Maandelijkse archieven: mei 2025

Architectuurwandelingske

Wij houden van huizen kijken (zoals velen vermoed ik). Ik denk dat het bij mij begonnen is toen ik in mijn eerste licentie (tegenwoordig heet dat master) als keuzevak monumentenzorg had gekozen. Het vak op zich was misschien niet zo bijzonder, maar ik ben één quote nooit vergeten: ‘een stad, en zeker eentje als Gent, leer je het best kennen door naar boven te kijken, als in ‘hoger dan het straatniveau/gelijkvloers’. Zeker in winkelstraten was dat toen heel frappant: vanaf de eerste verdieping leek er plots een ander (ouder) gebouw te staan, met vaak nog mooie architectuurelementen. Sindsdien ben ik eigenlijk niet meer gestopt met rondkijken.

Volgens mij de leukste om een stad te leren kennen, is al wandelend. Gewoon buiten rondlopen, je ogen de kost geven en vaak kom je dan leuke of onverwachte zaken tegen: een mooi gebouw, een gezellig park, een minder bekend museum, grappig straatmeubilair, een alleraardigst winkeltje of atelier, een fijne koffiebar of restaurant ….

Toen corona ons leven sterk bepaalde, gingen wij veel wandelen in de buurt. Vaak in het groen, die luxe hadden wij gelukkig, maar ook gewoon door straten en wijken, langs de huizen. Op die manier kregen we een scala aan huizen en tuinen te zien, die we anders nooit ontdekt zouden hebben. Het zorgde vaak voor gespreksonderwerpen over wat we zelf mooi of minder mooi vonden, ideetjes voor inrichting van de tuin, plantenkeuzes, ….

Recent deden we nog eens zo’n ‘kijkwandeling’. Verschillende straten van een woonwijk aflopen en gewoon huizen kijken. Vaststellen hoe over de jaren heen de stijlen wijzigden, hoe de ene bouwheer en/of architect al creatiever of verrassender uit de hoek kwam dan de andere, hoe oude huisjes naast grote nieuwe villa’s staan, verbaasd zijn over woningen en hoe die ooit vergund geraakt zijn, je afvragen waarom mensen bepaalde keuzes hebben gemaakt… Het zorgde voor een paar uur wandelplezier en een fijne wandelnamiddag 🙂

De tuin in het voorjaar

Na de vele natte maanden werd het voorjaar droog (intussen eigenlijk al te droog), maar net door die natte maanden leek de natuur wel haar tweede adem gevonden te hebben en zag alles er dit jaar precies extra fris en groen uit.
Ook in de bloemen- en moestuin bij mijn vader groeit alles voorspoedig en werd het tuinjaar alvast met veel enthousiasme ingezet. Het opruim- en voorbereidende werk kon vroeg starten en de vele uren zonneschijn zorgden ervoor dat zowel buiten als in de serre alles goed opkwam.

De lente vind ik sowieso heerlijk omdat je naast het frisse groen de lentebollen hebt die kleur brengen en ook de vele bloesems (zie ook mijn eerdere post hierover) die voor dat tikkeltje meer zorgen. De wisteria staat weer ongelooflijk mooi en weelderig te bloeien naast de rest dat al kleur toont (bloembollen, azalea’s, rododendrons, vergeet-me-nietjes, akeleien, ….) of volop in de was is (nigella’s, vingerhoedskruid, duizendschoon, …. ).

In de serres doen de aardbeien en tomatenplanten al goed hun best en zal het niet lang meer duren voor we de eerste vruchten (aardbeien dan, voor de tomaten moeten we nog wel even wachten) zullen kunnen plukken. Ook sla kan er al volop geoogst worden.

Heel wat trays ook met zaailingen, vooral zomerbloemen (ganzania, zinnia, cosmea, zonnebloem, ijsbloem, leeuwenbek, tagetes, kattensnorren, lupines, ….) waarvan de meeste eerst in bakjes worden gezaaid en vervolgens verspeend naar individuele potjes om verder door te groeien tot ze groot genoeg zijn om in de tuin uitgeplant te worden.

De (reuk)erwtjes werden al uitgeplant in de tuin, net als de meeste pompoenplantjes (klassieke grote pompoen, butternut, grijze en groene soorten). De eerste wortelen en radijzen werden meteen buiten in volle grond gezaaid, de radijsjes zijn intussen trouwens al goed om geoogst en gegeten te worden. De aardappelen die gepoot werden, komen intussen allemaal mooi piepen. Ook de rabarberplant groeide al stevig uit, binnenkort kunnen we daarvan zeker een aantal stengels oogsten.

Het aardbeienveld en de bessenstruiken (frambozen, braambessen, kruisbessen en aalbessen) krijgen een overkapping met een net zodat de vogels niet met het vele lekkers gaan vliegen, maar we het zelf kunnen oogsten en opeten.
Voor de bessenstruiken werden intussen ook de eerste zonnebloemen uitgeplant (dat werd ook dringend tijd want de plantjes werden wel heel groot in hun kleine potjes). Een stokje langs elke stengel en een touwtje langs beide zijden van de planten moeten ervoor zorgen dat de bloemen mooi rechtop blijven. Op de bodem kwam een laagje gedroogde en verhakselde heermoes. Op die manier recupereren we een deel van de voeding die deze planten uit de diepere bodemlagen van de tuin haalden en zorgt het er ook een beetje voor dat de grond net iets minder heet wordt in de felle zon. Dagelijks water geven, zal wel even nodig zijn want de grond was daar al helemaal zanderig geworden (aan de andere kant van het braakliggende stuk, waar er al maanden een laag mulch ligt en de bodem een deel van de dag kan genieten van wat schaduw, viel die droogte nog heel goed mee; nog een extra reden om er maximaal voor te zorgen dat de grond zo weinig mogelijk ‘bloot’ ligt).

Het weer van de komende weken en vooral het al dan niet uitblijven van regen zal sterk bepalen hoe de tuin en de opbrengst verder zal evolueren. De planten in de serre krijgen water, maar de rest moet het vooral doen met wat er uit de lucht komt gevallen en dat is momenteel schrikbarend weinig (om niet te zeggen, niets).