Monthly Archives: February 2021

Ricottacake met amandelen en citroen

Ik had al meer dan eens een receptje zien voorbijkomen voor een ricottataart, maar deze keer maakte ik er ook werk van om het nieuwe recept meteen eens uit te testen.

Ingrediënten
4 eieren
120 g boter
200 g suiker
1 tl vanille-extract
1 biocitroen
50 ml citroensap (give or take het sap van de citroen hierboven uit het lijstje)
250 g amandelpoeder
1 snuifje zout
300 g ricotta (standaard potjes zijn 250g, ik deed het daarmee)
30 g amandelschilfers
bloemsuiker

Werkwijze

Haal de boter op tijd uit de ijskast zodat ze op kamertemperatuur kan komen. Klop ze in een keukenrobot samen met de suiker tot een bleke massa.
Ik heb echter geen keukenrobot (tot op heden nog niet de moeite gevonden om hierin te investeren omdat ik die te weinig zou gebruiken en het bovendien een groot toestel is om in de kast te hebben) dus smolt ik de boter en klopte er handmatig met een garde de suiker onder. Dat lukte zonder problemen op deze manier 😉
Zorg wel dat uw kom meteen groot genoeg is want er moet nog heel wat bij (en ik maak liefst zo weinig mogelijk potten vuil, de boter werd dus meteen in een grote glazen kom afgewogen en even in de microgolf op lage kracht gestoken om te smelten).
Rasp de zesde van de citroen en meng door het boter-suikermengsel, samen met het vanille-extract en het citroensap.
Splits de eieren, voeg de eierdooiers toe aan het mengsel (en klop de eiwitten stijf), daarna het amandelpoeder, het zout en de ricotta. Spatel er als laatste het eiwit voorzichtig onder.

Verwarm de oven voor op 160°C.
Bekleed een springvorm van ca. 20 cm diameter met bakpapier (die van mij was iets kleiner, maar gelukkig net groot genoeg). Schep het deeg er in en bestrooi de bovenkant met amandelschilfers. Bak 45 min in de oven.

Ik vergat de amandelschilfers toen ik de taart in de oven stak, ik smeerde achteraf dan maar een beetje confituur op de taart zodat de schilfers mooi op hun plaats bleven liggen #plantrekker
Haal de cake best pas uit de vorm wanneer hij volledig is afgekoeld.
Bestrooi met bloemsuiker en serveer.

Hier werd het alvast een voltreffer: iedereen reageerde hier erg enthousiast (ook al zat er geen chocolade in 😉 )
De combinatie van zoet met zuur en het extra smaakje van het amandelmeel, super!

Recept uit Carrefour food magazine, maart 2021

Eerder maakte ik ook al deze limoen-ricottacake

Chocolade-bananengebak

Iets zoet maar toch liefst nog een beetje gezond, met dit receptje voor een chocolade-bananencake deed ik alvast een poging 😉

Goed voor 6 tot 8 porties
voorbereidingstijd 20min – baktijd 1u – rusttijd 20min

ingrediënten
3 rijpe bananen
1 el olijfolie
230 ml amandelmelk
250g bloem
2 el cacaopoeder
100 g bruine suiker
8g bakpoeder
1tl kaneelpoeder
1 snuifje zout
50g chocoladedruppels

Werkwijze

Prak in een schaal de bananen fijn met een vork en voeg de olijfolie en de amandelmelk toe. Meng in een andere kom alle droge ingrediënten: bloem, cacaopoeder, bruine suiker, kaneel, zout en chocoladedruppels. Schep er vervolgens het bananenmengsel onder. Mijn bord met banaan was iets te klein om alle melk toe te voegen, ik goot ze gewoon zo bij het droge mengsel samen met de geprakte banaan, werkte even goed 😉

Bekleed de taartvorm met bakpapier en giet er het deeg in (of doe zoals ik en neem een siliconen bakvorm). Bak gedurende 1u in een voorverwarmde oven op 180°C. Controleer of het deeg gaar is door er met de punt van een mes in te prikken (als die er droog weer uitkomt, is de taart klaar). Laat volledig afkoelen en haal dan pas uit de vorm.

 

Het resultaat was een stevig gebak waarvan ik met plezier ook ‘s morgens een stukje at 🙂

Voor een versie zonder suiker, nog gezonder dus, kan je ook dit recept voor bananenbrood eens proberen.

Smakelijk!

 

Weekend in pictures

Het voorbije weekend, dat was nog even doorbijten tegen de koude en tegelijk ook genieten van de zon, dat was wandelen en rusten, dat was een beetje koken en vooral ook genieten van een overheerlijke brunchbox.

Door het koude winterweer weten steeds meer vogels de weg naar de voederplek in onze tuin te vinden (ik schreef er al eerder over). Het is erg leuk om gewoon te kijken naar de vele gasten die langskomen. Soms verzinnen we zelfs commentaar bij de tafereeltjes die we zien 😉 De voorbije dagen mochten we trouwens ook enkele nieuwe gasten verwelkomen: de koperwiek en de heggemus.

