leven, zeker omdat we nog de avond vooraf konden boeken al zal dat niet altijd zo last minute kunnen natuurlijk en dan vraagt het iets meer planning en organisatie). Dit museum ligt in de buurt van Vasa, waar ik eerder al over schreef. Je kan ze dus ook gemakkelijk op één dag combineren, ideaal wanneer het slechter weer is 😉

Het ABBA-museum is nog een jonge telg in museumland, het is amper 10 jaar oud. Je krijgt er het verhaal te zien en horen van de vier bekende leden: hoe ze elkaar ontmoetten, gingen samenwerken, hoe hun carrière liep enz. Je krijgt als bezoeker een heuse inkijk in hun leven en wereld. Er werd zelfs een stuk van de Polar Studio en van hun zomerhuis tot in de kleinste details nagebouwd.

De echte fans (of de durvers?) krijgen de kans om mee te dansen op het virtuele podium of een stukje van je favoriete ABBA-lied zingen in een opnamebox. Wie in het hokje meezingt, beseft het misschien niet altijd (of trekt het zich niet aan), maar de andere bezoekers in de directe omgeving kunnen meeluisteren en laat ik zeggen dat ‘niet elke kandidaat met evenveel zangtalent gezegend is’. Wil je jouw ABBA-kennis testen, doe dan mee aan een kleine quiz en kies op één van de schermen uit drie moeilijkheidsgraden (en neen, het is echt niet zo eenvoudig). Je vindt er ook een uitgebreide collectie (gouden) platen, prijzen, poppen en andere merchandising en outfits (sommige lichtjes verkleurd, maar het zijn wel degelijk de originele stukken).

In het museum staat dé telefoon uit ‘Ring ring‘. Als deze telefoon zou rinkelen terwijl je er bent, zeker opnemen! De enigen die het telefoonnummer kennen zijn namelijk Benny, Björn, Agnetha en Frida. En neen, wij hoorden hem niet bellen, maar dat zou wel degelijk al gebeurd zijn.

Recent is er op het eind een nieuw stuk toegevoegd aan de tentoonstelling waar de projecten na de ABBA-tijd aandacht krijgen, zoals de verschillende musicals (over ABBA en andere) geschreven door Björn en Benny en enkele soloprojecten van de Agnetha en Frida. En uiteraard is er ook info over ABBA The Voyage, de befaamde hologramshow. Vanaf 7 mei 2023 loopt er trouwens naar aanleiding van de tiende verjaardag van het museum een gloednieuwe tentoonstelling over ABBA Voyage (zie persbericht voor meer info).

Eén ding is zeker: in dit museum loopt je gegarandeerd minstens te neuriën en kom je goedgezind buiten 🙂

Alle praktische info en meer lees je op de site van het museum.

Na ons museumbezoek is het echter tijd om buiten verder op verkenning te gaan. En ook daarvoor zitten we op een ideaal stukje Stockholm. Djurgården is een heel groen eiland en het op een na grootste van de 14 eilanden van Stockholm, vroeger was het het jachtdomein van de koninklijke familie, nu mag iedereen er komen genieten en dat gebeurt ook volop.

Onder het motto ‘go where the locals go’ liet ik me opnieuw inspireren door de blog van Take me to Sweden waar Heidi je meer vertelt over één van de favorieten van de Stockolmers. Rosendals Trädgård is een zowel een tuincentrum als een horecazaak, een bakkerij, een pluktuin …   Je kan er terecht voor slaatjes, broodjes, soep en fika. Ze gebruiken uitsluitend organische en biologische ingrediënten en serveren zoveel mogelijk zaken uit eigen tuin. Op zonnige dagen is het er erg druk en dat klopt, alle stoeltjes en bankjes buiten zijn bezet en er staat een hele lange rij aan te schuiven voor een hapje of drankje. (Meer lezen? Dat kan op https://www.rosendalstradgard.se/ of op de blog van Takemetosweden).

We piepen nog even binnen in de serre die ingericht is als tuincentrum, maar besluiten dan toch gewoon verder te wandelen wegens iets te druk naar onze zin. In de zomer is het hier ongetwijfeld nog leuker wanneer de tuinen vol groente en bloemen staan en je ook in de grasvelden kan picknicken. Nu ligt er nog sneeuw en ijs, dus in de grasvelden zitten is niet meteen een optie. Maar we genieten best van het winters landschap en spotten zowel reetjes als een eekhoorn terwijl we verder wandelen.

Aan een kleine kiosk houden we halt voor een koffie/thee en een kanelbullar. De Zweedse hotdog of korv laten we aan ons voorbijgaan, maar het broodje is duidelijk populair.

