Category Archives: Cultuur

Assepoester

Vorig jaar schreef ik al eens een blogpost over Het Geluidshuis en de vele toffe audioverhalen die zij maken. We zijn al jaren fan, alle heerlijke hoorspelen hebben hier een ereplaats in Maya’s boekenkast en worden nog steeds (her)beluisterd. Batavia, de podcast voor volwassenen, was in 2023 een heerlijke ontdekking voor mezelf. Ik vond het zalig om gedurende zes weken uit te kijken naar de volgende afleveringen (en neen, ik wilde niet binge-luisteren, het wachten maakte deel uit van het genieten van elke nieuwe aflevering).

Intussen lanceerde Het Geluidshuis ook reeksen voor de jongste oortjes met o.a. Kabouter Korsakov en de herwerking van een aantal klassieke en wereldberoemde sprookjes (Er-waren-eensjes-reeks). Groot was onze verrassing én het enthousiasme (ja, ook bijna 19-jarigen durven al eens stuiteren van plezier wanneer er een pakje van Het Geluidshuis afgeleverd wordt) toen we een kersvers exemplaar van Assepoester in ontvangst mochten nemen. We genoten van de ‘unboxing’ zoals dat tegenwoordig heet. Hoe mooi kan je het inpakpapier laten passen bij de inhoud, toch?

We scanden al eens de QR-code en ontdekten de kei-coole soundboard die je kan gebruiken wanneer je zelf het verhaal gaat voorlezen. Tussen de tekst staan kleine symbolen die aangeven wanneer er een geluidje in de app beschikbaar is om je verhaal extra kleur te geven. Superleuk gevonden vind ik dat en wellicht ideaal om sommige kindjes net iets meer bij het verhaal te houden 😉

Wie niet zo sterk is in voorlezen moet echter geen schrik hebben, wel integendeel. Bij het boekje zit nog steeds een cd en daarop leent de onovertroffen Warre Borgmans zijn zalige voorleesstem uit om de kleine en grotere oortjes te verwennen met een verhaal.
Gezien het erg drukke werk- en studeerschema zowel bij Maya als bij mezelf, stelden we het luisteren uit tot het weekendontbijt. Het perfecte moment om even helemaal te ontspannen en te genieten voor we aan de slag zouden gaan met studeren en andere taken op onze uitgebreide to do-lijst 🙂

En genieten, dat deden we. Het klassieke verhaal kreeg een aantal leuke aanpassingen, signatuur van Het Geluidshuis. Een fijne portie humor, wat gelaagdheid hier en daar die ook de oudere luisteraars een extra (glim)lach ontlokt zonder dat het de kleintjes zou storen. De genderswap van de toverfee, de gouvis met zijn korte geheugen, … Ja, we hebben gelachen aan de ontbijttafel.

De scenaristen van Het Geluidshuis zorgen er ook hier weer voor dat je als volwassene echt wel minstens even hard kan genieten van het verhaal. Assepoester is een heel grappig en vrolijk verhaal geworden vol knipogen, perfect om voor te lezen of te beluisteren.
Ik denk dat het duidelijk is dat wij alvast fan zijn, en dat ook dit boekje een plek krijgt in Maya haar favoriete boekenrij 🙂

Alle praktische info over dit en alle andere verhalen van het Geluidshuis vind je op hun website: geluidshuis.be

Lichtfestival Gent 2024

Al van bij het begin ging ik naar het Lichtfestival in Gent. De eerste editie bezocht ik door omstandigheden enkel samen met een kleine Maya. Ik moest haar in mijn nek zetten zodat ze de projecties kon zien op de muren want de mensen om haar heen verhinderden haar uitzicht. In de tram was het nogal benauwend, zo volgepropt met mensen in dikke jassen dus deden we ondanks de kou een flinke wandeling te voet. Ze heeft er nog altijd herinneringen aan en elke editie kwamen er nieuwe herinneringen bij.

Dit jaar was het nog even spannend, het festival viel immers op het einde van haar eerste examenperiode aan de UGent. Gelukkig viel het laatste examen op de startdag van het festival en dus konden we samen op stap. Het werd andermaal een flinke wandeling, want we parkeerden aan het Sint-Pietersstation, liepen naar het startpunt onder de stadshal, volgden de route van 7.2 km en dan moesten we uiteraard nog terugwandelen naar onze wagen, goed voor meer dan 20.000 stappen.

Door het boerenprotest diezelfde dag in Gent was er wellicht net iets minder volk die avond en dat maakte het voor ons eens zo aangenaam, want we konden overal vlot door.

Een bloemlezing van een deel van de kunstwerken.

