Het voorbije jaar las ik toevallig (?) een drietal keer een review over een bijzonder themapark in Frankrijk dat heel hoog scoort op internationale rankings voor pretparken maar toch helemaal anders is. Wij zijn geen grote pretparkbezoekers maar een park als dit sprak me wel aan en dus namen we het op in onze zomervakantieplanning van 2020. Corona stak bijna stokken in de wielen maar uiteindelijk konden we toch gaan en het park bezoeken mits de nodige voorzorgsmaatregelen: mondmasker dragen, regelmatig handen ontsmetten (ruim voldoende ontsmettingszuilen aanwezig trouwens) en aangezien het park toch te groot is om op één dag te bezoeken, beperkten wij ons tot de evenementen die buiten doorgingen.
Puy du Fou is een geschiedkundig themapark in Les Epesses, in het Franse departement Vendée ; qua bezoekersaantallen het tweede park van Frankrijk (na Disneyland Parijs) en het dertiende van Europa!
Het park is volledig gebaseerd op shows, waardoor het heel verschillend is van de meeste attractieparken. Er zijn zeven hoofdshows, die elk ongeveer 30-40 minuten duren en daarnaast zijn er nog een reeks kortere nevenshows (van 8 tot 20 minuten), deels buiten en deels binnen. De meeste shows gaan meerdere keren per dag door, maar kunnen dagelijks van startuur wisselen. Er is een app beschikbaar die je helpt om een programma samen te stellen en bij de ingang staan dagelijks nieuwe plannetjes met het uurrooster van die dag. Een beetje voorbereiding is nuttig om te vermijden dat je teveel van hot naar her moet lopen. De buitenlocaties zijn ruim, maar voor de grotere optredens ben je toch best een half uur op voorhand aanwezig (zeker op drukke dagen).
Elke (buiten)locatie is erg mooi ingekleed, de zone van het optreden maakt ook doorgaans deel uit van een groter geheel: het verhaal van de Vikings speelt zich af in een (afgesloten) gereconstrueerde vesting die op zich weer deel uitmaakt van een dorp uit die periode. Het dorp is deels achtergronddecor voor de vesting/het optreden maar is vrij toegankelijk en heeft sfeervolle winkeltjes en eetplekken ‘in een historisch kleedje’. Het personeel in de restaurants en de winkeltjes draagt ook een aan de tijd aangepast ‘uniform’. Die aanpak deed me een beetje denken aan Paira Daisa waar elk werelddeel van het dierenpark ook in een passende context wordt gegoten (maar dan zonder matching outfit voor het personeel).
Een overzichtje van de zaken die wij bezochten:
Le Secret de la Lance vindt plaats voor de overblijfselen van een middeleeuws kasteel. Het verhaal gaat over een jonge herderin die alleen de hoofdtoren moet verdedigen tegen Engelse ridders, met de hulp van een lans met bovennatuurlijke krachten.
Het historische kader is zeker niet 100% correct maar de sfeer zit wel goed. Ik had gelezen dat er heel wat voormalige artiesten van Cirque du Soleil in dit park werken en dat wordt wel duidelijk wanneer o.a. de ruiters op het toneel verschijnen. Er wordt gesprongen en gedraaid dat het een lieve lust is. Ook met het decor wordt gewerkt: muren die verdwijnen en verschijnen (best indrukwekkende mechanische constructies), rook en vuurwerk, … we kijken onze ogen uit! De verhaallijn is beperkt en wordt enkel in het Frans gebracht, er zijn allusies naar Jeanne d’Arc maar zelfs voor wie niet begrijpt wat er verteld wordt, is het spektakel indrukwekkend en kan je de algemene verhaallijn wel min of meer volgen.
Le Grand Carillon is een kort optreden rond een achttiende-eeuwse klokkentoren, die 16 meter hoog is en 70 klokken telt. De toren ligt in een mooi dorpje met o.a. een huisje van een apotheker inclusief aangrenzende tuin waarin kruiden en planten groeien die toen gebruikt werden voor geneeskundige doeleinden, een lederwarenwinkeltje (waar ik me zowaar liet verlijden tot een kleine aankoop), een publieke wasplaats, enkele oude boerderijdierenrassen (waaronder een ezel die van ver bijna op een Galloway lijkt)…
Terwijl een jongedame het beste van zichzelf geeft op een carillon, duikelen enkele mannen langs touwen naar beneden en omhoog om extra klokken te luiden en vlaggen uit te hangen. Bekende muziekstukken uit verschillende momenten van de geschiedenis worden gespeeld, de kunst is uiteraard ze te herkennen 😉
Het verhaal van Les Chevaliers de la Table Ronde speelt zich af rond een waterburcht en brengt, uiteraard, kort het verhaal van de Ridders van de Ronde Tafel en koning Arthur. We zien Merlijn die een aantal tovertrucs uithaalt, Arthur die het zwaard uit de rots trekt, een slechte fee/heks en een goede zeemeermin, en andermaal een spectaculair stukje mechanica waarbij niet allen de ronde tafel maar zelfs een paard en ruiter uit het water verschijnen…
Vervolgens wandelen we richting amfitheater, voor de voorstelling Le Signe du Triomphe, waar Maya (en wij ook) toch wel het meest naar uitkeken. De show gaat door in een replica van een amfitheater dat 115 meter lang en 75 meter breed is. Het creëert de Gallische sfeer tijdens de Romeinse tijd. Het verhaal speelt zich af ten tijde van keizer Diocletianus, toen er grote onrust was in het Romeinse rijk.
