Maandelijkse archieven: november 2023

Villandry – de tuinen

Wie Villandry kent, denkt meteen aan de tuinen. Ze zijn dan ook wereldberoemd. Jaren geleden had ik ze al eens gezien en ik wilde zeker nog eens terug, vooral nu ik zelf ook meer in de tuin werk en ik een mooi aangelegde tuin nog meer kan waarderen 😉

Het was dan ook logisch dat een bezoekje aan Villandry op ons lijstje zou komen bij een van onze stops in de Loirestreek. Omdat de tuinen heel populair zijn, wilde ik minstens proberen om ze op het meest rustige moment te bezoeken. De site bleek al open vanaf 9u en dus besloten wij op tijd te vertrekken om voor de grootste drukte in de tuinen te kunnen rondlopen (en dan aansluitend het kasteel te bezoeken). Dat bleek een goed plan: toen we aan de parking kwamen, was het er nog erg rustig voor een zomerse vakantiedag. We kochten een ticket en gingen dus eerst naar de tuinen die we als het ware bijna voor ons alleeen hadden (toch zeker het eerste uur, daarna kwamen er wel meer bezoekers bij, maar dat viel allemaal nog heel goed mee). Ideaal dus om foto’s te maken van dichterbij, vanuit het kasteel kreeg ik nog volop de mogelijkheid om de tuinen meer vanuit de hoogte in beeld te brengen.

Villandry was het laatste van de grote renaissancekastelen dat aan de oevers van de Loire werd gebouwd en de architectuur combineert met tuinen op drie niveaus, met aandacht voor schoonheid, diversiteit en harmonie.

De decoratieve moestuin heeft een overvloed aan kleurrijke bloemen en groenten die in een schaakbordplan zijn geplant. Het effect van de seizoensgebonden variaties is een steeds veranderend beeld.

In de siertuin vormen de buxushagen o.a. muzikale symbolen, maar je ziet er vooral heel duidelijk de hartjes, rollen, vlinders, waaiers… allemaal allegorieĂ«n van de liefde.

De watertuin is de meest rustige: hier staat het water (uiteraard) centraal, het geluid van de fonteinen en de grote grasvelden moeten zorgen voor een gevoel van rust en kalmte bij de bezoeker.

De zonnetuin is dan weer erg vrolijk. Vaste planten, rozenstruiken, heesters, geel-oranje en blauw gekleurde grassen bloeien hier allemaal van april tot oktober. Deze tuin ligt op het hoogste terras van het kasteel en is ook de jongste tuin. Van 1908 tot 1918 herstelde Joachim Carvallo de renaissancetuinen van het kasteel van Villandry, ter vervanging van het 19e-eeuwse park in Engelse stijl. Voor dit terras had hij een basisplan ontworpen. In het kader van de honderdste verjaardag van de heraanleg van de renaissancetuinen wilde Henri Carvallo, de huidige eigenaar, deze tuin creëren, geïnspireerd op het ontwerp van zijn overgrootvader Joachim.

In de kruidentuin groeien heel wat geneeskrachtige en culinaire planten. Er is ook een labyrint met prieeltjes, waar groot en klein al graag eens verstoppertje spelen 😉

Nog meer uitleg, foto’s en filmpjes over de opbouw van de verschillende tuinen lees je op: chateauvillandry.fr

En nog een klein filmpje van mijn kant

 

Tours

Het is intussen een traditie geworden dat we bij onze terugkeer uit Zuid-Frankrijk een tussenstop houden in de Loirestreek, kwestie van de reisafstand en -tijd wat binnen de perken te houden. Deze keer logeerden we in Tours vlak bij het station (mooi gebouw, zeker ook de moeite om even rond te kijken, buiten en binnen) en zouden een bezoek brengen aan Villandry.

Tours is tegenwoordig de hoofdstad van Touraine, maar was in de 15e en 16e eeuw de hoofdstad van het koninkrijk van Frankrijk. In de stad zijn vele sporen bewaard gebleven van dit verleden. We kwamen er aan in de late zondagnamiddag, nog net op tijd om even binnen te springen bij de toeristische dienst en vervolgens met een plannetje op verkenning te gaan.

We wandelden eerst richting het belangrijkste monument van de stad, de kathedraal van Sint-Gatianus. Deze is in gotische stijl, met een rijkelijk gedecoreerde laatgotische gevel en mooie glas-in-loodramen uit de 13e, 14e en 15e eeuw.

We liepen ook even rond in de aanpalende straten en zo richting de Loire en het kasteel van Tours. Daar bleek een betalend muziekfestival bezig (wat meteen het vele volk van werkelijk alle slag verklaarde dat in de buurt rondliep en toestroomde), niet meteen ons ding en bovendien veel te druk, dus gingen we de andere richting uit.

We liepen naar het hedendaagse centrum met een brede winkelstraat (maar zondag dus alles gesloten) en een heel moderne tram die kwam aangereden.

Op zoek naar een plek om iets te eten, gingen we richting Place Plumereau. Het plein vormt zowat het bruisende middelpunt van Tours: autovrij, omzoomd met vakwerkhuizen en stadspaleizen, en vol restaurants en cafés. Ons kon het echter niet meteen bekoren. Wanneer je je blik naar boven richtte, dan was het zicht best mooi, maar de gelijkvloerse verdieping van zowat elk pand was omgevormd tot een café, bar, snackbar, fastfoodtent of andere en voor de deur stonden stoelen, tafeltjes en parasols vol toeristen (waarvan er best veel zaten te roken). Het voelde nogal rommelig en chaotisch aan.

