Monthly Archives: August 2018

Lyon – part3 – Presqu’île

Tussen de rivieren Rhône en Saône ligt het zogenaamde ‘presqu’île’ (schiereiland) van Lyon, waarvan de uiterste punt het moderne La Confluence is.

Je vindt er o.a. de Place Bellecour, het op twee na grootste plein van Frankrijk (310 op 200 meter), groter ook dan bv. het Rode Plein in Moskou. In het midden staat een standbeeld van Lodewijk XIV te paard. Op het plein zit ook de toeristische dienst van Lyon waar je een pak interessante informatie kan vinden, ideaal dus als eerste stop voor je aan een verkenning van de stad begint 🙂

Op het plein worden er geregeld manifestaties, concerten en andere evenementen gehouden. Elke vrijdag start op het plein een grote toertocht op rolschaatsen. ‘s Winters wordt er een kunstijsbaan geplaatst en staat er een groot reuzenrad.

In deze arrondissementen veel meer ‘klassieke’ gebouwen, het stadhuis, de opera, het beursgebouw, kerken, grote standbeelden en fonteinen, pleinen en pleintjes met de nodige terrassen om iets te eten of te drinken, …

Het operagebouw werd in de jaren ’80 van vorige eeuw, na een architectuurwedstrijd, door Jean Nouvel helemaal vernieuwd. De volledige binnenkant werd vervangen (alleen de oude inkom is bewaard gebleven) en kreeg een cilindervormige bovenbouw. Sindsdien is het gebouw 42 meter hoog (vanaf straatniveau) en heeft het 17 verdiepingen: 5 onder-gronds en 6 in de glazen bovenbouw. Het ‘grand café’ is ook toegankelijk voor mensen die geen voorstelling komen kijken. Het ontwerp kon aanvankelijk op veel kritiek rekenen, maar inmiddels is de glazen bouw een vast onderdeel van het stadsbeeld geworden.

Ook om te winkelen ben je hier aan het juiste adres: grote winkelstraten met spek voor ieders bek, en niet enkel ketens (of toch zeker niet enkel de ons bekende ketens) maar ook heel wat kleinere winkeltjes waar je veel moois (goedkoper én duurder) kan vinden, al zijn op zondag de meeste winkels wel gesloten 😉

En toen we toch al heel veel stappen op onze teller hadden staan (een 30.000 zo bleek), namen we gewoon de ‘watertram’, de Vaporetto, terug naar ons hotel en genoten we nog eens van de stad vanop het water 🙂

 

 

Lyon – part2 – Fourvière

Het moderne stukje Lyon – la Confluence kon ons zeer bekoren, vol verwachting trokken we er dan ook op uit om de rest van de stad te verkennen. We volgden het pad langs de kaaimuur om richting stadscentrum en oude stad te wandelen. Een groot stuk van de kaaimuren waar wij wandelden werd en wordt heraangelegd met veel ruimte, rust- en ontspanningspunten waardoor je gezellig kan rondkijken (en foto’s maken) zonder last te hebben van het verkeer.

Administratief is Lyon opgedeeld in negen arrondissementen. De stad wordt overheerst door twee heuvels, Fourvière (de oude stad of Vieux-Lyon) en La Croix-Rousse (het eerste en het vierde arrondissement van de stad, die deel uitmaken van Presqu’île), van elkaar gescheiden zijn door een engte van de Saône. In de 19de eeuw werden ze ook wel “de biddende heuvel” en de “werkende heuvel” genoemd. Op de Fourvière staat de basiliek, de heuvel van Croix-Rousse telt veel werkmanshuisjes waar zijde werd bewerkt.
In Vieux-Lyon en Croix-Rousse vindt je talrijke ‘traboules’, smalle gangetjes, die twee evenwijdig gelegen straten met elkaar verbinden. Die gangen lopen via de binnenplaatsen van woonblokken en zijn meestal privaat maar hier en daar kan je wel stukjes zien en op bepaalde momenten kan je ook gegidste wandelingen volgen langs deze traboules.

De Romeinen vestigden Lugdunum op de top van de heuvel. Forum Vetus, wat oud Romeins forum betekent, veranderde later in Fourvière. Het antiek theater, waarvan het eerste deel werd gebouwd rond het jaar 15 v.Chr. onder keizer Augustus, kreeg in de 2e eeuw onder keizer Hadrianus een derde serie treden aangelegd bovenaan het bouwwerk. Hierdoor kreeg het een diameter van 108 meter en een capaciteit van 10.000 plaatsen. De restauratie van het theater begon in 1933.
In de 2e eeuw werd het Odeion gebouwd, een gebouw dat voor zang- en muziekvoorstel-lingen en -wedstrijden en voor voordrachten werd gebruikt. Gewoonlijk was het cirkel-vormig en verschilde het van theaters door een overdekking. Het odeion is met een diameter van 73 meter kleiner dan het antieke theater en had in die tijd een capaciteit van 3000 plaatsen. De combinatie van beide vormen is uniek voor Gallië.