Op een 3 meter hoog metalen masker projecteert kunstenaar Radu Ignat allerlei animaties. Het gezicht verandert van kenmerken, vorm en textuur. Soms lijkt het werk wel een hologram, dan weer zie je heel goed de structuur waarop geprojecteerd wordt. Best bijzonder, en heel grappig hoe zowel Maya als haar vriendin (student geneeskunde) meteen reageren op het beeld dat het dichtst de spieren in het gelaat lijkt te benaderen.

 Het standbeeld van Jacob Van Artevelde waakt over de Vrijdagmarkt en is echt wel een baken in de stad. Voor het festival zette studio FAH een bol (of is het een zeepbel of een energieveld?) over het beeld. De bedoeling om Jacob te bedekken onder een laagje sneeuw slaagde niet helemaal. Een beetje jammer, maar ook zonder het echte sneeuwbaleffect werd het toch een eyecatcher.

 “In het dagelijks leven kun je meestal niet gemakkelijk van kant wisselen, maar tijdens het Lichtfestival gaat dat in een paar stappen. Met deze installatie Portal geeft de Oostenrijkse kunstenaar Alfredo Barsuglia bezoekers de kans om fysieke en mentale verandering te ervaren.” Zo vertelt toch de tekst bij het kunstwerk. Wij zagen er vooral een verwijzing in naar een regenboog en genderdiversiteit. Leuk, maar hebben nu niet meteen een fysieke of mentale verandering ervaren.

L’heure bleu, het blauwe uur… De tijd tussen dag en nacht verschijnt vaak aan ons als het uur van dromen en vrijheid. Claudia Reh nodigt de bezoeker uit om het spectrum van grenzen tussen het zichtbare en onzichtbare opnieuw grafisch te verkennen in een analoge lichtinstallatie.
Het eerste deel van de Sleepstraat was gedompeld in een blauw licht, in het tweede deel stonden een hele reeks klassieke overheadprojectoren (die ikzelf nog in de klas heb weten gebruikt worden en die wij vroeger ook nog op kantoor staan hadden voor toelichtingen, waar is de tijd) die tekeningen en kunstwerken op de muren projecteerden. Vooral de bewegende kunstwerken – verf en losse elementjes in een doorschijnend bakje water op die lichtbakken – zorgden voor een mooi extra element. Leuk om zien hoe ouders aan hun (jonge) kinderen uitlegden hoe die toestellen werken. Het zorgde voor extra gezelligheid en ook een beetje nostalgie hier.

 

Reskate is een artistiek collectief gevormd door María López en Javier de Riba, beeldende kunstenaars uit respectievelijk Baskenland en Barcelona. Het werk met lichtgevende verf belicht donkere stadsplekken. Ik was niet helemaal zeker of dit werk nu deel uitmaakte van het officieel programma of niet (en ik was niet alleen), maar gelukkig was er het plannetje met uitleg. Al maakte het voor mij op zich niet uit, de wandeling was een extra uitnodiging om de stad te ontdekken na het invallen van de duisternis.

De rode bol, Tierra, verspreidt een helderrode warme gloed, een verwijzing naar de klimaatcrisis en de opwarming van de aarde. De Spaanse kunstenaar SpY nodigt iedereen uit om na te denken over de uitdagingen waar we allemaal voor staan en de kleine stappen die we individueel en collectief kunnen nemen.
Het kunstwerk liep helaas schade op van de wind en zou niet worden hersteld. Als alternatief verscheen de typische Gentse boodschap Nie Neute, niet Pleuje op een lichtbord.

 

De kostbaarheid van schaars water inspireerde de Tsjechische kunstenaar Benedikt Tolar. Hij maakte een reusachtige, lichtgevende sculptuur van gerecycleerde badkuipen. Vana betekent badkuip in het Tsjechisch.
Leuk gevonden en een plek waar heel wat foto’s gemaakt werden van bezoekers die even in één van de badkuipen gingen staan als waren ze een sculptuur in een alkoof 🙂
 De havenkranen aan Dok staan er nu werkloos bij, maar vormden ooit het kloppend hart van de Gentse haven. Fisheye laat deze kranen herleven in flitsend licht.
In combinatie met de rode bol en de vele andere lichtjes aan de dokken sowieso een heel mooi zicht om even bij stil te staan en van te genieten. De minder mooie kantjes van deze buurt vallen ook veel minder op in de duisternis.

De installatie van Sedemminut begint als een ontspannen wandeling die subtiel verandert in een loopje. Uiteindelijk versnelt alles tot een sprint met de snelheid van het licht. Het motto van het kunstwerk: voor vrede, voor vrijheid, voor kunst.
Niet evident om vlot op beeld vast te leggen, wel heel leuk gedaan. Wie niet oplette, ontdekte het kunstwerk pas na enige tijd.

 Het project van de studenten Audio Visual Design is een viering van de verbeelding en creativiteit van de jonge geesten die de toekomst vorm zullen geven.
Het was een combinatie van vrolijke, bizarre, soms bevreemdende beelden, boeiend genoeg om even bij stil te staan en te bekijken.

