Met twee jaar vertraging – hoe zou dat toch komen, een virusje misschien – trokken we met ons drietjes naar Parijs zodat Maya (een deel van) de hoogtepunten van de Lichtstad eens samen met ons kon ontdekken. We gingen 3 dagen vooral op wandelverkenning in de stad en boekten enkel tickets voor het Musée d’Orsay en het Louvre. Met een gemiddelde van 25.000 stappen per dag en een aantal metroritjes legden we heel wat kilometers af.
Op het moment van ons bezoek zijn de coronarichtlijnen nog steeds vrij strikt en we moeten verplicht de hele tijd (ook buiten) een mondmasker dragen en uiteraard een CST kunnen voorleggen wanneer we ergens binnen gaan om te eten of iets te bezoeken. Maar op zich was dat niet zo erg, eigenlijk zelfs gemakkelijker dan het masker de hele tijd te moeten op- en afzetten.
We konden onze wagen vlot parkeren in de semi-publieke parking van ons hotel, op wandelafstand van de Eiffeltoren. Een apart parkeerticket dat je ook na het uitchecken nog kon gebruiken, heel handig want ook op de laatste dag konden we dus onze auto en bagage nog de hele dag met een gerust gemoed achterlaten tot het moment dat we terug naar huis vertrokken.
Gezien de ligging van ons hotel gingen we uiteraard eerst eens naar het meest kenmerkende monument van de stad en maakten een fotoreeksje.
Maar niet alleen de Eiffeltoren namen we in het vizier. Wandelen door de stad zonder een strakke planning geeft je de mogelijkheid om rond te kijken en dingen te zien waar je anders vaak voorbij loopt. In historische steden ontdek je zo vaak pareltjes op vlak van architectuur of gewoon heel leuke en verrassende dingen.
Via één van de vele bruggen over de Seine liepen we naar de wijk Trocadéro op de noordelijke oever van de Seine. Net als de ‘íjzeren dame’ zelf zijn vele bezienswaardigheden hier restanten van Wereldtentoonstellingen. Je vindt er verschillende musea, maar die bezochten we niet.
Van hieruit heb je veruit het beste zicht op de Eiffeltoren en veel bezoekers nemen dan ook uitgebreid de tijd om foto’s/selfies te maken. Gelukkig voor ons (iets minder leuk voor de velen die leven van het toerisme) is het aantal bezoekers nu vrij beperkt, geen Amerikanen of Aziaten, vooral Fransen en ook heel veel Vlamingen en Nederlanders (we moeten soms opletten wat we zeggen 😉 )
Onze volgende hotspot (waar ook heel wat selfies gemaakt werden, zelfs midden op de weg, tussen de auto’s, om toch maar het beste beeld te schieten): l’Arc de triomphe. Geen drukte zoals vroeger met vele rijen wagens naast elkaar en als het van de huidige burgemeester afhangt, zou de hele omgeving er tegen 2030 nog een pak groener moeten gaan uitzien.
Natuurlijk kon een stukje Champs-Elysées niet ontbreken op onze wandeling. De ene gevel al indrukwekkender dan de andere, maar wij hielden het vooral bij windowshopping 😉
Ter hoogte van Le Petit Palais, het museum van schone kunsten van de stad, hielden we even halt. Tijd voor een sanitaire stop en een korte toer in het museum (dat grotendeels gratis te bezoeken is trouwens) waar op dat moment een kleurrijke tijdelijke tentoonstelling liep met werken van beeldend kunstenaar Jean-Michel Othoniel.
Omwille van de uitgebreide collectie wordt Le Petit Palais trouwens ook wel eens Le Petit Louvre genoemd en dat wil toch al iets zeggen, niet? Zeker een aanrader om eens te bezoeken wanneer je in Parijs bent.
Via le Jardin des Tuileries liepen we nog even tot aan het Louvre (dat we de laatste dag van ons verblijf nog zouden bezoeken). Op de Place de la Concorde zat de Obélisk helemaal ingepakt voor herstellingswerken en vormde zo eigenlijk ook een kunstwerk op zich 😉
En dat het rustig was in Parijs ondanks het mooie weer dat blijkt wel uit de foto’s van deze anders zo drukke plek.
Voor deze eerste avond hadden we nog tickets voor de Orangerie en het Musée d’Orsay, maar dat is voor een volgende post 😉
Ik voel een beetje weemoed naar de vele keren dat ik als puber met mijn ouders Parijs mocht verkennen. Ik mocht al eens een vriendin meenemen ook. Prachtige dagen gehad daar. Parijs is zo mooi, en heeft zo’n aparte sfeer. We deden niet liever dan met de metro ergens heenrijden, en dan rondlopen en verkennen. Heerlijk!
Ik kijk al uit naar het vervolg 🙂
Leuk om te vernemen dat het mooie herinneringen oproept. Ik probeer snel verder te schrijven 😉
fijne stad eh…jullie eerste dag trekt een beetje op wat we deden in nov 2018 denk ik (vlak na een gewelddadige gele hesjes betoging waar we de dag ervoor bijna vastgeraakt waren in de stad omdat het metroverkeer was stilgelegd).
oeps, dat was een iets minder leuke ervaring dan. Maar Parijs blijft een fijne stad om te verkennen.