Wij genoten van het (gratis) bezoek aan deze mooie Romeinse site waar in de zomer heel wat evenementen doorgaan. Wie nog meer te weten wil komen over deze periode kan terecht in het Gallo-Romeins museum van Fourvière dat in de heuvel vergraven ligt.
Met het warme weer konden we zeker ook de verfrissende watervernevelaar en het drinkwaterfonteintje waarderen op de site 🙂

In 1872 begon men met de bouw van de basiliek Notre-Dame de Fourvière die 12 jaar in beslag zou nemen. Daarna zou het nog tot 1964 (!) duren voordat het interieur van de basiliek compleet zou zijn. De basiliek is tegenwoordig een internationaal bedevaartsoord en ligt op een route naar Santiago de Compostella. Zelden een religieus gebouw gezien met zoveel decoratie, we wisten amper waar eerst gekeken. Persoonlijk vond ik de vloer wel erg knap.

Op top bevindt zich ook de de Metalen toren van Fourvière die veel weg heeft van de Eiffeltoren (maar met een hoogte van 85,9 meter en een gewicht van 210 ton ‘iets’ kleiner dan de Eiffeltoren die 300m hoog is en 7300 ton weegt). De toren is in opdracht van een particulier gebouwd tussen 1892 en 1894 en werd door het gemeentebestuur ondersteund, om een republikeins tegenwicht te bieden naast de basiliek.
Ten tijde van de Wereldtentoonstelling van Lyon in 1914 was er in de toren een restaurant en een hydraulische lift die tweeëntwintig personen tegelijk naar de top kon brengen. Tegenwoordig doet de toren dienst als zendmast voor radio- en televisiezenders en is niet langer tot in de top te bezoeken.

Boven op de heuvel heb je een schitterend uitzicht over de stad. Wanneer het helder weer is, kan je zelfs de Mont Blanc zien.

Wij deden de beklimming via één van de oudste steile paden, dat van de Gourguillon. Het is voetgangersgebied (met heel wat ‘kinderkopkes’) maar bewoners mogen er met hun auto rijden en er parkeren (al vroegen wij ons vaak af hoe sommigen daarin slaagden!).
De afdaling deden we langs de Jardins du Rosaire en het stadspark Parc des Hauteurs, een stukje wandeling in het groen. Wie tegen deze wandeling opziet, kan echter ook gebruik maken van de kabelspoorweg, de Funiculaire de Lyon. Deze kabelspoorweg zou de eerste ter wereld zijn en is in gebruik sinds 1862.

Wij vonden dit een hele mooie, bij momenten ietwat intense, wandeling (al bleef Maya wel weg van de balustrade die uitzicht bood over de stad wegens opspelende hoogtevrees). Opnieuw een stukje Lyon dat ons uitermate kon bekoren. Ook een interessante stad om foto’s te maken want altijd weer iets mooi of boeiend of leuk te ontdekken 🙂

 

 

 

Lyon – part 1 – Confluence

Lyon zou dit jaar de stad voor onze tussenstop worden, een stad die velen vooral kennen van de files die je moet trotseren onderweg naar je vakantiebestemming of op de terugkeer naar huis. Relatief weinig mensen blijken echter al deze stad bezocht te hebben, het is nochtans meer dan de moeite waard!

Lyon ligt zo’n 750 km van Gent, in het (zuid)oosten van Frankrijk, aan de samenvloeiing van de Rhône en de Saône. Lyon is, na Parijs en Marseille, de derde grootste stad van Frankrijk (of zelfs de tweede wanneer je de bewoners van de volledige agglomeratie telt). De stad heeft al een lange geschiedenis: de Romeinen stichtten er in 43 BC Lugdunum, hoofdstad van Gallië, maar voorheen woonden er ook al Kelten.

Lyon staat bekend als de hoofdstad van de gastronomie (denk o.a. beaujolaiswijnen en de keuken van Paul Bocuse), stad van de zijde, de gebroeders Lumière vonden er in 1895 de film uit en ook het personage van Guignol (een Franse Jan Klaassen) werd in Lyon bedacht. Kortom, een stad die heel wat te bieden heeft en die wij graag wat beter wilden leren kennen.

