Monthly Archives: April 2022

Arne Quinze op Gentse Kouter

Sinds kort staat er een extra kunstwerk op de Kouter in Gent. Het is een werk van bijna 6 meter hoog, heet “Lupine Flowers” en is een interpretatie van de lupinebloem. Maker is Arne Quinze, die je misschien kent van zijn grote knaloranje beelden op de dijk in Oostende. Dit kunstwerk is ietwat vergelijkbaar van vormgeving, maar heel donker van kleur.

Ik las achteraf online dat het beeld op de Kouter eerder al in Amsterdam stond en er kwam naar aanleiding van de Floraliën en in samenwerking met Coutre, een nieuwe coworking- en netwerk-plek in de Wolweverskapel (Kleinvleeshuissteeg) waar ook een gratis expo te zien zal zijn tijdens de Floraliën.

Het kunstwerk is een sculptuur van een lupinebloem en de kunstenaar verwoordt het zelf als volgt “Het is een symbool. Ik heb ooit een reis gemaakt van Peking naar Parijs. Hoe dichter ik naar Europa kwam, naar de Westerse beschaving, hoe meer de diversiteit aan fauna en flora verdween. Ook de wilde lupinebloem verdween van Siberië naar de Duitse grens. Dat vond ik zo jammer. Dit kunstwerk toont een beetje mijn gevecht om de bloem opnieuw te introduceren in de natuur.”

Ik zie weinig linken met een lupine en vind het wel een donker werk, maar smaken verschillen en ik denk dat ik het nu ook weer niet erg zou vinden dat het werk een permanente plek op de Kouter zou krijgen. De dijk van Oostende en de Rock Strangers (geplaatst naar aanleiding van het kunstenfestival Beaufort in 2012) vind ik intussen ook wel onlosmakelijk met elkaar verbonden en ze figureren op heel wat foto’s 😉

Tijdens de Floraliën zal er ook een groot wanddoek van Arne Quinze in het ICC hangen. En voor die Gentse Floraliën kocht ik twee jaar geleden al tickets, maar corona stak 2 jaar na elkaar een stokje voor de organisatie. Vanaf 29 april tot en met 8 mei 2022 zal het dan eindelijk toch zover zijn 😉

Over de vorige editie van de Floraliën, in 2016, schreef ik trouwens meerdere verslagjes (deel1 deel2 deel3deel4 deel5 deel6).

Parijs – deel 5

Wie Parijs zegt, zegt (na de Eiffeltoren) het Louvre, toch? En dus besloten we om voor deze wereldberoemde plek, het meest bezochte museum ter wereld, toegangstickets te bestellen. De laatste dag van ons verblijf in Parijs was duidelijk die van het minst mooie weer, dus dat kwam toevallig goed uit 🙂

Het Louvre is eigenlijk gevestigd in een van oorsprong middeleeuws kasteel dat door de koningen van Frankrijk werd gebruikt. Er is zelfs een link met de tempeliers. Toen de strategische betekenis van het kasteel verloren ging (als gevolg van de stadsuitbreiding), maakte de Franse koning Karel V van het kasteel zijn koninklijk paleis. Als liefhebber van kunst installeerde hij er zijn bibliotheek die in de 14de eeuw al bijna 1000 werken telde, best indrukwekkend toen. Tijden en koningen kwamen en gingen en het kasteel werd meermaals herbouwd.

Catharina de Medici liet in de 16de eeuw een nieuw paleis bouwen zo’n 500 meter van het Louvre, de Tuilerieën. Onder Hendrik IV werd dit paleis met het Louvre verbonden door een vleugel langs de Seine, de kern van de huidige Denon-vleugel. De vleugels rondom de Cour Carrée werden pas in de zeventiende eeuw voltooid.

Het plan van Hendrik IV, le grand dessin genoemd, diende als leidraad voor alle volgende generaties die zich met het uitbreiden en verbeteren van het Louvre bezighielden. Toen Lodewijk XIV echter besloot zijn residentie te verplaatsen naar het Paleis van Versailles, raakte het Louvre in onbruik als paleis en kreeg het verschillende functies. Eind 18de eeuw ontstond de idee om hier de koninklijke kunstcollectie onder te brengen, maar de Franse Revolutie stak daar een stokje voor.
Gelukkig zagen de nieuwe machthebbers in dat de nationale kunstcollectie beschermd moest worden en het idee van een nationaal erfgoed begon zich te ontwikkelen. In 1791 werd beslist dat het Louvre een museum moest worden en op 10  augustus 1793 opende het zijn deuren. Hiermee is het meteen één van de oudste musea ter wereld.

