Sedert kort zitten er terug varkens in onze stad, en dan heb ik het wel degelijk over die roze viervoeters en niet over een ander slag. Toen we een kijkje gingen nemen aan de site van de Oude Bijloke hadden we geluk, één van de begeleiders was aanwezig om de dieren te voederen en we kregen meteen een extra woordje uitleg. Het spilvarken is een gloednieuw project van één van de teams van Atelier de stad Gent (samenwerking van Kask en Timelab), een initiatief dat zich onder de noemer ‘Niets is verloren’ richt op meer duurzaamheid door hergebruik van overschot, rest en afval en zal resulteren in een slothappening (op 20 september) en een CANVAS documentaire. Nieuwe ideeën en initiatieven krijgen tijdens deze periode een kans en een stem. Onder de naam ‘het spilvarken’ willen men het varken terugbrengen in de stad waar een overvloed aan voedselafval als input kan dienen. De varkensmest kan nadien worden benut voor stadslandbouwprojecten, volks- en samentuinen, buurtparken, … Er wordt ook onderzocht of de varkens kunnen worden ingezet bij het omwoelen van grond en/of dit meerwaarde zou kunnen bieden voor de bodemkwaliteit, enerzijds voor landbouw, anderzijds voor de biodiversiteit. Het project is nog niet zo lang gestart en de initiatiefnemers leren nog elke dag bij: zo blijkt bv de voederbak iets te groot want de dieren kunnen er in gaan staan. Hij moet eigenlijk smaller en langer zijn zodat ze er niet meer helemaal in kunnen kruipen en ze ook alle drie samen kunnen eten want nu duwen de twee grootste de derde steeds weg. De dieren groeien trouwens als kool, zo’n 800g per week blijkbaar. Volgende week gaan ze nog een soort bassin maken zodat er een permanent modderbadje gemaakt kan worden. Ook het hokje waar het eten in bewaard wordt, zal nog een beetje opgesmukt worden. De varkens kunnen trouwens op heel wat interesse rekenen. Elke voorbijganger kijkt in eerste instantie wat verbaasd op om vervolgens nieuwsgierig een extra woordje van de toelichting mee te pikken. Dit wordt ongetwijfeld een publiekstrekker. Ook de varkens zijn best nieuwsgierig en helemaal niet bang van de bezoekers, ze werden dan ook op voorhand al wat gewoon gemaakt aan menselijk contact. Het eten voor de varkens komt van enkele restaurants en van buurtbewoners die hun keukenrestjes kunnen brengen. Je mag het eten niet zomaar bij de dieren gooien, je moet eerst contact opnemen met de organisatie en dan krijg je extra uitleg over de wat dieren wel of niet eten (bv geen rauwe aardappelen of citrusvruchten maar verder bijna alles uit de keuken) en waar of wanneer je het kan brengen. Wie zich geroepen voelt als hulpboer ofmee wil helpen de varkentjes voederen of het terrein onderhouden, kan een mailtje sturen naar hulpboer@hetspilvarken.be Je kan ook fan worden van hun facebookpagina.
Maandelijkse archieven: juni 2014
Toerist in eigen land
Soms moet je je eigen land eens bekijken door een toeristische bril: wat zou ik bezoeken indien België voor mij een buitenlandse bestemming was?
Eén van de bestemmingen op de lijst wordt dan ongetwijfeld Brussel en daar zeker het Atomium, toch?
Aangezien geen van ons al een bezoekje gebracht had aan het Atomium vonden we dat we dat maar eens op onze planning moesten zetten. Het feit dat er bovendien een tijdelijke tentoonstelling liep over Belgische desingklassiekers (Mobilia) trok ons helemaal over de streep, al was het dan op de valreep want Mobilia was net aan het laatste weekend toe.
De verkeersinformatie op de radio voorspelde niet meteen veel goeds want op zaterdagmorgen was er net een verkeersongeval op de E40 met vertragingen richting Brussel vanaf Aalst tot gevolg. Gelukkig waren de problemen al van de baan toen wij in onze auto stapten en reden we heel vlot richting Heizel.
Uiteraard maakten ook wij de nodige toeristenplaatjes van dit prachtig gerestaureerde monument van de voormalige Wereldexpo ’58. De bovenste bol bleek naar aanleiding van het WK Voetbal in een driekleurig jasje gestoken. Ook daar duidelijk geen ontkomen aan de voetbalgekte.
