Kokerellen: (niet te) zoete lekkernijen

Het voorbije weekend wou ik nog wel eens iets zoets maken samen met Maya en dus bladerde ik even door enkele (kinder)kookboeken. Voordeel van die recepten is dat ze heel eenvoudig zijn zonder al te veel ingewikkelde handelingen, de kinderen moeten het recept immers ook (bijna) alleen kunnen uitvoeren.

Het eerste recept, voor vruchtencakerotsjes, komt uit “de kinderkookbijbel” van Nancy McDougall. Een leuk kookboek, met duidelijke foto’s en heldere beschrijvingen.
Voor pakweg een 20-tal stuks (hangt er een beetje van af hoe groot je de rotsjes maakt natuurlijk) heb je volgende ingrediënten nodig:

  • 225g zelfrijzend bakmeel
  • 115g margarine
  • een grote appel
  • 50g gedroogde (voorgeweekte) abrikozen
  • 50g sultanarozijnen
  • de geraspte schil van één kleine sinaasappel
  • 75g rietsuiker (waarvan 2 el apart houden)
  • 1 ei
  • 15ml of 1el melk

Ik zat zonder abrikozen (die ik trouwens nooit te weken leg eerlijk gezegd, ik snij/knip ze gewoon in kleine stukjes) en dus ging ik voor iets meer rozijnen deze keer. Ook de geraspte schil liet ik achterwege want geen gegarandeerd onbespoten exemplaar in huis. Je kan de abrikozen trouwens ook vervangen door gedroogde pruimen, vijgen, mango’s of stukjes chocola toevoegen.

Werkwijze:
Boter door het meel mengen met je vingertoppen tot je een mengsel krijgt dat op broodkruim lijk (ik doe dat niet graag maar Maya vindt dat heerlijk om met haar vingers in het deeg te zitten 🙂 )
Vervolgens de appel schillen en in stukjes snijden, de abrikozen hakken en samen met de rozijnen, de sinaasrasp en de suiker door het meelmengsel roeren (hou 2 lepels suiker apart).
Het ei loskloppen in de melk en vervolgens ook aan het mengsel toevoegen tot alles net aan elkaar kleeft.
Lepels met beslag in hoopjes op een ingevette bakplaat leggen (of velletjes bakpapier op je plaat leggen). Het restje suiker gebruiken om over de hoopjes te strooien.
Bak de cakejes 12-15 minuten, tot ze goudbruin zijn, in een voorverwarmde oven op 190°C. Serveer ze warm of koud, met of zonder extra boter.

WP_20160904_14_02_11_Pro

Het tweede recept (we waren toch goed bezig samen, we konden even goed nog iets extra bakken) komt uit “Nora’s kokkies” van Nora Sands. Andermaal een leuke uitgave, vlot geschreven en met heel wat foto’s.

Voor een 10-tal ‘machtige muffins’ heb je volgende ingrediënten nodig:

  • 200g bloem
  • 2 theelepels bakpoeder
  • 50g lichte basterdsuiker
  • 1,5 dl melk
  • 1 ei
  • 50g boter
  • ca 50g gedroogde abrikozen, fijn gesneden
  • 50g rozijnen
  • 1/2 theelepel vanille-essence

Aangezien ik dus zonder abrikozen zat en we in het andere recept al voor extra rozijnen gingen, koos ik deze keer voor een vulling van okkernoten, hazelnoten en chocoladebolletjes, héél lekker :p
De bloem, suiker en bakpoeder gingen in een grote kom waaraan we vervolgens de melk, het ei en de boter toevoegden. Alles met een lepel roeren tot een glad beslag (of kneedgrage handjes hun ding laten doen, dat kan ook).
De gehakte gedroogde vruchten (of in mijn geval: de noten en de chocolade) toevoegen en de vanille-essence. Nog eens goed door elkaar roeren en zoveel mogelijk lucht in het beslag kloppen om de muffins extra te laten rijzen tijdens het bakken.
Het beslag in papieren vormpjes doen met een lepel (3/4 vullen) en ze vervolgens 10-15 minuten bakken in een oven van 220°C.

WP_20160904_22_05_27_Pro

Ik kon nog net de laatste exemplaren op een fotootje vastleggen, de rest werd al met veel plezier verorberd 🙂

Beide recepten bevatten weliswaar suiker maar niet al te veel zodat het eindresultaat niet té zoet is.

Nog tips of suggesties zijn altijd welkom.

 

Een reactie achterlaten

Je e-mailadres zal niet getoond worden. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *