Maandelijkse archieven: april 2023

Boekentorenliefde

De Boekentoren is een symbool in Gent. Het is de jongste van de torens die de Gentse skyline bepalen, maar voor mij eigenlijk wel de mooiste. Het is niet de hoogste toren op zich, maar doordat hij op de Blandijnberg staat, ’torent’ hij toch maar mooi boven de omgeving uit 😉
De toren vormt de spreekwoordelijke kroon op het werk van architect en kunstenaar Henry Van de Velde en groeide uit tot een symbool van het modernisme in de Belgische architectuur.

‘Een machtige boekenkast in de hoogte aangelegd’, zo presenteerde Henry Van de Velde in 1934 zijn ontwerp. Op 15 oktober 1942 opende de nog onvoltooide Boekentoren voor het eerst zijn deuren. De toren liep heel wat oorlogsschade op en moest dus al meteen worden hersteld. In de loop van de decennia ging de staat van toren sterk achteruit, maar uiteindelijk kwam er recent dan toch een renovatie, uitgevoerd door een team onder leiding van het vermaarde duo Robbrecht en Daem. In 2021 was de parel van de Universiteit Gent terug in ere hersteld en wilde ik dolgraag het resultaat gaan bekijken.

Tijdens mijn opleiding Germaanse talen volgde ik o.a. het keuzevak bibliotheekwetenschappen en was toen al eens tot boven in de toren geweest. Later, in 2010, toen ik verslaggever was voor Gentblogt, kon ik samen met Maya nog eens op bezoek naar aanleiding van een workshop met Pieter Gaudesaboos over zijn boek Tommy en de torenhoge boterham (link naar het verslag van toen, bij de archivering zijn er wel wat rare tekens in de tekst gekomen).

Dat Van de Velde veel aandacht had voor de lijn en natuurlijk licht hoeft geen betoog, de inrichting van de Boekentoren maakt dat overduidelijk. Ook zijn aandacht voor functionalisme vind je terug in het ontwerp. De afstand tussen de kolommen werd aangepast aan de breedte van de boekenrekken en de hoogte van de plafonds in het boekenmagazijn werd precies berekend zodat het personeel zonder ladder de bovenste plank kon bereiken.

De volledige inrichting is trouwens zakelijk en functioneel, geen overbodige krullen en ornamenten, maar strakke lijnen en afgeronde hoeken.


Door het uitbreken van Wereldoorlog II kon hij helaas niet alle materiaal gebruiken zoals in het ontwerp voorzien, Belgisch Sint-Anna marmer werd het alternatief voor het zwarte rubber of linoleum dat hij aanvankelijk gekozen had als materiaal voor de meeste vloeren. De houten wandpanelen in de Belvedère zijn van inlandse eik, de donkere omlijsting van wengé, afkomstig uit Congo.

De Belvedère is de parel aan de kroon van de Boekentoren, al was de functie minder duidelijk. Van de Velde wilde er een museum van het boek van maken, de universiteit wilde het gebruiken voor lezingen en recepties. Door het ontbreken van een goede liftverbinding (die kwam er met de renovatie wel) bleek dat echter niet haalbaar en werd de mooie Belvedère een plek waar het personeel mocht eten of op de biljart spelen.
Die bewuste biljart heb ik er nog zien staan tijdens mijn studentenbezoek, hoe hij ooit op zijn plaats is geraakt, kon niemand ons vertellen. Nu is hij verdwenen en een vriendelijke jongedame wist me te vertellen dat ze hem op het dak van de lift (wan er in lukte niet) naar beneden zouden hebben gebracht! New urban legend or true story, wie zal het zeggen?

Heel fijn trouwens om deze buurt eens vanuit de hoogte te bekijken.