De laatste grote uitbreiding dateert van eind 20ste eeuw en stond onder leiding van de Chinees-Amerikaanse architect I.M. Pei. De moderne huisstijl met een grote piramide in glas en metaal deed in eerste instantie veel stof opwaaien. De piramide was bedoeld om de ondergrondse toegangshal te markeren en van daglicht te voorzien. Uiteindelijk verstomde het protest en de uitbreidingen maakten van het Louvre het op twee na grootste museum ter wereld, na het Metropolitan Museum of Art in New York en de Hermitage in Sint-Petersburg.

De collectie van het Louvre is in acht afdelingen onderverdeeld en loopt van werken van de grote beschavingen uit de oudheid tot aan de eerste helft van de 19e eeuw.

Ik moet toegeven dat ik minstens even veel naar de architectuur van het museum heb lopen kijken als naar de kunst. Ik liep dan ook regelmatig eens met mijn hoofd en mijn camera naar boven gericht, soms misschien tot verwondering van bepaalde bezoekers. Niet iedereen vindt trappenhallen en gewelven de moeite om op foto te zetten 😉

Uiteraard keek ik niet enkel naar boven, in het museum zelf is meer dan genoeg te zien. Het Louvre heeft meer dan 70.000 m² tentoonstellingsruimte en telt meer dan 600.000 verschillende werken, waarvan er ‘slechts’ 35.000 tentoongesteld zijn.

Met de antieke culturen zat het alvast helemaal goed voor ons. Van hun Egyptische collectie was ik echt wel onder de indruk, helemaal gecharmeerd door de vele mooie stukken en al die details.

Ook zeer de moeite, maar van een andere orde en tijd waren de (kroon)juwelen en nu weten we meteen ook hoe kronen werden opgeborgen 😉

Maar uiteraard ‘moesten’ we ook de pijltjes richting La Joconde ofte de Mona Lisa van Leonarda Da Vinci eens gaan bekijken. Een systeem van ‘poortjes’ voert 2 rijen van bezoekers in zigzaglijnen naar een plekje vlak voor het kunstwerk. Daar krijg je even tijd om het werk van (vrij) dichtbij te bewonderen en er een foto  van te maken en vervolgens werd je vriendelijk verzocht om plaats te maken voor de volgende bezoeker (wel eens nodig bij sommige mensen die vonden dat ze toch minstens een selfie of 10 moesten maken en zichzelf daarbij duidelijk het belangrijkste onderwerp op de foto vonden).
We gingen trouwens bij het begin van ons bezoek naar deze zaal. Naarmate de dag vorderde, werd het wel drukker en de aanschuiftijden uiteraard ook langer. Bij ons viel dat echter heel goed mee (o.a. ook door het lagere bezoekersaantal algemeen als gevolg van corona).

Alle praktische info op de museumwebsite.

Toen we het museum verlieten, was het aan regenen. Dus wandelden we naar onze wagen, met nog een tussenstop in een artisanale bakkerij om iets te eten, en reden we vervolgens terug naar huis.
Het waren 3 fijne dagen in de Franse hoofdstad waarin we heel veel gewandeld en gezien hebben. Hopelijk mogen er dit jaar nog meerdere van dergelijke uitstappen volgen.

Parijs 2022 – deel 4

De volgende stop op ons programma kan je eigenlijk ook wel een Parijs monument noemen, maar weer van een heel andere orde: het grootwarenhuis Galeries Lafayette. Meer dan de moeite waard om eens binnen te stappen, zelfs voor wie totaal geen koopintenties heeft (zoals wij).  Het gebouw dateert van eind 19de eeuw, in 1912 werd de reusachtige koepel van glas in lood gebouwd. Het tien verdiepingen tellende gebouw mag je gerust indrukwekkend noemen: de koepel, de galerijen, de oude liften, … Niet meteen mijn stijl, maar toch keek ik mijn ogen uit en genoot 😉

Een mooie extra (en bijkomende reden waarom ik hier naar binnen wou met Maya) is dat dit gebouw een dakterras heeft waar je als bezoeker gratis toegang toe hebt en  je een wijds overzicht over de stad hebt.  We waren zeker niet de enigen hier,  ‘uiteraard’ ook heel wat dames (en heren) die zich van hun beste kant lieten zien voor de (vele) foto’s. Best wel grappig hoe de winterjas uit moest bij sommigen voor een mooier beeld terwijl er boven een best ijzige wind stond die dan weer het haar in de verkeerde richting blies waardoor die foto uiteraard nog eens opnieuw gemaakt moest worden.
We zagen (uiteraard) de Eiffeltoren, maar ook de Sacré Coeur en het Centre Pompidou.

