Naar aanleiding van de Gedichtendag werden opnieuw prijzen uitgereikt en was er plots weer even poëzie op de radio te horen. Alhoewel ik in een ver verleden nog een dikke tien jaar academie voor woord heb gevolgd, waarvan 7 jaar voordracht, en ik toen menig gedicht gelezen heb, is dat allemaal lang geleden. Sedertdien heb ik eigenlijk niet echt meer poëzie gelezen.
Naar aanleiding van gedichtendag (morgen) groef ik nog eens in mijn geheugen en onderstaand gedicht was het eerste dat terug aan de oppervlakte kwamen piepen.
Rutger Kopland – Onder de appelboom
Ik kwam thuis, het was
een uur of acht en zeldzaam
zacht voor de tijd van het jaar.
De tuinbank stond klaar
onder de appelboom.
ik ging zitten en ik zat
te kijken hoe de buurman
in zijn tuin nog aan het spitten
was, de nacht kwam uit de aarde
een blauwer wordend licht hing
in de appelboom
toen werd het langzaam weer te mooi
om waar te zijn, de dingen
van de dag verdwenen voor de geur
van hooi, er lag weer speelgoed
in het gras en verweg in het huis
lachten de kinderen in het bad
tot waar ik zat, tot
onder de appelboom
en later hoorde ik vleugels
van ganzen in de hemel
hoorde ik hoe stil en leeg
het aan het worden was
gelukkig kwam er iemand naast mij
zitten, om precies te zijn jij
was het die naast mij kwam
onder de appelboom, zeldzaam
zacht en dichtbij
voor onze leeftijd.
Mooi! Bedankt om dit te delen met een poëzieliefhebber… in wording 🙂