Tag Archives: Parijs

Parijs 2022 – deel 4

De volgende stop op ons programma kan je eigenlijk ook wel een Parijs monument noemen, maar weer van een heel andere orde: het grootwarenhuis Galeries Lafayette. Meer dan de moeite waard om eens binnen te stappen, zelfs voor wie totaal geen koopintenties heeft (zoals wij).  Het gebouw dateert van eind 19de eeuw, in 1912 werd de reusachtige koepel van glas in lood gebouwd. Het tien verdiepingen tellende gebouw mag je gerust indrukwekkend noemen: de koepel, de galerijen, de oude liften, … Niet meteen mijn stijl, maar toch keek ik mijn ogen uit en genoot 😉

Een mooie extra (en bijkomende reden waarom ik hier naar binnen wou met Maya) is dat dit gebouw een dakterras heeft waar je als bezoeker gratis toegang toe hebt en  je een wijds overzicht over de stad hebt.  We waren zeker niet de enigen hier,  ‘uiteraard’ ook heel wat dames (en heren) die zich van hun beste kant lieten zien voor de (vele) foto’s. Best wel grappig hoe de winterjas uit moest bij sommigen voor een mooier beeld terwijl er boven een best ijzige wind stond die dan weer het haar in de verkeerde richting blies waardoor die foto uiteraard nog eens opnieuw gemaakt moest worden.
We zagen (uiteraard) de Eiffeltoren, maar ook de Sacré Coeur en het Centre Pompidou.

We wandelden nog even verder in deze winkelbuurt en keken vooral naar de façades van de gro(o)t(s)e gebouwen.

In de omgeving van de Place Vendôme met de triomfzuil van Napoleon werden de vitrines nog wat exclusiever en de klanten duidelijk ook. Exclusieve parkeerplaatsen voor de winkel, inclusief ‘valet’ die het voertuig parkeert en/of het portier opent en een oogje in het zeil houdt. Helemaal hilarisch werd het wanneer we een dame zagen toekomen aan de winkel van Dior met een hele hippe elektrische step, waaraan vooraan een rugzak-mandje hing dat duidelijk voor een huisdier bestemd was. Ik dacht spontaan aan een chihuahua, maar het bleek zowaar voor een grote, witte papegaai te zijn die met een metalen kettinkje aan de poot op de schouder van het baasje zat (maar dus even het mandje in moest terwijl baasje ging shoppen)! Dat zal wellicht toch de meest bijzondere oppas van de dag geweest zijn voor de valet van dienst zou ik zo denken 😉

Volgende stop was het Palais Royal, zoals de naam het zegt, ooit een koninkrijk paleis in Parijs, maar tegenwoordig een overheidsgebouw waarin het Franse Ministerie van Cultuur, de Franse Raad van State en de Grondwettelijke Raad gezeteld zijn. De basis voor het gebouw is gelegd in de zeventiende eeuw, door kardinaal de Richelieu die het na zijn dood aan de toenmalige koning Lodewijk XIII schonk. Toen Napoleon aan de macht kwam, werd het paleis vooral een kantoorgebouw en na een grondige restauratie in 1876 werd het pand tot nu een overheidsgebouw. Het Palais Royal zelf is niet toegankelijk voor het publiek, maar de tuin en het binnenplein zijn dat wel.

In het midden van de tuin vind je een grote fontein. Rondom de fontein allemaal groene stoeltjes, net als in het Jardin des Tuileries bij het Louvre. Ook hier kunst in de publieke ruimte trouwens. O.a. werk van Pol Bury, een Belgische kunstenaar trouwens, vooral bekend om bijdragen aan de kinetische kunst zo lees ik.