Met de lift stegen we meteen naar de hoogste bol waar we uitgebreid van het zicht op de omgeving genoten. We waren het niet helemaal zeker maar toch meenden we in de verte de contouren van de KBC-toren in Gent te kunnen ontwaren! Het weer was net niet helder genoeg daarvoor. Na de panoramische rondblik bracht de lift ons opnieuw naar beneden waar we met trappen en roltrappen de andere publieke bollen een bezoekje brachten. De eerste herbergden de permanente tentoonstelling over de bouw van het Atomium en de Wereldexpo van 1958. Schitterend gewoon om al dat oude materiaal te kunnen zien. De authentieke trappen en vooral de leuningen met bolletjes waren een streling voor het oog wat mij betreft, zowel qua kleur als vorm. De roltrappen, en dan vooral die met blauwe en rode knipperende lampen, konden dan weer op groot enthousiasme van alle jonge bezoekers rekenen.
Ook de tijdelijke tentoonstelling over meubilair, ontworpen door Belgische topontwerpers en architecten, kon ons zeer bekoren. De tentoonstelling volgt de ontwikkeling van 30 Belgische architecten en laat zien hoe de relatie tussen architectuur, interieurarchitectuur en meubilair in een eeuw is veranderd. Sinds 1900 waren er steeds meer architecten die kozen voor een omvattende creatieve aanpak. Ze realiseerden originele en exclusieve projecten waarin ze alles ontwierpen, van de gevel tot de deurklinken.
Iemand als Horta daarvan weten ongetwijfeld heel veel mensen dat de man als architect niet enkel gebouwen ontwierp maar ook vaak het hele interieur en meubilair voor zijn rekening nam. Dat echter ook een bOb Van Reet of Stephane Beel meubilair ontwerpt dat was voor mij dan weer een verrassing. En zelfs de ontwerpers van de Gentse Stadshal (Robbrecht & Daem en Van Hee) stonden er met ontwerpen. Kortom een boeiende tentoonstelling die ons heel wat mooie en nieuwe dingen heeft laten leren kennen.
Aangezien we dan toch in Brussel waren, hadden we besloten om in de namiddag nog wat verder toerist te spelen en brachten we een bezoekje aan Mini-Europa. Ook daar was geen van ons eerder geweest en aangezien er sprake van is om het park op te doeken (of te verhuizen naar een andere locatie) werd het tijd om deze activiteit op onze lijst te kunnen afvinken. Bovendien kan je een combiticket kopen voor het Atomium en Mini-Europa en dat scheelt toch een stukje in de prijs.
Ondertussen maakten de grijze wolken plaats voor een streepje zon al bleef er wel een frisse wind waaien. Als bezoeker krijg je een brochure mee die je langs de verschillende monumenten (op schaal 1/25) voert en ondertussen een woordje extra uitleg geeft over de lidstaat in kwestie. Van sommige landen, vooral de landen die pas later lid werden van de Europese Unie, staat er slechts één miniatuurmonument, van andere staan er verschillende. Het meeste schaalmodellen vind je van België en Nederland. Hier en daar zijn de modellen niet meer helemaal actueel: de site van de Graslei en de Korenlei in Gent bv is nog zonder verlaagde kaaimuren en op de houten brug staat nog een slagboom en een verkeerslicht (duidelijk verwijzend naar de tijd dat er nog wagens rondreden in het centrum) maar dat zijn uiteraard details die alleen ‘locals’ bekend zijn.
Het was eigenlijk heel leuk om te kunnen vaststellen dat we toch wel al wat locaties in werkelijkheid hebben bezocht en dat je er hier nog eens herinneringen aan kon ophalen: de mooie stadshal en gekleurde huisje in Stokholm, een voormalig paleis/badhuis in Budapest, het parlement en de Big Ben in Londen (nooit geweten dat het zo groot was trouwens), en nog zoveel meer. Het deed ons in elk geval zin krijgen om nog meer citytrips in Europa te maken want er is minstens nog even veel dat we nog niet gezien hebben.
Leuk zijn ook de animaties die het bezoek een extraatje geven. Standaard is er een knop die bij elke nieuwe lidstaat die je aandoet het volkslied laat spelen. Soms zijn er nog bijkomende knoppen en dat zijn beslist de leukste: je kan windmolens starten, een fontein water laten sproeien, een achtervolging inzetten in de Parijse binnenstad om de dief van de Mona Lisa (ofte La Joconde) in de kraag te vatten, de Vesuvius activeren, met bootjes varen en het publiek in de Spaanse arena Olé laten roepen, …
Moet het nog gezegd dat we ons heel goed geamuseerd hebben? Wij gaan ongetwijfeld nog een beetje meer toerist in eigen land spelen deze zomer.