Omdat we nog voldoende tijd hebben, besluiten we nog een extra lusje op Skeppsholmen te maken, een klein eilandje waar ook nog enkele musea liggen: Arkdes en Modernamuseet. De beelden in de tuin voor het museum trekken meteen de aandacht.

Omdat het al vrij laat in de namiddag is, besluiten we de volgende dag terug te komen om beide musea te bezoeken, maar doen we wel nog even van fika, al was het maar omdat de bar in de inkomhal best gezellig is (en de oudere barman erg grappig is en zo nu en dan zijn koffiekopjes rondgooit alsof hij Zweedse imitatie van Tom Cruise in Cocktail is). Deze keer gaan we voor koffie/thee en Chokladbollar, een andere Zweedse lekkernij.

Daarna trekken we terug verder door de stad en gaan langzamerhand op zoek naar een plekje voor het avondmaal. Nadat we even van de voorziene route afwijken (afslag gemist) belanden we bij toeval in Upplandsgatan waar we Cravings Kitchen ontdekken. De menukaart aan de deur ziet er aantrekkelijk uit, er blijkt nog een tafeltje vrij en dus is het snel beslist: hier gaan we eten. De formule van foodsharing maakt dat we verschillende gerechtjes van de menukaart kunnen kiezen en het smaakt ons zeer. De schoteltjes zijn mooi gepresenteerd en het eten is erg lekker, we genieten! We laten ons nog verleiden tot een dessertje, o.a. omdat er eentje op de kaart staat waar we nog nooit van gehoord hebben, Naima, en dat als omschrijving ‘vegan en dessert van de toekomst’ meekrijgt van de dame die ons bedient. Het dessert beschrijven is moeilijk: het was zacht en fluwelig en we kunnen het niet meteen met iets vergelijken, maar het was wel lekker :p

Voldaan van onze dag en ons avondmaal keren we andermaal tevreden terug naar ons hotel en ons bed.

 

 

 

Stockholm part 2

Dag 2 in Stockholm: na een goede nachtrust starten we de dag met een stevig ontbijt. Buiten is het op dat moment nog aan het vriezen en voorlopig ook nog bewolkt, maar er is beterschap op komst. We zorgen voor een extra warme outfit, met o.a. een laagje thermisch ondergoed, intussen ook bij ons veel meer standaard sinds de energiecrisis en de lage kantoortemperaturen de voorbije winter 😉

We hebben een bezoek aan Vasa op onze dagplanning staan en kiezen voor een wandeling i.p.v. het openbaar vervoer om daar te komen, ideaal wat ons betreft om zo de stad nog wat verder te ontdekken.

We lopen duidelijk door een mooie buurt en langs de winkels van de duurdere merken. We blijven echter buiten en genieten vooral van de gevels, de etalages en het uitzicht. Het blijft ook uitkijken waar we onze voeten zetten, want de sneeuw en het ijs zijn zeker nog niet verdwenen.

Het Vasamuseum ligt op Djurgården en kan je niet missen, het is immers heel herkenbaar met de masten door het dak. Het hele museum draait rond de Vasa, het enige (oorlogs)schip uit de 17de eeuw dat nog bestaat. De Vasa kapseisde en zonk in 1628 op zijn eerste tocht! Na 333 jaar op de bodem van de zee werd het enorme oorlogsschip geborgen (vanaf eind 1957) en stuk voor stuk gerestaureerd. De Vasa bestaat voor 98 procent uit originele onderdelen (ruim 14.000 losse houten onderdelen alleen al) en honderden uit hout gesneden sculpturen en is uniek in de wereld. In 1987 startte de bouw van het museum dat letterlijk rond het schip gebouwd is gebouwd. In 1990 gingen de deuren van het maritiem museum open voor het publiek.

We hebben onze tickets de avond voordien nog online gekocht om lange wachtrijen te vermijden (wordt ook aangeraden), maar die zijn er op dit moment niet. Wellicht zitten de weekdag en het feit dat het nog geen paasvakantie is daar voor iets tussen. We vinden dat absoluut niet erg, wel integendeel. Verschillende musea kennen hier trouwens een winter- en zomerprijs, van oktober tot en met april betaal je een beetje minder voor jouw toegangsticket, leuk meegenomen.

 

We wandelen op ons gemak door het museum en hebben alle ruimte om het indrukwekkende gerestaureerde wrak te bekijken. Onderzoekers hebben al heel wat geleerd over het leven en de technieken van die tijd en nog steeds wordt er onderzoek gedaan naar de beste manier om het schip te bewaren. Wanneer je in de zomer komt, voorzie je best een extra truitje, in het museum ligt de temperatuur permanent tussen de 18 en 20 °C om de Vasa zo goed mogelijk te kunnen conserveren.

