Maandelijkse archieven: december 2019

Nord Pas-de-Calais

Tijdens de herfstvakantie besloten wij twee dagen naar Noord-Frankrijk te gaan: beetje de omgeving verkennen én een bezoekje brengen aan Nausicaa in Boulogne-sur-mer (maar dat is voor een volgende blogpost 😉 )

De eerste dag (die volgens het weerbericht de zonnigste zou worden) besloten we een aantal stadjes en plekken in de omgeving te verkennen, een beetje ‘hop on hof off’ als het ware, maar dan met de wagen 🙂

Onze eerste stop werd Saint-Omer (of Sint-Omaars in het Nederlands). We parkeerden er aan de rand (in de buurt van het station dat volop gerenoveerd werd en er echt wel knap uit zag) en maakten een wandeling doorheen de stad, langs kleine kanaaltjes waar het in de middeleeuwen bruiste van handelsactiviteiten.
We liepen er o.a. langs het stedelijk administratief centrum (in een voormalig hospitaalgebouw), langs de Gotische Onze-Lieve-Vrouwekathedraal, de eerder vervallen Saint-Sépulcrekerk (die een link heeft met de tempeliers) en de restanten van de Saint-Bertinusabdij waarrond de stad ontstaan is in 7de eeuw.
Van de abdij blijft niet zo heel veel meer over maar in het park er rond wordt een suggestie gegeven van hoe groot de abdij ooit was (beetje jammer wel van de geparkeerde auto’s en bestelwagens zo vlak bij de ruïne, ze namen het zicht een stuk weg).

Na Saint-Omer reden we door naar Calais voor een volgende stop. De stad is vooral bekend van de tunnel onder de Noordzee (en helaas ook van de vele migranten). Calais, momenteel de grootste stad in de regio, ontstond in de middeleeuwen als vissersgehucht. De plaats groeide uit en bleek van strategisch belang. Calais werd in het begin van de Tweede Wereldoorlog in mei 1940 zwaar gebombardeerd. Omdat de Duitsers op deze plek een invasie verwachtten, bouwden ze hier verdedigingswerken.

We lieten de winkelstraten voor wat ze waren en wandelden langs de oude vissershaven en de vuurtoren, langs het bijzondere stadhuis met belfort, de oude uitkijktoren (Tour du Guet) en de Eglise Notre-Dame (beide uit de 13de eeuw). In het park Richelieu, vlakbij onze parkeerplek, staat een bijzonder gedenkteken voor WOII met 2 reuzegrote standbeelden van Winston Churchill (inclusief sigaar) en Generaal De Gaulle.

We besloten er iets kleins te eten in een klein cafeetje dat nog de typische sfeer van weleer had en waar de aanwezige gasten (duidelijk vaste klanten) ons allemaal vriendelijk welkom heetten.

Na Calais reden we door naar Cap Blanc-Nez. De plaatsnamen in deze streek verwijzen vaak naar het Middelnederlands. De verfransing gebeurde tussen de 15de en de 17de eeuw. Blackenest is een benaming van de kaap die in geschriften uit de 16de eeuw wordt teruggevonden waarbij black verwijst naar het oudnederlandse woord blanka wat zoveel als helder of blank betekent. Nest verwijst naar nessa wat vooruitstekend stuk land in water betekent (met dank aan Wikipedia voor dit weetje).

Voor een ‘echte’ wandeling was er geen tijd, die zou immers meerdere uren duren en aangezien de dagen in november vrij kort zijn…, maar een korte sightseeing dat lukte uiteraard wel 😉 Op de parking heel veel wagens met Belgische nummerplaat. Deze streek ligt op amper 2 uur rijden van Vlaanderen, perfect inpasbaar dus voor een daguitstap bij mooi weer.

