Maandelijkse archieven: mei 2021

Foodpreppen – soep

Doordat we al meer dan een jaar ook meer thuis zijn op weekdagen, wordt er hier beduidend meer soep gegeten/gedronken (onze lunch is meestal brood met soep, warme maaltijd is voor ‘s avonds wanneer iedereen thuis is).

Ik krijg regelmatig een portie verse soep mee wanneer ik naar mijn vader ga (standaard huisgemaakte tomaten-groentesoep al dan niet met zelf gedraaide gehaktballetjes, maar ’t kan ook pompoensoep zijn of ook wel eens ossenstaartsoep, al bleek ik wel de enige liefhebber hier in huis).

Doorgaans staat er ook een brik soep in de voorraadkast als reserve, de 8 groente-weelde van Knorr is al jaren onze favoriet.

Knorr Classics Tetra Soep 8 Groentenweelde 1 L | Carrefour Site

Zeker in de winterperiode (en bij uitbreiding wanneer de lente zich langs haar meest frisse kant laat zien) maak ik tijdens het weekend zelf regelmatig een verse pot soep. Vaak doe ik dat in combinatie met het koken van aardappelen of groente waarbij ik dan het kookvocht recupereer en aan de soep toevoeg, extra smaak- én voedingsstoffen gratis en voor niets 😉

Wij verkiezen hier allemaal een iets dunnere soep, geen dikke substantie waarin je je lepel bijna kan rechtzetten. Liefst ook zonder ‘brokken’; de enige uitzondering is juliennesoep, een bouillon met heel fijn gesneden stukjes groente.

Ik maakte het voorbije jaar ook een aantal soepjes klaar uit de boeken van Claudia Van Avermaet, zoals de pompoensoep met peer (uit Dagelijkse portie power) en de zoete aardappelsoep met paprika (uit Repower).

En over pompoensoep gesproken, het recept voor pompoensoep met sherry is er eentje met een specifieke herinnering.

Eet jij vaak soep? Naar welke soep gaat jouw voorkeur uit? Laat het gerust weten in de commentaren.

Het Lam Gods terug in de Sint-Baafskathedraal

Ik trap een open deur is wanneer ik schrijf dat het Lam Gods van de gebroeders Van Eyck werelderfgoed is. In het zesde leerjaar kwam ik op schoolreis van het platteland naar het grote Gent met zijn kunst en kasteel en zo veel meer. We brachten toen ook een bezoek aan de Sint-Baafskathedraal en het Lam Gods en ik herinner me daarvan vooral dat we met veel in een kleine ruimte stonden en de gids aan de hand van enkele zwart-wit outprints uitleg gaf over de vele plantensoorten die op het werk te zien waren 😉

Intussen zijn we heel wat jaren verder (en wat het Lam Gods voor mij bij wijze van spreken niet veel meer dan de herinnering dat het ‘een heel belangrijk schilderij was en dat er eigenlijk heel veel op te zien was maar daar je dat als bezoeker eigenlijk nauwelijks kon zien).

In 2012 startte een lang traject van doorgedreven restauratiebehandeling die tot eind 2024 zal duren en ettelijke miljoenen zal kosten. De restauratie van het eerste deel van de panelen werd uitgevoerd in het Museum voor Schone Kunsten in Gent door het Koninklijk Instituut voor Kunstpatrimonium en kon deels live gevolgd worden door de bezoekers. Ideaal om de interesse voor het kunstwerk nieuw leven in te blazen. Als Gentenaar kan je het MSK sowieso gratis bezoeken op zondagvoormiddag en dan was het een kleine moeite om ook even halt te houden bij de speciaal in het museum ingerichte restauratieruimte. De oude verharde vernislagen en de overschilderingen werden minutieus verwijderd en brachten enkele verrassende onthullingen met zich mee (zoals de ogen en oren van het Lam die er origineel helemaal anders bleken uit te zien). Dankzij de restauratie is voor het eerst sinds de 16de eeuw de originele verflaag van Van Eyck terug te zien en die blijkt uiterst kleurrijk.

