Monthly Archives: August 2019

Lyon revisited

Net als vorig jaar besloten wij onze zomervakantie in Zuid-Frankrijk te starten met een tussenstop in Lyon. Aangezien Novotel La Confluence ons vorig jaar heel goed bevallen was, boekten we daar opnieuw 2 nachtjes incl. ontbijt.

We wandelden nog eens langs Quai Rambaud/Place des docks waar we andermaal de moderne architectuur bekeken en de tijd namen om enkele infoborden te lezen. De oude opslagplaatsen van suiker, zout e.a. in dit voormalig stukje haven zijn intussen omgebouwd tot bijzondere woon-, eet- en werkplekken.

De oude locomotief die we vorig jaar nog zagen staan in ‘originele’ uitvoering is intussen omgevormd tot een hippe bar. Langs de kaai, maar dan op het water, liggen woonboten die ook leuk zijn om naar te kijken.

Op zondagnamiddag was het hier uitermate rustig en daar genoten we wel van na de lange (en gelukkig heel vlotte) autorit. We brachten ook nog een bezoekje aan het museum op het uiterste puntje van het schiereiland (voer voor een volgende post) want op maandag is dat gesloten en vanaf 17u mocht je er bovendien aan reductietarief binnen.

Op maandag bezochten we het Musée des Beaux Arts (ook voer voor een volgende post) en wandelden we vervolgens richting het derde arrondissement voor een bezoekje aan de beroemde Halles de Lyon-Paul Bocuse, geopend in 1971 en gerenoveerd in 2005-6. Je vindt hier een zestigtal restaurants en voedselwinkeltjes onder één dak. Helaas viel het bezoek een beetje tegen, het gebouw zelf straalt niet zoveel uit (de foodhal in Rotterdam die we enkele jaren geleden zagen, is van een totaal andere orde) en die middag was misschien 10% van de restaurants en winkeltjes open. Ook de omgeving bleek een grote bouwwerf. Over een tweetal jaar moeten hier een volledige vernieuwd winkelcentrum en publieke ruimte verschijnen en volgens de plannen ziet dat er behoorlijk indrukwekkend uit. Ik denk dat we dan nog eens terug zullen moeten komen 😉

Al wandelend door de stad ontdekten we ook een prachtig buitenzwembad langs de Rhône en een nog prachtiger Grand Hôtel-Dieu, het eerste hospitaal ooit in de stad en intussen een complex van restaurants, winkels, binnentuinen en -pleinen om te relaxen en (helaas pas vanaf het najaar 2019) La cité de la gastronomie.

We genoten andermaal van het mooie uitzicht op de omgeving vanuit ons hotel, dat  over een heerlijk terras beschikt. Vorig jaar moesten we voor de lunch/het diner sowieso een restaurantje zoeken, op zich ook geen probleem natuurlijk in deze stad, maar nu is er ook een restaurant in het hotel en dat wilden we toch eens uittesten. We besloten er na onze wandeling doorheen de stad op maandag toch ook enkele uurtjes gewoon te genieten van de zon, met een boekje en een fris drankje, gevolgd door een heerlijke maaltijd.

Leven als god in Frankrijk, Lyon is zeker een goede plek om dat uit te proberen 😉

Plantentuin Meise

Na de serres van Laken vorig jaar, trokken we dit jaar met mijn vader naar de Plantentuin in Meise.  De Plantentuin Meise is een Belgische botanische tuin in de Vlaams-Brabantse gemeente Meise en een van de grootste plantentuinen in de wereld!

Agentschap Plantentuin Meise (de huidige officiële naam), voorheen de Nationale Plantentuin van België, is sinds 2014 een agentschap van de Vlaamse overheid. De plantentuin heeft twee onderzoeksafdelingen, een herbarium (met ongeveer 3.000.000 specimens), een bibliotheek en uitgebreide levende verzamelingen (van ruim 18.000+ soorten).
Ik had online al gelezen dat deze site precies nog vrij onbekend is bij het grote publiek en dat het er daardoor meestal niet zo druk is. Bovendien is het domein ook behoorlijk groot  (92 ha) waardoor grotere aantallen mensen misschien gewoon minder opvallen.
Richting Brussel rijden op een vrije (zomer)dag betekent geen files en dat is altijd mooi meegenomen. Iets na 10u stonden we dan ook netjes geparkeerd aan de rand van het domein. De hoofdingang wordt momenteel grondig vernieuwd (er komt een groot ontvangstgebouw) waardoor we 150m verder moesten stappen naar een tijdelijke ingang.