We genoten van het zicht op de omgeving (al was het niet helemaal helder weer), vertelden Maya een beetje over de vele bombardementen die hun sporen nalieten in het landschap (iets wat zij niet zo leuk vond om te horen), genoten van het uitzicht en reden toen weer verder naar onze volgende bestemming, Le Touquet.

Le Touquet-Paris-Plage, zoals de stad officieel heet (en ik die dacht dat Paris-Plage er gewoon ‘in de volksmond’ bij werd vermeld, niet dus), telt pakweg 6000 inwoners maar ontvangt er in de zomer op topdagen gemakkelijk 250.000! De oorspronkelijke naam van de stad in het Nederlands was blijkbaar Het Hoekske 😉

Op deze zonnige najaarsdag viel het in Le Touquet heel goed mee qua drukte. Behoorlijk wat volk, maar geen probleem om een parkeerplekje te vinden vlakbij het strand en nog gratis ook (laagseizoen). Le Touquet houdt een beetje het midden tussen Knokke en De Haan als je het ons vraagt. Een mondaine badstad met nog heel wat mooie huizen. Een bosrijke omgeving, duidelijk ook een gebied voor paardenliefhebbers.

We genoten van onze strandwandeling langs de kustlijn, de zonnestralen in ons gezicht, de leuke, kleurrijke strandcabines ….

In de winkelstraten zowel high end als mainstream winkels, leuke huisjes in de zijstraten, een overdekte markt… In een fijne koffiebar besloten voor een koffie/latte en een gebakje te gaan, de scones smaakten alvast heerlijk 😉

Omdat de invallende duisternis het moeilijk maakte om nog veel te zien van de omgeving, wandelden we terug naar de wagen en reden naar ons hotel in Boulogne-sur-mer (die Franse wegen in volle duisternis, het blijft toch wennen).

Onze eerste dag was in elk geval meer dan geslaagd.

 

 

Het kasteel van Blois

Tijdens ons verblijf in Blois brachten we deze keer ook een bezoek aan het kasteel.
Het kasteel van Blois, de vroegere verblijfplaats van de Franse koningen, is een majestueus gebouw dat bijzonder is omdat het verschillende bouwkundige stijlen verenigt: gotiek, flamboyante gotiek, Italiaanse renaissance en classicisme. Een wonderlijke waaier aan Franse architectuur.

Tegenover het kasteel zit het Robert Houdin Magiehuis, volledig gewijd aan magie en illusie. We brachten het geen bezoek maar genoten wel van de plotse verschijning van de draken in de ramen 🙂

Het portaal, verhoogd met een standbeeld van Lodewijk XII, de mooie binnenplaats en de vier vleugels van destijds in verschillende architectuur en de weelderige wenteltrap van de Frans I-vleugel zijn maar enkele van de bijzondere elementen van dit Loirekasteel.

In het kasteel zorgen verschillende digitale schermen voor extra informatie en aan het onthaal kan je ook een tablet meenemen die je nog een pak bijkomende informatie biedt. Wij besloten het echter zonder te doen, kwestie van ook nog foto’s te kunnen nemen en gewoon volop rond te kijken naar het vele moois dat er te zien is 😉

Het museum voor Schone Kunsten, dat zich in de Lodewijk XII-vleugel bevindt, stelt een collectie wandtapijten, schilderijen en beelden tentoon. Ruimte genoeg die gevuld kan worden in het kasteel dus waarom niet eigenlijk 😉

 

Zowel binnen als buiten valt er veel moois te zien. Andermaal een heel knap kasteel dat een bezoek meer dan waard is 🙂

Meer lezen over het kasteel van Blois kan o.a. op deze website.

