Carcassonne

Het is na Parijs, Versailles en de Mont Saint-Michel de grootste toeristische trekpleister van Frankrijk en aangezien we in de streek logeerden, stond een bezoek aan Carcassonne uiteraard op ons programma 🙂
La Cité de Carcassonne, de volledig gerestaureerde versterkte oude binnenstad, staat als Ville fortifiée historique al sinds 1997 op de UNESCO-werelderfgoedlijst. Deze versterkte stad is zowat de grootste behouden vesting uit de middeleeuwen in Europa.
Na de middeleeuwen kwam de Cité de Carcassonne echter in verval. De inwoners trokken massaal naar de nieuwe benedenstad. In de negentiende eeuw besloot de Franse regering zelfs om de Cité in zijn geheel af te breken.  Dat was echter buiten de tijdgeest van de romantiek gerekend. Alles wat middeleeuws of gotisch was, kwam in de mode en er werd een campagne gevoerd om de vestingstad als monument te behouden. De actie had succes en architect EugÚne Viollet-le-Duc werd aangewezen om de restauratie uit te voeren. In 1844 begon hij met de restauratie van de kathedraal van St.-Nazaire en daarna, tot 1879, met die van de hele cité.

 

Wij vertrokken meteen na het ontbijt in Narbonne richting Carcassonne zodat we nog heel vlot op een van de grote (betalende) parkings in de buurt van de oude stad een plekje konden kiezen dat deels in de schaduw van een boom lag en het nog niet te druk was.

De Porte Narbonnaise is de belangrijkste toegangspoort tot de historische binnenstad en vormde het zwaarst beveiligende deel van de historische stadsmuren. Onverwachte bezoekers konden hier altijd onder schot gehouden worden.

Eens door de poort lopen we meteen binnen bij de toeristische dienst voor een stadsplannetje en een extra woordje uitleg om vervolgens op ontdekking te vertrekken in de stad. De typische toeristenwinkeltjes en zogenaamde musea die naam niet waardig laten we aan ons voorbijgaan (straf trouwens hoe gelijkend die toeristenstraatjes kunnen zijn in steden die mijlenver uit elkaar liggen, met quasi-identieke winkeltjes). Door het vrij vroege uur slaag ik er in om nog verschillende foto’s te maken met weinig tot geen toeristen, en zo heb ik het stiekem het liefst 😉

De stadsmuren van Carcassonne vormen het belangrijkste deel van de CitĂ© e en bestaan uit een buitenmuur en een binnenmuur, met daartussen de “lices” (een open ruimte tussen beide muren). De binnenmuur heeft 24 torens en de buitenmuur 16 torens. In Carcassonne zit er een behoorlijk grote ruimte tussen die muren. Deze ruimte werd gebruikt als extra verdedigingszone. In vredestijd was het een zone voor militaire oefeningen en toernooien. Nu vormen ze de ideale plek om even aan de drukte van de historische binnenstad te ontsnappen. Op de plekken waar de buitenmuur wat lager is, kijk je mooi uit over de stad en zijn omgeving.
Je kunt niet helemaal rondom de stadmuren lopen, want aan de westelijke zijde bij Porte d’Aude ontbreekt een stukje.

In het centrum was een zone ingericht met verschillende tentjes die het leven zoals het was in de oude stad terug wat concreter maken voor de bezoekers. Wie wil kan ook deelnemen aan een workshop lettering of weven of eens proberen hoe zwaar dat nu weegt zo’n zwaard.

Naast de Cité de Carcassonne heb je dus nog de Ville Basse (benedenstad) en de nieuwe stad. Het loont zeker de moeite om ook daar eens een kijkje te nemen. Twee bruggen over de Aude verbinden de oude Cité en de nieuwe stad met elkaar, de Pont Vieux en de Pont Marengo.

Onderweg kom je bovendien verschillende eethuisjes tegen waar het vaak een stuk rustiger (en soms ook goedkoper is) om iets te eten of te drinken.

Wij vonden ons bezoek aan Carcassonne zeker geslaagd en door vroeg te komen, konden we de grootste drukte in de oude stad vermijden en ten volle genieten.

2 reacties op “Carcassonne

  1. Straf toch hoe druk het tegenwoordig werkelijk overal is. Zijn er dan zoveel meer toeristen? Ik denk het wle in feite, dat er nu ook toeristen zijn uit landen die toen ik veel jonger was nog niet konden reizen.

    Ik ben enkel als jong kindje in Carcasonne geweest, maar ik herinner het me wel dus die muren en poorten hebben wel indruk gemaakt. En ook dat ik er mijn eerste Schot in kilt ooit in mijn leven ontdekte…die stond daar doedelzak te spelen, in Carcasonne of all places. En ik riep in complete verbazing naar mijn ouders “die meneer heeft een rokske aan!!! “

    1. Er zijn effectief wel meer toeristen. Ook wijzelf gingen in mijn kindertijd niet verder dat een uitstapje naar zee of de Ardennen en nu gaan we jaarlijks Ă©Ă©n of meerdere keren op vakantie (niet altijd heel ver, maar best meer dan vroeger).
      En de doedelzakspeler heeft duidelijk een blijvende indruk nagelaten 😉

Een reactie achterlaten

Je e-mailadres zal niet getoond worden. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *