Begin 2015 trokken we al eens naar Limburg, meer bepaald naar Hasselt en Tongeren. Aanleiding was toen de tentoonstelling van de Vikingen in het Gallo-Romeins museum. Deze keer was het een interessante promotie in het magazine van VTB-VAB dat ons overhaalde om nog eens naar de andere kant van het land te trekken en op ontdekkingstocht te gaan. Deze keer logeerden we vlakbij de Nederlandse grens, meer bepaald in Eurotel-Lanaken. We vertrokken ’s morgens na het ontbijt vanuit Gent en na ongeveer 2u rijden kwamen we in Lanaken aan. Onze kamer was nog niet beschikbaar maar we konden wel al inchecken.
Aangezien we al een programma hadden voorbereid, was dat geen enkel probleem en reden we nog enkele kilometers verder naar Oud-Rekem, deelgemeente van Lanaken en in 2008 door Toerisme Vlaanderen uitgeroepen tot mooiste dorp van Vlaanderen. Aan de rand van het dorp liggen 2 ruime parkings die in de zomermaanden ongetwijfeld veel toeristen ontvangen, nu was het er echter heel erg rustig.
We wandelden naar de toeristische dienst waar we naar een heel leuk animatiefilmpje over het dorp keken en een wandelbrochure kochten. Vervolgens verkenden we het dorp terwijl het zonnetje heerlijk scheen en de temperatuur langzaam klom. We hadden belegde broodjes meegenomen (kwestie van de ijskast thuis niet te vol achter te laten) en aten die gezellig buiten op. Er zich echter genoeg locaties waar je terecht kan voor een hapje of een drankje, dat is zeker geen probleem. Het dorpje ademt een gezellige en rustige sfeer. Sommige huisjes zijn klein, andere behoorlijk groot en vaak mooi opgeknapt. Er stonden nog enkele huizen te koop trouwens, maar ik heb zo een klein vermoeden dat je voor enkele daarvan behoorlijk wat geld moet neertellen.
Vervolgens reden we naar fort Eben-Emael en spendeerden we, ondanks het mooie weer, het grootste deel van de namiddag onder de grond voor een stuk uitzonderlijke en boeiende oorlogsgeschiedenis. Behalve de naam wist ik eigenlijk niets over de geschiedenis van dit fort. Het kreeg echter een plekje in de geschiedenisboeken tijdens de strijd op 10 mei 1940. Een klein team van Duitse paratroepers kreeg toen de artillerie van het fort, dat als onoverwinnelijk en oninneembaar werd beschouwd, in pakweg 15 minuten onder controle.
De militaire site wordt uitgebaat door een vzw van vrijwilligers die ervoor zorgen dat deze unieke plek niet verloren gaat. Het complex is ongelooflijk groot (ongeveer 90 voetbalvelden!) en zelfs tijdens rondleidingen voor specialisten van 8 (acht!) uur krijgt je nog niet alles gezien. Onze gids, een man met een bijzonder gevoel voor (droge) humor, geraakte er duidelijk niet over uitverteld. We kregen gerestaureerde en authentieke locaties te zien, wandelden door kilometerslange gangen (waarin ik binnen de kortste keren mijn weg zou verliezen) en kregen ongemeen boeiende verhalen te horen. Ik ben zeker niet iemand die alle oorlogssites gaat aflopen, maar ik heb wel een gezonde interesse in geschiedenis en wanneer het op een boeiend manier wordt verteld, dan blijft een mens ook veel gemakkelijker luisteren. Voor onze tiener werd het, deels door het Limburgse accent, deels omdat zij over de wereldoorlogen eigenlijk nog niets heeft geleerd, soms wat moeilijk om te (blijven) volgen.
Het was een beetje jammer dat onze rondleiding van 2,5 uur (die uiteindelijk 3 uur bleek te duren) niet naar het dak van de bunker voerde maar wie dat wou, kon daar ook nog zelf rondwandelen. Aangezien we echter onze magen voelden knorren, besloten we eerst de ‘overburen’, een pannenkoekenhuis in een oude watermolen, een bezoekje te brengen. Op de kaart o.a. ook Limburgse vlaai en die wilden we wel eens uitproberen. Ik had echter moeten weten dat Limburgse vlaaien eigenlijk taarten zijn, gevuld met fruit(confituur) en totaal niet lijken op Oost-Vlaamse vlaaien. Maar ze waren lekker en we lieten het ons smaken.
Nadat we de inwendige mens hadden versterkt, besloten we het soms steile pad naar boven te nemen en nog eens een kijkje bovenop de koepel te nemen. Helaas moesten we onze wandeling richting Albertkanaal afbreken wegens de invallende schemering. We genoten wel met volle teugen van de stilte, de rust en de mooie kleuren aan de hemel.
Wil je zelf ook een bezoekje brengen aan Eben-Emael, check dan zeker vooraf de website want het fort is enkel te bezoeken met gids op vastgelegde data. Echt warm is het er niet in de bunker, voorzie dus een extra trui of sjaal want het wordt wel frisjes na een tijdje ook al loop je redelijk wat rond door de gangen en op/af trappen. Het bezoek is zeker de moeite waard en het verhaal sowieso enig. Het zijn trouwens de inkomgelden van de bezoekers die het voortbestaan van de site garanderen, uw geld wordt dus zeker goed besteed.
Terug in het hotel aangekomen, hoopten we nog even het zwembad te kunnen gebruiken maar helaas waren de openingsuren tijdens de herfstvakantie minder uitgebreid en bleek het zwembad ’s avonds niet meer toegankelijk. Jammer, maar niets aan te doen. Samen met de sleutel van onze kamer kregen we nog een welkomstdrankje aangeboden. We hadden de keuzen uit een glaasje bubbels of een jenever en voor de juffrouw een glaasje fruitsap, eveneens in een mooi glas. De kamer was sober ingericht en de badkamer misschien al een beetje gedateerd maar beide wel heel ruim en netjes dus dat zat wel snor. Avondmalen deden we in het restaurant van het hotel. Een hele vriendelijke bediening en de geserveerde gerechten waren in orde al viel het prijskaartje wel iets hoger uit dan aanvankelijk ingeschat. Moe maar voldaan kropen we vrij vroeg onder de lakens.