‘Evanescent’ vindt zijn inspiratie in de Covid-pandemie. Het werk van Atelier Sisu wil het gevoel van vergankelijke schoonheid en waardering voor het leven in het moment vastleggen, zoals dat van een zeepbel.
Een installatie die je niet kon missen, kleurrijk en groot. Aangezien ik een fan ben van zeepbellen kon het werk me zeker bekoren 🙂

‘Firefly Field’ van Studio Toer laat je vol verwondering kijken naar vuurvliegjes in het park. De nachtdiertjes gloeien, flitsen en zweven boven de grond. Samen creëren ze een dynamisch lichtspel dat de nieuwsgierigheid en het ontzag van de bezoekers prikkelt.

Ik maakte ook nog een compilatievideo van deze en enkele andere installaties tijdens onze wandeling.

 

Boeken in 2023

Ik lees graag, maar (veel) minder dan ik zou willen. Ik lees ook het liefst in de zomer, buiten in het zonnetje. Toen ik zag dat Maya haar boekenlijstje bijhield in Goodreads, besloot ik om dat toch ook eens te doen, gewoon voor mezelf. Ik stelde me een niet al te hoog doel van één boek per maand, geen zin om me voor het lezen veel druk op te leggen 😉

Toen ik deze maand mijn jaaroverzicht ontving, was ik niet ontevreden. Iets meer boeken dan het gestelde doel en toch een mooi aantal bladzijden.

De twee grootste categorieën: young adult literature en spannende boeken. In de eerste categorie las ik een aantal boeken die Maya ook voor school moest lezen zoals Gisterland  van Imme Dros en Hamnet van Maggie O’Farrel beide heel knap geschreven en graag gelezen. Ook de 8 bergen stond op haar boekenlijst voor school. Zij vond het behoorlijk saai, ik vond het wel erg traag (niet slecht, maar zeker geen favoriet ondanks alle lovende reviews). Verder las ik ook nog een drietal boeken uit haar boekenkast waarvan ze niet wist of ze die zou lezen (of ik ze niet even eerst kon lezen en inschatten of ze de boeken leuk zou vinden). Ik vond ze niet slecht, maar nu niet meteen de boeken die ik haar zou aanraden (ze is niet snel overtuigd van een boek en ze heeft nog heel wat andere exemplaren liggen waar ze meer van zal genieten).

De spannende boeken kwamen grotendeels uit de ruilboekenkast, Theater van Jan Smets, kwam dan weer uit de boekenkast van mijn vader en was leuk omdat het verhaal zich in Gent en Latem afspeelt. Bij Het geheugenspel van Nicci French had ik vaag het gevoel dat het verhaal me niet helemaal onbekend leek, na enige tijd viel mijn euro dat ik het vroeger al in de Engelstalige versie had gelezen. Ik heb het toch maar uitgelezen, ook al herinnerde ik mij het einde terug voor ik het boek uit had.
Dé ontdekking van 2023 was echter Labyrinth van Kate Mosse, een prachtig boek en de perfecte smaakmaker voor onze reis naar Carcassonne en omgeving afgelopen zomer. Intussen ligt er al een ander exemplaar van Kate Mosse klaar om gelezen te worden, eentje dat zich ook afspeelt in Carcassonne en dat ik mezelf cadeau deed in de boekenwinkel 😉

Er staan ook 2 ‘speciallekes’ in de lijst: Aangespoeld is een boek dat ik kreeg via een wedstrijd. Nooit gedacht dat ik bij het lezen van dit boek zo vaak ging (glim)lachen en zo graag stukjes inhoud ging willen delen. Echt een aanrader voor wie graag iets bijleert over de natuur en zoveel meer.
Gender Swapped Fairy Tales was dan weer een boeksuggestie die Maya deed aan haar meter die met plezier een exemplaar cadeau gaf (en er meteen ook de Gender Swapped Greek Myths bij stak). Het concept is heel eenvoudig: het originele verhaal blijft behouden maar alle geslachten worden gewisseld. Het is fascinerend om het effect van die ingreep vast te stellen, heel verrassend en verfrissend en zeker de moeite om eens te lezen (en over na te denken hoe zeer wij soms onbewust vasthangen in patronen en gewoonten).

Wat 2024 gaat brengen op boekenvlak weet ik nog niet. Geen literatuurlijsten meer van Maya waarop ik mij zal inspireren, altijd afwachten wat de vondsten in de boekenruilkast(en) zullen zijn, misschien nog eens wat boeken opnieuw lezen die al in onze kast staan, sowieso enkele boeken kopen (al was het maar omdat er boekenbonnen liggen die we uiteraard gaan gebruiken), … Zal het weer uitnodigen tot veel leesmomentjes in de zon of zullen er andere zaken zijn die veel van mijn tijd vragen… We zien wel, het voordeel is dat er op boekenvlak niets moet en alles kan 🙂

Alvast aan iedereen een fijn boekenjaar gewenst!