Wij boekten 2 nachten in Novotel Confluence in de nieuwere wijk van Presqu’île, La Confluence: de punt van het schiereiland, aan de samenvloeiing van de Saône en de Rhône. Het hotel ligt boven een shopping center waar je een volledige verdieping eethuisjes vindt (voor elke smaak wel iets) én er is een afgebakende parkeerzone voor de hotelgasten in de publieke ondergrondse garage (waar je voor een heel redelijk bedrag je auto veilig kan achterlaten).

Vroeger vond je in dit stuk van de stad veel havengerelateerde activiteiten (opslag en overslag van goederen), maar sinds de jaren ’90 van vorige eeuw onderging het gebied een volledige reconversie. Er werd hier een nieuw stuk stad gecreëerd waarbij ook de inrichting van de omgeving en de publieke ruimte de nodige aandacht kreeg en duurzaamheid en ecologie hoog in het vaandel gedragen worden.
Resultaat is een modern stukje stad met vernieuwende architectuur en oude loodsen die werden omgebouwd tot lofts en trendy ontmoetingsplekken, veel open ruimte die doordacht werd ingericht met groenzones en ontspanningsruimtes (sport- en speelzones, zitplekken, gemeenschappelijke groentetuintjes, …) en een zelfrijdende (jawel, zonder chauffeur!), elektrische busjes die je gratis enkele kilometers verder brengen.

Wij keken onze ogen uit in deze wijk en genoten van de moderne en vaak verrassende architectuur en de aangename omgeving.

Op het uiterste puntje van het schiereiland staat een uiterst modern museumgebouw, dat wij bij een volgend verblijf zeker eens willen bezoeken.

Dit is ongetwijfeld een hele fijne plek om te wonen.

 

 

 

Frankrijk 2018

Ook deze zomer trokken wij opnieuw naar Frankrijk, andermaal richting Provence (iets minder oostelijk dan vorig jaar). We houden van het land en dus trekken we er graag heen om telkens weer een nieuw stukje te ontdekken. We haasten ons niet en zorgen toch ook wel voor een beetje comfort (lees: een hotel met een fijn ontbijtbuffet en een zwembad, een restaurant is ook meegenomen voor het geval we geen zin meer hebben om er ‘s avonds nog op uit te trekken).

Ons plan van aanpak is meestal hetzelfde: ‘s morgens op een ‘normaal’ uur opstaan, douchen, uitgebreid ontbijten en vertrekken ergens tussen 9u30 en 10u. Door het uitgebreide ontbijt moeten we ‘s middags slechts zelden aan eten denken, maar hebben we toch ‘een hongerke’ dan doen we daar uiteraard iets aan 😉 In de rugzak zit altijd een fles water maar uiteraard doen we ook een terraske in de loop van de dag, het is immers vakantie. In de loop van de namiddag, tijdstip een beetje afhankelijk van de duur van ons bezoek, keren we terug naar het hotel voor wat ontspanning in & aan het zwembad. Dit jaar werd het een merkbaar rustiger reis dan vorig jaar en werd er bijgevolg meer gelezen en gezwommen, de agenda moet niet altijd even vol geboekt zijn. Dit jaar keer kozen we voor bezoekjes dichter in de omgeving, vaak kleinere dorpjes en vooral kortere rij/reistijden.

Aangezien we het aantal kilometers op een dag liever binnen de perken houden, reizen we niet in één dag naar het zuiden (of terug naar huis). Deze keer hielden we in het doorgaan halt in Lyon en in de terugreis opnieuw in de Loirestreek, nu in Blois. Lyon bleek een meevaller van formaat, we waren uitermate aangenaam verrast door de stad en keren er zeker nog eens terug. Ook een prima bestemming voor een citytrip trouwens! Vlot bereikbaar met de wagen (ca 750 km), maar ook met de trein.

Er volgen hier dus opnieuw verschillende verslagjes van onze reis, alvast sorry (not sorry) voor de vakantiespam.

 

Sculpture Link Knokke

Dit jaar voor ons geen familiefeest op 15 augustus en dus een vrije dag. We trokken daarom richting Knokke en besloten er de beeldenwandeling Sculpture Link te doen (net op de laatste dag zo bleek). Ik plukte hieronder een deel van de tekst uit de infobrochure.

