Tag archieven: Elzas

Elzas – Colmar

Gelegen in het hart van de Elzas, is Colmar een stad die er een beetje uitziet als een plaatje uit een sprookjesboek: kleurrijke vakwerkhuizen, kronkelende straatjes en schilderachtige grachten, een mix van geschiedenis, cultuur en natuurlijke schoonheid.

We verbleven er in september 2 nachtjes in een hotel van de Accorgroep. We sliepen er erg goed en het ontbijtbuffet was uitstekend. Onze lunch werd een picknick en voor onze aankopen trokken we naar de lokale overdekte markthal, altijd leuk om te bezoeken en je kon er voldoende lekkers vinden :p

De eerste dag verkenden we de stad nog onder een bewolkte hemel. We zagen er uiteraard veel vakwerkhuizen en het opmerkelijke Maison Pfister (laatste foto in de reeks), een pareltje uit de renaissance dat op menig fototoestel wordt vastgelegd en daarnaast ook best veel groen en water doorheen de stad.

’s Avonds gingen de sluizen even open waardoor we snel een restaurantje binnen doken en kozen voor de lokale streekspecialiteit, tarte flambée.

De stad heeft ook zijn eigen petite Venise, met schilderachtige huizen langs de Lauch. We vonden er trouwens nog een heerlijk restaurantje (Les Batteliers – geen website, geen reservaties, maar wel elke avond aanschuiven voor een plekje) waar mijn vader jaren terug ooit heerlijke niertjes at (en dat kon er nu dus nog steeds, naast heel wat ander lekkers uiteraard).

We bezochten er niet het grote Musée Unterlinden, maar wel het geboortehuis (nu een museum) van de beeldhouwer Frédéric-Auguste Bartholdi, de ontwerper van het Vrijheidsbeeld. Best een boeiend verhaal om eens te leren kennen.
Aansluitend dronken we trouwens nog een heerlijke koffie in een leuke zaak met vintage inrichting vlak naast het museum.

Er hangt doorgaans wel een feestelijk sfeertje in de stad, en wie houdt van kerstmarkten zal hier in december zeker aan zijn trekken komen. Ook buiten de kerstperiode kan je er altijd wel terecht voor leuke geschenkjes, handgemaakte cadeaus en lokale lekkernijen. En aangepaste verlichting zorgt ’s avonds meteen voor extra sfeer en gezelligheid.
Wij genoten nu vooral nog even van de heerlijke zonnestralen om door de stad te flaneren, op ontdekking te gaan in de straten en wijken en uiteraard ook eens halt te houden om de kelen te smeren op een van de vele terasjes.

Even buiten de stad komt je meteen terecht in mooie landschappen. Colmar ligt aan de voet van de Vogezen en is omgeven door wijngaarden. Ideaal dus voor wie wil wandelen of fietsen in het groen, of voor wie – zoals wij deden – ook graag eens een bezoekje brengt aan een lokale wijnhandelaar, wij reden hiervoor naar Wettolsheim (helaas blijken die kleinere wijnboeren het steeds moeilijker te hebben om nog personeel te vinden en de concurrentie aan te blijven gaan met wijn uit andere gebieden en werelddelen). De oogsttijd van de druiven en het bijbehorende wijnfestival in de regio trekt echter nog steeds veel volk.

Kortom, Colmar en omgeving is een regio die veel te bieden heeft, of je nu fan bent van geschiedenis, kunst & cultuur, gastronomie of natuur, voor elk wat wils en helemaal niet zo ver van Vlaanderen wat het ideaal maakt voor een korte vakantie.

Meer inspiratie opdoen kan je altijd via deze website: https://www.visit.alsace/nl/colmar/

Elzas – kasteel Haut-Koenigsbourg

In september trokken wij enkele dagen richting de Elzas en deden daar enkele leuke bezoeken die ik graag met jullie deel. Op onze eerste reisdag stond er een bezoek aan een bijzonder kasteel op het programma: Château du Haut-Koenigsbourg.

Haut-Koenigsbourg is een indrukwekkend middeleeuws kasteel in roze zandsteen, eigen aan de streek, en ligt bij Orschwiller, ongeveer tien kilometer ten westen van Sélestat en een dikke 25 km boven Colmar. Het majestueuze bouwwerk bevindt zich op een rotskam van de oostelijke Vogezen, op een hoogte van 755 meter.