Aangespoeld

Eerder dit jaar won ik via een wedstrijd van Living by the Sea het boek Aangespoeld, over schelpen, fossielen en parende pokken. Een werk van Stefaan Wera en Koen Fraussen.

Koen Fraussen is een internationaal erkend specialist van weekdieren en gepassioneerd schelpenverzamelaar. Als determinatiespecialist is hij o.a. verbonden aan het ‘Muséum national d’Histoire naturelle’ te Parijs en auteur van verschillende wetenschappelijke werken. Stefaan Wera is bioloog. Hij schreef verschillende bijdragen voor populairwetenschappelijke tijdschriften.

Aangespoeld vertelt over de strandvondsten die je als wandelaar aan onze kust kan aantreffen. De auteurs laten echter zien dat niets is wat het lijkt. Elke vondst vormt het startpunt voor een tocht langs biologie, geschiedenis, cultuur en gastronomie. Foto’s van de strandvondsten worden getoond naast onderwaterfoto’s van het levende dier in zijn natuurlijke habitat.

Voor Heidi was het een boek dat haar als duiker extra kon bekoren. Die connectie heb ik niet, maar toch sprak het boek me aan en het was inderdaad heerlijk om te lezen. Ik had nooit verwacht dat ik bij een boek dat vertrekt vanuit de biologie zoveel andere dingen zou bijleren en zo vaak zou (glim)lachen. De auteurs schrijven op zo’n aanstekelijke en vermakelijke manier, dat je bijna niet anders kan dan enthousiast weetjes en kennis gaan delen met mensen die op dat moment in je buurt zijn, of zo was het in geval toch bij mij 😉

Met titeltjes als oesterpest & oorlogskost, geef me de vijf (over het zeeboontje), Flinstones uit Zuid-Korea (over manteldieren), een addertje onder het zand (over die heel vervelende pieterman), Engeltjes met tanden (over de boormossel), levensreddende leegloper (over de zeepier) en zoveel meer, word je getriggerd om verder te lezen. De uitleg over het zeewezen(tje) in kwestie is verhelderend en heel volledig. Je leert altijd weer iets bij en dat is niet enkel op biologisch vlak en net dat maakte het voor mij uitermate boeiend en uitnodigend om verder te lezen.

De hoofdstukjes laten zich lezen als verschillende gerechtjes uit een menu, je leest er enkele na elkaar of enkel ééntje, alles kan. En wie zich verder wil verdiepen in één of andere soort, krijgt er meteen een reeks verwijzingen bij naar wetenschappelijke artikels of websites (maar evengoed naar een reportage op schooltv).

Heb je nog een origineel eindejaarsgeschenk nodig? Dan zou ik dit boek zeker durven tippen als een kanshebber.

Aangespoeld. over schelpen, fossielen en parende pokken | Stefaan Wera en Koen Fraussen | ISBN 978 946 471 000 7 | Paperback | 216 pagina’s | verkoopprijs € 24,90 | Verscheen 17 maart 2023 bij Sterck & De Vreese.

Het Geluidshuis

Wij zijn hier al jaren fan van Het Geluidshuis. Hun luister-CD’s zijn een zaligheid voor jong én oud(er), de humor is heel vaak gelaagd.

Jaarlijks kijkt Maya uit naar een nieuwe uitgave van weer een volgend Heerlijk Hoorspel en ze heeft ze allemaal (haar leeftijd +1) op de kast staan. Tot voor kort kwam de nieuwe versie ook uit in de periode van haar verjaardag en dus lag één van de geschenkjes voor de hand 😉 Ook al werd de lanceringsdatum nu verschoven naar de zomer, het blijft nog steeds een item op haar wishlist. Ze kent ook hele stukken dialoog uit het hoofd en haalde verschillende weetjes uit de verhalen.

Ongetwijfeld hilarisch (en jammer dat ik er niet bij was om het mee te maken) was het moment in het humaniora toen de wiskundeleerkracht de vraag stelde aan de klas wie er meer dan 2 cijfers na de komma kende van het getal Pi. Bleek dat ze met 2 fans van het Geluidshuis in de klas zaten die spontaan de bewuste passage uit het lied van Tiebeert (verhaal van de Vos Reinaert) begonnen te zingen waarbij ze een heel indrukwekkende reeks cijfers na de komma wisten op te sommen.

De luister-CD’s worden standaard elke zomer opnieuw opgelegd en er mogen er ook altijd enkele mee op zomervakantie om de reistijd in de wagen te vullen.

