Tag archieven: Ardennen

Lavaux-Sainte-Anne

In het voorjaar bracht ik een leuk boek mee uit de bibliotheek met 1000 tips over plekken in België die je gezien moet hebben. Veel bekende plekken uiteraard, maar ook zaken die we nog niet kenden en waarvan er wel een aantal op ons must-visitlijstje kwamen. Eentje daarvan bleek min of meer op onze route te liggen toen we terugkeerden van ons bezoek aan Luxemburg, nl. het kasteel van Lavaux-Saint-Anne (deelgemeente van de stad Rochefort).

Wij hadden nog niet van deze plek gehoord, maar het kasteel is blijkbaar opgenomen in de lijst van het belangrijkste erfgoed van het Waalse gewest en is als symbool van de Famenne, één van de beroemdste gebouwen in Wallonië. Veel bekender bij de Vlamingen is ongetwijfeld Han-sur-Lesse dat daar niet zo ver uit de buurt ligt (dat was al eens deel van een daguitstap in 2014) 🙂
Maar wij lieten de reclameborden voor de grotten en het dierenpark voor wat ze waren en volgden de pijltjes naar het kleine Lavaux-Saint-Anne dat inderdaad over een mooie toeristische troef beschikt.

De oorsprong van het kasteel gaat terug tot de 15de eeuw, maar begin 20ste eeuw bleef er niet veel meer dan een ruïne over. Van 1933 tot 1939 werd de gigantische restauratie uitgevoerd onder toezicht van de Koninklijke Commissie voor Monumenten en Landschappen.

Sinds 1933 is het kasteel eigendom van de “League of Friends of the Château de Lavaux-Sainte-Anne” en werd het een jachtmuseum dat in 2005 werd omgevormd tot een natuurmuseum dat je onderdompelt in het leven van de toenmalige heren én van het dagelijks leven op het platteland in de regio.

Het kasteel bestaat uit een oudere, middeleeuwse burcht die in de 17de eeuw uitgebouwd werd tot een lustkasteel in renaissancestijl. Aan de ene kant zie je dus grachten, ronde torens en schietgaten, aan de andere kant bolvormige daken, vensterlijsten en pilasters.

In de voormalige kelders en ruimtes voor het personeel is een tentoonstelling uitgebouwd over oude beroepen en het dagelijks leven van de inwoners van Lavaux in de negentiende en begin twintigste eeuw. Grappig hoe wij bepaalde voorwerpen nog vlot benoemen terwijl die voor Maya soms een woordje uitleg moeten krijgen al herkent ze nog behoorlijk wat gebruiksvoorwerpen van bij haar oma, die regelmatig naar rommel- en brocantemarkten gaat en heel wat spullen verzamelt 😉

Verder in het kasteel ook een mooie schets van het herenleven in de zeventiende en achttiende eeuw, of hoe de heren van Lavaux leefden en gasten ontvingen in hun luxueuze woonvertrekken in die tijd, inclusief rariteitenkabinet/kast en Romeins geïnspireerde badkamer.

Een deel van het kasteel werd ook ingericht als Museum van de Natuur en van het Landbouwleven: ideaal om de vele opgezette dieren, voorwerpen en kunstwerken in te passen in een groter verhaal van zowel jacht als natuurbeheer.

Hier en daar staat er wel een vertaalfoutje op de infoborden, maar ik ben algemeen heel positief verrast over de tweetaligheid van de informatie én de goede tweetaligheid van het personeel. Hier is het niet van “pour les flamands la même chose”, maar word je heel spontaan en vriendelijk in het Nederlands verder geholpen zodra men hoort dat je eigenlijk Nederlands spreekt / uit het Vlaamse landsgedeelte komt.

Na het bezoek binnen lopen we nog even rond in de tuin en nemen een kijkje in de stalling. Een deel van de gebouwen blijkt intussen ingericht als feestzaal (beslist een mooie locatie voor een huwelijksfeest en -foto’s, en er stond er wellicht eentje op het programma afgaande op de bloemstukjes die werden gebracht).

We maken ook nog een korte wandeling in het natuurgebiedje naast het kasteel. Daarvan ben ik iets minder onder de indruk, maar je krijgt wel nog een mooi zicht op het kasteel cadeau en dat vormde meteen de perfecte afsluiter van ons bezoekje.

Een bezoek aan het kasteel is beslist een aanrader voor wie een langere rit graag even wil onderbreken of voor wie in de buurt logeert en er naast de grotten van Han graag nog een extra uittip bij wil. De kleinsten mogen zich er trouwens ook verkleden als ridder of prinses en kunnen er een zoektocht doen 🙂
Het kasteeldomein bezoek je te voet, vlakbij ligt een (gratis) publieke parking.
Het kleine dorp heeft zowaar zijn eigen oprit naar de snelweg dus in een wip rijden we vlotjes richting Brussel en zo verder terug naar huis.