Voor de 25ste editie werden een reeks beelden tentoongesteld van twee internationaal bekende vrouwelijke kunstenaars, de Amerikaanse Carole Feuerman en de Italiaanse Rabarama. Op een frappante en eigenzinnige wijze illustreren beiden het eeuwenoude thema van de vrouw en het vrouwelijke naakt. Tot vandaag bekleedt de vrouw een belangrijke plaats in de beeldtaal van zowat alle beschavingen. Zij symboliseert vruchtbaarheid, moederschap, harmonie van vormen, schoonheid, kracht, intelligentie en spiritualiteit, maar ook verleiding en perversiteit. De beeldenwandeling wil de kijker verleiden met 25 monumentale werken die de schoonheid en de uitstraling van de vrouw bezingen en tevens de beeldende persoonlijkheid van de maker illustreren.

Carole Feuerman (1945, Hartford, Connecticut, USA) is een belangrijke exponent van het hyperrealisme. Zij is een veelzijdige kunstenares. Zij schildert, tekent, ontwerpt installaties en modelleert levensgrote en monumentale sculpturen in kunststof en in brons. Een van haar voornaamste thema’s is dat van de zwemsters en de baadsters. Carole Feuerman werkt in New York en Miami. In 2013 stonden haar sculpturen in de Giardini van de Biënnale van Venetië. Har werken staan in tal van belangrijke musea in de VS, maar ook in Europa, in de Hermitage in Sint-Petersburg, in China en in Zuid-Korea. Zij ontving talrijke prestigieuze prijzen.



Ook het werk van de in 1969 in Rome geboren kunstenares Rabarama, pseudoniem van Paola Epifani, die leeft en werk in Padua, is aan het vrouwelijke lichaam gewijd, maar dan wel op een heel bijzondere wijze omwille van haar vormentaal en haar materiële uitstraling. Haar figuren nemen vallen o.a. op door een huid die bezet is met motieven en inkepingen, kleurige decoratieve elementen en een soort raster die het gehele beeld bestrijkt en die het een ietwat bevreemdende présence verleent. Zij modelleert in klei, kapt in steen en marmer, beschildert haar bronzen, creëert juwelen, etst en schildert. Opmerkelijk is ook haar artistieke samenwerking met le Cirque du Soleil.

De zon liet ons vandaag een beetje in de steek maar de temperaturen waren aangenaam en de wind blies slechts zachtjes, ideaal wandelweer dus eigenlijk 😉
We parkeerden vlakbij het station van Knokke-Heist en liepen van de Scharpoort in Heist naar de Zeedijk, eerst tot aan het Heldenplein in Heist en vervolgens (via het bosje van Heist, officieel het Willemspark) richting Knokke (waar we ook nog even het Cartoonfestival meepikten), helemaal tot in het Zoute (en uiteraard ook weer terug, langs de Lippenslaan, goed voor nog wat windowshopping). Een gezellige en mooi gevulde dag met ruim 25.000 stappen op onze teller.

De tuin in augustus

Weken hoge temperaturen, uren zon en zo goed als geen regen. Dat heeft uiteraard impact op de tuin, ook bij mijn vader, zowel op de bloemen- als op de groentetuin. De opbrengsten zijn beduidend lager dan andere jaren in de groentetuin en in de bloementuin is alles ook veel sneller uitgebloeid.
Toen ik er de voorbije week ging helpen, werd er dan ook al volop gesnoeid (en verhakseld) en geoogst.

Een impressie:

uitgebloeide stokrozen en andere bloemen, uitgebloeide en verdroogde erwtenplanten, snoeisel van de blauwe regen,… het werd allemaal naar de verhakselaar gebracht en verwerkt (een stevig volume in zijn totaliteit, op de foto staat maar een fractie);

die blauwe regen heeft trouwens absoluut geen last van de droogte, die blijft groeien en bloeien; ook een aantal vlinderstruiken kennen een tweede bloei;

de zonnebloemen hebben hun mooiste tijd gehad (maar kunnen uiteraard nog blijven staan voor de zaden), de zinnia’s houden het nog wel even vol;

het veldje met pompoenen ligt in andere jaren vol met mooi grote exemplaren, nu is de opbrengst een heel pak minder en groeien de vruchten niet meer verder omdat het groen teveel heeft afgezien van de droogte en dus werd de oogst binnengehaald; de notelaar kreunt onder zijn zware last en de droogte en een grote tak brak vorige week af (van die tak alleen verzamelden we al ruim 800 noten die we nu nog even laten drogen en waarvan we later zullen checken of er onder de groene schil mooie vruchten in de schelpen verborgen zitten);

ook in de tomatenserre is de opbrengst lager dan anders maar de Italiaanse planten buiten doen het vrij aardig (geen last van te veel regen gehad dus mooie vruchten).