Je vindt er ook een plein met zwart/wit gestreepte zuilen van verschillende hoogtes. Dit kunstwerk wordt Les Deux Plateaux genoemd. Het is een kunstinstallatie gemaakt door de Franse kunstenaar Daniel Buren (dezelfde van Les Anneaux of De Ringen die we vorig jaar in Nantes zagen trouwens). De zuilen camoufleren blijkbaar ventilatieschachten voor een ondergrondse opslagruimte en waren op het moment van hun plaatsing halfweg de jaren ’80 nogal omstreden omwille van de hoge kostprijs en omdat ze niet zouden passen in de omgeving (zoals wel vaker het geval met dergelijke projecten). Intussen neemt wellicht niemand nog aanstoot aan het kunstwerk en zijn de zuilen een zeer populaire selfiespot geworden. Het is een fijne plek om even te relaxen.

We wandelden nog even verder, langs La Samaritaine, nog zo’n befaamde winkel in Parijs, maar ‘t was vooral de Lego Store waar we toch met plezier even binnen gingen (en Maya grote ogen trok over de prijzen van enkele Lego themadozen).

We zagen het Centre Pompidou al vanuit de verte en dan ook van dichterbij…

… om uiteindelijk, net voor het invallen van de duisternis, aan te komen bij de kathedraal van de Notre-Dame.

Maya verbleef net in een gastgezin in Saint-Malo (meerdaagse schooluitstap) toen een brand het gebouw zwaar verwoestte. Het gebouw nu in het echt zien, riep toch bepaalde herinneringen op (één van de kinderen van het gastgezin werkte in Parijs of was daar in de buurt, die mensen waren dus echt wel bezorgd en de hele avond waren de hallucinante beelden op TV te zien). De sfeer in deze omgeving was duidelijk nog steeds bijzonder te noemen, ingetogener dan vroeger zou ik zeggen.

En dan hadden we alweer heel wat stappen op onze teller staan, tijd dus om naar het hotel terug te keren…

2 leuke eetplekjes die we vandaag ontdekten

Compose, cantine sur Mesure,  Square de l’opera Louis Jouvet

DS Café Beaugrenelle, rue de l’ingénieur Robert Keller

Parijs 2022 – deel 3

Onze tweede dag in Parijs startte met regen tijdens het ontbijt. Niet iets waar we blij mee waren, want anders voorspeld, maar ik meende in de verte een heel klein beetje licht te zien in het grijze wolkendek. We genoten echter eerst nog van het ontbijtbuffet, onze favoriete maaltijd op vakantie trouwens 😉

We namen de metro richting beroemdste kantoorwijk van Parijs, La Défense. Toen we daar uitstapten, verscheen er stelselmatig meer blauw aan de hemel en kwam ook het winterzonnetje terug tevoorschijn. Ideaal dus voor een nieuwe wandeldag in de Franse hoofdstad 🙂
De wijk La Défense is genoemd naar een standbeeld van Louis-Ernest Barrias, dat de verdediging van Parijs tijdens de Frans-Duitse Oorlog verbeeldt. De wijk ligt in het verlengde van de zogenaamde “historische as” van Parijs, die vanaf het Louvre via de Place de la Concorde, de Avenue des Champs-Élysées, de Arc de Triomphe en de Avenue de la Grande-Armée naar het westen loopt, met aan het uiteinde daarvan het bekendste gebouw van la Défense: de Grande Arche de la Défense, gebouwd in opdracht van François Mitterrand.

La Grande Arche de la Fraternité, beter bekend dus onder de naam l’Arche de la Défense of Grande Arche, is van de hand van de Deense architect Johan Otto von Spreckelsen. Hij wilde een 20e-eeuwse versie van de Arc de Triomphe ontwerpen. De werken startten in 1985 en het gebouw werd geopend op 14 juli 1989, precies 200 jaar na de bestorming van de Bastille.

Dit moderne monument heeft de vorm van een deur die zich opent naar de wereld. Het is 110 m hoog, 108 m lang en 112 m breed en daardoor vrijwel kubusvormig. De binnenkant van het bouwwerk is open, waardoor het – net als de Arc de Triomphe – een voorbeeld is van een urban window.

In de wijk La Défense wonen slechts 20.000 mensen, maar er werken er ongeveer 150.000. Dit gebied van 160 hectare telt 2,5 miljoen m² kantoorruimte, die gebruikt wordt door 1500 bedrijven! Het is dan ook de grootste kantorenwijk van Europa. De meeste Franse topbedrijven hebben er hun hoofdkantoor gevestigd in een van de vele moderne wolkenkrabbers.

