Een laatste stukje over onze reis naar de Dordogne gaat over La Roque Gageac, in de buurt van Domme en Sarlat-la-Canéda. Het dorp behoort tot Les Plus Beaux Villages de France. Het langgerekte dorp bestaat voornamelijk uit een hoofdstraat met huizen die voor de hoge rotswand zijn gebouwd.
Langs de klif bloeit een verbazingwekkende exotische tuin met palmbomen, bananenbomen, agaves, vijgenbomen, cactussen, bamboe… (helaas gesloten wegens corona).
Het dorp en de omgeving kennen al een lange geschiedenis. Er zijn verschillende voorwerpen gevonden die er op duiden dat de omgeving al in de prehistorie bewoond was. Ook zijn er resten van een heirbaan en een Romeinse villa gevonden. Door de eeuwen heen werd de regio bedreigd door invallen van de Noormannen. Tijdens deze periode van dreiging schuilden de inwoners in het fort dat in de hoge rots was uitgehouwen. De bouw van dit fort begon al in de twaalfde eeuw. Tot aan de zeventiende eeuw werd het fort alsmaar verbeterd, voordat het in de achttiende eeuw ontmanteld werd. Omdat dit fort volledig in de hoge rots werd gebouwd, was het bijna niet te veroveren.
In de middeleeuwen was La Roque-Gageac een bruisende en welvarende plek, de rivier Dordogne was een van de belangrijkste handelsroutes in de regio.
We wandelden door de schilderachtige straatjes, maakten uiteraard de nodige foto’s, kochten zowaar een vakantiesouvenir in de vorm van een kledingstuk voor M. (aka een linnen hemd bij een lokale handelaar met ook een winkel in Monpazier, ons wel bekend van een eerder bezoek aan deze mooie streek). Niet de eerste keer trouwens dat we op vakantie een uitbreiding van de garderobe voor de wederhelft doen, zijn zomerhoed kochten we ooit ook op vakantie in Frankrijk 😉