Geen van ons was enthousiast en dus zochten we toch nog wat verder. Uiteindelijk vonden we een fijne eetplek (Boll N Roll) waar we heel lekker aten voor weinig geld en in alle rust konden genieten van onze maaltijd.

Er zijn best mooie dingen te zien in Tours, maar op de een of andere manier sprak de stad ons toch niet 100% aan en hebben we ons op heel wat andere plekken in Frankrijk en in de Loirestreek al meer ’thuis’ gevoeld. Maar misschien moeten we het gewoon bij gelegenheid nog eens een tweede kans geven 😉

BĂ©zier

Béziers is een van de oudste steden van Frankrijk, gelegen tussen Montpellier en Narbonne in. Wanneer je Béziers bereikt, dan vallen twee dingen op: de brug en het kasteel bovenop de heuvel. Het kasteel is eigenlijk een kathedraal. Met een prominente plek op een heuvel is Cathédrale Saint-Nazaire et Saint-Celse het symbool geworden voor Béziers.
De Via Domitia, waarover ik het eerder al had, liep van oost naar west door de stad. Via een Romeinse boogbrug, de Pont Vieux, was er een oversteek over de rivier de Orb. Uit die tijd resten ook nog ruĂŻnes van een Romeinse arena, l’amfithĂ©Ăątre du pont vieux. De stad zelf bereik je via de Pont neuf.

Béziers heeft een rijke geschiedenis. De stad lag zoals gezegd aan de Via Domitia, de Romeinse weg die de Provence met het Iberisch schiereiland verbond. De grond in de nabije omgeving van de stad bleek erg geschikt voor wijnbouw.
Later in de geschiedenis kreeg de stad te maken met de kruistocht tegen de Katharen. De stad was een van de bolwerken van de Katharen, die door de katholieke kerk als ketters werden gezien. Op 21 juli 1209 bereikte het leger van de kruisvaarders de stadspoort van BĂ©ziers. De katholieke inwoners van de stad kregen een ultimatum voorgelegd. Zij moesten de Katharen uitleveren aan de kruisvaarders of zij moesten de stad verlaten voordat de belegering zou beginnen. De katholieke inwoners van BĂ©ziers schaarden zich echter achter de Kathaarse inwoners van de stad. Een dag later, op 22 juli 1209, werd de stad geplunderd en integraal uitgemoord door het leger van de kruisvaarders. Niemand werd gespaard. Zelfs niet de katholieke priesters die toevlucht zochten in de kerk. Deze slachtpartij is een zwarte bladzijde in de geschiedenis van de stad. Een deel van deze geschiedenis komt terug tot leven in het mooie boek Het verloren labyrint van Kate Mosse dat ik kort voor onze reis las.

Wij parkeerden ons aan de rand van de stad (de beste plek trouwens, want het centrum van de stad is niet zo gemakkelijk met de wagen te bereiken) en kregen zo meteen een mooi zicht op BĂ©zier.

De oude stad ligt in de hoogte en dus moet je even klimmen om er te geraken. Dat kan op verschillende manieren, wij nemen de passerelle de Pierre de Bonsi en wandelen zo tussen het groen naar boven (je kan daar trouwens ook een stuk de lift nemen). De wandeling via de passerelle geeft je al meteen een mooi uitzicht over de omgeving.

Op de binnenkoer van een hotel staat een kunstwerk met een duidelijke filmreferentie (voor filmliefhebbers van het genre dan toch, want mij zei het niet meteen iets 😉 )

We liepen even binnen in de Cathédrale Saint-Nazaire en ik besloot ook de toren te beklimmen voor een blik van bovenaf. Voor mij lukte een buitenrondgang nog wel (de balustrade was hoog en stevig en ik heb een eerder lichte vorm van hoogtevrees, Maya besloot aan de binnenkant van de deur te wachten en nummer 3 bleef gewoon beneden).
De kathedraal is best bijzonder en tot ver buiten de stad te zien, een mooi voorbeeld van Gotische architectuur.

Aan de achterkant van de kathedraal vind je een klein plein: Place de la Révolution met een fontein en een gezellig terras en een beeld dat verwijst naar de opstand die hier ooit plaats vond in 1851.
De stad bestaat uit een hele reeks van gezellige straatjes en pleintjes, leuke straatdecoratie en street art, uiteraard kan ook een foodhal niet ontbreken. We genieten volop en laten ons verrassen door de vele mooie plekjes.

Les AllĂ©es Paul-Riquet is een ruime promenade die verschillende delen van de stad met elkaar verbindt. Ze is vernoemd naar de persoon die het Canal du Midi heeft aangelegd. Je vindt er heel wat terrassen en met wat geluk kan je er nog een leuk stuk brocante op de kop tikken ook 😉

 

BĂ©zier is een prachtig stadje waar van alles te zien is, en waar je vooral rond moet lopen. Geen lijst met must visits, maar gewoon wandelen in smalle straatjes, langs mooie pleinen en verschillende uitzichtpunten op de omgeving. Een echte aanrader!