Praktische info lees je op de website van het kasteel.

Zomervakantie 2016 in eigen land: Coo en Durbuy

Op stap gaan in eigen land is iets wat wij wel graag doen. Grote pretparken zijn op zich niet echt aan ons besteed (met uitzondering misschien van de Efteling waar ze ons de voorbije jaren een paar keer zagen) maar deze keer maakten we een (kleine) uitzondering. We besloten midden juli richting Ardennen te trekken en meer bepaald richting Stavelot/Coo.

De watervallen van Coo is zo één van de dingen in België die iedereen wel kent van naam maar nog nooit gezien heeft tenzij misschien ooit lang geleden nog op een schoolreis (voor wie al enige jaren op zijn/haar teller staan heeft). Tien jaar geleden echter besloot Plopsa er een pretparkje uit te bouwen en de watervallen en omgeving mee te integreren. We bekeken het allemaal even en stelden vast dat een online ticket slechts een euro goedkoper was dan het normale toegangstarief, een flyer uit de Carrefour leerde ons dat je daar tickets met 2 euro reductie kon kopen. Toen we onze boodschappen deden en de tickets wilden bestellen, bleken we zowaar geluk te hebben: naar aanleiding van het tienjarig bestaan van PlopsaCoo konden we tickets kopen aan halve prijs (geldig tot 15 juli)! Als dat geen meevaller was!

Vanuit Gent is het toch ongeveer twee uur rijden om ter bestemming te geraken. We vertrokken dan ook rond acht uur ’s morgens om iets na openingstijd bij het park aan te komen. Vooraf je ticket kopen heeft een groot voordeel: je moet niet meer aanschuiven aan de kassa (een ticket voor de parking kan je in het park in de souvenirwinkel kopen). Het plannetje hadden we vooraf al afgedrukt maar kan je ook zonder uit de voeten want het park is echt niet zo groot. Het aantal attracties in beperkt, het apeneiland is een eilandje met enkele aapjes en enkele geitjes in de wandeltuin er omheen maar op zich wel schattig.

Aangezien er hier geen echte durvers in huis zijn die kicken op spectaculaire attracties was dat op zich geen probleem maar je bent ook vrij snel rond. Het was nog relatief rustig in het park waardoor de wachtrijen eerder beperkt waren (al ben je ook dan toch vaak een kwartier of meer kwijt) en we enkele attracties ook meerdere keren deden. Het karten was populair bij vader (en dochter), de Mayasplash (what’s in a name :)) was perfect in de namiddag toen de zon volledig door de wolken brak. De extra hoge draaimolen, daar keken we eens naar van op de grond 🙂

In het park is er volop ruimte om te picknicken maar (uiteraard) is ook het cateringaanbod uitgebreid. Je kan er terecht in een restaurant, bij de frituur, bij de grill, bij een Panoswinkel, er staan koffie-automaten, stands met zoetigheden, … Wij hielden het bij een homemade picknick en trakteerden onszelf op een koffie (3,5 euro voor een XXL beker cappuccino met veel melkschuim).

We namen ook de kabellift naar de uitkijktoren (wat al een uitdaging was want de één had last van hoogtevreeskriebels  bij het klimmen en de ander bij het dalen) en genoten daar wel van het uitzicht op de omgeving.
Ook heel wat parapentes te bespeuren aan de blauwe hemel trouwens na de middag. Uiteraard mocht ook een bezoekje aan de watervallen zelf niet ontbreken. In het buitenland zijn veel spectaculairder exemplaren te vinden maar ze hebben toch nog enige charme en van vlakbij is het lawaai van het donderende water best indrukwekkend.

Omdat we het nog te vroeg vonden om meteen naar huis te rijden, besloten we nog een ommetje te maken richting Durbuy. Het kleinste stadje van de wereld, zoals Durbuy zichzelf pleegt te noemen, is een echte toeristische trekpleister. Doordat we er pas in de vooravond aankwamen viel het vrij goed mee met die drukte en besloten we er een plekje te zoeken voor een licht avondmaal. We pasten er de regel toe die je in veel reisgidsen vindt: probeer iets te zoeken waar ook de locals gaan eten. We hadden geluk en vonden zowaar zelfs een plekje in de zon waar we nog heel gezellig konden tafelen. Helemaal relax en voldaan trokken we nadien terug huiswaarts. Voorwaar een heel gezellige dag.