Midzomervertellingen in het Citadelpark
Ook al was het nog heel even wachten op de echte midzomer, het voorbije weekend gingen – al voor de achtste keer – de midzomervertellingen in het Citadelpark door. Een eenvoudig concept: verhalenvertellers doen hun ding voor groot en klein en dat in een aangename, groene omgeving.
De voorbije edities zaten de weergoden niet altijd mee, maar deze keer was het weer eigenlijk ideaal voor een uitstapje richting Citadelpark: niet te koud, niet te warm en bovenal droog. We waren duidelijk niet de enigen die beslisten om in de namiddag naar de verhalen voor kinderen van 5 tot 105 te komen luisteren. De locatie vlakbij het nieuwe speeltuintje zorgde er trouwens voor dat nog extra mensen een kijkje kwamen nemen en besloten deel te nemen. Er werden vijf groepen gevormd en een begeleider bracht ons naar vijf plekken in de buurt waar een verhalenverteller ons stond op te wachten.
Voor ons eerste verhaal klommen we meteen de hoogte in waar we een verhaal uit het Noorden te horen kregen van een slechte reus en een dappere moeder en zoon. Groot en klein genoot van het verhaaltje dat met de nodige humor werd gebracht. We daalden af langs een klein brugje over het water waarvan ik eigenlijk niet eens wist dat het er was (en dat je er effectief gebruik van kan maken) en wandelden naar de rozentuin. Daar kregen we opnieuw een verhaal uit het Noorden voorgeschoteld, deze keer over een wel heel erg harige viking, Harry (door iedereen Hairy genoemd). Deze keer werden we trouwens vriendelijk verzocht om mee te roepen en te dansen wanneer het verhaal daar om vroeg. Ook de prenten waarop allerlei attributen werden gekleefd waren zeker een extra attractie voor de kleinsten in ons gezelschap.
Voor het derde verhaal trokken we naar de zone van de grafzerken. Daar hoorden we een ‘donker’ verhaal van heer Halewijn en hoe de gemene man aan zijn einde kwam. De kinderen werden er zowaar even stil van. Nadien volgde nog een verhaal over een klokkenmaker waarin duidelijk echo’s zaten van Gulliver’s travels. Hier was de toon een stuk lichter en dienden we onze oren trouwens eerst te voorzien van de nodige elfenstof om het verhaal goed te kunnen horen.
Onze afsluiter kregen we in een mooie ronde tent (waarvan ik de juiste naam vergeten ben). We kregen er zelfs twee verhaaltjes: eentje om wat bij te griezelen en dan een hele leuke van een savanneveldmuis en een leeuw die vrienden voor het leven werden. Om de fijne namiddag compleet te maken was er bovendien nog een drankje en een lekker stukje taart of cake voor alle aanwezigen. En terwijl de ouderen nog even aan het bijpraten waren, werden de jongsten nog vrolijk bezig gehouden door een nar met heel wat circustalent.
Kortom, het werd een hele mooie zondagnamiddag en als het even kan zien ze ons daar volgend jaar zeker terug.
‘s Avonds was er nog een avondvoorstelling met verhalen voor volwassenen maar onze kleine spruit hoorde dan al in haar bed te liggen en hoe dat deel van het programma verlopen is, zal u van iemand anders moeten horen.
Deze tekst verscheen eerder deze week op Gentblogt.
Zomerse rijstsalade
Ik ben graag bezig in de keuken maar hou vooral van eenvoudige recepten waarbij je een beetje (of zelfs veel) kan variëren met de ingrediënten.
Mijn recept voor een zomerse rijstsalade voldoet volledig aan deze voorwaarden en er zijn nog meer voordelen aan: je kan ze op voorhand maken, meenemen op verplaatsing (werk of picknick maakt niet uit) en kinderen kunnen je heel gemakkelijk helpen.
Een rijstsalade start uiteraard met rijst, ik neem meestal witte hiervoor (bv basmati, die ruikt lekker) maar je kan op zich om het even welke rijst nemen. Driekleurige vind ik persoonlijk ook wel iets hebben. Neem liever niet van die rijst in zakjes maar losse rijst (of snij een zakje open). Verhit een beetje olie in een pan, laat er wat sjalot of ajuin in fruiten en voeg vervolgens de rijst toe. Even roeren (roerbakken) zodat alle rijstkorrels laagje olie krijgen en vervolgens water toevoegen en laten garen. Met een verhouding van 2 koppen water op 1 kop rijst zit je meestal goed.