Wanneer we het museum terug verlaten, hebben de wolken al deels plaats gemaakt voor de zon en blauwe lucht waardoor alles er meteen wat mooier uit ziet en we enkele foto’s opnieuw maken (waar is de tijd van het filmrolletje waarbij je vooraf ernstig nadacht over elk beeld dat je wel of niet ging schieten)


Stockholm is gebouwd op 14 eilanden die met meer dan 50 bruggen verbonden zijn. Je hebt het vaak niet eens door dat je plots op een ander eilandje staat, met mijn gebrek aan oriëntatie probeer ik het dan ook niet bij te houden 😉
Langs de kade is het genieten van het zonnetje, het water en de statige gebouwen. Aan het water zien we Tivoli (nu heet dat blijkbaar Gröna Lund) liggen – een pretpark dat de deuren openden in 1883 en nog steeds bestaat en waar ook heel wat concerten gegeven worden – maar dat gaan we niet bezoeken.

Na het beroemdste museum van Stockholm besluiten we door te wandelen naar Gamla Stan, het historische (en meest toeristische) centrum van de stad, omdat het daar in het weekend doorgaans een stuk drukker is en we dat nu wat kunnen vermijden.

We steken een brug over en gaan eerst een kijkje nemen aan het koninklijk paleis. Omdat we nog in het winterseizoen zijn, is de wissel van de wacht beperkt tot woensdag, zaterdag en zondag, daar hadden we even niet op gelet. Het kasteel behoort tot de grootste van Europa, maar omdat het zonnetje intussen heerlijk schijnt, besluiten we toch vooral om buiten te blijven en kopen we geen ticket voor een bezoek.

Wat doe je als toerist toch altijd even? Een kijkje nemen waar je misschien wel een leuk cadeautje zou kunnen scoren. De kleurrijke huisjes op Stortorget zijn wellicht bij de meest gefotografeerde van Stockholm, ook wij kunnen er niet aan weerstaan.

Ons oog valt op een winkeltje met dalarnapaardjes (ofte dalahäst, häst is paard in het Zweeds) in de etalage, er is zelfs een klein museum in en je vindt er exemplaren gemaakt door kunstenaars. Heel mooi, maar toch wat prijzig en dus laten we de paardjes voor wat ze zijn. Even verder zit nog een fijn winkeltje met een heel vriendelijke dame waar ik enkele leuke sokken koop en een koffiemok. Spulletjes die we zeker zullen gebruiken en een fijne herinnering zullen oproepen.

Intussen is ons uitgebreid ontbijt verteerd en hebben we wel zin in fika (de Zweedse variant van koffiepauze of teatime). Aan plekjes waar je terecht kan voor fika geen gebrek trouwens. We besluiten Grillska Huset binnen te gaan, vooral omdat het er authentiek uit ziet (en geen toeristenval). Het koffiehuis + bakkerij heeft geen vrije zitjes meer, maar in het aanpalende restaurant kunnen we ook terecht voor fika. Binnen voelt het meteen goed aan: een mooi aanbod, gezellig ingericht, ruime porties, … hier zou ik met plezier ook komen lunchen. Er blijkt ook een sociaal luik aan verbonden Grilska Huset in de vorm van een tewerkstellingsproject waardoor ik het nog fijner vind dat we er net dit plekje hebben uitgekozen.
Ik ga voor koffie, mijn zus voor thee en uiteraard hoort daar een Zweeds gebakje bij. Ik kies voor een overheerlijke kardemonbullar (ik had er gisteren al eentje gekocht ‘on the go’ bij Fabrique, een ambachtelijke bakkerij met verschillende winkels in Stockholm en verder), mijn zus gaat voor een semla, een bol met amandelspijs en room. De semla wordt traditioneel alleen de dinsdag zeven weken voor Pasen gegeten, maar tegenwoordig worden ze (vooral?) tussen Kerst en Pasen verkocht.

Na een deugddoende pauze gaan we vervolgens we op zoek naar het kleinste beeldje van Stockholm: Järnpojken of het IJzeren Jongetje. Ik las er over op de blog Take me to Sweden waar je trouwens massa’s tips vindt voor een bezoek aan Zweden (suggesties voor verblijf, eetadresjes, besprekingen van musea, hoe je verplaatsen, … you name it and she has written about it).
Het was even zoeken, maar we hebben het uiteindelijk gevonden en ja, het is echt een héél klein beeldje van amper 15 cm hoog en het staat gewoon op de grond dus je kan er letterlijk gemakkelijk overheen kijken. De naam van het beeld is officieel ‘De jongen die naar de maan kijkt’ of ‘Pojken som tittar på månen’ in het Zweeds. Het is gemaakt door de Zweed Liss Eriksson. Soms draagt het een mutsje of sjaaltje, maar die dag niet.