We wandelden nog even verder in deze winkelbuurt en keken vooral naar de façades van de gro(o)t(s)e gebouwen.

In de omgeving van de Place Vendôme met de triomfzuil van Napoleon werden de vitrines nog wat exclusiever en de klanten duidelijk ook. Exclusieve parkeerplaatsen voor de winkel, inclusief ‘valet’ die het voertuig parkeert en/of het portier opent en een oogje in het zeil houdt. Helemaal hilarisch werd het wanneer we een dame zagen toekomen aan de winkel van Dior met een hele hippe elektrische step, waaraan vooraan een rugzak-mandje hing dat duidelijk voor een huisdier bestemd was. Ik dacht spontaan aan een chihuahua, maar het bleek zowaar voor een grote, witte papegaai te zijn die met een metalen kettinkje aan de poot op de schouder van het baasje zat (maar dus even het mandje in moest terwijl baasje ging shoppen)! Dat zal wellicht toch de meest bijzondere oppas van de dag geweest zijn voor de valet van dienst zou ik zo denken 😉

Volgende stop was het Palais Royal, zoals de naam het zegt, ooit een koninkrijk paleis in Parijs, maar tegenwoordig een overheidsgebouw waarin het Franse Ministerie van Cultuur, de Franse Raad van State en de Grondwettelijke Raad gezeteld zijn. De basis voor het gebouw is gelegd in de zeventiende eeuw, door kardinaal de Richelieu die het na zijn dood aan de toenmalige koning Lodewijk XIII schonk. Toen Napoleon aan de macht kwam, werd het paleis vooral een kantoorgebouw en na een grondige restauratie in 1876 werd het pand tot nu een overheidsgebouw. Het Palais Royal zelf is niet toegankelijk voor het publiek, maar de tuin en het binnenplein zijn dat wel.

In het midden van de tuin vind je een grote fontein. Rondom de fontein allemaal groene stoeltjes, net als in het Jardin des Tuileries bij het Louvre. Ook hier kunst in de publieke ruimte trouwens. O.a. werk van Pol Bury, een Belgische kunstenaar trouwens, vooral bekend om bijdragen aan de kinetische kunst zo lees ik.

Je vindt er ook een plein met zwart/wit gestreepte zuilen van verschillende hoogtes. Dit kunstwerk wordt Les Deux Plateaux genoemd. Het is een kunstinstallatie gemaakt door de Franse kunstenaar Daniel Buren (dezelfde van Les Anneaux of De Ringen die we vorig jaar in Nantes zagen trouwens). De zuilen camoufleren blijkbaar ventilatieschachten voor een ondergrondse opslagruimte en waren op het moment van hun plaatsing halfweg de jaren ’80 nogal omstreden omwille van de hoge kostprijs en omdat ze niet zouden passen in de omgeving (zoals wel vaker het geval met dergelijke projecten). Intussen neemt wellicht niemand nog aanstoot aan het kunstwerk en zijn de zuilen een zeer populaire selfiespot geworden. Het is een fijne plek om even te relaxen.

We wandelden nog even verder, langs La Samaritaine, nog zo’n befaamde winkel in Parijs, maar ‘t was vooral de Lego Store waar we toch met plezier even binnen gingen (en Maya grote ogen trok over de prijzen van enkele Lego themadozen).

We zagen het Centre Pompidou al vanuit de verte en dan ook van dichterbij…

… om uiteindelijk, net voor het invallen van de duisternis, aan te komen bij de kathedraal van de Notre-Dame.

Maya verbleef net in een gastgezin in Saint-Malo (meerdaagse schooluitstap) toen een brand het gebouw zwaar verwoestte. Het gebouw nu in het echt zien, riep toch bepaalde herinneringen op (één van de kinderen van het gastgezin werkte in Parijs of was daar in de buurt, die mensen waren dus echt wel bezorgd en de hele avond waren de hallucinante beelden op TV te zien). De sfeer in deze omgeving was duidelijk nog steeds bijzonder te noemen, ingetogener dan vroeger zou ik zeggen.