We kochten onze toegangstickets  voor heel weinig geld (7 euro voor een volwassene, Maya mocht zelfs binnen voor amper 1 euro, spotgoedkoop dus). Het was een vrij bewolkte dag maar niet koud, ideaal dus voor een grotere wandeling 😉
Door de Plantentuin lopen verschillende uitgestippelde thema- en seizoenswandelingen. Bij de kassa kies je uit het aanbod. Heb je een wandeling gekozen, dan krijg je een folder met de route en allerlei boeiende weetjes. Je kan de wandelingen ook downloaden op je tablet of telefoon. Onderweg staan er heel wat bankjes om even uit te rusten en te genieten van het landschap.

Lang een mooie laan liepen we richting Kasteel van Bouchout, een gerestaureerde waterburcht die nu gebruikt wordt voor vergaderingen, lezingen en tentoonstellingen.  Maya wou heel graag over het water en dus namen we het vlot waarmee we ons langs een touw naar de andere zijde van het kasteel trokken.

Het uitgebreide westen van de Plantentuin is mooi om doorheen te wandelen en begroeid met grote eiken, enorme lindebomen en esdoorns. Ook heel wat andere boomsoorten, die veel minder bekend zijn maar gelukkig naambordjes hebben, staan er te groeien en te bloeien. We kregen het gevoel echt bijna alleen in het park te wandelen. Het was er zo rustig dat we er zelfs enkele eekhoorntjes spotten en zowaar een ree! Maya was verrukt en we waren zelf eigenlijk ook wel verrast om deze mooie viervoeter van zo dichtbij te kunnen waarnemen (helaas geen tijd meer om telelens op te steken).

Eén van onze doelen was o.a. de rozentuin die deze tijd van het jaar mooi in bloei zou moeten staan. De tuin bleek echter net (juni 2019) volledig vernieuwd en op de bloemen zal het helaas wachten zijn tot volgend jaar. Het eigentijds ontwerp met cortenstaal en een uitkijkpunt kon mij wel al bekoren. Deze tuin van 9000m² zal ongetwijfeld in de toekomst veel bezoekers lokken.

Een andere topper in het zomerseizoen is het Herbetum, een uitgebreide planten- en kruidentuin, met één- en tweejarige gewassen en vaste planten. De planten staan in een waaiervorm geschikt rondom de elegante Balatserre. De serre dateert uit 1854 en is het werk van Alphonse Balat, hofarchitect van koning Leopold II en een leermeester van de grote Victor Horta. Balat beschouwde de serre als een oefening voor de opdracht waarmee hij het meest bekend is geworden: de monumentale koninklijke serres in Laken. De Balatserre stond oorspronkelijk in het Leopoldpark in Brussel, verhuisde in 1878 naar de Kruidtuin en heeft sinds 1941 haar vaste standplaats in de Plantentuin.

Na de kleine serre bij het Herbetum volgde ‘het grotere werk’. Het Plantenpaleis bestaat uit een aaneenschakeling van kassen waarin verschillende klimaten zijn nagebootst. Wij kwamen langs een zij- of achteringang naar binnen en zagen de totaliteit van de kassen met de grote ingang pas achteraf 😉 We wandelden door de verschillende serres, genoten van de vele planten en bloemen (en de rust, uniek gewoon om daar bijna alleen rond te lopen) en zowel Maya als ik maakten heel wat foto’s.

Ten zuiden van het kasteel ligt het Pachthof en de Tuinwinkel waar botanische werken en andere tuinartikelen te koop zijn. Toen wij er langs kwamen, was de winkel net gesloten (middagpauze). Het Pachthof is een hele fijne plek om te picknicken (er staan picknicktafels en banken, een automaat met drankjes en er is een sanitair blok).