Na ons bezoek aan de toren ‘moesten’ we uiteraard ook nog eens een kijkje nemen in de leeszaal. In de inkomhal nu geen fichebakken meer (maar lockers) en ook de tafels en stoelen in de leeszaal bleken intussen vervangen. Waar wij enkel over onze papieren cursus en boeken gebogen zaten, zaten er nu vooral studenten met laptops en vele ook met koptelefoons, maar de stilte hing er nog steeds, net zoals ‘in onze tijd’ 😉

Terug buiten liepen we nog even verder naar de hoek van straat, richting HIKO. Het Hoger Instituut voor Kunstgeschiedenis en Oudheidkunde (HIKO) werd opgericht in 1920. Van de Velde werd niet enkel docent, maar ontwierp ook het gebouw dat nu de westvleugel vormt van het Boekentoren-complex. De bijzonder ingang met de afgeronde hoek en de grote raampartij trekt nog steeds de aandacht van menig voorbijganger. Bij mooi weer kregen de studenten vroeger soms les op het buitenterras onder de betonnen luifel die uitkeek op de binnentuin, een privilege dat ik zelf jammer genoeg niet mocht ervaren in mijn studentenjaren (ik volgde er o.a. lessen Duits terwijl mijn lief op mij zat te wachten en de luide stem van prof W. DC tot in de gang kon horen).
Collecties die toen in de tentoonstellingsruimte werden getoond, maken vandaag deel uit van het Gents Universiteitsmuseum (GUM), ook een hele fijne plek om eens te bezoeken trouwens.

’t Was heel fijn om de Boekentoren en de universiteitsbibliotheek in ere hersteld te zien en daarnaast was het ook een leuke trip down memory lane voor ons beide 🙂

 

What I’ve been doing lately

Nog eens een rondje met dingen waar ik soms wat meer en soms wat minder tijd aan spendeer (dan ik zou willen)…

Gelezen

Ik lees weinig boeken, maar ik probeer zo nu en dan toch eens wat extra tijd vrij te maken. Soms vormt de leeslijst van Maya een extra incentive om zelf ook het boek te lezen dat zij moet lezen of gelezen heeft. Op die manier begrijp ik soms beter waarom ze een boek wel of niet graag leest en kunnen we er ook op een andere manier over praten (al houden we zeker geen gezamenlijke besprekingen van het boek). Op die manier las ik deze maand De 8 bergen van Paola Cognetti. Mooi geschreven, maar traag. Voor mij niet zo traag dat het vervelend werd, voor Maya was het op het randje. Maar ik ga me nu precies toch ook niet haasten om snel even de film te gaan bekijken in de bioscoop, op TV zou ik misschien wel nog durven kijken omdat de landschappen wellicht knap in beeld gebracht zullen zijn. In tegenstelling tot sommige andere lezers (als ik de besprekingen mag geloven) voel ik me nu ook weer niet meteen geroepen om een paar bergschoenen te kopen en richting bergen te trekken 😉

Gekookt

Koken is ‘dagelijkse kost’ voor mij, maar sommige receptjes vallen zo goed mee dat ze hier ook een plekje verdienen, al was het maar als inspiratie voor anderen of herinnering voor mezelf 😉
Eentje daarvan is een heerlijk eenvoudig slaatje met venkel (rauw, fijn gesneden met de mandoline) en appelsien (zonder vliesjes ‘uiteraard’ en de enige manier waarop Maya ze echt lekker vindt en ik eigenlijk ook wel, ons vader snijdt ze altijd zo wanneer hij verse fruitsla maakt) met een dressing van honing en mosterd (evenveel van elk), aangelengd met olijfolie en afgewerkt met wat peper en eventueel een snuifje zout.

Gekeken

Naar diverse vormen van kunst gemaakt door creatieve bewoners van Beernem, tijdens Kunst in d’ Oude Kliniek.
In eigen stad loopt nog tot 21 mei in het STAM de tentoonstelling SkYline. Hoogbouw in de Lage Landen. Je kan – als je er snel genoeg bij was – een combiticket kopen dat je recht gaf op een bezoekje aan de gerestaureerde (Belvedere) van de Boekentoren. Dat konden we niet aan ons voorbij laten gaan en deze paasvakantie trokken we vol verwachting naar de Blandijnberg. Na een jarenlange renovatie is de boekentoren in al zijn pracht hersteld en genoten we met volle teugen van het resultaat. Een uitgebreider verslag met meer foto’s volgt.

