Na ons verblijf tijdens de paasvakantie in Trier reden we door (of eigenlijk al een stukje terug) naar het Groothertogdom Luxemburg, en meer bepaald naar de hoofdstad Luxemburg. We kunnen er de auto vlot kwijt in de publieke parking vlak bij Novotel Luxembourg Centre waar we een nachtje logeren. Na het inchecken trekken we meteen voor een verkennende wandeling de stad in. Aanvankelijk is het weer nog goed, maar er zijn duidelijk meer wolken op komst.
We wandelen richting centrum en zien o.a. de Pont Adolphe gebouwd in het begin van de 20ste eeuw. Het was toen de grootste stenen boogbrug van de wereld. De brug is vernoemd naar hertog Adolf van Luxemburg en is een nationaal symbool voor het land. De brug overspant een ravijn, waarin de Pétrusse stroomt en waar het – van bovenaf gezien – ook wel aangenaam wandelen lijkt (en waar ze een groot skatepark aan het bouwen waren).
Sinds de laatste renovatie van 2014-2017 hangt onder het brugdek een aparte brug voor voetgangers en fietsers. De brug wordt ook wel de Nieuwe Brug genoemd door inwoners, de Oude Brug is de Passerelle uit 1861 (foto hieronder).
Uiteraard liepen we ook even langs het paleis van de groothertog, die blijkbaar thuis was want er stonden wachters voor de deur.
Gezien het uitgebreide ontbijtbuffet houden we het bij een lichte lunch bij Kaempff-Kohler. Net op tijd trouwens want de eerste regendruppels vielen uit de lucht. Wel net zo leuk om in de winkel/traiteur/speciaalzaak enkele tafeltjes te hebben om iets te eten. Het is er rustig zitten (al moet je er de eerder stevige kaasgeur wel bijnemen, maar daar hebben we na een paar minuutjes al geen last meer van). We kiezen er voor de plaattaart/Flammkuchen, elk met een andere topping (klassiek met spekjes voor hem, met vier kazen voor de tiener en veggie met extra groentjes voor mij) en laten het ons smaken.
Na onze lunch verlaten we het centrum terug en wandelden richting Pfaffenthal Lift. Deze panoramische lift is een openbare lift in de stad en gratis te gebruiken. Hij verbindt de stadswijken van Ville Haute, het historische stadscentrum, met Pfaffenthal, in de Alzette-vallei beneden. Op 71 m hoogte heb je via een glazen box een prachtig uitzicht op de vallei en de ruime omgeving (niet ideaal voor mensen met hoogtevrees, Maya plakte zowat tegen de rand en bleef op het stuk dat niet in glas was uitgewerkt, zelfs de lift nemen was een uitdaging, maar dat lukte nog net).
Op het plannetje hadden we gezien dat we beneden via de Rue Du Pont naar de overkant van de rivier konden om van daaruit richting MUDAM te wandelen, onze eigenlijke bestemming. Hoog boven ons liep de knalrode Pont Rouge of Pont Grande-Duchesse-Charlotte die het centrum van Luxemburg met het plateau van Kirchberg verbindt, de plek waar de Europese instellingen van de stad te vinden zijn.
Maar eerst wacht ons nog een kleine uitdaging, een wandeling langs een deel van de oude Vaubanverdediging en kazematten van de stad. De weergoden zijn ons net iets minder gezind en laten ons kennis maken met enkele aprilse grillen (onze paraplu’s lagen helaas in de auto, gelukkig bood onze jas de nodige bescherming tegen de regen en de natte sneeuw). Niet helemaal zeker van het te volgen pad, kiezen we toch even voor de openbare weg in de hoop iets sneller bij het MUDAM aan te komen. Het wordt nog een korte, maar pittig klim terug naar boven en soms is het uitkijken om niet uit te glijden. Ik kreeg er de slappe lach van, Maya vond het iets minder leuk (vooral de natte sneeuw). Voor kleine wandelaars is het pad dat we volgen niet vanzelfsprekend, sommige treden zijn behoorlijk hoog.
Aangekomen bij Fort Thüngen is ons doel letterlijk in zicht. Fort Thüngen zelf is een vesting gebouwd door de Oostenrijkers in 18de eeuw en wordt ook wel de Dräi Eechelen genoemd, verwijzend naar de eikels die op de drie ronde torens staan. Het fort is gerestaureerd en in de ondergrondse galerijen (kazematten) werd een militair museum ingericht.
Het MUDAM (Musée d’Art Moderne Grand-Duc Jean) is een ontwerp van Ieoh Ming Pei, die ook de glazen piramides van het Louvre op zijn palmares heeft. Het licht valt binnen door grote glaspartijen en geeft verschillende kleurnuances aan de honingkleurige kalksteen. De vorm van het gebouw is op zijn minst bijzonder te noemen en bleek, althans wat ons betreft, het meest fascinerende van het MUDAM.
Het museum herbergt een permanente collectie van hedendaagse kunst en wisselende thematentoonstellingen. In het omringende “Parc des Trois Glands” vind je ook een beeldencollectie uit het museum. De kunst zelf is algemeen gesproken iets minder ons ding al zitten er wel enkele stukken tussen die onze aandacht trekken.
Regen en sneeuw hebben Intussen terug plaats gemaakt voor een blauwe hemel en de zon straalt volop door de glaspartijen (toch benieuwd hoe ze dat hier in de zomer voldoende gekoeld kunnen houden, het was nu al in sommige ruimtes behoorlijk warm).
Aangezien we er al een stevige wandeling op hebben zitten, besluiten we de tram te nemen richting centrum. Het openbaar vervoer (bus, tram en trein) is in heel Luxemburg trouwens gratis en in Luxemburg Stad kan je zowat elke vier minuten op een tram stappen. Het laatste stukje wandelden we terug naar ons hotel, onderweg nog even halt houdend voor een lekkere koffie. Voor het diner maken we het onszelf gemakkelijk en kiezen voor het restaurant in het hotel.
Voorwaar een goed gevulde dag waarbij we het gevoel hebben, dat we een mooie indruk van de stad gekregen hebben. Een kort maar daarom niet minder gesmaakt bezoek, ideaal eigenlijk als idee voor een tussenstop op een langere trip.
Nog een filmpje als afsluiter
ik was er ooit in december en het was berekoud. We hadden een baby bij en die stad was zo in winterweer niet heel buggyvriendelijk…of ik zag het in elk geval niet zitten om de buggy op iets op en neer te duwen. We hebben dus vooral van de kerstmarkt genoten maar veel meer herinner ik me niet van de stad .
De natte sneeuw en regen waren nu al genoeg wat mij betreft en met een buggy zouden wij ook niet gedaan hebben wat we nu deden 😉