Tijdens ons weekje in Zuid-Frankrijk verbleven we in La Grande Motte en maakten van daaruit telkens een (halve) daguitstap naar een interessante plek in de buurt. De rest van de dag vulden we aan met genieten van de zon en een boek aan de rand van het hotelzwembad en een plons in het water om wat af te koelen tussendoor, al verschillende jaren de perfecte manier om een vakantiedag te vullen voor ons (wij blij én Maya blij ;-))
Eén van die uitstappen ging naar Arles. De stad ligt aan de Rhône, op het punt waar de delta begint, bij de splitsing van de Grote Rhône en de Kleine Rhône en daarmee “aan de poort van de Camargue”. De Rhône is er groot en indrukwekkend, maar ook een beetje saai eigenlijk, weinig te beleven langs het water (of wij hebben het gemist, dat kan ook natuurlijk).
Arles was een belangrijke stad in het Romeinse tijd. Na de val van het Romeinse Rijk en tal van invallen door de Barbaren werd de stad enige eeuwen onbelangrijk. Van 933 tot 1033 was Arles de hoofdstad van het koninkrijk Bourgondië.
De Romeinse en romaanse monumenten in Arles kwamen in 1981 op de werelderfgoed-lijst van UNESCO. In het centrum van de stad bevinden zich de meeste historische bezienswaardigheden, waaronder het amfitheater en het Romeinse theater. Al wandelend door de stad liepen we langs de meeste. We besloten hier geen bezoekje te brengen aan het amfitheater (dat gingen we later wel doen in Nîmes).
Van buitenaf konden we op verschillende plaatsen trouwens een blik werpen op de oude sites en dat vonden we voor deze keer best voldoende.
Wat we wel deden, was een bezoekje brengen aan de Cryptoportique/Cryptoporticus: de ondergrondse resten van het forum, gebouwd in de 1e eeuw BC. Toen het forum verdween, kwamen een Jezuïetenkapel en een stadhuis op deze plek, maar de ondergrondse structuur bleef (deels) bewaard. Drie dubbele, parallelle tunnels in U-vorm worden ondersteund door 50 pijlers. Metselwerk in de stenen verwijst naar Griekse vaklui, waarschijnlijk uit Marseille.
Vergelijkbare constructies in Narbonne en Reims werden gebruikt als graanschuren, maar de cryptoporticus in Arles was te vochtig voor langdurige opslag en werd wellicht eerder gebruikt als kazerne voor slaven. Op zich was er beneden weinig te zien, maar toch ergens indrukwekkend om vast te stellen hoe de mens er ruim 2000 geleden in slaagde om stevige bouwstructuren op te trekken, zonder over veel technische middelen te beschikken.
Arles is ook bekend als woonplaats van Vincent van Gogh. Veel plekken waar de schilder verbleef, bestaan niet meer, zoals zijn pension aan de Place Lamartine (Het gele huis) dat in de Tweede Wereldoorlog werd verwoest, maar het Caféterras bij nacht aan de Place du Forum is er nog steeds. Wij besloten iets te drinken op een rustiger plek, in de schaduw van de platanen en die ‘obligate’ foto van het Caféterras aan de andere toeristen te laten 😉
Van schilderkunst naar street art, ook daarvan vonden we niet zoveel terug in Arles, al was deze kleine Tom-Tom wel een leuke 🙂
Arles bleek kleiner dan we hadden verwacht, maar zo bleef er die dag net iets meer tijd over voor verfrissing en ontspanning aan het zwembad en gezien de hoge temperaturen vonden we dat niet zo erg 🙂
Van la grande motte naar Arles rijden in hoogseizoen??? dat kost toch veel tijd? Pff dat zou ik niet zien zitten. Mijn verplaatsingen in zuid-Frankrijk deze zomer roepen geen goeie herinneringen op.
ok ik dacht dat La Grande Motte dichter bij Narbonne lag.
De afstand viel best mee (en de drukte ook eigenlijk), we zijn al geleerd uit het verleden wat afstanden betreft en houden die voor daguitstappen doorgaans binnen de perken 😉