Daarna wandelen we nog een beetje verder doorheen de stad, maken nog wat sfeerfoto’s en gaan langzamerhand op zoek naar een plek om iets te eten. In Östermalm kwamen o.a. langs een mooie foodhal waar we sowieso even binnen liepen. De food hall bestaat al sinds 1888 en heropende in 2020 na een jarenlange renovatie. Ik las achteraf dat de plek in de top 10 staat van beste food halls wereldwijd en één van de favoriete plekken van Jamie Oliver is in Stockholm.

We overwegen even om daar iets te eten, maar het is er al vrij druk en toch ook wel wat prijzig dus we besluiten nog even verder te kijken. Het is wel het moment voor een sanitaire stop en net zoals in de moderne food hall gisterenavond hebben de toiletten hier een betaalslot; je leest het goed: je scant je bankkaart, betaalt en pas dan gaat de deur open. Ik had er wel al van gehoord, maar het was toch even verrassend wanneer je er voor het eerst zelf mee wordt geconfronteerd. Het is ietwat onhandig wanneer je vrij dringend naar het toilet moet en de lezer je kaart niet accepteert, maar voor de rest wel goed gezien natuurlijk (al heb je met een echte toiletdame of -heer wel nog iets meer zekerheid op een net toilet en de beschikbaarheid van toiletpapier).

Op vrijdagavond wordt er duidelijk meer buitenshuis gegeten waardoor onze zoektocht naar een eetplek iets langer duurt dan ingeschat. Veel leuke restaurantjes blijken al volzet en andere serveren dan weer iets waar we niet zoveel zin in hebben op dat moment (we vinden het bv niet echt het weer om sushi te eten). Omdat het intussen alweer een pak kouder is en we wel honger krijgen, besluiten we het bij een burger te houden in Jensens Böfhus. Het is er vrij rustig en de bediening vriendelijk. Het eten is OK, zij het niet heel bijzonder, maar we zijn blij dat we onze voeten onder tafel kunnen steken. Bij de betaling hier kan ik kiezen om in kronen of euro te betalen, de enige keer dat ik die optie kreeg trouwens en dat is dan wel weer fijn meegenomen want hierdoor komen er geen transactiekosten bij die anders wel standaard bij elke betaling door de bank worden aangerekend.

En dan is dag twee voorbij en is het tijd om ons beddeke op te zoeken 😉

Asperges

Ze worden wel eens het witte goud genoemd, asperges. Jarenlang stonden er bij mijn vader enkele rijen planten in de moestuin en ging hij tijdens het groeiseizoen elke ochtend en avond checken of de aangeaarde grond barstjes vertoonde, wat betekende dat een asperge zijn weg naar het daglicht aan het maken was. Meestal zette hij er dan nog even een potje over zodat er zeker geen daglicht op de top zou komen en de kopjes mooi wit bleven. Met een lang mes dat hij diep in de grond stak, werden kort nadien de asperges geoogst, soms nog even in een vochtig keukenpapiertje in de ijskast gelegd, en vervolgens klaargemaakt en opgegeten 🙂

Intussen staan er geen asperges meer in de groentetuin, maar eens het seizoen aanbreekt, koop hij met plezier nog wat van het witte goud, meestal op de markt in Eeklo, waar hij zij bij zijn favoriete groentekraam gewoon per stuk kan kopen. De klassieker ‘à la Flamande’, met gerookte zalm, in een lekker soepje… de recepten zijn er in veelvoud. In de loop der jaren kwam er in onze familie eentje bij (geen idee waar het oorspronkelijk vandaan komt) dat tot op vandaag nog steeds wordt klaargemaakt en waar ik zelf ook graag mijn voetjes voor onder tafel steek. Een eenvoudig receptje, dat je zowel als voor- of hoofdgerecht kan serveren en dat ook een plekje op dit blog verdient.

De hoeveelheden hangen af van het aantal personen en van de keuze om dit gerecht als voor- of hoofdgerecht te serveren, ik geef je daarom gewoon een oplijsting van wat je nodig hebt en verder laat ik het volledig over aan jullie om met de hoeveelheden te spelen naar eigen voorkeur en believen 😉

Ingrediënten
asperges, uiteraard
spekblokjes
eieren
croutons
mayonaise
bieslook

Bereiding
Schil en kook de asperges tot ze beetgaar/zacht zijn, dat kan in een speciale kookpot voor asperges, maar even goed in een grote pan met een laagje water.