  

De beestjes hebben echt wel honger en eten stevig door (dat moeten ze ook wel als je weet dat sommige tot 10% van hun lichaamsgewicht kunnen verliezen in één vriesnacht!) Ze zijn immers afhankelijk van hun vetreservers om de winter(nachten) door te komen en kunnen extra voedsel dus goed gebruiken. Eten alsof hun leven ervan afhangt, kan je bij hen echt wel letterlijk nemen. En dus verdwijnen de appelschilletjes en de kaaskorstjes hier tegenwoordig niet in de vuilbak, maar worden ze in stukjes gesneden en samen met het strooivoer in de tuin gegooid en onze gevederde bezoekers zijn er maar wat blij om.

Aangezien mijn strooivoer op was en ik niet zo heel veel okkernoten liggen heb om bij te vullen, trok ik op zaterdagmorgen mijn stapschoenen aan en besloot richting De Pinte te wandelen om daar bij het Avevefiliaal enkele kilo’s strooivoer te halen (in de rugzak weegt dat nog niet zo hard door). Een mooie wandeling in de zon en de sneeuw, doorheen het parkbos, meer moet dat niet zijn om te genieten.

Ik kan enorm genieten van zonsop- en ondergangen. Wanneer het even kan, dan kijk ik ‘s morgens naar het opkomen van de zon vanuit onze zetel. Het grote raam in de leefruimte is dan een levend canvas waar ik niet op uitgekeken raak 🙂

Doorgaans sta ik tijdens het weekend wel wat meer uren in de keuken, maar wanneer de vrienden van Bodega een brunchbox in de aanbieding hebben dan zeg ik daar geen neen tegen 😉

Het werd een dagje genieten aan tafel. De box was zo uitgebreid dat we er een verhaal in 3 bedrijven van maakten. We gingen onze box vrij vroeg ophalen en begonnen met een uitgebreid ontbijt (assortiment broodjes en koffiekoekjes, yoghurt, verse fruitsla, granola, huisgemaakte frambozenjam, choco, tonijnsla, bordje kaas en charcuterie) met een glas rosé bubbels en vers geperste bloedsinaasappels.

Daarna trokken de huisgenoten richting manege en genoot ik even van de zon (achter glas in de zetel).
Deel 2 van de brunch bestond uit een overheerlijke burrata met zoete aardappel en pesto, een heerlijk roereitje met chorizo en pasta met de onovertroffen albondigas van het huis.

Na al dat heerlijks ging ik nog even wandelen. Ik bracht enkele boeken naar een ruilboekenkastje in de buurt waar ik zelf recent nog 2 fijne exemplaren vond die ik wil (her)lezen.

En daarna was het tijd voor het derde en laatste deel van onze brunchbox: overheerlijke chocoladetaart en een pancake met kaneelappeltjes en rodevruchtencoulis.

Het werd dus een erg rustig weekend maar eentje waar ik wel erg veel deugd van had (ik hoop voor u hetzelfde trouwens).

Taart met appel en peer

Tegenwoordig (de voorbije maanden eigenlijk) breng ik in het weekend meer tijd in de keuken door. Kokkerellen en foodpreppen blijken vaak een oplossing om een zwaar hoofd weer wat lichter te maken (meer dan bv lezen of TV-kijken en mijn laptop gaat ook minder vaak open).

Het voorbije weekend inspireerde ik mij op een receptje dat ik uit het gratis foodmagazine van Carrefour haalde (daar kreeg het de naam appel-perenjaar op grootmoeders wijze). Niet te veel ingrediënten, eenvoudig te bereiden en snel klaar, helemaal mijn stijl dus 😉

Voor de taartbodem gebruik je een portie kant en klaar kruimeldeeg (ik had enkel nog een portie bladerdeeg in de diepvries zitten en gebruikte die, lukt even goed alleen de smaak en textuur is een beetje anders) en 2 el amandelpoeder (zal wellicht ook wel zonder lukken, maar het zorgt ervoor dat de bodem niet te vochtig wordt).

Voor de vulling kies je een tweetal appels en een peer (het recept koos voor jonagold en durondeau, ik gebruikte wat er in mijn fruitschaal lag, nl. 2 golden en een nog niet zo rijpe doyenné) die je schilt en in kleine blokjes snijdt, je giet er het sap van 1/2 citroen over zodat ze niet bruin worden.

Laat 40g zachte boter smelten met 60g suiker, roer onder de lauwe massa 2 eierdooiers en meng het geheel vervolgens met de fruitblokjes. Giet het geheel in de taartvorm (dat kan een springvorm zijn, maar ik gebruik meestal een siliconen bakvorm) en bak gedurende 20-25min in een oven op 180°C.

Ik strooide er nog wat kaneelpoeder over omdat ik de geur heerlijk vind en de smaak ook perfect past bij de appel en peer.

Hou je niet zo van kaneel dan kan je afwerken met wat abrikozenconfituur (aangelengd met water, kort laten koken en eventueel zeven) en poedersuiker. Het laagje zorgt ervoor dat het fruit niet oxideert of uitdroogt.

Met een tas stevige koffie, een kopje kruidige thee of een beker warme chocolademelk, geniet ervan!