Terwijl de rijst opstaat, kan je de garnituren voor de salade voorbereiden (kolfje naar de hand van kinderen die willen helpen). Een greep uit de eindeloze lijst (te combineren naar eigen smaak en beschikbaarheid):
- blokjes jonge kaas
- stukjes komkommer (zaadjes verwijderen zodat het niet te vochtig wordt)
- stukjes tomaat (ook hier zaadjes verwijderen om te vermijden dat de salade te papperig wordt)
- rozijnen
- stukjes appel (zorgen net als de komkommer voor een frisse toets)
- stukjes zwamworst (scoort nogal goed bij de kleinsten of kieskeurige etertjes)
- stukjes gebakken kip (ideaal om een restje van de dag voordien op te werken)
- gebakken spekblokjes
- schijfjes radijs (mooi voor het kleureffect)
- schijfjes hardgekookt ei (ideaal om de salade mee af te werken)
- maïs (voor de liefhebbers)
- erwtjes
- ….
- het geheel mengen in een lichte yoghurtsaus (ik meng meestal de helft yoghurt met de helft mayonaise en doe er wat verse of gedroogde kruiden bij). Het zure van de yoghurt zorgt ervoor dat de appel niet bruin wordt. Je hoeft er slechts een kleine hoeveelheid saus onder te mengen, eventueel zet je nog een extra potje saus op tafel.
Voordeel is dat je er zonder problemen een dubbele portie van kan maken, ideaal om een dagje koken te kunnen overslaan, een alternatieve lunchbox (het hoeven niet altijd boterhammen te zijn op school of op het werk).
Smakelijk!
Verhuis
Twee jaar ben ik ermee bezig geweest met de voorbereidingen van de verhuis op het werk. Aanvankelijk beperkte zich dit tot deelname aan vergaderingen en soms eens verzamelen en doorgeven van cijfermateriaal. Op tijd en stond ook wel eens ergernissen want bepaalde theoretische principes botsten toch wel met de realiteit van de werkvloer.
Naarmate de tijd vorderde, groeide het werk dat met de voorbereiding gepaard ging. Inventarisatie van behoeften, nieuwe visies i.v.m. meubilair, communicatie over de principes van Anders werken,…
De voorbije maanden nam het werkvolume exponentieel toe, er moest immers zo verschrikkelijk veel worden geregeld, uitgezocht en toegelicht. Algemene zaken en super concrete praktische dingen, van adreswijzigingen en nieuwe visitekaartjes (waar dan last minute nog eens een project van vernieuwde huisstijl kwam doorgefietst), van (te weinig) fietsenstallingen en parkeerplaatsen, van nieuwe toegangskaarten (en oude badges die ook behouden moeten blijven), van lockers voor iedereen, trolleys en laptops (i.f.v. anders werken en clean desk), van nieuwe telefoontoestellen en toch geen nieuwe nummers (een wijziging in visie ongeveer drie weken voor verhuis!), van lopende contracten met leveranciers die moeten worden opgezegd (en het dan soms toch niet blijken te zijn), van geen planten op kantoor naar wel planten maar eerst zelf te verhuizen en dan toch weer niet, en nog zo ongelooflijk veel meer. Ik kan zou er een boek over kunnen schrijven en kondigde soms lachend aan dat ik voor mezelf een aangepast visitekaartje zou maken met als functie verhuisdeskundige.
Het feit dat we thuis zelf nog met een verhuis zaten, maakte het geheel nog wat complexer maar zorgde anderzijds voor bijkomende ideeën. De kasten op de grondplannen van ons kantoor gaf ik allemaal een nummer en vervolgens maakte ik een overzichtstabel op: nummer kast, type kast, nummer dropzone voor de verhuizers, vermelding aan welke dienst de kast was toegewezen, thema/inhoud van de kast (in te vullen door dienst zelf) en verantwoordelijke voor de kast (in te vullen door de dienst zelf en vooral in functie van uitpakken dozen/invullen kast best handig).