Kook de eitjes hard en prak ze, bak de spekblokjes krokant. Maak eigen croutons (bak ze na de spekjes in dezelfde pan) of koop ze voorgebakken (liefst natuur, maar gekruid kan ook als je die lekkerder vindt). Snipper de bieslook fijn.

Leg de asperges op een bord, schep wat mayonaise over de voetjes van de asperges en strooi hierover vervolgens de geprakte eieren, de spekblokjes, de croutons en werk af met de gesnipperde bieslook.

Serveren en smullen is het enige wat je nog te doen staat 😉

 

Kokosglaasjes

In februari nam ik deel aan een kookworkshop ‘Op ontdekking in de wereldkeuken’ bij Colruytgroup Academy. In een pand aan de Brusselsesteenweg in Melle hebben ze er een ruim uitgeruste keukenruimte waar je je ten volle kan uitleven om heel wat lekkers klaar te maken, en op het einde van de rit mag je alles ook opeten :p

Het dessertje maakte ik intussen thuis ook al eens klaar, zij het in een licht vereenvoudigde versie. Ik geef je beide versies.

Kokosglaasje met passievruchttopping
4 personen – 15 min bereidingstijd – minstens 4 uur opstijven in de koelkast.
Ingrediënten
– 4 passievruchten
– 500 ml kokosmelk
– 50 g fijne suiker
– 60 g chiazaad
– 4 el kokospoeder
– 1 kl vloeibare honing
– 1 vanillestokje
– 1 limoen
– 1 el pistachenoten
– 1 el oranjebloesemwater
Bereidingswijze
Snij het vanillestokje in de lengte in 2 en verwijder de zaadjes.
Verwarm de kokosmelk met de fijne suiker (hoeft niet te koken) en voeg de vanillezaadjes en het vanillestokje toe. Laat 30’ afkoelen.
Haal het vanillestokje eruit. Meng de afgekoelde kokosmelk met het chiazaad.
Dompel de rand van 4 mooie glaasjes in een bord met een beetje water en vervolgens in het kokospoeder.
Giet de kokos-chiamengeling in de glaasjes en laat minstens 4 uur opstijven in de koelkast.
Snij de passievruchten open, lepel het vruchtvlees eruit, meng met de honing, het oranjebloesemwater en 1 el limoensap. Lepel dit over de chiapudding.
Rooster de pistachenoten in een pan. Laat afkoelen en hak ze grof. Werk de glaasjes hiermee af.

De ‘doordeweekse’ versie
Warm de kokosmelk lichtjes op zodat de suiker snel oplost en voeg een geutje vanille-essence toe (heb ik standaard in mijn kast staan, een vers vanillestokje niet altijd). Voeg vervolgens het chiazaad toe.
Dip (eventueel) je glaasjes in een bord met wat water en vervolgens in het kokospoeder. Ziet er fancy uit, maar blijft toch ook vaak een beetje smossen (al is een extra kokos-accentje qua smaak wel leuk) 😉
Giet het kokos-chiamengsel in de glaasjes en zet minstens een paar uur in de frigo.
Serveer ‘natuur’, met vruchtvlees van passievruchten als je die in huis hebt of met een lepel heerlijke homemade jam, bv frambozen of aardbeien.

Super lekker als dessertje, maar ook als tussendoortje, vieruurtje of zelfs bij het ontbijt. Maya was er in elk geval dol op en de doordeweekse versie is ook snel klaar (je moet langer wachten om ze op te eten).
Gemakkelijk enkele dagen te bewaren in de koelkast, maar voor je het weet zijn ze op 😉

 Ik gebruikte enkele vintage glaasjes die meteen voor een feestelijk tintje zorgden 🙂

Zin in meer lekkers? Zeker eens kijken om deel te nemen aan een workshop! Er zijn trouwens nog andere locaties naast Melle. Je kan met een groep inschrijven, maar ook individueel/als koppel/met een paar vrienden en aansluiten bij andere deelnemers.
Je krijgt eerst wat uitleg bij de gerechten en de bereidingswijze, vervolgens ga je aan de slag per twee of drie waarbij je per groepje een tweetal gerechten maakt en daarna mag je samen alles opeten. En is er nog iets over, dan mag dat gewoon mee naar huis, er wordt geen voedsel weggegooid. Super toch?!