restauratie Het Lam Gods, Van Eyck

Intussen werd er ook werk gemaakt van een nieuw bezoekerscentrum in de Sint-Baafskathedraal. Er werden restauratiewerken uitgevoerd en een nieuwe ingang gebouwd. Het Lam Gods verhuisde van het MSK terug naar de kathedraal op de nieuwe plaats in de Sacramentskapel, achteraan. Oorspronkelijk, in 1432, werd het veelluik voor opgesteld in de Vijdkapel, genoemd naar Joos Vijd en Elisabeth Borluut, de Gentse opdrachtgevers van het werk. In 1986 verhuisde het van achteraan in de kathedraal naar de villakapel vooraan naast de ingang en nu terug dus achteraan op een prominente plek.

Vorig jaar volgden we hier thuis met veel interesse een driedelige reportage op Canvas over de geschiedenis en de restauratie van Het Lam Gods. Ik wilde dan ook zeker eens een kijkje gaan nemen in de Sint-Baafskathedraal wanneer het kunstwerk er terug hing en zo geschiedde 😉
Naast de ingang van de kathedraal staat er sinds 15 maart 2021 trouwens ook een voelmaquette in brons op schaal 1/150, zodat ook blinden en slechtzienden zich een beeld kunnen vormen van het imposante gebouw.

De aanblik van de kathedraal is ‘anders’ momenteel, de meeste stoelen zijn immers weggehaald door corona en daardoor is er letterlijk veel meer ruimte.
Mijn aandacht gaat naar OPUS, het kunstwerk van Wim Delvoye, waarmee de kunstenaar hulde wil brengen aan de architectuur van Vlaanderen. Het werk is meer dan 5m lang en weegt 240 kg. Het is gemaakt uit laser-gesneden roestvrij staal, waarin kleine en grote stukken met elkaar werden versmolten tot een spiraalvormige gotische toren. De Stad Gent kocht het werk OPUS en gaf het vanaf de inhuldiging eind augustus 2020 in langdurige bruikleen aan de kathedraal.

Aan de zijkant trekken de kaarsen bij een relikwie mijn aandacht. Maya snapt niet waarom mensen een stuk bot komen vereren, ik kan haar eigenlijk enkel maar bijtreden want ik heb dat ook nooit begrepen 😉

We volgen de pijltjes richting bezoekerscentrum in de crypte. We hebben bij onze tickets meteen een digitale rondleiding geboekt. Bij de inrichting van het bezoekerscentrum ging namelijk ook extra aandacht de beleving van de bezoekers. Zo kom je met behulp van augmented reality meer te weten over de geschiedenis van “Het Lam Gods” en de Sint-Baafskathedraal.

Een vriendelijke onthaalbediende stelt vast dat we de familietoer geboekt hebben, die blijkt echter specifiek voor jonge kinderen te zijn (de naamgeving wordt nog aangepast). Hij stelt ons gerust dat de andere modules, zelfs de  uitgebreide ‘Master of detail’, heel toegankelijk opgesteld zijn en die laatste vooral nog iets extra vertelt over wat er allemaal met Het Lam Gods gebeurde in de loop van de geschiedenis. We besluiten dan maar voor die versie te gaan, dat stukje extra lijkt ons minstens even boeiend.

We mogen doorlopen en krijgen elk een speciale bril opgezet (je kan ook kiezen voor een tablet trouwens). Het is heel even wennen, maar je kan gewoon door de bril heen kijken. Zodra je langs een sensor loopt, worden er hologrambeelden geactiveerd en start de audio. Je kan vrij rondlopen, pijlen geven de richting aan en voetjes suggereren waar je best kan gaan staan om alles goed te zien. Ook voor brildragers lukt dit vlot (enkel mijn haarknijper moest ik even uitdoen want die zat in de weg).