Vandaag de dag is de Haut-Koenigsbourg een van de best bewaarde kastelen in de Elzas en een geliefde toeristische attractie. Met een lengte van 270 meter en een breedte van 70 meter (en een totale oppervlakte van ca. 1.5 hectare!) biedt het een adembenemend uitzicht over het Rijndal, als er ten minste geen lage wolken hangen 😉

Je kan met de wagen tot vrij dicht bij het kasteel geraken, de weg is enkele richting en maakt een lus rondom de site. Ben je voorbij de site en vond je geen parkeerplaats dichtbij dan moet je dus volledig rondrijden en opnieuw een plekje zoeken op iets meer afstand van de ingang. Beetje verrassend wanneer je er voor de eerste keer komt, maar eigenlijk heel efficiënt en met het hoge bezoekersaantal op jaarbasis ongetwijfeld nodig om verkeersopstoppingen te voorkomen. Wij parkeerden voor alle zekerheid op enige afstand en deden nog een kleine klim te voet naar de ingang, meteen een beetje extra fysieke inspanning na een lange autorit 😉

Het kasteel kent zijn oorsprong in de 12e eeuw en speelde een cruciale rol in de middeleeuwen. Het strategische belang van de locatie werd al vroeg onderkend. De bezitters beheersten de omliggende dorpen en handelswegen in de Rijnvallei. Door de eeuwen heen wisselde het kasteel meerdere keren van eigenaar. Tijdens de Dertigjarige Oorlog werd de burcht belegerd en uiteindelijk in brand gestoken. Na de Vrede van Münster (1648) werd het kasteel een deel van Frankrijk. In de daaropvolgende eeuwen raakte het in verval en werd het uiteindelijk een ruïne.
Na de Frans-Duitse Oorlog werd Elzas-Lotharingen in 1871 onderdeel van het Duitse Keizerrijk. De stad Sélestat schonk de burcht in 1899 aan de Duitse keizer Wilhelm II, die het kasteel zag als een symbool van het Germaanse verleden van de Elzas. Onder leiding van de Berlijnse architect Bodo Ebhardt werd de ruïne tussen 1900 en 1908 grondig gerestaureerd. Deze restauratie leidde tot controverse omwille van een aantal keuzes die gemaakt werden. Restauratie is sowieso een verhaal zonder einde en ook steeds weer een kwestie van keuzes, interpretaties (en ongetwijfeld ook van beschikbare budgetten). Ook vandaag staat de voorzijde van het monument in de steigers voor renovatiewerken. Bij het Verdrag van Versailles (1919, na WOI) kwam het goed terug in Franse handen.

Aan de ingang liggen infofiches in 14 verschillende talen die je als individuele bezoeker doorheen het domein voeren en voorzien van een woordje uitleg. Uiteraard kan je ook deelnemen aan een rondleiding met gids, soms gebeurde dat zelfs voor heel kleine groepjes van 2 tot 4 personen zagen we. Hier en daar pikten we zo nog een brokje extra informatie mee, zowel in het Frans als in het Engels.

We zagen tijdens onze reizen al heel wat kastelen, maar dit is toch wel een bijzonder exemplaar. Moeilijk te beschrijven, deels ingewerkt in de rotsen zelf, indrukwekkend en op sommige momenten precies ook een beetje een mix (samenraapsel klinkt iets te negatief) van uiteenlopende stijlen en tijden. De restauratiekeuzes uit het verleden spelen hier duidelijk in mee, ook al lijken de meeste keuzes toch wel gestoeld op grondig wetenschappelijk onderzoek.

Het aanwezige meubilair straalt echter zonder meer vakwerk uit en de gigantische kachels met geglazuurde tegeltjes zijn ronduit indrukwekkend. De replica’s van de wapens geven ook wel een mooi overzicht van de evolutie in bewapening en verdediging.

Van de tuinen was ik een stuk minder onder de indruk, maar daar zitten mogelijk onze bezoeken een de weelderige Loirekastelen en dito tuinen wel voor iets tussen.
Regelmatig zijn er ook workshops en evenementen die jong en oud onderdompelen in het verleden van de middeleeuwen.

Vonden we dit de moeite? Zeker en vast. Het zou jammer zijn om deze plek niet te bezoeken wanneer je in de buurt bent. Hou er echter wel rekening mee dat het er heel druk kan zijn, ze tellen daar ongeveer een half miljoen bezoekers per jaar.

Alle praktische info over deze plek vind je op de website: https://www.haut-koenigsbourg.fr/en/