Wist je trouwens dat Het Geluidshuis ook al enkele audioverhalen maakte voor musea. Zo is er o.a. het hoorspel Margaretha’s buren, dat je gratis kan downloaden en kan beluisteren tijdens een bezoek aan het Mechelse museum Hof van Busleyden (of ervoor/erna) en maakten ze recent ook een gratis hoorspel over Dieric Bouts in het kader van een internationale tentoonstelling die in het M-museum in Leuven loopt sinds oktober 2023.

En nog recenter was er de release van Batavia, een historische true crime podcast voor volwassenen. Een productie van het Geluidshuis in samenwerking met Humo, het AD en het VAF.
In 12 spannende afleveringen ga je als luisteraar mee op een lange, gruwelijke reis. Batavia vertelt het waargebeurde verhaal van de gruwelijkste scheepsreis uit de geschiedenis. Ik volgde 6 weken lang en genoot elk weekend van telkens 2 afleveringen terwijl ik ondertussen meestal in de keuken bezig was. Intussen staan alle afleveringen online en kan je ze in één keer beluisteren (binge listening is dat een woord?), maar eigenlijk was het wel fijn om een aantal weken na elkaar uit te kijken naar nieuwe afleveringen en vol spanning af te wachten wat er zou gebeuren (soms best wel gruwelijke dingen, niet voor jonge oortjes bestemd, maar het is dan ook 16+). De stem van Jan Decleir als het schip Batavia, die de rol van verteller opneemt, is heerlijk. De kleine teaserfilmpjes waarbij je een korte inkijk kreeg in de audiostudio een zalige aanvulling. 

Er zijn trouwens nog verschillende audiofilms (mooi woord vind ik) voor volwassenen, daarin moet ik zelf ook nog eens verder op ontdekking. Tot nu toe luisterden we hier vooral naar de Heerlijke hoorspellen.

Ik ben ervan overtuigd dat dergelijke verhalen maken vaak (heel) hard werken is, maar dat er tegelijk tijdens de productie ook heel wat afgelachen wordt. Afgaande op de vele namen die vaak terugkeren, durf ik vermoeden dat de meeste stemmenacteurs het een hele fijne opdracht vinden om hieraan mee te werken.

Ook voor de allerkleinsten heeft Het Geluidshuis intussen de verhaaltjes van kabouter Korsakov, Piep Fladdermuis en sprookjesklassiekers herverteld in de reeks Er-waren-Eensjes en dan is er ook nog Wetenschapje een podcastreeks voor jonge luisteraars met vragen over de meest uiteenlopende zaken. En dan had ik het nog niet over de Speciallekes: met o.a. een verhaal over het Gravensteen of de Bokkenrijders die hier ook in de kast staan en zeer de moeite waard zijn.

Nog nooit iets gehoord van Het Geluidshuis? Zeker eens gaan luisteren!  Er is keuze zat. Op geregelde tijdstippen kan je bepaalde verhalen zelfs tijdelijk gratis beluisteren in de Geluidskluis.
Wil je graag je eigen setje verhalen op de kast staan hebben? Je vindt ze allemaal op www.geluidshuisuitgeverij.com

Tours

Het is intussen een traditie geworden dat we bij onze terugkeer uit Zuid-Frankrijk een tussenstop houden in de Loirestreek, kwestie van de reisafstand en -tijd wat binnen de perken te houden. Deze keer logeerden we in Tours vlak bij het station (mooi gebouw, zeker ook de moeite om even rond te kijken, buiten en binnen) en zouden een bezoek brengen aan Villandry.

Tours is tegenwoordig de hoofdstad van Touraine, maar was in de 15e en 16e eeuw de hoofdstad van het koninkrijk van Frankrijk. In de stad zijn vele sporen bewaard gebleven van dit verleden. We kwamen er aan in de late zondagnamiddag, nog net op tijd om even binnen te springen bij de toeristische dienst en vervolgens met een plannetje op verkenning te gaan.

We wandelden eerst richting het belangrijkste monument van de stad, de kathedraal van Sint-Gatianus. Deze is in gotische stijl, met een rijkelijk gedecoreerde laatgotische gevel en mooie glas-in-loodramen uit de 13e, 14e en 15e eeuw.

We liepen ook even rond in de aanpalende straten en zo richting de Loire en het kasteel van Tours. Daar bleek een betalend muziekfestival bezig (wat meteen het vele volk van werkelijk alle slag verklaarde dat in de buurt rondliep en toestroomde), niet meteen ons ding en bovendien veel te druk, dus gingen we de andere richting uit.

We liepen naar het hedendaagse centrum met een brede winkelstraat (maar zondag dus alles gesloten) en een heel moderne tram die kwam aangereden.