Naast het verhaal over de kathedraal en het meesterwerk van de broers Van Eyck kan je in de crypte ook een beperkt aantal bijzondere items zien zoals het oudste document van de Sint-Baafskathedraal, het negende eeuwse Evangelarium van de heilige Livinus, en de grafsteen van Hubert Van Eyck, die samen met zijn jongere broer Jan Van Eyck “Het Lam Gods” schilderde.

Je krijgt het verhaal van de kathedraal te horen en te zien, de verschillende versies van het gebouw tonen heel mooi hoe de oorspronkelijke parochiekerk groter en belangrijker werd. In tegenstelling tot een klassiek filmpje kan je hier letterlijk rond de virtuele maquette lopen en het gebouw langs alle kanten bekijken.
Persoonlijk vonden we het jammer dat er niet een kleine verwijzing gemaakt werd naar de oude muurschilderingen die er te zien waren, dat zou het bezoek nog vollediger maken.

Na de ontstaansgeschiedenis van het kunstwerk, een inkijk in het atelier en de mogelijkheid om met een pointer op je bril in te zoomen op enkele uitzonderlijke details van het schilderij, kregen wij nog enkele scenes extra gepresenteerd.
Het Lam Gods maakte de voorbije eeuwen een ongelofelijke reis en de verschillende panelen raakten verspreid. Zo namen de Franse revolutionairen het mee naar Parijs in 1794 en belandde het in de 19e eeuw in Berlijn. Pas in 1920 werden de 18 panelen herenigd in Gent. Tijdens de Eerste Wereldoorlog werd het ingemetseld in een huis om het te verbergen, tijdens de Tweede Wereldoorlog werd het door de nazi’s meegenomen en liet Hitler het samen met een massa andere kunstschatten verbergen in een zoutmijn in Oostenrijk waar het bijna opgeblazen werd. En dan is er natuurlijk ook nog de legendarisch diefstal van 2 panelen in 1934 waarvan er eentje, de rechtvaardige rechters, tot op vandaag nog niet werd teruggevonden.
Het volledig verhaal lees je op: https://visit.gent.be/nl/de-avonturen-van-het-lam-gods

Na de rondleiding in de crypte gaven we onze brillen terug en konden we verder doorlopen naar het meesterwerk zelf. Hiervoor liepen we door een nieuwe, moderne aanbouw van trappen en lift in glas, beton en koper, die je vanuit de crypte 2 niveaus hoger brengt. Op zich ook een knap staaltje architectuur vonden wij.

We keken ook nog even naar enkele moderne glasramen in de kathedraal verrassend mooi vond ik die.

We zagen een hele knappe reproductie van het paneel van de Rechtvaardige rechters, recent gemaakt door de Zottegemse kunstenaar Mark Van Crombrugge, die een betere kopie wou maken dan de huidige reproductie uit 1941. De techniek, de afmetingen en de details zijn dezelfde als het origineel en hij schilderde het ook met olieverf op eikenhout.

En dan was het tijd om Het Lam Gods zelf te zien, veilig in een geklimatiseerde glazen box, zo mooi mogelijk uitgelicht en zo opgesteld dat je ook even ‘aan de achterkant’ kan kijken om de ‘buitenzijde’ van het veelluik te zien zonder dat er nog iemand de luiken open of dicht moet klappen.

Het voelde als een vorm van luxe om daar slechts met zes personen te staan (en ja, alle tickets voor die dag waren verkocht, maar door corona liggen de toegelaten bezoekersaantallen een stuk lager dan normaal), zonder groepen buitenlandse toeristen, heel stil en rustig, zalig eigenlijk.