Het aantal wolkenkrabbers is er volgens mij alleen maar toegenomen de voorbije jaren en nog steeds wordt er ge- en verbouwd. De site is tegelijk ook wel groener geworden met een publieke tuin. Ik denk dat het er best ergens nog wel aangenaam werken is. Of het er leuk wonen is, daar ben ik niet zo zeker van, al vermoed ik dat het er ‘s avonds en in het weekend ook best rustig kan zijn en dat er tegelijk ook wel vaker evenementen georganiseerd worden om het niet louter een kantoorwijk te laten zijn die na de uren vooral desolaat aanvoelt (wij zagen er nog de laatste sporen van een kerstmarkt/winterdorp).

In de wijk La Défense staan verschillende kunstwerken (circa 60) in de openbare ruimte, beeldhouwwerken en mozaïeken van onder andere Joan Miró en vele anderen (waarvan ik de namen niet meteen terugvond of kende, maar de werken daarom niet minder mooi of boeiend waren).

We keken uitgebreid rond en genoten van de architectuur, de publieke kunst en het uitzicht en we maakten heel wat foto’s 🙂

Daarna namen we terug de metro richting centrum, naar een Parijs monument van een andere orde: Mont Martre en de basiliek Sacré-Coeur.

Hier was het wel iets drukker met meer toeristen (en straatverkopers die hardnekkig probeerden ons een soort gelukslintje aan te smeren, of iets in de aard).
Vanop het plein voor de basiliek heb je een ruim uitzicht over de stad.

We namen uiteraard ook in de basiliek een kijkje en wandelden vervolgens verder naar Mont Martre waar er toch een paar dapperen met potlood en papier in de weer waren om portretjes te maken. Het weinige volk en de lage temperatuur zorgde ervoor dat het pleintje niet zijn typische uitstraling had waar het zo gekend voor is, we zetten dan ook vrij snel onze verkenningstocht verder.
Onderweg spotten we nog gebouwen en ander leuks dat we wel op foto wilden vastleggen.

We zagen zelfs een heel bijzondere poort toen we de trappen naar beneden gingen. Herken jij dit beeld?

 

Parijs 2022 – deel 2

Door de coronamaatregelen begin dit jaar werden we op het moment van ons bezoek nog verplicht om vooraf tickets te boeken voor musea wat we dan ook deden voor een paar bezoeken als aanvulling op de stadswandelingen.

In het Jardin des Tuileries ligt het Musée de l’Orangerie. Het museum is vooral bekend door de serie waterlelies (Nymphéas) van Claude Monet. De grote doeken hebben als onderwerp de waterlelies in Monets tuin in Giverny (een plek die ik zeker nog eens wil bezoeken trouwens). Licht, de breking van het licht en kleur spelen een grote rol in deze werken, typisch voor het impressionisme. Deze werken zijn gemaakt in de periode 1914-1926, de laatste 15 jaren van zijn leven.

Monet schonk de werken trouwens aan Franse staat de dag na de wapenstilstand van 11 november 1918 als een symbool van vrede. Volgens zijn wensen werden de Waterlelies geïnstalleerd in het Musée de l’Orangerie in 1927, een paar maanden na zijn dood.

Toen ik jaren geleden een eerste keer het werk van Monet in het echt zag, was ik toch wel onder de indruk van zijn schilderkunst (of van het effect dat zijn werk op mij had). Ik keek er dan ook naar uit om deze grote doeken eens in het echt te kunnen zien. Misschien lag het aan een opkomende migraine-aanval, maar ik had deze keer geen ‘klik’ met de werken, al blijf ik het wel een heel mooi geheel vinden. Ik vroeg me trouwens af hoe het moet zijn om hier in ‘normale’ toeristische tijden langs te komen: je kan eigenlijk niet in deze zaal rondlopen zonder een deel van de bezoekers te hinderen in hun zicht op de schilderijen. Ik vond het nu al meer dan druk genoeg om hier even te zitten/staan en rustig naar de werken te kijken…