Er is dus nog steeds veel te zien én te doen in de tuin 🙂

Triënnale Brugge

Het voorbije weekend trokken wij in fijn gezelschap naar Brugge voor een bezoekje aan de triënnale aldaar. Parkeren deden we op één van de vele parkings, wij vonden zelfs nog een plekje in de schaduw op de gratis Magdalenaparking, nauwelijks tien minuutjes wandelen van het stadscentrum (zo groot is Brugge immers niet). We hadden onze picknick mee en verorberden die aan het Minnewaterpark op een bankje; in de loop van de namiddag pikten we uiteraard ook nog een terrasje mee.
Onze grootste schrik, dat het te warm zou zijn in het stadscentrum, bleek ongegrond. Het was uiteraard warm maar het voelde toch een stukje koeler dan in Gent en in de loop van de namiddag verscheen er nog wat sluierbewolking waardoor de grootste hitte van de baan was.

Aan de hand van een plan en een bijbehorend gidsje met toelichting over de verschillende werken gingen we vervolgens op pad en zagen een groot deel van de geëxposeerde werken die meestal op het water te vinden waren. Wandelen langs het water is uiteraard een bonus op warme dagen. Ook het feit dat je op of door verschillende kunstwerken kan lopen is een leuke extra, het zorgt er zeker mee voor dat het ook voor kinderen boeiend blijft.
De uitleg over alle werken kan je lezen op de website van de triënnale. Enkele foto’s van de werken die wij zagen, vind je hierna.

Het was erg lang geleden dat ik nog eens in Brugge rondliep en het hoog toeristisch gehalte is uiteraard sterk aanwezig maar ik kon toch ook wel genieten van de mooie plekjes in de stad, de kleine straatjes en enkele leuke winkeltjes al lieten we het shoppinggedeelte grotendeels achterwege, zij het niet volledig 😉 .

Het moet gezegd, de stad straalde voldoende charme uit om er misschien toch eens een weekendje te overwegen (ook al ligt Brugge maar op een spreekwoordelijke boogscheut van Gent) en er nog wat verder op verkenning te gaan 🙂

Zin gekregen om een bezoekje te brengen aan de triënnale? Dat kan nog tot 16 september! De meeste kunstwerken staan op het water, bezoek aan de zaken binnen kan vanaf 12 tot 18u. Een kaartje en infobrochure kan je gratis ophalen, o.a. aan het infopunt op het Zand. Je hoeft er zelfs geen ticketje  voor te nemen en aan te schuiven, de plannetjes liggen er vrij ter beschikking.

Maarten Baas

Nog tot eind september loopt in het Gentse Designmuseum een tentoonstelling van de Nederlandse Maarten Baas.

Hide & Seek is zijn eerste grote solotentoonstelling. Zijn ontwerpen zitten vaak ergens tussen kunst en design.
Maarten Baas studeerde af aan de prestigieuze Design Academy Eindhoven met de serie Smoke, waarin hij meubilair verbrandde. Door de zwartgeblakerde, broze resultaten te behandelen met kunsthars, maakt Baas de stukken weer bruikbaar. Hij bewerkte op deze manier ook enkele designklassiekers en maakte daar op zijn manier opnieuw een statement mee.

Daarna volgde Clay: unieke handgemaakte meubelen die geboetseerd zijn uit synthetische klei. Een spontaan, vrolijk en lichtjes onhandig tegengewicht voor strak minimalisme waarin de hand van de meester niet enkel zichtbaar, maar ook voelbaar is.

In Het Circus verwijst Baas naar de designbeurs van Milaan waar jaarlijks designers van over de hele wereld hun nieuw werk komen presenteren en een leger journalisten er over schrijven. In de loop der jaren werd het geen strijd meer om het beste concept of idee maar een strijd om het meest in de media te verschijnen, een circus als het ware. Dat circus breng Maarten Baas meesterlijk in beeld. Zonder de verklarende tekst gelezen te hebben, moest ik eigenlijk intuïtief al aan de beurs van Milaan denken en het deed me ook meteen glimlachen; kritiek met een vrolijke kwinkslag. En kritisch of niet, het leverde hem zowaar dat jaar de best show award op.

Met de reeks Real Time vond Maarten Baas een nieuwe manier om met tijd om te gaan: zijn klokken tonen een persoon die elke minuut de wijzers opnieuw schildert en weer weghaalt.

Hide and Seek is een leuke tentoonstelling die je een vrolijk gevoel geeft, ideaal dus voor een familie-uitje tijdens de vakantie 🙂

Alle praktische info vind je op de website van het designmuseum.