Wij wandelden nog wat verder door, naar het noorden van de Oranjevijver waar de voormalige Orangerie staat. Dit gebouw is omgebouwd als eenvoudig restaurant waar je iets kan eten of drinken. We bestelden er wraps en vol-au-vent, geuze en homemade limonade met aardbeien en gember. De porties waren ruim en lekker, de drankjes heerlijk koel. Je krijgt een buzzer mee die je verwittigd wanneer je maaltijd klaar is en je wordt vriendelijk gevraagd om na het eten zelf af te ruimen. Prima systeem als je ‘t ons vraagt. We genoten van het eten op het ruime terras.

De Plantentuin is echt een aanrader voor een (halve) daguitstap. Er rijdt ook een treintje door het domein maar enkel vanaf ‘s middags (misschien daarom dat er in de voormiddag nog niet zoveel volk was). Er zijn ook rolwagens en bolderkarren ter beschikking aan het onthaal. Honden zijn niet toegelaten.
De Plantentuin is alle dagen open behalve op 25 december, 1 en 2 januari (of bij stormweer).

Alle praktische info lees je op de website van de plantentuin

 

Pairi Daiza

Het was een eindejaarsgeschenk voor J. en dus werd het dringend tijd om eens een datum af te spreken waarop we eindelijk samen richting Brugelette zouden rijden voor een bezoek aan Paira Daiza. We bezochten het grote dierenpark al enkele keren en telkens weer ben ik verbaasd over de grootte en de schoonheid ervan, de integratie van park, gebouwen en dieren; niet voor niets werd Paira Daiza al uitgeroepen tot mooiste dierenpark van Europa.


Het weer was niet top (grijs en soms een beetje miezerig) maar dat had dan weer als voordeel dat het aantal bezoekers wellicht iets lager was en vooral dat we geen last van de warmte zouden hebben 😉 We polsten bij J. wat zijn favorieten waren en lieten Maya met het plan in hand de route van de dag uitstippelen.

We startten in The Last Frontier, ‘de achtste wereld’ in het park met vooral dieren uit het noorden: beren, wolven, elanden, … Wij hadden geluk en zagen de beren naar buiten komen en rondrennen in hun territorium. Alvast een eerste topmomentje.
De wolven zagen we enkel in de verte en beperkt (de roedel kende recent gezinsuitbreiding en de kleintjes werden nog even afgeschermd van het publiek).

We pikten ook een stukje voedermoment met een zeeleeuw mee, heel leuk vooral toen het dier leek te zwaaien. Meteen een volgende topmoment 🙂

In dit deel werd ook verblijfsaccommodatie gebouwd, een hotel en lodges waarvan een deel met uitzicht op de beren en de wolven. Het zag er allemaal nog nieuw en best indrukwekkend uit (al voel ik nu persoonlijk niet direct behoefte om te logeren op een plek waar de mensen naar de dieren komen kijken, zou me zelf ook teveel bekeken voelen vrees ik 😉 ).

Andere toppers:

de zwemmende, scheetjes latende en rondtollende nijlpaarden, ze deden ons lachen 🙂

de giraf, die we via het boomplatform van heel dichtbij konden bekijken en die zich zelfs even door J. liet aaien (scoren!!)

In het deel met de dieren uit Zuidoost-Azië zagen we de grote olifantenkudde enkel vanuit de verte,  de prachtige witte tijgers dan weer van dichtbij.

De reuzenpanda’s waren wakker, eentje in de koelte van het binnenverblijf rustig aan het eten, de andere gezellig op een platform buiten terwijl de zon voorzichtig even komt piepen maar toch het voordeel aan de wolken moet laten.

De Koala’s waren dan weer totaal inactief en hadden ze me gezegd dat ze een speelgoedexemplaar tussen de takken hadden gezet, ik zou het bijna geloofd hebben 😉

Op de apeneilanden zagen we de doodshoofdaapjes van heel dichtbij, de ringstaartmaki’s (favorietjes van J.) hadden het precies wat frisjes want die lagen allemaal opgerold en dicht tegen elkaar op het dak 😉

Het aquarium, met als thema Twintigduizend mijlen onder zee, is ondergebracht in de voormalige abtswoning van het kloosterdomein. Je ziet er onder meer zeeschildpadden, haaien, kwallen, roggen en nog zoveel meer, zelfs een natuurhistorisch rariteitenkabinet.