Intussen zijn de verhuizing en inhuizing een feit en moeten we nog verder uitpakken en wat problemen hier en daar oplossen maar het gros van het werk is gedaan. Ik denk niet dat verhuizen op dit moment nog veel geheimen voor mij heeft. Tijd om aan onze eigen bouw te beginnen 😉
Sweet sunny saterday
Omdat het niet altijd een zondag hoeft te zijn om een uitstapje te maken, besloten wij vorig weekend op zaterdagmiddag de fietsen van stal te halen en op verkenning te gaan. Vorige maand las ik in het Stadsmagazine van Gent een artikel over de nieuwe groenpool Gentbrugse Meersen. De Gentbrugse Meersen is één van de vier groenpolen die in Gent worden ingericht. Groenpolen zijn grote park- en natuurgebieden. De Gentbrugse Meersen
wordt ongeveer 240 hectare groot en liggen binnen de brede bocht van de Schelde en de bebouwing van Gentbrugge. Meer dan de helft van het terrein is al eigendom van de Stad Gent. Het eerste deel van 40 hectare is af. Eind dit jaar start de aanleg van de volgende 100 hectare. het gebied zal dus snel veranderen. Het groengebied werd op zondag 18 mei feestelijk ingehuldigd. Aangezien wij die dag al een dubbele boeking hadden, besloten we een bezoekje te reserveren voor een latere datum.
Via de fietsrouteplanner (http://fietsrouteplanner.gentfietst.be/), zochten we een route die de drukste wegen zou mijden, zodat ook de verplaatsing van omgeving Sint-Pietersstation naar Gentbrugge een aangename beleving zou blijven en geen stress met te snel rijdende wagens voor een jonge fietser met nog weinig verkeerservaring. De route werd er misschien een beetje langer door maar wel een stuk gezelliger. Het moet gezegd, de Gentbrugse meersen mogen er wezen. De recreatieve paden doorheen het groengebied zijn uiterst comfortabel en zeer degelijk aangelegd (al heeft dat wellicht een stevige duit gekost). Het speelplein werd door onze jonge fietser meteen uitgeprobeerd en goed bevonden en de vele bankjes en tafeltjes nodigden uit om even te gaan zitten. Hier moeten we deze zomer zeker nog eens terugkomen met een gevulde picknickmand.
Ook de volkstuinen mogen er wezen: mooi aangelegd, geen toestanden met koterijen in golfplaten of restjes van bouwmateriaal maar mooie tuinhuizen en zowaar zelfs mooie compostbakken. Alle tuintjes lagen er ook heel verzorgd bij, hier zijn duidelijk liefhebbers bezig. De retro waterpompen en de 2 petanquebanen dragen ook bij tot de gezellige sfeer.
We zetten onze verkenningstocht verder en kwamen steeds meer in het groen terecht. Bomen, struiken, mooie dreven, grasvelden, … en heel regelmatig bankjes om uit te rusten en te genieten van de omgeving.
Plots zagen we een grote witte constructie in het landschap, een vredesmonument in de vorm van een witte, golvende vlag, zo leerde het infobord ons. Leuk is vooral dat je het monument ook kunt beklimmen en de omgeving vanuit de hoogte kan verkennen. Een fijn extraatje.
De betonnen paden hadden we intussen geruild voor onverharde wegen. De baantjes kregen een meer kronkelend karakter en onze tocht kreeg een iets avontuurlijker kantje toen het pad plots naar beneden ging. Met de mountainbike ongetwijfeld top, voor minder ervaren fietsertjes betekent het even afstappen en te voet naar beneden (en even later weer naar omhoog).
Inmiddels wisten wij eigenlijk niet echt meer waar we zaten, maar we lieten ons verder meevoeren langs de kronkelende paden en reden zo ook nog voorbij het geboortebosje dat in 2008 werd ingehuldigd, al vond ik dat er toch een beetje zielig bij liggen. Uiteindelijk kwamen we uit aan de Schelde en reden via het jaagpad en de Oude Scheldeweg terug richting Gentbrugge.
Sommigen zullen het alomtegenwoordige geluid van de E17 op de achtergrond als storend ervaren en ja, het zou leuker zijn wanneer het er niet was, maar na verloop van tijd viel het ons steeds minder op en genoten we vooral met volle teugen van wat er te zien en te ontdekken viel. De Gentbrugse meersen waren voor ons een heel fijne ontdekking aan ‘de andere kant’ van Gent. In de toekomst zullen we zeker nog deze richting uitkomen.
Wil je de ontwikkeling van de groenpool volgen, dan kan dat via de Tumblr: gentbrugsemeersen.tumblr.com/
Deze tekst verscheen eerder in lichtjes andere vorm op Gentblogt.