Hartige bloemkoolkoekjes

Zo nu en dan staat er hier wel eens bloemkool op het menu, meestal in de vorm van een ovenschotel (bloemkool met kaassaus, hardgekookte eitjes, eventueel wat ham- of spekblokjes en gekookte aardappelen of puree erbij).

Toen ik in één van de promotieboekjes van Lekker van bij ons (meegenomen op een infostand van VLAM denk ik) een recept voor hartige bloemkoolkoekjes las, leek het me wel interessant om dat eens uit te testen.

Ingrediënten (voor vier personen)

250g bloemkoolroosjes
1 teentje knoflook
4 à 5 el bloem
1 ei
80g geraspte oude Flandrienkaas (ik gebruikte gewoon gemalen gruyère, maar oude kaas zal zeker nog meer smaak toevoegen)
1 el currypoeder
olijfolie
peper en zout

Bereiding (ca 45min)

Kook de bloemkoolroosjes gaar in gezouten water (tip: maak intussen ook een portie soep, daarin kan je de bloemkoolstam/steeltjes gebruiken en nadien ook het kookvocht van de bloemkool toevoegen #nofoodwast).

Doe de bloemkool, look, ei, currypoeder, kaas, peper en zout in een blender en mix glad. Voeg eventueel nog wat extra bloem toe wanneer het mengsel nog te vochtig is.

Rol balletjes (of gebruik een lepel zoals ik meestal doe, ik hou niet zo van deeg overal tussen mijn vingers :p ) en druk ze plat op een met bakpapier beklede bakplaat. Bedruppel de koekjes met een beetje olie en plaats 30 min in een voorverwarmde oven van 180°C.

Mijn deeg was nog iets te vloeibaar (balletjes rollen zou sowieso niet vlot gelukt zijn) en de koekjes liepen iets uit tijdens het bakken waardoor het eerder bloemkoolburgers werden. Dit deed echter niets af aan de smaak en misschien zou je ze op die manier ook perfect als veggie burger tussen een broodje kunnen serveren met nog wat extra sla, tomaat en een stevige schep mosterd(mayonaise).

Ik maakte meteen een dubbele portie (kwestie van de bloemkool volledig te verwerken, de resterende roosjes gooide ik trouwens nog bij de soep die ik dan toch aan het maken was) en stak ze in de diepvries. Handig om op drukke werkdagen snel al een portie klaargemaakte groente ter beschikking te hebben 🙂

Toen de ‘koekjes’ vers uit de oven kwamen, vond Maya ze heerlijk ruiken en ze at er meteen eentje uit het vuistje: voor haar mochten ze de volgende keer nog net iets meer gekruid zijn (mosterd is niet aan haar besteed).

Meer recepten vind je op lekkervanbijons.be/groenten en je kan hen ook volgen op Instagram, Facebook, Pinterest of YouTube.

Ovenschotel met gehakt, appel en pastinaakpuree

Soms heb ik een recept in mijn hoofd voor ik begin te koken, soms ontstaat een recept op basis van wat ik in mijn ijskast/voorraadkast/diepvries vindt. Ik had nog een pastinaak liggen, een te kleine portie gekookte aardappelen en appeltjes die hier en daar al wat rimpeltjes in de schil kregen. In de diepvries stak nog een portie kippengehakt….

Ik schilde de pastinaak, sneed hem in blokjes en kookte hem zacht (gaat best snel wanneer de blokjes niet te groot zijn). Ik deed er de aardappelen bij en stampte het geheel tot een stevige puree.

Ik bakte het kippengehakt rul, samen met een uitje en kruidde het bij met kurkuma en zwarte peper (de peper zorgt voor een betere opname van de kurkuma door het lichaam).

De appeltjes sneed ik in schijfjes.

In een ovenvaste schotel deed ik het gehakt, vervolgens een laagje appelschijfjes, daarop de puree en om af te werken nog een laagje appeltjes. Het geheel ging nog een half uurtje in de oven, genoeg om de puree op te warmen (mijn aardappeltjes waren immers koud) en de appelschijfjes te garen. Voor de liefhebbers kan je een nog een beetje bruine saus bij maken.

Ik heb een ovenschotel met pastinaak zelden zo snel leeggegeten gezien 😉

Moraal van het verhaal: extra groente in een maaltijd smokkelen of een tekort aan  aardappelen creatief opvangen? Gebruik pastinaak!

