Bij het ontwaken schijnt de zon door het raam maar zien we in de vallei een laag wolken hangen als waren het wattenproppen. Of zouden dat ‘les brûmes du matin’ zijn zoals ook de naam van onze kamer luidt? We laten het niet aan ons hart komen, de zon zal wel sterk genoeg zijn om straks die wolken weg te branden.
Na het ontbijt rijden we met de wagen richting Bergerac, opnieuw via de snelweg eerst naar Périgeux en dan verder via de RD (route departemental), een rit van ca. 100 km vertelt de GPS ons. De thermometer aan boord laat ons ook weten dat het op dit eigenste moment van de dag nog maar 13°C is, wij hebben toch ons truitje aan. Onderweg stellen we echter met genoegen vast dat het vlotjes warmer wordt. Bij onze aankomst in Bergerac is het inmiddels 20°C met een stralend zonnetje en enkele witte wolken.
Een stadswandeling voert ons door de historische kern van Bergerac met heel wat vakwerkhuizen. Het standbeeld van de befaamde Cyrano (eigenlijk absoluut niet van Bergerac naar ’t schijnt) komen we twee keer tegen, waarvan één keer ‘in kleur’. Bergerac had vroeger een belangrijke binnenhaven en langs allerlei kanalen werden heel wat goederen (waaronder graan en wijn) getransporteerd naar het binnenland. Aan de oude aanlegsteiger kan je trouwens nog altijd inschepen voor een boottochtje op de Dordogne.
Omdat het nog iets te vroeg is voor een lunch in de stad besluiten we door te rijden naar onze volgende bestemming, meteen ook nog verder de geschiedenis is. Onderweg houden we echter halt in Lalinde, een klein dorpje waar het precies wel gezellig is. Op het dorpsplein installeren we ons onder een parasol en bestellen een op steen gebakken pizza. De pizza’s laten geruime tijd op zich wachten (veel volk en weinig personeel) maar we zijn niet gehaast en genieten van het mooie weer. Tussendoor nemen we nog een kijkje in de nabije omgeving. Eens onze maaltijd geserveerd laten we het ons smaken.
Pakweg 2 u later zijn we terug op weg voor onze reis naar de prehistorie. We houden halt in Les Eyzies-de-Tayac-Sireuil, kortweg Les Eyzies, ook wel de hoofdstad van de prehistorie genoemd vanwege de vele prehistorische vindplaatsen, grotten en abri’s. We bezoeken er het vrij nieuwe Prehistorisch infocentrum en wandelen kort even door de belangrijkste straat waar het wemelt van de toeristen. In Les Eyzies de Tayac bevinden zich de twee belangrijke musea van Frankrijk met archeologische vondsten: het Musée National de Préhistoire met de belangrijkste collectie van heel Frankrijk, zoals werktuigen, sieraden en kunstvoorwerpen, en het Musée de la Spéléologie.
Aangezien we al in een museum rondliepen deze week, kiezen we voor één van de archeologische sites in de buurt, nl. La Roque Saint-Christophe. La Roque Saint-Christophe is een grote rots met rotswoningen die bewoond werden van de prehistorie tot de renaissance. Voor de kinderen is er een boekje (ook in het Nederlands) met een hele reeks vragen die ze kunnen beantwoorden door het lezen (of het zich laten voorlezen en vertalen) van de infoborden op de site en het doornemen van de extra info in hun bundeltje. Een leuk idee maar niet zo gemakkelijk om op te lossen want niet alle informatie is terug te vinden. Het zorgt er echter voor dat er zich niemand moet vervelen en er toch wel wat informatie blijft hangen. Er zijn ook een aantal reconstructies gemaakt van katrollen die o.a. tijdens de middeleeuwen werden gebruikt. Het moet zeker geen sinecure geweest zijn om te leven op en in deze grote rots, zoveel is zeker. En hoogtevrees had je best ook niet.
Terug in ons hotel aangekomen trekken we opnieuw naar het zwembad waar het niet zo heel erg warm is (de zon verstopte zich wel eens achter enkele wolken) maar we doen onze baantjes, nemen daarna een lekker warm bad en gaan na het avondmaal nog even naar de gemeenschappelijke ontspanningsruimte. Dochterlief keek er naar een Disneyfilm samen met een Frans meisje. Beiden kenden de film meer dan voldoende zodat het hen niet kon deren dat ze naar de Engelstalige versie zaten te kijken. Deze ruimte was ook de enige plek in het hotel met wifi en dus maakten we van de gelegenheid gebruik om eens snel de mailbox te checken (ik heb eigenlijk vooral de spam gewist en enkele nieuwsberichten bekeken en verder zonder verpinken de hele winkel terug gesloten voor de rest van de vakantieweek).
Eigenlijk best wel fijn om vast te stellen dat het maar een kleine moeite was om offline te blijven. Al denk je wel eens ‘deze foto zou best op Instagram of Facebook kunnen’, maar dat hoeft ook niet altijd meteen voor dit soort informatie. Zelfs mijn dagverslagjes maakte ik ‘old school’ in een schriftje en besloot ik verder af te werken wanneer we terug thuis zouden zijn.