Op zoek naar een plek om iets te eten, gingen we richting Place Plumereau. Het plein vormt zowat het bruisende middelpunt van Tours: autovrij, omzoomd met vakwerkhuizen en stadspaleizen, en vol restaurants en cafés. Ons kon het echter niet meteen bekoren. Wanneer je je blik naar boven richtte, dan was het zicht best mooi, maar de gelijkvloerse verdieping van zowat elk pand was omgevormd tot een café, bar, snackbar, fastfoodtent of andere en voor de deur stonden stoelen, tafeltjes en parasols vol toeristen (waarvan er best veel zaten te roken). Het voelde nogal rommelig en chaotisch aan.

Geen van ons was enthousiast en dus zochten we toch nog wat verder. Uiteindelijk vonden we een fijne eetplek (Boll N Roll) waar we heel lekker aten voor weinig geld en in alle rust konden genieten van onze maaltijd.

Er zijn best mooie dingen te zien in Tours, maar op de een of andere manier sprak de stad ons toch niet 100% aan en hebben we ons op heel wat andere plekken in Frankrijk en in de Loirestreek al meer ‘thuis’ gevoeld. Maar misschien moeten we het gewoon bij gelegenheid nog eens een tweede kans geven 😉

Bézier

Béziers is een van de oudste steden van Frankrijk, gelegen tussen Montpellier en Narbonne in. Wanneer je Béziers bereikt, dan vallen twee dingen op: de brug en het kasteel bovenop de heuvel. Het kasteel is eigenlijk een kathedraal. Met een prominente plek op een heuvel is Cathédrale Saint-Nazaire et Saint-Celse het symbool geworden voor Béziers.
De Via Domitia, waarover ik het eerder al had, liep van oost naar west door de stad. Via een Romeinse boogbrug, de Pont Vieux, was er een oversteek over de rivier de Orb. Uit die tijd resten ook nog ruïnes van een Romeinse arena, l’amfithéâtre du pont vieux. De stad zelf bereik je via de Pont neuf.

Béziers heeft een rijke geschiedenis. De stad lag zoals gezegd aan de Via Domitia, de Romeinse weg die de Provence met het Iberisch schiereiland verbond. De grond in de nabije omgeving van de stad bleek erg geschikt voor wijnbouw.
Later in de geschiedenis kreeg de stad te maken met de kruistocht tegen de Katharen. De stad was een van de bolwerken van de Katharen, die door de katholieke kerk als ketters werden gezien. Op 21 juli 1209 bereikte het leger van de kruisvaarders de stadspoort van Béziers. De katholieke inwoners van de stad kregen een ultimatum voorgelegd. Zij moesten de Katharen uitleveren aan de kruisvaarders of zij moesten de stad verlaten voordat de belegering zou beginnen. De katholieke inwoners van Béziers schaarden zich echter achter de Kathaarse inwoners van de stad. Een dag later, op 22 juli 1209, werd de stad geplunderd en integraal uitgemoord door het leger van de kruisvaarders. Niemand werd gespaard. Zelfs niet de katholieke priesters die toevlucht zochten in de kerk. Deze slachtpartij is een zwarte bladzijde in de geschiedenis van de stad. Een deel van deze geschiedenis komt terug tot leven in het mooie boek Het verloren labyrint van Kate Mosse dat ik kort voor onze reis las.

Wij parkeerden ons aan de rand van de stad (de beste plek trouwens, want het centrum van de stad is niet zo gemakkelijk met de wagen te bereiken) en kregen zo meteen een mooi zicht op Bézier.

De oude stad ligt in de hoogte en dus moet je even klimmen om er te geraken. Dat kan op verschillende manieren, wij nemen de passerelle de Pierre de Bonsi en wandelen zo tussen het groen naar boven (je kan daar trouwens ook een stuk de lift nemen). De wandeling via de passerelle geeft je al meteen een mooi uitzicht over de omgeving.

Op de binnenkoer van een hotel staat een kunstwerk met een duidelijke filmreferentie (voor filmliefhebbers van het genre dan toch, want mij zei het niet meteen iets 😉 )

We liepen even binnen in de Cathédrale Saint-Nazaire en ik besloot ook de toren te beklimmen voor een blik van bovenaf. Voor mij lukte een buitenrondgang nog wel (de balustrade was hoog en stevig en ik heb een eerder lichte vorm van hoogtevrees, Maya besloot aan de binnenkant van de deur te wachten en nummer 3 bleef gewoon beneden).
De kathedraal is best bijzonder en tot ver buiten de stad te zien, een mooi voorbeeld van Gotische architectuur.

Aan de achterkant van de kathedraal vind je een klein plein: Place de la Révolution met een fontein en een gezellig terras en een beeld dat verwijst naar de opstand die hier ooit plaats vond in 1851.
De stad bestaat uit een hele reeks van gezellige straatjes en pleintjes, leuke straatdecoratie en street art, uiteraard kan ook een foodhal niet ontbreken. We genieten volop en laten ons verrassen door de vele mooie plekjes.