 

 

 

Studentenhapjes

We zitten hier weer volop in de examensfeer, al zijn het nu de laatste loodjes (maar die wegen best door). Dat betekent concreet dat ik ook extra (halve) dagen thuiswerk regel. Op die manier kan ik samen met Maya naar huis fietsen (en al een beetje horen hoe het examen van de dag verlopen is). Thuis eten we samen en daarna gaat zij studeren in haar kamer en zet ik mij ook aan het werk.
Ik ben er voor haar als klankbord: even stoom komen afblazen of toch nog even iets aftoetsen, in het slechtste geval eens een paniekje terug onder controle krijgen (maar dat gebeurt gelukkig niet al te vaak) maar verder studeert ze heel zelfstandig.

Om het studeren een beetje meer ‘verteerbaar’ te maken, zorg ik ook voor lekkere hapjes tussendoor. Dat zijn zowel gezonde tussendoortjes als eens een zoete hap maar ze worden sowieso allemaal erg gewaardeerd 😉
De voorbije tijd passeerden hier naast vers fruit (peer, kiwi, mandarijn, …) o.a. volgende bordjes :

  • bananenbrood, naar recept van Claudia Vanavermaet
  • mandarijntjes en een wafel met een tas lekkere muntthee van OrTea
  • perenclafoutis  met een beker soja chocolademelk
  • rijstwafels met erwtenspread, ja, ook uit Powerfood van Claudia Vanavermaet 😉
  • limoen-ricottacake
  • nicnacjes en M&M’s met noten
  • ….

Blois revisited

Naar analogie met onze vorige zomerreizen maakten wij ook nu bij onze terugkeer afgelopen zomer een tussenstop in de Loirestreek. Net als vorig jaar boekten we opnieuw een kamer in het Mercurehotel met zicht op de Loire, het is er immers goed toeven vinden wij 🙂

 

Bij onze aankomst in de stad op zondagavond is het bewolkt maar nog erg warm (sommige van de foto’s in deze blogpost zijn van de volgende dag toen de zon terug scheen).
Na het inchecken strekken we meteen even de benen, het is uitermate rustig in de stad en heel wat restaurantjes blijken gesloten (gelukkig kunnen we ook eten in het hotel dus daar hoeven we ons geen zorgen over te maken). We genieten van de rust en de omgeving.

Wat opvalt in Blois is de homogeniteit: het koninklijk kasteel, de huizen van de oude stad en de religieuze gebouwen vormen een mooi geheel. Door de talrijke steile en kronkelige straatjes, die op sommige plaatsen door trappen met elkaar zijn verbonden, waan je je als bezoeker echt wel terug in de tijd.

Waar we vorig jaar nog heel wat illusies op l’ Escalier Denis Papin geschilderd zagen, sierde dit jaar de Mona Lisa de treden, dit naar aanleiding van het 500e sterfjaar van Leonardo da Vinci.

De cathédrale Saint-Louis prijkt op de top van de stad. Les Jardins de l’Ancien Eveche (de bisschoppelijke tuinen) liggen achter de kathedraal. Ze zijn mooi onderhouden en bieden de bezoeker een prachtig uitzicht over de stad en de Loire.

In de stille wijk rond de kathedraal staat het middeleeuws huis, Maison de l’acrobate. Je loopt er gemakkelijk voorbij maar wie even aandachtig is, ontdekt gauw de leuke figuurtjes van acrobaten die de stijlen van de vakwerkwoning versieren. Je zal me op mijn woord moeten geloven (of zelf een kijkje gaan nemen) want mijn foto ervan per ongeluk gewist op mijn toestel blijkbaar :/

De Eglise Saint-Nicolas ligt in het centrum van de stad en is gemakkelijk te herkennen aan de leien daken.

Vanaf de kades (met erg moderne bankjes trouwens) heb je een mooi uitzicht op de Loire en de Pont J. Gabriel.

Wil je een bezoekje brengen aan de Loirestreek, dan moet je Blois zeker op je lijstje zetten.

Perenclafoutis

Leuke recepten vind je soms op plekken waar je ze niet meteen verwacht. Via Evelien van sharemyfood zag ik een aankondiging passeren over het magazine dat ze in elkaar gebokst had voor Reli vacances . Omdat een reismagazine over Frankrijk ons sowieso wel zou kunnen interesseren en inspireren, bestelde ik er eentje (ook al zijn wij geen huurders van vakantiehuisjes).