Gevlogen

Maya ging op eindejaarsreis naar Griekenland en nam voor de eerste keer het vliegtuig (zowel de vlucht als de reis waren top), ik ging in diezelfde periode met mijn jongste zus op citytrip naar Stockholm (met drie jaar vertraging door corona). Terwijl het in België koud en vooral nat was, genoot Maya van eerder zomerse weer (zon, wolken en een occasionele regenbui, maar vooral een pak warmer). Mijn zus en ik doken eerder terug de winter in (’s nachts tot min 8 C, overdag slechts enkele graden boven nul), maar wij hadden op een bewolkte eerste dag na, elke dag stralende zon en felblauwe lucht. Ideaal dus om de stad al wandelend te verkennen. Er volgen nog verslagjes, enkel nog tijd vinden om tekst en beeld te verwerken 😉

Gewandeld

In Stockholm zaten we aan een gemiddelde van ca. 30.000 stappen per dag en genoten we van de omgeving. Ook in onze eigen buurt blijven we wandelen, soms enkel het spreekwoordelijke ‘blokje om’, maar ook dat kan deugd doen. Door corona ontdekten we onze ‘eigen bloesemstraat’ in de buurt en dus gingen we nog eens poolshoogte nemen en – uiteraard – foto’s maken 🙂

 

Getuinierd, gezaaid, geplant

Het werk in de tuin neemt toe, zeker bij mijn vader, maar ook in onze eigen tuin. Er wordt dus niet meer enkel opgeruimd, maar ook gewied, gezaaid en geplant. Nu maar hopen op goede weersomstandigheden voor alle plantjes, groente en bloemen om te groeien.

Gestart (of toch bijna)

Na Zweeds oefenen via Duolingo (en daar toch de voordelen van ondervonden hebben in Stockholm) besloot ik om over te schakelen naar Italiaans. Jaren geleden kocht ik het boek ‘Italiaans for dummies’ toen we een korte trip naar Sicilië deden en ik toch enkele woorden Italiaans wilde kennen. Mijn taalkennis was toen héél beperkt (maar de Sicilianen konden het toch waarderen), tijd om het nu via de app wat beter aan te pakken. Vanaf volgende week begin ik er mee (of dat is toch het plan).

En hoe is het nog bij jullie?

 

Asperges

Ze worden wel eens het witte goud genoemd, asperges. Jarenlang stonden er bij mijn vader enkele rijen planten in de moestuin en ging hij tijdens het groeiseizoen elke ochtend en avond checken of de aangeaarde grond barstjes vertoonde, wat betekende dat een asperge zijn weg naar het daglicht aan het maken was. Meestal zette hij er dan nog even een potje over zodat er zeker geen daglicht op de top zou komen en de kopjes mooi wit bleven. Met een lang mes dat hij diep in de grond stak, werden kort nadien de asperges geoogst, soms nog even in een vochtig keukenpapiertje in de ijskast gelegd, en vervolgens klaargemaakt en opgegeten 🙂

Intussen staan er geen asperges meer in de groentetuin, maar eens het seizoen aanbreekt, koop hij met plezier nog wat van het witte goud, meestal op de markt in Eeklo, waar hij zij bij zijn favoriete groentekraam gewoon per stuk kan kopen. De klassieker ‘à la Flamande’, met gerookte zalm, in een lekker soepje… de recepten zijn er in veelvoud. In de loop der jaren kwam er in onze familie eentje bij (geen idee waar het oorspronkelijk vandaan komt) dat tot op vandaag nog steeds wordt klaargemaakt en waar ik zelf ook graag mijn voetjes voor onder tafel steek. Een eenvoudig receptje, dat je zowel als voor- of hoofdgerecht kan serveren en dat ook een plekje op dit blog verdient.

De hoeveelheden hangen af van het aantal personen en van de keuze om dit gerecht als voor- of hoofdgerecht te serveren, ik geef je daarom gewoon een oplijsting van wat je nodig hebt en verder laat ik het volledig over aan jullie om met de hoeveelheden te spelen naar eigen voorkeur en believen 😉

Ingrediënten
asperges, uiteraard
spekblokjes
eieren
croutons
mayonaise
bieslook

Bereiding
Schil en kook de asperges tot ze beetgaar/zacht zijn, dat kan in een speciale kookpot voor asperges, maar even goed in een grote pan met een laagje water.

Kook de eitjes hard en prak ze, bak de spekblokjes krokant. Maak eigen croutons (bak ze na de spekjes in dezelfde pan) of koop ze voorgebakken (liefst natuur, maar gekruid kan ook als je die lekkerder vindt). Snipper de bieslook fijn.

Leg de asperges op een bord, schep wat mayonaise over de voetjes van de asperges en strooi hierover vervolgens de geprakte eieren, de spekblokjes, de croutons en werk af met de gesnipperde bieslook.

Serveren en smullen is het enige wat je nog te doen staat 😉