Geïnspireerd door een Facebookbericht van V. besloten wij deze zomer ook eens een bezoekje te brengen aan het Koninklijk Paleis in Brussel. Jaarlijks opent het paleis tijdens de zomermaanden (een deel van) haar deuren voor het grote publiek. Je krijgt dan gratis toegang tot de zalen. Wij besloten er een dagje Brussel van te maken en spoorden met de trein naar de hoofdstad.
Samen met vooral buitenlandse toeristen wachtten we in het zonnetje tot het hekken open ging en we, na een screening van onze tassen en jassen, het parcours doorheen het gebouw mochten volgen. De zalen stralen beslist ‘grandeur’ uit maar toch waren ze meestal erg stijlvol en doorgaans niet al te overdadig (al blijven de luchters uiteraard enorm en zou ik die niet graag poetsen).
Eén van de eyecatchers is zeker de Spiegelzaal met de ‘Heaven of Delight’ van Jan Fabre. Het plafond en de centrale luchter werden er door de kunstenaar met kevers bekleed. Bijzonder is het in elk geval.
Ik schat dat we na ongeveer anderhalf uur terug buiten waren. Je schuifelt eigenlijk best gewoon mee met de flow en die flow bepaalt grotendeels het tempo (al kan je daar wel van afwijken als je wil).
Bij het verlaten van het paleis gingen we naar links en zagen een beetje verder een uitnodigend bord staan voor het BELvuemuseum. We kenden het museum niet maar aangezien we ruim voor lunchtijd terug buiten waren uit het paleis besloten we dat een extra bezoekje geen kwaad kon 😉
Het museum is gehuisvest in een bijzonder knap pand en is een “Museum over België en zijn geschiedenis en centrum voor democratie”. In de verschillende zalen wordt de geschiedenis van België en de ontwikkeling van de democratie op een leuke en sterk educatieve manier uit de doeken gedaan. (Dit is beslist een aanrader voor een schoolbezoek als je het mij vraagt).
Heel leuk was ook de tijdlijn doorheen het gebouw met voorwerpen die allemaal een duidelijke link met België hebben. Zo wist ik bv helemaal niet dat Atomaschriftjes een Belgisch product zijn, van de krokettenpers (waarvan vroeger in elk huisgezin een exemplaar terug te vinden was) wist ik dat dan weer wel 🙂
Nog een leuke vaststelling: het museum heeft een hele fijne plek om te eten: een hoge, in glas overdekte en afgesloten ruimte en een aangename binnentuin. Je kan er kiezen uit een buffet van origineel belegde broodjes, weckpotgerechtjes, salads in a jar, quiche, … allemaal erg lekker. (Je kan er dacht ik ook gaan lunchen zonder dat je een bezoek aan het museum moet betalen). In de souvenirshop kan je ook fijne spulletjes kopen waaronder erg leuke en helemaal niet zo dure prentkaarten.
Wij vonden dit alvast een geslaagde uitstap die jullie misschien ook kan inspireren 🙂