De helderheid van de kleuren was toch wel het eerste wat me opviel. De details van het kunstwerk kan je onmogelijk zien, zelfs wanneer je vlak bij het werk staat. Daarvoor is de rondleiding en de details van een aantal elementen op het schilderij waarover je via het hologram meer uitleg krijgt, een echte meerwaarde. Op zo’n moment besef je gewoon nog meer wat een uitzonderlijk kunstenaar Van Eyck geweest moet zijn en wat een huzarenstukje Het Lam Gods is. Voorwaar een prachtig stuk werelderfgoed waar we trots mogen op zijn.
Op iets meer dan een uur waren we rond maar we hebben oprecht genoten van ons bezoek. Ook Maya, die aanvankelijk beetje kritisch was en niet meteen stond te popelen om mee te gaan, moest toegeven dat ze het best wel interessant vond 😉

Zelf ook zin gekregen om eens een bezoek te brengen? Alle praktische info lees je op: https://www.sintbaafskathedraal.be/nl/lam-gods-ar-tour/

 

 

Kruidencake met pancetta

’t Is niet enkel ‘in de zoete hoek’ dat er tegenwoordig meer gebakken wordt, ik test ook wel wat nieuwe hartige receptjes uit, zoals dat van een kruidencake.

voor 4 personen heb je volgende ingrediënten nodig

voor het deeg
400g zelfrijzende bloem
200g boter
100ml water
snuifje zout
handvol tijm
handvol rozemarijn

voor de vulling
100 g pancetta
4 eieren
2 el kruidenkaas
2 el geraspte kaas
handvol bieslook
2 el verse tijm
enkel takjes bladpeterselie
olijfolie
peper en zout

werkwijze 
Verwarm de oven voor op 180°C. Meng de bloem met het zout en de boter tot een korrelig deeg. Pluk de blaadjes van de kruiden, hak ze fijn en meng ze onder het deeg. Voeg het water toe en kneed tot een homogeen, stevig deeg. De rozemarijn plukte ik vers uit de kruidenpot, voor tijm moest ik mij behelpen met de gedroogde variant (wat uiteraard ook lukt). Voeg water toe indien het deeg te droog is of bloem indien het te plakkerig is.
Verpak het deeg in folie en leg het 30 min in de koelkast.

Rol het deeg uit op een met bloem bestoven werkvlak. Vet een bakvorm in met olie en strooi er wat bloem in. Bekleed de bodem en de rand met het deeg. Prik de deegbodem hier en daar in met een vork. Dek af met bakpapier, vul met bakbonen of bakparels en bak het deeg 15 min blind in de oven.

Snij de pancetta in reepjes en bak ze in een pan zonder vetstof. Laat ze uitlekken op keukenpapier. Klop de eieren los en voeg er de kruidenkaas aan toe. Hak de bieslook fijn en voeg met de tijm en de pancetta toe aan het eimengsel. Kruid met peper en zout. Giet het op de taartbodem, bestrooi met plukjes peterselie en bak de quiche 30 min in de oven. Ik gebruikte de allereerste verse bieslook die ik kon knippen in de pot op mijn terras, nam gedroogde tijm en de platte peterselie liet ik ook achterwege wegens niet beschikbaar op dat moment. Ik zorgde wel voor extra groen in de vorm van een gemengde salade als side dish.

Verdict
Het aroma van de verse rozemarijn is heerlijk en het is een leuk idee om de kruiden te verwerken in de korst van het gebak. Het deeg was eerder kruimelig en relatief droog, op zich geen probleem, maar doordat de korst bij mij toch vrij dik was, misschien iets te prominent in vergelijking met de vulling die wel goed van consistentie was.
In combinatie met een fris slaatje vormde het wel een lekkere lunch.

Inspiratie voor dit recept vond ik in een nummer van Carrefour Magazine (maart 2021)

De tuin in april

De voorbije weken spendeerde ik toch al menig uur in de tuin, vooral in die van mijn vader eigenlijk, maar daar is dan ook heel wat werk te doen en dus steek ik hem een handje toe (ideaal trouwens om mijn hoofd tot rust te laten komen en ik mag er ook elke keer mijn voeten onder tafel steken voor een lekkere maaltijd van apero tot dessert).

De sierappelaar ziet er weer prachtig uit, zeker tegen een blauwe lucht zijn de bloemetjes eens zo mooi.