En dan hadden we alweer heel wat stappen op onze teller staan, tijd dus om naar het hotel terug te keren…

2 leuke eetplekjes die we vandaag ontdekten

Compose, cantine sur Mesure,  Square de l’opera Louis Jouvet

DS Café Beaugrenelle, rue de l’ingénieur Robert Keller

Parijs 2022 – deel 3

Onze tweede dag in Parijs startte met regen tijdens het ontbijt. Niet iets waar we blij mee waren, want anders voorspeld, maar ik meende in de verte een heel klein beetje licht te zien in het grijze wolkendek. We genoten echter eerst nog van het ontbijtbuffet, onze favoriete maaltijd op vakantie trouwens 😉

We namen de metro richting beroemdste kantoorwijk van Parijs, La Défense. Toen we daar uitstapten, verscheen er stelselmatig meer blauw aan de hemel en kwam ook het winterzonnetje terug tevoorschijn. Ideaal dus voor een nieuwe wandeldag in de Franse hoofdstad 🙂
De wijk La Défense is genoemd naar een standbeeld van Louis-Ernest Barrias, dat de verdediging van Parijs tijdens de Frans-Duitse Oorlog verbeeldt. De wijk ligt in het verlengde van de zogenaamde “historische as” van Parijs, die vanaf het Louvre via de Place de la Concorde, de Avenue des Champs-Élysées, de Arc de Triomphe en de Avenue de la Grande-Armée naar het westen loopt, met aan het uiteinde daarvan het bekendste gebouw van la Défense: de Grande Arche de la Défense, gebouwd in opdracht van François Mitterrand.

La Grande Arche de la Fraternité, beter bekend dus onder de naam l’Arche de la Défense of Grande Arche, is van de hand van de Deense architect Johan Otto von Spreckelsen. Hij wilde een 20e-eeuwse versie van de Arc de Triomphe ontwerpen. De werken startten in 1985 en het gebouw werd geopend op 14 juli 1989, precies 200 jaar na de bestorming van de Bastille.

Dit moderne monument heeft de vorm van een deur die zich opent naar de wereld. Het is 110 m hoog, 108 m lang en 112 m breed en daardoor vrijwel kubusvormig. De binnenkant van het bouwwerk is open, waardoor het – net als de Arc de Triomphe – een voorbeeld is van een urban window.

In de wijk La Défense wonen slechts 20.000 mensen, maar er werken er ongeveer 150.000. Dit gebied van 160 hectare telt 2,5 miljoen m² kantoorruimte, die gebruikt wordt door 1500 bedrijven! Het is dan ook de grootste kantorenwijk van Europa. De meeste Franse topbedrijven hebben er hun hoofdkantoor gevestigd in een van de vele moderne wolkenkrabbers.

Het aantal wolkenkrabbers is er volgens mij alleen maar toegenomen de voorbije jaren en nog steeds wordt er ge- en verbouwd. De site is tegelijk ook wel groener geworden met een publieke tuin. Ik denk dat het er best ergens nog wel aangenaam werken is. Of het er leuk wonen is, daar ben ik niet zo zeker van, al vermoed ik dat het er ‘s avonds en in het weekend ook best rustig kan zijn en dat er tegelijk ook wel vaker evenementen georganiseerd worden om het niet louter een kantoorwijk te laten zijn die na de uren vooral desolaat aanvoelt (wij zagen er nog de laatste sporen van een kerstmarkt/winterdorp).

In de wijk La Défense staan verschillende kunstwerken (circa 60) in de openbare ruimte, beeldhouwwerken en mozaïeken van onder andere Joan Miró en vele anderen (waarvan ik de namen niet meteen terugvond of kende, maar de werken daarom niet minder mooi of boeiend waren).

We keken uitgebreid rond en genoten van de architectuur, de publieke kunst en het uitzicht en we maakten heel wat foto’s 🙂

Daarna namen we terug de metro richting centrum, naar een Parijs monument van een andere orde: Mont Martre en de basiliek Sacré-Coeur.

Hier was het wel iets drukker met meer toeristen (en straatverkopers die hardnekkig probeerden ons een soort gelukslintje aan te smeren, of iets in de aard).
Vanop het plein voor de basiliek heb je een ruim uitzicht over de stad.

We namen uiteraard ook in de basiliek een kijkje en wandelden vervolgens verder naar Mont Martre waar er toch een paar dapperen met potlood en papier in de weer waren om portretjes te maken. Het weinige volk en de lage temperatuur zorgde ervoor dat het pleintje niet zijn typische uitstraling had waar het zo gekend voor is, we zetten dan ook vrij snel onze verkenningstocht verder.
Onderweg spotten we nog gebouwen en ander leuks dat we wel op foto wilden vastleggen.

We zagen zelfs een heel bijzondere poort toen we de trappen naar beneden gingen. Herken jij dit beeld?