In het museum vind je trouwens ook werken van verschillende andere bekende kunstenaars zoals Renoir, Cézanne, Picasso en beelden van Rodin.
Bij ons bezoek stond er werk van David Hockney in de kijker. In maart 2020, tijdens de lockdown, verbleef Hockney in zijn huis in Normandië. Hij maakte van het huis en de omgeving het belangrijkste onderwerp van zijn kunstwerken en hield zich bezig met het vastleggen van het licht en de verschillende seizoenen. Zou hij de geest van de impressionisten gevoeld hebben?

Ik schrijf trouwens kunstwerken en niet schilderijen want hij maakte de werken op zijn Ipad (een techniek die hij blijkbaar al 10 jaar toepast) en hij bundelde ze vervolgens tot één groot geheel: een fries van 80 m lang die hij liet afdrukken op papier. Inspiratie hiervoor haalde hij blijkbaar zowel bij het historische tapijt van Bayeux als bij oude Chinese en Japanse papierrollen.

 

Van de Orangerie wandelden we naar onze volgende museumhalte: op donderdag is het Musée d’Orsay open tot 21.45u; ideaal dus om een avondlijk bezoek in te plannen. Normaal gezien is het hier rijtje schuiven, maar door corona was het beduidend kalmer dan anders. De linten die de aanschuifrijen moeten markeren, stonden er eenzaam bij, en  aan de kassa’s slechts een handvol bezoekers.

Het Musée d’Orsay hoort thuis in het rijtje van meest bezochte bezienswaardigheden in Parijs. Het was oorspronkelijk een treinstation, gebouwd in het begin van 1900, maar werd omgebouwd tot museum in 1986.

Het museum bezit voornamelijk Franse kunst uit het midden van de 18e eeuw tot het begin van de 20e eeuw, niet enkel schilderijen, maar ook meubels, beeldhouwwerken en meer. Je vindt er o.a. werken van Matisse, Monet, Manet, Van Gogh, Cézanne, Degas …

Het gebouw op zich is al bijzonder en uiteraard zijn er ook heel wat topwerken te zien. Een deel van het museum was echter gesloten voor renovatiewerken (ideaal om die in deze luwe tijden uit te voeren natuurlijk) waardoor we toch net iets sneller dan verwacht rond waren met ons bezoek (nadat ik de foto van de klok maakte, liepen we er zeker nog een dik uur rond hoor). We wandelden terug richting hotel, met intussen ruim 30.000 stappen op onze teller!

Alle praktische info over beide musea: Musée de l’Orangerie en Musée d’Orsay

 

Parijs 2022 – deel 1

Met twee jaar vertraging – hoe zou dat toch komen, een virusje misschien – trokken we met ons drietjes naar Parijs zodat Maya (een deel van) de hoogtepunten van de Lichtstad eens samen met ons kon ontdekken. We gingen 3 dagen vooral op wandelverkenning in de stad en boekten enkel tickets voor het Musée d’Orsay en het Louvre. Met een gemiddelde van 25.000 stappen per dag en een aantal metroritjes legden we heel wat kilometers af.
Op het moment van ons bezoek zijn de coronarichtlijnen nog steeds vrij strikt en we moeten verplicht de hele tijd (ook buiten) een mondmasker dragen en uiteraard een CST kunnen voorleggen wanneer we ergens binnen gaan om te eten of iets te bezoeken. Maar op zich was dat niet zo erg, eigenlijk zelfs gemakkelijker dan het masker de hele tijd te moeten op- en afzetten.

We konden onze wagen vlot parkeren in de semi-publieke parking van ons hotel, op wandelafstand van de Eiffeltoren. Een apart parkeerticket dat je ook na het uitchecken nog kon gebruiken, heel handig want ook op de laatste dag konden we dus onze auto en bagage nog de hele dag met een gerust gemoed achterlaten tot het moment dat we terug naar huis vertrokken.
Gezien de ligging van ons hotel gingen we uiteraard eerst eens naar het meest kenmerkende monument van de stad en maakten een fotoreeksje.