Amandel-perentaart my way

Ik ben geen grote taarteneter noch -bakker, maar een eenvoudig taartje of cake dat wil ik wel nog (s)maken 😉

Ik had wel zin in iets met amandel en er lagen nog peren en dus zocht ik even online naar een passend receptje en dat vond ik bij Dagelijkse kost. Ik bleek alles in huis te hebben (dubbelcheckte nog eens het recept en ontdekte dat in de ingrediëntenlijst de eieren ontbraken, maar daar kon ik nog wel een gokje wagen om twee eitjes te gebruiken, met goed gevolg).

Ik geef je het originele recept hieronder, maar zet er meteen mijn manier van werken bij. Ik durf al eens voor een shortcut gaan, zeker wanneer ik zo extra afwas kan vermijden 😉

Ingrediënten

– 1 vel rond bladerdeeg
– 120 g boter (op kamertemperatuur)
– 100 g suiker
– 200 g amandelpoeder
– 140 g bloem
– 1 dl melk
– 1 vanillestokje
– 2 eieren
– 2 peren (of meer, afhankelijk van de grootte)
voor de afwerking
– 2 eetlepels suiker
– amaretto
– 50 g amandelschilfers

Werkwijze

Gebruik je een klassieke taartvorm, strijk die dan in met wat gesmolten boter, en bepoeder de vorm vervolgens met wat bloem. Bedek de vorm met het vel bladerdeeg. Druk het deeg goed aan tegen de randen. Overtollig deeg snijd je af van de rand.
Of doe zoals ik en leg gewoon het vel bladerdeeg incl. het bakpapier in de vorm en je taart komt na het bakken ook probleemloos los 😉
Weeg alle ingrediënten voor de vulling zorgvuldig af. Die instructie volg ik wel 🙂
In een mengbeker voeg je de melk en de eieren samen. Meng ze met een garde en voeg de zaadjes van een vanillestok of een geutje vanille-essence toe.

Schep de malse boter en de suiker in de mengkom van de keukenrobot. Laat de beide ingrediënten mengen tot een bleke massa.
Voeg er het mengsel van melk, eieren en vanille aan toe. Laat alles even mengen, en voeg ten slotte ook de bloem en het amandelpoeder toe. Meng alles tot een egaal beslag.
Ik heb geen keukenrobot met een grote mengkom en deed alles in een gewone kom. De boter liet ik als eerste vooraf even smelten in diezelfde kom en zo kon ik alles probleemloos (wegen en) toevoegen en mengen met een gewone klopper 🙂

 

Het recept stelt voor om het beslag in een spuitzak te doen en vervolgens in brede cirkelbewegingen over de taartbodem te verdelen. Ik vond daar persoonlijk weinig meerwaarde aan en schepte het beslag gewoon met een lepel op het deeg waarna ik het met de achterkant van diezelfde lepel (kan ook met een spatel natuurlijk) gewoon netjes open smeerde. Voor mij moet taarten bakken zonder teveel ‘gedoe’ kunnen gebeuren en zonder al te veel afwas anders begin ik er gewoon niet aan :p

Schil vervolgens de rijpe peren, verwijder het klokhuis en snij de vruchten in kwartjes. Schik de stukken peer in een stervorm op het taartbeslag. Druk ze zachtjes aan. Leg hierbij de bolle zijde van de peren naar boven, en laat de uiteindjes naar het midden wijzen.
Tip van Dagelijkse Kost: Als je geen rijpe peren gebruikt, pocheer de vruchten dan vooraf. Tip van ondergetekende: zijn je peren niet super rijp, snij ze dan gewoon in smallere partjes en dan kan je dat pocheren gewoon achterwege laten en krijg je ook zachte stukjes peer 😉
Voor de topping strooi je de amandelschilfers in een schaaltje en besprenkel ze met een scheutje amaretto. Giet wat kristalsuiker in een tweede schaaltje en “paneer” hierin de vochtige amandelschilfers. Of doe zoals ik en giet gewoon alles in één bord en meng het luchtig onder elkaar met je vingers, werkt even goed 🙂

Verdeel de gesuikerde amandelen vervolgens over het gebak.

Bak de taart gedurende 45 minuten in de voorverwarmde oven op 180° C (of laat je taart gewoon iets langer in de oven staan wanneer je die niet hebt voorverwarmd en test met de punt van een mes of het gebak nog vochtig is en eventueel nog iets meer baktijd nodig heeft).
 

Laat de taart nadien rustig afkoelen en haal ze uit de vorm. Smakelijk!

 

Korstgebak met noten en frambozen

Carrefour geeft maandelijks een gratis magazine uit waarin naar promo en artikels ook een aantal recepten opgenomen staan. In het juni-nummer las ik een receptje met frambozen en noten dat me wel kon bekoren. Aangezien ik net een portie framboosjes van mijn vader had meegekregen, was het dan ook het ideale moment om dat eens uit te testen.