Het bleek inderdaad een aangenaam stukje lectuur met tips die we nog niet allemaal kenden (en die we zeker meenemen voor volgende reizen naar onze zuiderburen) en ook met een lekker receptje dat ik wel eens wou uitproberen 😉

Ondanks de eerder Grieks klinkende naam is clafoutis een echt Frans gerecht. Meestal worden er kersen gebruikt, maar ander fruit zoals vijgen of peren zijn uitermate geschikt. Aangezien er in november niet veel kersen meer te krijgen zijn (tenzij uit pot) maar wel volop Vlaamse peren in de winkels liggen, besloot ik voor deze variant te kiezen.

Ingrediënten

500 g fruit (in dit geval dus peren)
60 g bloem
60 g amandelpoeder
250 ml melk
4 eieren
200 g suiker (ik gebruik doorgaans minder suiker dan opgegeven, in dit geval 150 g denk ik)
2 zakjes vanillesuiker
boter

Werkwijze

Verwarm de oven voor op 200°C. Schil de peren en snij ze in partjes.
Zeef de bloem en het amandelpoeder in een kom (ik geef toe dat ik daar meestal het zeven oversla, geen geduld genoeg daarvoor 😉 ). Voeg de eieren, de melk en 180 g suiker toe. Klop stevig op tot een glad en dik vloeibaar beslag.


Vet een ovenschaal in met boter en doe er de peren in. Schenk er het beslag over en zet de taart 20 minuten in de oven.


Meng de overgebleven 20 g suiker met de vanillesuiker en strooi over de clafoutis. Zet nog 10 minuten in de oven.

Ons heeft het in elk geval gesmaakt!

 

Limoen-ricottacake

Toen ik bij Tales from the crib het recept voor limoen-ricottacake to die for las, kwam dat recept eigenlijk als geroepen. Ik had net 2 limoenen en een potje ricotta in de ijskast staan die dringend verwerking nodig hadden (echt!).

Mijn portie ricotta was iets te klein voor het recept maar ik vulde aan met mascarpone die ook nog in de ijskast stond en dat werkte perfect. Ik gebruikte ook iets minder suiker, zo’n 150g, de pot was leeg 😉 en ook dat leidde toch een goed eindresultaat.

Ingrediënten

  • 75 gram boter + extra om in te vetten
  • 170 gram suiker
  • 250 gram ricotta
  • de geraspte schil van twee limoenen + het sap
  • 3 eieren, gesplitst
  • 175 gram zelfrijzend bakmeel, gezeefd
  • een cakevorm

Bereidingswijze

Verwarm de oven op 180 graden. Vet de cakevorm in.
Meng de boter en suiker en spatel de ricotta, de geraspte schil en het sap erdoorheen.
Klop de eierdooiers een voor een door het mengsel.
Meng er vervolgens de bloem onder.
Klop het eiwit stijf en meng door het beslag.
Giet in de cakevorm en bak 45 minuten tot goudbruin (check met een naald of de cake gaar is).

Het deeg was al om duimen en vingers bij af te likken waardoor de verwachtingen nog hoger gespannen waren.

De cake kwam mooi omhoog in de vorm en zag er prachtig uit van kleur. Braaf gewacht tot hij afgekoeld was en dan voorzichtig uit de bakvorm gehaald (wat gelukkig vlotjes ging).

Het resultaat is een licht zoet gebak met een frisse, subtiel zurige toets. Heerlijk genieten bij een tas thee of koffie of voor de liefhebbers misschien wel met een glaasje limoncello 😉

Smakelijk (en nog eens bedankt Kelly/Lilith om toch voor die kookcursus in te schrijven en dit heerlijke receptje te delen)