Maar niet alleen de Eiffeltoren namen we in het vizier. Wandelen door de stad zonder een strakke planning geeft je de mogelijkheid om rond te kijken en dingen te zien waar je anders vaak voorbij loopt. In historische steden ontdek je zo vaak pareltjes op vlak van architectuur of gewoon heel leuke en verrassende dingen.

Via één van de vele bruggen over de Seine liepen we naar de wijk Trocadéro op de noordelijke oever van de Seine. Net als de ‘íjzeren dame’ zelf zijn vele bezienswaardigheden hier restanten van Wereldtentoonstellingen. Je vindt er verschillende musea, maar die bezochten we niet.

Van hieruit heb je veruit het beste zicht op de Eiffeltoren en veel bezoekers nemen dan ook uitgebreid de tijd om foto’s/selfies te maken. Gelukkig voor ons (iets minder leuk voor de velen die leven van het toerisme) is het aantal bezoekers nu vrij beperkt, geen Amerikanen of Aziaten, vooral Fransen en ook heel veel Vlamingen en Nederlanders (we moeten soms opletten wat we zeggen 😉 )

Onze volgende hotspot (waar ook heel wat selfies gemaakt werden, zelfs midden op de weg, tussen de auto’s, om toch maar het beste beeld te schieten): l’Arc de triomphe. Geen drukte zoals vroeger met vele rijen wagens naast elkaar en als het van de huidige burgemeester afhangt, zou de hele omgeving er tegen 2030 nog een pak groener moeten gaan uitzien.
Natuurlijk kon een stukje Champs-Elysées niet ontbreken op onze wandeling. De ene gevel al indrukwekkender dan de andere, maar wij hielden het vooral bij windowshopping 😉

Ter hoogte van Le Petit Palais, het museum van schone kunsten van de stad, hielden we even halt. Tijd voor een sanitaire stop en een korte toer in het museum (dat grotendeels gratis te bezoeken is trouwens) waar op dat moment een kleurrijke tijdelijke tentoonstelling liep met werken van beeldend kunstenaar Jean-Michel Othoniel.
Omwille van de uitgebreide collectie wordt Le Petit Palais trouwens ook wel eens Le Petit Louvre genoemd en dat wil toch al iets zeggen, niet? Zeker een aanrader om eens te bezoeken wanneer je in Parijs bent.

Via le Jardin des Tuileries liepen we nog even tot aan het Louvre (dat we de laatste dag van ons verblijf nog zouden bezoeken). Op de Place de la Concorde zat de Obélisk helemaal ingepakt voor herstellingswerken en vormde zo eigenlijk ook een kunstwerk op zich 😉

En dat het rustig was in Parijs ondanks het mooie weer dat blijkt wel uit de foto’s van deze anders zo drukke plek.

Voor deze eerste avond hadden we nog tickets voor de Orangerie en het Musée d’Orsay, maar dat is voor een volgende post 😉

Parijs – dag 3

De tijd vliegt wanneer het gezellig is, zoveel is zeker. Maar niet getreurd, ook van onze laatste dag zouden we een mooie maken: eentje met slagroom!
Na een uitgebreid ontbijt nam de kroost nog even een duik in het zwembad terwijl de ouders (en de allerjongste) een wandelingetje maakten in het grote park van het hotel en de nabijgelegen manege, genietend van het herfstzonnetje.

Na het inpakken en uitchecken trokken we richting Chantilly voor een bezoek aan het meer dan indrukwekkende kasteeldomein. Liefhebbers van James Bond films kennen deze locatie (kasteel en paardenstallen) want ze werd ooit gebruikt in A view to a kill met Roger Moore. We waren daar duidelijk niet alleen maar de site was groot genoeg om alle bezoekers te kunnen herbergen. Alleen in het restaurant waren ze niet zo klantgericht: wel vriendelijk maar meer van het type mensen aan het lijntje houden. Het half uurtje wachten werd uiteindelijk een uur en dan nog eens 10 minuten en dan wisten we nog niet of er plaats zou zijn voor ons dus zijn we het maar afgebold en hebben we wat er nog restte van spijs en drank in onze koffers broederlijk verdeeld en zusterlijk opgegeten (of omgekeerd).

