Monthly Archives: October 2022

Lyon, het Gallo-Romeins museum

Rijkelijk laat om deze reeks te beginnen, maar beter laat dan nooit 😉
Onze zomerreis van 2022 naar Zuid-Frankrijk startte opnieuw met een tussenstop in Lyon, één van onze favoriete Franse steden waar we al meerdere keren logeerden. Lyon is zoveel meer dan de stad die veel reizigers van en naar het zuiden enkel kennen van de files tijdens de rode of zwarte reisdagen.

Deze keer waren het 2 architectuurtips die ons inspireerden om er nog eens halt te houden. Eentje in de stad zelf en eentje iets erbuiten (maar dat is voer voor een volgende post). In 2018 brachten we al een bezoek aan de Romeinse site in de wijk Forvière (gratis toegankelijk trouwens en uniek met twee theaters – een groot theater en een odeon – naast elkaar), maar nog niet aan het Gallo-Romeins museum zelf.

Het museum en de site kregen de naam Lugdunum, verwijzend naar de oude benaming van de stad Lyon, ooit hoofdstad van Gallië en een belangrijke en welvarende stad in de Romeinse tijd. Het museumgebouw werd ontworpen door de architect Bernard Zehrfuss en in gebruik genomen in 1975. Het idee zelf om hier een museum te bouwen, dateerde al van de jaren ’30, maar kreeg pas concreter vorm in de jaren ’60. Het meest opvallende aan het gebouw is eigenlijk dat het zo weinig opvalt in de omgeving, maar perfect geïntegreerd werd door het in te graven in de helling van de historische heuvel die trouwens erkend werd Unesco werelderfgoed. Tegelijk is het museum des te opvallender want volledig opgetrokken uit gewapend beton dat ter plekke werd gestort (geen prefab hier). Uiterst modern en toch uitermate sober, robuust en indrukwekkend en toch ook alle ruimte gevend aan de collectie zelf die heel wat mooie stukken bevat.

Op een infobord dicht bij de ingang van het museum staat het allemaal nog veel beter verwoord 😉

Heel knap zijn ook de twee grote ramen die je een zicht geven op de historische site buiten en tegelijk heel wat daglicht naar binnen trekken. Van buitenaf zijn de ‘kijkvensters’ mooi ingewerkt (of moet ik zeggen uitgewerkt?) in de heuvel en komen ze totaal niet storend over. De architect Zehrfuss wordt dan ook terecht vaandeldrager van de moderne architectuur genoemd.

Het museum bezit één van de rijkste archeologische collecties van Frankrijk en stelt ze tentoon voor de bezoeker op ruim 4.000 m² oppervlakte. Het gaat onder meer over een verzameling gegraveerde stenen, mozaïeken, beelden, sieraden en gebruiksvoorwerpen uit het begin van onze jaartelling waarbij alle aspecten van de toenmalige maatschappij en het leven in een metropool worden toegelicht.

Ook de kinderen worden niet vergeten in het museum. Op verschillende plaatsen staat er uitleg op kindermaat en kunnen de jonge bezoekers kennis maken met stukjes uit het leven in de (Gallo-)Romeinse tijd. Alles is bovendien erg mooi uitgewerkt, vaak in hout en met mooie grafische elementen (een project uitgevoerd samen met Maison Georges).

We genoten zeer van ons bezoek aan deze plek, zowel van de architectuur als van de collectie en de uitwerking voor de kinderen.

Voor een bezoek aan de site buiten was er helaas geen tijd meer omdat er die avond nog een muziekoptreden op het programma stond en de site daardoor vroeger dan anders werd gesloten (maar aangezien we dat een vorige keer al deden, vonden we dat niet zo heel erg).

Na ons bezoek gingen we inchecken in ons hotel voor één nachtje en maakten we nog een kleine wandeling in het moderne Lyon waar we nog een hapje aten voor we onder de lakens kropen.

Wil je graag nog meer lezen over onze eerdere bezoekjes aan Lyon en het vele moois dat er te ontdekken valt? Dat kan via onderstaande links

Over ons bezoek aan la musée des confluences en het museum voor schone kunsten (2019)

Over de moderne wijk Confluence, de oude wijken van Fourvière, de wijk Presqu’ïle en de streetart (2018)

Bokrijk

Als zomertip kan dit verslagje van onze trip naar Bokrijk van eind augustus niet meer dienen, maar ik schrijf het toch nog voor mijn persoonlijk archief en wie weet, kan het anderen toch nog inspireren voor een toekomstig bezoek 😉

Een bezoek aan Bokrijk stond eigenlijk al jaren op onze agenda, maar om de een of andere reden was het er nog steeds niet van gekomen om dat eens samen met Maya te doen. Gelukkig zag onze tiener het nog zitten om daar deze zomer eens verandering in te brengen en zo geschiedde. We vertrokken met de zon in Gent, maar eens het centrum van het land voorbij, doken we in de wolken en kwamen we aan in een grijs Limburg, ietwat frisser dan verwacht. Gelukkig zouden we in de loop van de dag ook de zon te zien krijgen en werd het een geslaagde dag.