De voorstelling brengt veel inhoud op korte tijd (ook al is ze met 40 minuten de langste op ons programma) zeker wanneer je toch iets weet van de Romeinse periode. We kijken onze ogen uit van bij de start: nog nooit zag ik een troep ganzen zo mooi in de pas lopen in een parade 😉
De verschillende types gladiatoren zijn heel herkenbaar, de gevechten uiteraard nep maar zo doen erg hun best om het er zo realistisch mogelijk te laten uitzien (zo nu en dan zien we (nep)bloed rondvliegen).
Ik was toch wel onder de indruk van de paardenrennen: 4 vierspannen racen verschillende rondjes in de arena en er gebeuren ook – uiteraard geënsceneerd maar goed gedaan – enkele ongevallen: een wiel breekt af bij één van de spannen, een ander span rijdt over een boomstam en breekt, … het moet in de tijd van de Romeinen toch wel wat geweest zijn die spelen.
Maya hield wel vooral de paarden in de gaten om te zien hoe die liepen (ik kreeg uitleg over galop en contragalop en de noodzaak hiervan om ervoor te zorgen dat alle dieren in het span ‘op dezelfde lijn’ blijven lopen want die in de binnencirkel heeft een kortere afstand te lopen dan die in de buitencirkel).
Verrassend moment wanneer er een extra metalen bescherming wordt uitgestoken rondom de tribunes en er effectief wilde dieren verschijnen in de arena. De witte leeuw is bijzonder (ook al is hij vooral lui en geeuwt hij ipv te grollen wanneer hij op de kooi met de krijgsgevangenen springt maar het beeld klopt wel), ook enkele leeuwinnen verschijnen op de scene en moeten de krijgsgevangenen bedreigen (al zijn ze vooral een beetje loom door de warmte).
Na de indrukwekkende voorstelling van de (Gallo)romeinen trekken we naar het kamp van de Vikings. Deze voorstelling speelt zich af in een gereconstrueerde 1000 jaar oude vesting die door een Vikingboot wordt aangevallen.
Andermaal kijken we onze ogen uit. Er valt weer heel wat te beleven en opnieuw zijn er verschillende dieren van de partij: paarden, honden, superschattige varkentjes, zelfs enkele roofvogels … en sommige doen behoorlijke verrassende dingen (ik mag niet alles verklappen natuurlijk 😉 )
De invasie van de drakkars is spectaculair: eentje komt er naar beneden glijden (van achter/langs het publiek), de tweede boot ‘ontplooit zich’ en stijgt letterlijk op uit het water. Er blijken zowaar levende soldaten op te staan (die hun adem toch wel lang moeten kunnen inhouden of stiekem ergens een zuurstofflesje onder hun kledij zitten hebben).
Omdat het mooi in ons schema paste, besluiten we ook naar Le Bal des Oiseaux Fantômes te gaan, een roofvogelshow in de ruïnes van een oud kasteel. Ik verwachtte me aan een voorstelling zoals ze die ook in Paira Daisa geven maar hier was er duidelijk meer ruimte voor een sprookjesachtig verhaal en beschikken ze bovendien over nog meer dieren om in de show op te voeren. Letterlijk tientallen roofvogels stijgen op uit de ruïnes en vliegen laag over de hoofden van de bezoekers. In totaal komen er ongeveer 100 roofvogels voor in deze show.
En passant pikten we ook nog de korte voorstel Les Grandes Eaux mee, een fonteinshow, vergelijkbaar met die van het kasteel van Versailles. De afsluitende (laat)avondvoorstelling op het water, een combinatie van fonteinen, muziek en licht deden we uiteindelijk niet meer omdat we dan toch met een ‘gat’ in ons programma zaten, er na de stralende zomerdag wat regenwolkjes kwamen opzetten en we de volgende dag tijdig en uitgerust wilden vertrekken richting Dordogne.
Vinden wij dit park een aanrader? Ja, echt wel!
Ik had een beetje schrik voor te drukke toestanden, het park kan immers echt heel veel volk ontvangen maar door corona was het er toch minder druk en konden we eigenlijk vrij goed afstand houden (zelfs toen we in de wachtrijen stonden ), de mondmaskerrichtlijnen (verplicht tijdens de voorstellingen, wenselijk algemeen in het park) werden doorgaans goed opgevolgd en overal stond ontsmettingszuilen.
Zelf ook zin gekregen om eens een bezoekje te brengen aan het park? Alle info lees je op https://www.puydufou.com/nl
En nog een weetje om af te sluiten: Puy du Fou heeft een samenwerking lopen met de Efteling voor de show Ravelijn. Wie die show al zag, kan zich zo een beetje voorstellen hoe het er aan toe gaat in het Franse park.