In de schemering maakten we nog gauw een wandeling door het park en toen de duisternis quasi compleet was, kwam er een einde aan onze driedaagse en vertrokken we elk in onze eigen wagen huiswaarts. Het was voorwaar een fijne trip samen die zeker voor herhaling vatbaar is.

 

 

Parijs – dag 2

De eerste nacht op verplaatsing is voor mij altijd een beetje wennen (ander bed, andere omgeving, …) en ik was niet de enige. Ook onze jongste sliep niet altijd even rustig, het stressmoment in de metro zal daar misschien wel voor iets tussen gezeten hebben (zij kon door met haar ticket maar wij niet en dus waren we even van elkaar gescheiden, want wij moesten uitleg vragen en uiteindelijk nieuwe tickets kopen).

Na een verfrissende douche trokken we naar het restaurant waar een heerlijk ontbijtbuffet op ons stond te wachten. Koffiekoeken, brood, fruit(sla), yoghurt, ontbijtgranen, omelet, spek, worstjes, briochebroodjes, … het was er allemaal, tot zelfs pannenkoekjes toe! We lieten het ons smaken en aten zelfs bijna een beetje teveel. Helaas moest B. verstek laten gaan wegens zware migraine en trokken we die dag dus op stap met 9 ipv 10.

We spoorden opnieuw met de trein naar Parijs en namen meteen de metro richting Belleville, een minder bekende wijk maar volgens een artikel in de Elle de nieuwe ‘place to be’ met verschillende hippe plekjes. Aanvankelijk leken we eerder in Chinatown beland en zagen we niet veel hips of leuk maar het Parc de Belleville (waar blijkbaar ook een scene uit the Bourne Identity is opgenomen) was alvast een fijne ontdekking. De speeltuin – voor 6 tot 15 (!) jaar – kon ook H. en L. nog bekoren en het was wel leuk om hen bezig te zien. Bovenaan het park had je een heel mooi zicht op de stad (alleen jammer dat het nogal grijs was). We vonden er ook een artisanale bakkerij waar we heerlijk brood kochten voor ‘s avonds) en Bar d’O (waar we niet binnen gingen wegens te weinig plaats voor ons) zag er heel gezellig en stond ook als aanrader in het tijdschriftartikel stond.

We wandelden nog wat verder en onze zoektocht naar leuke plekjes voerde ons nog naar een intrigerend boekenwinkeltje en een eethuisje La Laverie. We dachten de Franse versie van de Wasbar ontdekt te hebben, gingen binnen om te zien of er nog plaats was voor ons en werden door een heel sympathieke dame welkom geheten. La Laverie is uitermate gezellig, heel erg retro en je kan er ongelooflijk lekker eten voor een heel redelijke prijs. In tegenstelling tot wat de naam doet vermoeden, kan je hier niet terecht voor de vuile was. De dame in kwestie was dan ook uitermate verbaasd dat wij in Gent (België) wel een dergelijk concept kenden en luisterde met veel interesse naar onze uitleg. Beetje reclame maken in het buitenland voor onze eigen stad kan nooit kwaad natuurlijk 😉

Een volgende keer moeten we zeker nog eens verder deze buurt verkennen want blijkbaar is er hier nog een veel groter en mooier park en zijn er effectief heel wat toffe winkeltjes e.d. te vinden maar moet je er wel naar op zoek in de vele straatjes. Nog veel leuks om te ontdekken dus.

Na alweer een heel geslaagde en gesmaakte lunch besloten we ons op te splitsen. T. ging met zoon en metekind shoppen, de rest trok richting museum: le Petit Paleis. De lange rij wachtenden stond er gelukkig voor een betalende, tijdelijke tentoonstelling. De vast collectie is gratis toegankelijk en hiervoor moesten we als het ware de ‘artiesteningang’ nemen (ofte de toegang voor mindervaliden, even voorbij de imposante hoofdingang met trappen). Wij trokken doorheen het museum en lieten ons verbazen, zowel door het gebouw als door de collectie. Zeker de moeite van een bezoekje waard!