Les Allées Paul-Riquet is een ruime promenade die verschillende delen van de stad met elkaar verbindt. Ze is vernoemd naar de persoon die het Canal du Midi heeft aangelegd. Je vindt er heel wat terrassen en met wat geluk kan je er nog een leuk stuk brocante op de kop tikken ook 😉

 

Bézier is een prachtig stadje waar van alles te zien is, en waar je vooral rond moet lopen. Geen lijst met must visits, maar gewoon wandelen in smalle straatjes, langs mooie pleinen en verschillende uitzichtpunten op de omgeving. Een echte aanrader!

 

 

 

Perpignan – deel 2

Nadat we al heel wat moois gezien hadden op onze wandeling door Perpignan (zie vorige blogpost), mochten we nog enkele bijzondere gebouwen ontdekken en bezoeken.

Hôtel Pams, een 19e-eeuws herenhuis in de binnenstad, is nog zo’n pareltje. Het werd gebouwd tussen 1852 en 1872 door Pierre Bardou, de oprichter van een sigarettenpapierfabriek. Enkele jaren later besloot de familie Bardou het gebouw om te toveren tot een elegant herenhuis en een ontmoetingsplek voor de elite van Perpignan.
Het gebouw op zich oogt misschien wat sober aan de buitenkant, maar eens binnen word je behoorlijk van je sokken geblazen door de luxueuze binnentuin en de kamers met het extravagant interieur. Het geeft je een mooi beeld van de artistieke smaak van de rijke bourgeois aan het begin van de 20e eeuw en hoe men leefde.

We wandelden verder naar het hoger gelegen deel van de stad waar het Palais des Rois de Majorque ligt. Dit indrukwekkende gebouw dateert uit de 13e eeuw wanneer Perpignan nog de hoofdstad was van het Koninkrijk Mallorca. Het werd hoog op een heuvel gebouwd in de stad door Koning James II van Mallorca en diende als verdediging van de stad.
Vandaag kan je het paleis in gotische stijl met hier en daar Catalaanse elementen, nog steeds bezoeken. Een groot deel van de ruimtes staan leeg, maar er zijn enkele mooie kapellen en het geheel is zeker de moeite waard en zet je aan het dromen over hoe die koninklijke feesten hier vroeger zouden geweest zijn.

Uiteraard heb je ook een prachtig uitzicht over Perpignan en de omgeving. Zo kan je bij helder weer zelfs de mythische berg Canigou in de verte zien liggen.
Deze hoge bergtop heeft een symbolische betekenis voor het Catalaanse volk. Op de top staat een kruis waarop regelmatig een Catalaanse vlag wordt gehangen en elk jaar op 23 juni is er een bijzondere ceremonie waarbij de een brandende toorts vanuit Perpignan naar het kruis en de vlag wordt gebracht en in de omgeving verschillende vreugdevuren worden aangestoken om de Catalaanse cultuur en identiteit te vieren.

Onze daguitstap naar het zuiderse Perpignan was zeker de moeite waard, de herenhuizen waren uitermate knap en algemeen valt er op architecturaal vlak heel wat te ontdekken in deze stad.

 

Perpignan – deel 1

Een andere stad die we zeker wilden bezoeken tijdens onze vakantie in de regio was Perpignan.

Het is een plek die toch een andere sfeer uitstraalt dan de meest Zuid-Franse steden. Je proeft er duidelijk de Catalaanse invloed. Naast Frans wordt er in de stad ook Catalaans gesproken en de straatnaamborden zijn bv in beide talen opgesteld. In 2008 was Perpignan ook de hoofdstad van de Catalaanse cultuur.
We parkeerden ons aan de rand van het centrum en trokken een dagje op wandeling in deze kleurrijke stad.

Wat opvalt, is de kleur in de stad. Bij onze aankomst springt het bijzondere theatergebouw meteen in het oog en even later komen we aan de rode stadspoort, Le Castillet.

De 14e-eeuwse stadspoort maakt deel uit van de stadsmuren die Perpignan vroeger omringden; in de 16de eeuw werden ze nog verder uitgebreid om de verdediging van de stad te versterken.

De kathedraal van Saint-Jean-Baptiste is een van de mooiste kerken in de stad. Deze rooms-katholieke kerk werd gebouwd rond de 14e eeuw in Catalaanse gotische stijl. De opvallende gietijzeren klokkentoren is typisch voor deze streek.

Ook hier vind je een markthal waar je iets kan eten of verse producten kopen en je kan een mooie wandeling maken langs de pittoreske kanalen van de stad en genieten van de sfeervolle straten en mooie huizen.