Op de ruime parking konden we onze auto zonder problemen kwijt. Wil je echter met de trein komen, dan kan, er is zelfs een halte aan de ingang van het domein. Met de kaart van het domein in de hand besloten we eerst langs de boerderij te wandelen, waar Maya met plezier het Brabants trekpaard van dichterbij ging bekijken en ze even de jonge konijntjes kon bewonderen die net wat extra voeder kregen; enkele van de honden die de schapen op het domein hoeden, werden bijna plat geknuffeld 😉 Ik leerde er dat de Dendermondse eend het oudste Belgische eendenras is, met grijsblauwe of zwarte veren en een witte borst.

Vervolgens trokken we naar ‘de Oude Stad’. Tussen 1960-1973 verwierf Bokrijk een aantal oude stadswoningen uit Antwerpen die daar werden gesloopt. Tot 1989 bouwde Bokrijk verder aan het nieuwe museumdeel ‘de Oude Stad’. In 2012 opende in een gedeelte van de Oude Stad de permanente tentoonstelling ‘De sixties’. M. en ik genoten hier met volle teugen, maar ook Maya vond het erg leuk om in de oude, gereconstrueerde interieurs binnen te lopen en te horen welke spullen wij nog in huis hadden bij onze (groot)ouders en wat ze zelf ook nog herkende of leuk vond.

In de kleine bioscoopzaal keken we naar een compilatiefilmpje van verschillende films en (jeugd)reeksen die in de loop der jaren op het domein van Bokrijk opgenomen zijn. Ook hier opnieuw a trip down memory lane, zowel voor ons als voor Maya want ook enkele series die zij als kind zag, passeerden de revue.
Over de middag pikten we nog een leuke voorstelling mee van Circus Barones, die daar tijdens de zomermaanden hun tenten hadden opgezet. Ik moet zeggen, dat viel heel goed mee, een perfecte combinatie van traditie met een hedendaagse twist.

Intussen was het al middag en klaarde de hemel volledig open. Onder een heerlijk zonnetje verkenden we verder het domein, oude hoeves en gebouwen, mooi heropgebouwd en soms met een nieuwe functie.

We liepen even binnen in een hoeve met een mooie kruiden- en bloementuin waar we een herboriste aan het werk zagen en we van een theetje mochten proeven.

We aten een lichte lunch ‘In den dolfijn’, een gebouw uit Sint-Rijkers (Westhoek) dat meer dan 200 jaar een café was. ‘Herberg houden’ was trouwens meestal een bijberoep. De herbergier was daarnaast ook nog landbouwer, houtbewerker, brouwer, smid… Deze herberg deed trouwen ook nog dienst als gemeentehuis! Niet zo uitzonderlijk want vaak hadden enkel steden eigen gebouwen voor hun bestuur. In de dorpen vonden de vergaderingen vaak plaats in een herberg.

Ook mooi om zien: de duiventoren van Ingelmunster. De duiven zaten ooit op de 2de verdieping. Daar kon je – om te voorkomen dat er duiven werden gestolen – enkel met een ladder naartoe. Op de eerste verdieping was een opslagplaats voor dierenvoeder. Op de benedenverdieping liepen vaak varkens op kippen rond. Een duiventoren bouwen was bovendien niet zo eenvoudig want er kwamen verschillende vakmannen aan te pas: metselaars, timmermannen, tegelzetters en een smid. Hier in het domein is het vooral een mooi uitkijkpunt op de vijvers en de omgeving.

De gereconstrueerde schuur uit Zuienkerke heeft een hoog, bijna puntvormig dak. Dit model kwam in West-Vlaanderen heel vaak voor. Centraal onder het dak werd de oogst bewaard, er was ook ruimte om het graan te dorsen en er waren ook ingebouwde koeien- en varkensstallen. De varkens konden van buiten gevoederd worden via de voedergaten in de gevel. Voor het dak van dergelijke schuur is heel wat riet nodig, wel 60 ton! De oppervlakte van het dak bedraagt ca 1200 m² en het riet ligt 25 tot 30 cm dik. Zes rietdekker doen er 40 dagen over om dit dak te leggen.

En verder zagen we nog kleine woningen, elk met hun eigen typerende stijl voor hun streek, water- en windmolens, oude bijenmanden, …

We konden er zelfs oud speelgoed uitproberen: het lopen op stelten lukte ons allen vrij aardig trouwens 😉

De mooie gerestaureerde pastorij van Schriek kreeg een volledig nieuwe invulling. De tafel, als plaats van ontmoeting en verbinding, vormt de rode draad doorheen deze imposante pastorij en zijn prachtige tuin. Op het gelijkvloers tref je een historische inrichting aan duit 1899, toen de pastoor hier samen met zijn onderpastoor en devote dienstmeid woonde. In de keuken liggen de ingrediënten te wachten om door de meid tot de lekkerste gerechten verwerkt te worden. Boven krijg je historische en hedendaagse smaakbeleving in al zijn facetten voorgeschoteld en in de pastorijtuin tot slot vind je vergeten groenten, kruiden en gezellige picknickplekjes. 

We zagen en lazen nog heel wat meer, genoten van een lekkere appelflap uit de bakkerij op het domein, proefden nog even van het lokaal gebrouwen bier (vooral M dan) en sloten onze dag af met een wandeling naar het beroemde fiets/wandelpad tussen het water net buiten het domein.

Een bezoek aan Bokrijk is meer dan de moeite waard, al moet je wel stevig stappen wanneer je alles wil zien op één dag. Er zijn regelmatig evenementen die nog een extra dimensie aan je bezoek kunnen geven, maar mogelijk ook voor meer drukte kunnen zorgen.

Alle praktische info lees je op: bokrijk.be