Ingrediënten (voor 8 porties)

  • 220 g frambozen
  • 120 g bloem
  • 1/2 tl bakpoeder
  • 100 g boter
  • 60 g rietsuiker
  • snuifje zout
  • 80 g havermout

voor de toplaag

  • 100 g boter
  • 75 g rietsuiker
  • 40 ml melk
  • vanille-extract
  • 70 g amandelschilfers
  • 70 g walnoten
  • 70 g hazelnoten
  • 70 g paranoten

Ik had nog een beetje amandelschilfers en hazelnoten staan en vulde verder aan met een noten- en vruchtenmix die ik recent nog bij Carrefour kocht (leek me ideaal om in huis te hebben met de examens in de aantocht). De notenmix in mijn gerecht was dus een beetje anders, maar daarom niet minder lekker 😉 

Bereidingswijze

  • Verwarm de oven voor op 170°C Bekleed een bakvorm (20×20 cm) met bakpapier.
  • Meng de bloem en het bakpoeder in een kom (eventueel zeven, maar ik doe dat eigenlijk nooit). Voeg boter, suiker en zout toe en kneed met vingertoppen (mengen met een lepel gaat even goed, zeker wanneer de boter vrij zacht is). Voeg havermout toe en meng.
  • Leg het deegmengsel in de bakvorm en druk voorzichtig aan.
  • Bak 20 min in de oven tot het deeg licht goudbruin kleurt.
  • Plet de frambozen zachtjes met een vork en zet opzij tot de eerste bakbeurt klaar is. Nappeer vervolgens het deeglaagje met de frambozenpuree.
  • Laat voor de toplaag de boter op een laag vuur smelten in een kookpan (of in de microgolf). (Zorg dat je pot/pan groot genoeg is trouwens want er moet nog een stevige portie noten bij straks) en voeg suiker, melk en vanille-extract toe.
  • Roer tot de suiker opgelost is en schep er alle noten onder.
  • Verdeel over de frambozenpuree.
  • Bak nog 30 min in de oven.
  • Laat het gebak afkoelen in de vorm, snij het dan in stroken/stukken.
  • Serveer, extra lekker met verse frambozen of chocoladesaus of misschien zelfs een bolletje ijs 😉

Smakelijk!

Dit recept komt uit het gratis maandelijks magazine van Carrefour van juni 2022.

 

 

Examentijd

Juni alweer, wat vliegt de tijd! Tweede examenreeks in het vijfde humaniora al, ons meisje zwaait zowaar volgend jaar al af van de school waar ze sinds de eerste kleuterklas met plezier zat.

Die examentijd, da’s echter minder haar ding, spanningen en stress vieren hier nog regelmatig hoogtij. Uiteindelijk komt alles wel goed, maar dat is soms met zweet en tranen. Hier en daar kan ik nog een beetje helpen, maar dat wordt jaar na jaar minder. Wat ik echter wel kan blijven doen, is haar steunen met een opbeurend woord, een knuffel en zeker ook met deugddoende tussendoortjes want studenten hebben honger(tjes) 🙂

Ik probeer zoveel mogelijk te gaan voor een mix van voedzaam en gezond, maar zo nu en dan zit daar ook wel eens een echt verwennerijtje tussen.

Vaak waren het bordjes met fruit, noten, blokjes kaas waarbij de vers geplukte frambozen en aalbessen van opa op het juiste moment kwamen om die bordjes te helpen vullen.

Om wat meer variatie te brengen in de boterhammenlunch na het examen, werd er al eens (Wasa)toast met avocado of croque-monsieur op tafel gezet en een grote rijstsalade maken, is ook handig om nog een restje als alternatieve, snelle lunch te kunnen serveren.

De examenperiode startte met een hoest en lichte keelpijn dus zorgde ik – naast refills van de waterfles – voor theetjes, al dan niet met een lepeltje honing (ernaast, zodat ze die apart kon opeten, anders blijft er enkel een suikereffect over en gaat al het goede van de honing verloren). En sinds dit jaar is er ook een beetje koffie aan het drankenassortiment toegevoegd, uiteraard met een koekje of twee/meer dabei 😉

En wanneer Maya zelf voor een tussendoortje zorgt en er nog een pannenkoek in de frigo ligt, dan wordt het dit 🙂

Maar als het helpt om het studeren vol te houden, waarom zou het dan niet mogen?

Intussen is de examenperiode ‘eindelijk’ achter de rug en kan ze nu genieten van rust en ontspanning en dan volgende week nog even een spannend moment wanneer ze haar rapport krijgt 😉