De reuzevolière deden we niet, maar we zagen toch heel wat mooie en bijzondere vogels

De roofvogelshow was ook best indrukwekkend. Niet enkel de ‘klassieke’ soorten, maar ook gieren, caraca’s, uilen, een secretarisvogel,… (zelfs twee ooievaars kwamen even meedoen in de hoop op een hapje 😉).

meer dan de moeite en en prachtige afsluiter van de dag 🙂

Praktisch

  • Een ticket is niet echt goedkoop maar zijn geld meer dan waard;
  • het park is intussen zo groot dat je eigenlijk amper nog alles kan zien op één dag (wil je dat toch, neem dan één van de dagen met late openingsuren, dan kan het je misschien toch nog lukken);
  • je kan er geraken met de trein (B-dagtrip) maar dat is toch een uitdaging;
  • ga je met de wagen volg dan op het einde zeker de wegwijzers naar het park en niet altijd de GPS, de toegangsroute naar de parking is immers gewijzigd;
  • er is ruim plek om te picknicken in het park maar er zijn ook heel wat locaties waar je iets te eten of te drinken kan kopen en verschillende restaurants; wij namen onze picknick mee en kochten in de namiddag nog een ijsje;
  • je doet heel wat kilometers, voorzie dus goede stapschoenen; er staan ook bolderkarren die je kan gebruiken;
  • bij de ingang van het park is er grondige toegangscontrole (cfr luchthaven, met scanners en poortjes), neem dus beter geen scherp mes mee maar eerder plastic picknickbestek;
  • op verschillende plaatsen in het park zijn er toiletten en speelplekken, ook op dat vlak ideaal voor groot en klein;
  • Bij de aangekondigde voedermomenten van de dieren kan het wel druk zijn, wij zagen er ‘s morgens eentje bij toeval maar gingen de andere eerder bewust uit de weg;
  • wanneer het (erg) warm is, kan het gebeuren dat je minder dieren ziet; de dieren kunnen immers zelf kiezen om binnen te blijven of naar buiten te gaan;
  • door het park rijdt een mooi treintje maar hiervoor met je extra bijbetalen, wij deden gewoon alles te voet (ca 14.000 stappen die dag)
  • het park in afgewerkt tot in de kleinste details (gebouwen, beplantingen,…), kijk en geniet 🙂
  • Alle info i.v.m. een bezoek aan Paira Daiza, de dieren en nog veel meer, lees je op hun website.

foto’s en filmpjes zijn van Maya en van mezelf (bij de roofvogelshow gaf ik mijn reflexcamera even door aan haar met mooie plaatjes als resultaat al vond ze het wel moeilijk).

Julituin

Papa’s tuin ziet af deze zomer, niet verwonderlijk natuurlijk met die hitte en droogte. Gelukkig is er nog putwater waardoor een deel van de planten en de groente toch nog een dagelijkse portie water krijgen, net genoeg om het vol te houden. Ook het water uit de keuken wordt waar mogelijk gerecupereerd, alle beetjes helpen immers.
Gelukkig valt er nog steeds veel moois te spotten. De blauwe regen is intussen al aan zijn tweede bloei toe, de lavendel zorgt nog voor veel extra blauw en is een zegen voor de bijtjes.

De stokrozen doen het goed en de zonnebloemen uiteraard ook 🙂

Ook de vlinderstruiken en de hortensia’s hebben heel wat bloemen maar die krijgen het bij momenten toch wel lastig, zeker de hortensia’s (en die allemaal water geven dat is niet haalbaar).

Veel planten zijn wel een pak sneller uitgebloeid en/of bloeien minder uitbundig.

De hangbegonia’s kregen een plekje onder het afdak op het terras om verbranding te vermijden (ze beginnen nu echt mooi te staan, dus zou zonde zijn). De lentebloembollen die in potten stonden,  werden netjes opgekuist en voorlopig in papieren zakken opgeborgen om opnieuw te planten wanneer alles een beetje minder droog is 😉

De tomaten in de serre staan prachtig maar de hete zonnestralen zorgden zowaar voor brandplekken! We hebben dan maar met oude gordijnen een soort binnentent gemaakt om de harde straling te filteren. Het zou immers zonde zijn om de heerlijke opbrengst te verliezen, zongerijpte tomaten van eigen kweek zijn immer zoveel lekkerder 🙂

Hopelijk zorgt een portie malse regen er voor dat er ook in augustus nog wat moois in de tuin te vinden is.