Voor het eerst in jaren vier ik mijn Gentse Feesten zonder te schrijven voor Gentblogt. Het was toch even wennen: geen grondige voorbereiding, geen strakke schema’s, niet haastig ’s morgens opstaan om gewapend met een kop koffie vlug foto’s af te laden en artikels te schrijven terwijl de huisgenoten rustig verder sliepen. Anderzijds ook wel meer rust en minder ‘moeten’ (ook al was dat moeten zelf opgelegd). Misschien maar best ook want de voorbije maanden waren heel intensief en ik was eigenlijk wel aan wat rust toe.
Betekent dit dat we niet naar de feesten gaan? Uiteraard niet maar ons programma zit duidelijk minder vol en we durven al eens een dagje overslaan. We laten ook wel wat dingen afhangen van het toeval, van wat er in de loop van die dikke week op ons afkomt. Schrijf ik nog? Ja, maar minder uitgebreid en ik ben ook niet meer altijd met mijn reflexcamera op stap (soms beklaag ik me dat maar mijn schouder is wel blij dat ik uitermate licht gepakt op stap ben).
Hoewel de feesten dit jaar eigenlijk op vrijdag startten i.p.v. op zaterdag, trokken we nog niet meteen naar de binnenstad maar gingen we – net als vele anderen – naar GentJazz voor de avond van Van Morrison, Ginger Baker en Bony King (in omgekeerde volgorde van optreden). De regen die de invallende duisternis met zich meebracht kon de pret niet derven en het was andermaal na middernacht dat we ons bed inrolden (ook voor de jongste die terug mee mocht, al vond ze de avond met Zaz leuker).
Op zaterdagmiddag trokken we toch al eventjes de stad in om op verkenning te gaan. We snoepten van Puppetbuskers op de Kalandenberg (‘la valise à mémère van La Cie. de l’Hyppoféroce uit Franfrijk) en the Green aan het Braunplein/Belfort (The tale of mr. Punch van Ronan Tully uit Ierland) want op het Laurentplein klopte de eigenlijke programmatie niet met de online versie.
We trokken ook naar de Oude Beestenmarkt waar De Gentenaar een heuse promostunt deed: iedereen mocht gratis mee de hoogte in om de feesten van uit de lucht te bekijken. Bij onze ‘vlucht’ hadden we het gezelschap van een muzikant en werden we getrakteerd op een akoestisch nummertje op 30m hoogte. Na de landing kregen we meteen een mooie foto mee en nog een jeton om in een café vlakbij onze dorst (of schrik?) door te spoelen met een Delirium Tremens en de jongste kreeg ook nog een jommekesstrip! Voorwaar een schoon feestengeschenk van de krant.
’s Avonds ruilden we de feestenzone voor ’t Schuurken in Mariakerke waar we Jongen toch, een voorstelling van Raf Walschaerts geserveerd kregen in wel heel intieme kring: maximaal 40 mensen en bijna letterlijk op schoot bij de artiest, een heel unieke ervaring en een heel mooie voorstelling.
Voorwaar een geslaagde feestendag!
Het is inderdaad wennen,soms controleer ik of ik een notitieboekje bij heb of vorm ik zinnen in mijn hoofd 😉