Intussen was de duisternis alweer ingevallen en werd het tijd om terug te keren naar het hotel alweer wij opnieuw een gezellige avond samen doorbrachten (met 10).

Parijs – dag 1

Meestal gaan wij alleen (met ons twee of tegenwoordig vaker met ons drietjes) op stap en maken we hiervoor – op voorhand – een vrij strak plan op. Strak betekent minstens dat we enkele reisgidsen of websites hebben bekeken, uren en toegangsprijzen van bepaalde attracties hebben gecheckt, de vervoersmodaliteiten hebben bekeken… Meestal is er ook op voorhand een programma uitgestippeld van wat we bij voorkeur elke dag wensen te doen, soms zelfs met een goed weer en een slecht weer variant (en ik geef het toe, vaak zit dat programma eerder te vol dan te leeg). Strak betekent echter niet dat er geen variaties op het programma mogelijk zijn, dat nu ook weer niet. Als blijkt dat er een opportuniteit is of dat ons programma toch wat bijsturing nodig heeft, dan doen we dat uiteraard.

Deze keer lieten we ons met plezier overhalen om in gezelschap enkele dagen naar Parijs te gaan. Tijdens een gezellig overleg vooraf werden er suggesties gedaan, krijtlijnen uitgestippeld en vooral ook marge gelaten voor aanpassingen of gesplitste programma’s. De sfeer zat er vooraf al in, dat zou dus allemaal wel meevallen ter plekke dachten we en dat werd het ook. We hebben genoten, met volle teugen. Aan een ander tempo misschien dan wij doorgaans doen maar verandering van spijs doet eten zegt het spreekwoord en we hebben heerlijk gegeten (letterlijk en figuurlijk).

De heenreis verliep vlot en het hotel werd goed bevonden (aangezien de rest van het gezelschap er eerder al een fijn verblijf had gehad, kon dat eigenlijk al  niet fout lopen).

IMG_9741

We zaten even buiten Parijs maar dicht bij een station en een half uurtje sporen bracht ons zonder zorgen tot in de lichtstad. Kuierend door de straten zochten we een plekje voor een late lunch. Puur op het gevoel stapten we binnen in Le Faubourg 34, een echte aanrader! Tijdens de lunch merkten we trouwens op dat ze dit jaar nog een award gekregen hadden van TripAdvisor, volkomen terecht als u het ons vraagt.

IMG_9749

Wat er nog restte van de namiddag brachten we wandelen door, genietend van de omgeving, de gebouwen en het weer en met als einddoel de Eiffeltoren. We kwamen er aan op het goede moment: bij valavond, net op tijd om de toren nog te zien bij daglicht. Naarmate we dichter kwamen, werd de bewondering en verbazing bij dochterlief steeds groter. Naarmate de schemering inviel, zette het kunstlicht de toren in een gouden gloed en rond de klok van zes werd het zowaar nog mooier, want plots begonnen er overal lichtjes te knipperen en fonkelde de Eiffeltoren alsof het kerstmis was. Ook de jongste telg in ons gezelschap was hierover uitermate te spreken. Als kleine J. iets onthouden heeft van onze reis dan is dat ongetwijfeld de Eiffeltoren en de lichtjes (en dankzij de smartphone en social media zal hij wellicht nog tig keren naar dat filmpje kijken denk ik).

Om onze vermoeide voeten wat rust te gunnen (ongeveer 20.000 stappen gezet vandaag vertelde de stappenteller ons), namen we de metro terug naar het station nadat we eerst nog wat proviand hadden ingeslagen om de rest van de avond in de hotelkamer door te brengen. Op die manier kon de jongste in bed wanneer het manneke met de hamer langskwam. Ook de rest van het gezelschap was wijs en zocht tijdig het bed op, kwestie van de volgende dag opnieuw uitgerust op stap te kunnen gaan.