 

We ontdekten hier ook enkele bijzondere pareltjes, zoals Casa XANXO, een prachtig gotisch huis uit het begin van de zestiende eeuw. De herenhuizen van toen hadden een binnenkoer die half privé – half publiek was en de voordeur (poort) bleef doorgaans de hele dag open. Het gebouw onderging verschillende wijzigingen in de loop der jaren en in de 19de eeuw was het de thuis van een vrijmetselaarsloge. Sinds 2000 is het gebouw eigendom van de stad en werd het gerenoveerd en gerestaureerd. Toen wij het bezochten, waren de werken nog maar recent afgerond. Op de zolderverdieping liep er een tentoonstelling over de ruimtelijke planning van en de toekomstvisie voor de stad. Er hingen foto’s van enkele mooie huizen die we tijdens onze wandeling ook nog zouden tegenkomen.

Het moet gezegd, ik vind deze stad echt wel een interessante ontdekking en dan hadden we zeker nog niet alles gezien (maar dat is voor een volgende blogpost) 😉

Carcassonne

Het is na Parijs, Versailles en de Mont Saint-Michel de grootste toeristische trekpleister van Frankrijk en aangezien we in de streek logeerden, stond een bezoek aan Carcassonne uiteraard op ons programma 🙂
La Cité de Carcassonne, de volledig gerestaureerde versterkte oude binnenstad, staat als Ville fortifiée historique al sinds 1997 op de UNESCO-werelderfgoedlijst. Deze versterkte stad is zowat de grootste behouden vesting uit de middeleeuwen in Europa.
Na de middeleeuwen kwam de Cité de Carcassonne echter in verval. De inwoners trokken massaal naar de nieuwe benedenstad. In de negentiende eeuw besloot de Franse regering zelfs om de Cité in zijn geheel af te breken.  Dat was echter buiten de tijdgeest van de romantiek gerekend. Alles wat middeleeuws of gotisch was, kwam in de mode en er werd een campagne gevoerd om de vestingstad als monument te behouden. De actie had succes en architect Eugène Viollet-le-Duc werd aangewezen om de restauratie uit te voeren. In 1844 begon hij met de restauratie van de kathedraal van St.-Nazaire en daarna, tot 1879, met die van de hele cité.

 

Wij vertrokken meteen na het ontbijt in Narbonne richting Carcassonne zodat we nog heel vlot op een van de grote (betalende) parkings in de buurt van de oude stad een plekje konden kiezen dat deels in de schaduw van een boom lag en het nog niet te druk was.

De Porte Narbonnaise is de belangrijkste toegangspoort tot de historische binnenstad en vormde het zwaarst beveiligende deel van de historische stadsmuren. Onverwachte bezoekers konden hier altijd onder schot gehouden worden.

Eens door de poort lopen we meteen binnen bij de toeristische dienst voor een stadsplannetje en een extra woordje uitleg om vervolgens op ontdekking te vertrekken in de stad. De typische toeristenwinkeltjes en zogenaamde musea die naam niet waardig laten we aan ons voorbijgaan (straf trouwens hoe gelijkend die toeristenstraatjes kunnen zijn in steden die mijlenver uit elkaar liggen, met quasi-identieke winkeltjes). Door het vrij vroege uur slaag ik er in om nog verschillende foto’s te maken met weinig tot geen toeristen, en zo heb ik het stiekem het liefst 😉

De stadsmuren van Carcassonne vormen het belangrijkste deel van de Cité e en bestaan uit een buitenmuur en een binnenmuur, met daartussen de “lices” (een open ruimte tussen beide muren). De binnenmuur heeft 24 torens en de buitenmuur 16 torens. In Carcassonne zit er een behoorlijk grote ruimte tussen die muren. Deze ruimte werd gebruikt als extra verdedigingszone. In vredestijd was het een zone voor militaire oefeningen en toernooien. Nu vormen ze de ideale plek om even aan de drukte van de historische binnenstad te ontsnappen. Op de plekken waar de buitenmuur wat lager is, kijk je mooi uit over de stad en zijn omgeving.
Je kunt niet helemaal rondom de stadmuren lopen, want aan de westelijke zijde bij Porte d’Aude ontbreekt een stukje.

In het centrum was een zone ingericht met verschillende tentjes die het leven zoals het was in de oude stad terug wat concreter maken voor de bezoekers. Wie wil kan ook deelnemen aan een workshop lettering of weven of eens proberen hoe zwaar dat nu weegt zo’n zwaard.

Naast de Cité de Carcassonne heb je dus nog de Ville Basse (benedenstad) en de nieuwe stad. Het loont zeker de moeite om ook daar eens een kijkje te nemen. Twee bruggen over de Aude verbinden de oude Cité en de nieuwe stad met elkaar, de Pont Vieux en de Pont Marengo.

Onderweg kom je bovendien verschillende eethuisjes tegen waar het vaak een stuk rustiger (en soms ook goedkoper is) om iets te eten of te drinken.

Wij vonden ons bezoek aan Carcassonne zeker geslaagd en door vroeg te komen, konden we de grootste drukte in de oude stad vermijden en ten volle genieten.