Het laatste weekend van de zomervakantie trekken we er al enkele jaren met onze hele goede vrienden D. en G. en hun kroost samen op uit. Doordat we elkaar in de loop van het jaar niet zo vaak zien, is dat altijd een fijne dag waarvan zowel de volwassenen als de kinderen volop genieten. We gingen o.a. al naar de Efteling en Paira Daisa. Dit jaar trokken we richting Mons, meer bepaald naar Frameries, voor een bezoek aan het PASS, een soort Waalse variant van Technopolis maar toch nog iets anders. Het PASS werd immers gebouwd bij een oude mijnterril en die historische component werd mee verwerkt in het complex. Er zijn interactieve tentoonstellingen, talloze animaties voor groot en klein en een park speeltuigen zodat de kinderen zich ook buiten kunnen uitleven.
Je komt het gebouw binnen langs de Pass’erelle, een symbolische verbinding tussen alle ruimten van de site, je legt als het ware het traject van de steenkool van de “Belvédère” naar de inmiddels verdwenen ertswasserij opnieuw af. De gang is ruim 200 m lang en we glijden over transportbanden (zoals je er ook vind in de luchthaven) tot 17 m boven de grond, aan het onthaal.
In de buurt van het onthaal is er ook een elektronisch mannetje dat de jonge bezoekers welkom heet. De communicatie is duidelijk interactief, dit is geen gewone robot. Dan ontdekken we dat er even verder een medewerker achter een muurtje verborgen zit. Via een camera ziet ze wat de kinderen zeggen en doen en kan hierop worden ingespeeld. Via een microfoontje stelt ze hen kleine vraagjes. Een eenvoudig maar leuk idee met een hoge realiteitsfactor. Na het invullen van een formuliertje met enkele gegevens (één formulier per groep) en afgeven van één identiteitskaart krijgen we allemaal een digitaal armbandje dat ons ook toegang geeft tot Acro’bât, een opeenvolging van glijbanen, touwen, apenbruggen en meer van dat leuks. Ze vormen de acrobatische verbinding tussen een aantal andere tentoonstellingsruimten.
De kinderen zijn uitermate geboeid door de vele experimenten die ze kunnen uittesten, de ouders lezen, geven extra uitleg of toelichting wanneer nodig of gewenst en genieten mee. Alle infoborden staan er zowel in het Frans als in het Nederlands, net zo handig. Ook wij wagen ons aan menig experiment. Na een paar uur in het gebouw rondgelopen te hebben besluiten we even te pauzeren en buiten te picknicken, het is immers stralend weer. Na de middag zetten we onze verkenningstocht binnen met veel enthousiasme verder.
Het kabelrad, de constructie die de oude mijnschacht overkoepelt, is helaas tijdelijk niet bereikbaar. Het droeg vroeger de lift die de mannen, het materiaal en de lege en volle wagentjes naar de bodem van de put en weer omhoog bracht. Jammer, want het uitzicht boven is ongetwijfeld indrukwekkend. Het mooie zomerweer lokt ons terug naar buiten en we laten de kinderen nog even genieten op de speeltuin terwijl wij nog iets drinken op het terras.
Dit bezoek was meer dan de moeite waard en zou ik zeker als tip aanraden. Het is er minder druk dan in Technopolis, je hebt er naast het wetenschappelijke ook nog een interessante historische component die mooi is uitgewerkt (o.a. met filmpjes en materiaal over het leven van de mijnwerkers) én je kan er ook fijn buiten spelen.
Het PASS is vlot bereikbaar via de E19 (of via de kleinere wegen al kan je dan wel even vast zitten in de files van en naar Paira Daiza dat niet zo ver uit de buurt ligt). Ook de stad Bergen ligt op slechts enkele kilometers van het PASS. Handig voor mocht je de dag willen afsluiten met een restaurantbezoek.