De tuin werd nog wat verder opgeruimd en lenteklaar gemaakt, er werd voorgezaaid en gespeend (thank heaven voor serretjes waarin het lekker warm is wanneer de temperaturen nog mager zijn, maar het zonnetje wel flink schijnt).

Op de aardbeienplanten in de hangpotten verschijnen de eerste vruchtjes al.

Intussen werden er ook al zomerbloeiers en erwten uitgeplant in de tuin, groente gezaaid, onkruid gewied (vooral dan door mijn vader, vaak uren aan een stuk), fruitdragers (bessenstruiken, aardbeienplanten en lage fruitboompjes) en vers gezaaide groente van een net voorzien om al te gretige vogels weg te houden, … En waar het kan, mogen ook in de groentetuin de bloemetjes blijven staan en worden de zaaibedden gewoon een beetje aangepast. De bijtjes zijn er alvast niet rouwig om.

 

In onze eigen tuin gaat het allemaal iets trager, er staat hier ook geen serre of veranda waarin we kunnen voorzaaien dus wacht ik tot het warm genoeg is om meteen buiten te zaaien (en dat viel dit jaar een beetje tegen in april) 😉

De forsythia’s en de krentenboompjes zijn intussen uitgebloeid, maar de brem toont intussen zijn mooie gele kleur en ook er zijn ook nog enkele andere struiken (waarvan ik de naam vergeten ben) die in de lente ook vol witte bloemetjes staan.

Ik had een reeks bloembollen in potten gezet op ons terras. Niet alles was even succesvol, maar de uitgebloeide (en niet tot bloei gekomen) exemplaren kregen intussen een plekje in volle grond. In een hoek van de voortuin zet ik alle bollen heel dicht bij elkaar zodat er in het voorjaar een dicht bloemenveldje kan komen. Er staan kleine narcissen, blauwe druifjes, tulpen, boshyacinten (die ik kreeg uit de tuin van mijn vader), wat krokussen,… en intussen ook al verschillende knolletjes vogelmelk die op de een of andere manier (wellicht via vogels?) in de voortuin terechtkwamen. De bodem is niet ideaal om veel andere planten te zetten omdat er heel veel boomwortels zitten die het onmogelijk maken om echt plantgaten te maken. Met de bloembollen in het voorjaar en enkele exemplaren van prikneus en duizendschoon in de zomer krijgt dit hoekje toch ook beetje kleur.

De voortuin blijft een uitdaging want door de vele beukenboomwortels kunnen ook hier geen grote plantgaten gegraven worden. Ik kies dan ook voor de optie om de natuur zo veel mogelijk haar eigen gang te laten gaan, maar die uiteraard wel een handje te helpen door wilde bloemenmengsels te zaaien, bodembedekkers te laten groeien (ook al gaat de trager dan op goede grond), en te kiezen voor soorten die tegen een stootje kunnen zoals prikneus. Zo nu en dan verhuizen er nog wat extra plantjes van mijn vaders tuin naar ons zodat er net iets sneller ook daar wat kleur verschijnt zoals het mooie blauw van de vergeet-me-nietjes.

Ik liet alle bloemen vorige zomer ook staan tot ze echt volledig waren uitgebloeid zodat ze hun zaadjes goed konden verspreiden. De miniviooltjes doen dat steevast super en verschijnen op steeds meer plekjes in de voortuin, ook de prikneus bloeide goed en zaaide zichzelf heel ruim uit. Op dit moment komen er zoveel prikneusjes uit dat ik zeker nog zal moeten uitdunnen. Ik blijk ook een nieuwe gast te hebben: een bosliefje (Nemophila), een allerschattigst blauw bloempje 🙂

  

Ook op het terras staan in tussen enkele potten met bloeiende planten en kruiden, klaar een de zomer op te fleuren met heerlijke kleuren en geuren 🙂

’t Is best wel fijn om de tuin zo te zien groeien en evolueren. Kunnen jullie daar ook zo van genieten?