Wanneer je iemand vertelt dat je een uitstapje plant naar het Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen (kort het KBIN), dan wordt er waarschijnlijk een wenkbrauw opgetrokken of een voorhoofd gefronst. Zeg je dat je naar het dinomuseum in Brussel gaat, dat gaan er al wat meer belletjes rinkelen 😉
Op oudjaar gaven wij kleine J. een dinoboek en een tegoedbon om samen op stap te gaan naar het dinomuseum in Brussel. De paasvakantie, op paaszondag zelf zowaar en dat was geen aprilgrap, bleek het ideale moment om die uitstap in te plannen. En dus trokken wij met 2 gezinnen: 4 volwassenen, 2 pubers en een uitermate enthousiast spruitje van 5, met de trein richting Brussel. We kozen voor een B-dagtrip waarbij onze treinrit en de toegang tot het museum inbegrepen waren. We dienden over te stappen in Brussel-Zuid op de trein die ons in station Brussel-Luxemburg (in de Europese wijk) zou afzetten en dan was het nog pakweg 10 minuutjes wandelen.
De trein blijft echter altijd een beetje spannend: door werken zouden we een alternatieve route sporen richting Brussel en iets langer onderweg zijn. We hadden tijd dus maakten ons geen zorgen. Groot was echter onze verbazing dat de trein (met eindbestemming Zaventem) als eerste halte Brussel-Noord had; daarvan was ons niets gemeld, niet via de borden, niet via de speaker en niet via de conducteur die onze kaartjes had geknipt. Even navragen op het perron dan maar. Neen deze trein reed niet meer naar Brussel-centraal of Brussel-Zuid. Vlug uitstappen dus en gelukkig konden we ook in Noord overstappen op de trein richting Ottignies die halt hield in Brussel-Luxemburg 🙂
Het museum bereikten we verder zonder hindernissen of omwegen.
Na het omruilen van de tickets gingen we uiteraard eerst naar de grote zaal met de dinoskeletten. J. was onder de indruk en heel enthousiast. De groep splistte zich op en we keken onze ogen uit. Soms kwamen we elkaar terug tegen, soms haalden we toch maar onze telefoons boven om elkaar terug te vinden.
Het museum is boeiend, interessant, een beetje moeilijk qua parcours (gelukkig zijn er plannetjes) en behoorlijk groot. Je hebt de vaste tentoonstelling met onder andere:
(uiteraard) de galerij van de dinosauriërs, waar ook de zaal zelf de moeite van het bekijken waard is en je massa’s echte en nagemaakte skeletten ziet in alle maten en vormen
met prachtige tekeningen van oude vondsten
waar iedereen boeiende dingen ontdekte
de (nieuwe) galerij van de mens, heel knap in beeld gebracht
en de galerij van de evolutie, helemaal boven in het museum
Wij liepen er ongeveer twee uur rond maar hebben niet alle zalen gedaan. Ook de tijdelijke tentoonstelling namen we er niet meer bij maar is wel de moeite waard (een deel van ons gezelschap ging er snel even een kijkje nemen).
Ons oordeel? Een knap gebouw, een boeiende collectie, aantrekkelijk voor jong en oud. Ook de pubers (12 en 18) in het gezelschap hebben er zich niet verveeld. Meer dan redenen genoeg om een uitstapje naar het KBIN zeker aan te bevelen. Ook de buitenlanders weten deze plek te vinden trouwens, ik hoorde heel wat verschillende talen tijdens ons bezoek.
Na ons bezoek zochten en vonden we in de buurt een brasserie waar we een lekkere en betaalbare late lunch bestelden. Daarna wandelden we nog een uurtje door de stad al geocachend. De ideale manier om te wandelen zonder dat de jongste zich begon te vervelen, om straatjes en pleintjes te ontdekken waar je anders misschien niet zou komen.
Voor we het wisten, waren we al aan station Brussel-Centraal waar we nog even iets dronken en vervolgens probleemloos richting Gent spoorden.
Een uitermate gesmaakte, gezellige en ontspannen start van de paasvakantie.
Alle praktische informatie voor een bezoekje aan het KBIN lees je op hun website.