Naar Han-sur-Lesse en Dinant

Wij gaan deze zomer niet op reis maar genieten met volle teugen van vakantie in eigen land. We hadden al een schitterende Gentse feesten maar er is uiteraard meer. Mensen trekken zo vaak naar het buitenland om daar heel wat dingen te bezoeken die je ook in eigen land kan ontdekken.
Lang geleden gingen wij al eens naar de grotten van Han, maar het leek ons wel leuk om dat nog eens over te doen en zo geschiedde. Via internet werd de nodige info opgezocht en verzameld, we maakten een picknick klaar en zetten de frigobox in de koffer van de auto. Altijd handig immers om toch wat eten en drinken bij de hand te hebben wanneer je op stap gaat.

Ongeveer 200km en 2 uur later kwamen we op onze bestemming aan. We besloten in de voormiddag de grotten te bezoeken en in de namiddag het wildpark. We kochten bijgevolg een combiticket wat ons ook toegang gaf tot een museum (PrehistoHan) en een kleine tentoonstelling. Echt goedkoop is zo een ticket niet, 26 euro voor een volwassene maar vooraf aankopen via internet spaart je nog enkele euro en dan moet je ook niet meer in de file staan aan de kassa.

Het was even wachten op het treintje dat ons naar de grot zou voeren. Voor dat vertrok, kwam er ook nog een fotograaf rond die gauw bij iedereen eens een parkiet op de schouder zette maar algauw denderden we over de sporen. Een Waalse studente, die heel erg haar best deed om Nederlands te spreken, was onze gids van de dag. In Frankrijk hebben we inderdaad al indrukwekkender grotten gezien (le gouffre de Padirac) maar als eerste kennismaking voor Maya was dit meer dan OK. Een Waalse studente deed haar best om ons enige informatie over de grotten in het Nederlands te vertellen. De obligatie uitleg over het ontstaan van de stalagmieten en stalactieten, zuilen en ‘gordijnen’, met enige fantasie vallen er ook wel enkele figuren in de druipstenen te herkennen: een toren van Pisa, een vrijheidsbeeld, een olifant, een krokodil, … Er was ook nog een kleine lichtshow die op de kleinsten vooral indruk maakte omdat het op sommige momenten pikdonker was. Het korte boottochtje waarmee je vroeger de tocht in de grotten afsloot, is er niet meer (de uitleg van de studente was ons niet helemaal duidelijk maar we vermoeden dat het iets te maken had met te wisselende waterstanden), het afsluitende kanonschot en de expliciete vraag naar een fooi die waren er wel nog.

Een kleine twee uren rondlopen in zomertenue (weliswaar met een extra trui maar toch) in een temperatuur van 13° Celsius zorgde ervoor dat we ons met veel genoegen terug lieten opwarmen in het zomerzonnetje. Een picknick langs de oevers van de Lesse vormde dan ook de perfecte middagpauze.

Na de middag was het tijd voor deel 2 op de site van het domein Han-sur-Lesse: het wildpark. We waren een beetje lui en kozen voor de gemakkelijkste optie: een ritje met de open bus. Voor een wandeling van enkele kilometers doorheen het heuvelachtig domein van zo’n 250 ha werden trouwens stevige stapschoenen aangeraden. Het moet gezegd, het landschap is prachtig en de meeste diersoorten hebben er echt wel veel ruimte. De wilde paarden leken zich echt te amuseren en renden vrolijk in het rond, de herten, steenbokken, geiten, Galloways en anderen hielden zich iets rustiger in de schaduw van de bomen. De 2 (oude) berinnen genoten van het koude water maar hadden het misschien toch iets minder naar hun zin (hun leefruimte was beslist minder groot dan in de vrije natuur). De tijd vloog voorbij en we kwamen terug aan het ontmoetingscentrum voor we er erg in hadden.

Aangezien we een combiticket hadden gekocht, konden we ook een bezoekje brengen aan PrehistoHan, een klein museum waarin een nieuwe tentoonstelling een overzicht geeft van 50 jaar opgravingen in de bedding van de Lesse ter hoogte van de grotten. De tentoonstelling is zeker een bezoekje waard. Ze is leuk opgebouwd en wat de kinderen zeker zal bekoren is de interactieve bioscoopzaal.  Je krijgt er een 3D-brilletje met oortje opgezet krijgt (eentje dat mij wel hoofdpijn bezorgde) en in gezelschap van Laura Craft (what’s in a name) neem je deel aan de archeologische opgravingen, alsof je er echt bij was. Met de joystick zoek je mee naar de geheime galerijen en moet je codes helpen kraken. Terwijl wij als volwassene nog eerder bedachtzaam te werk gingen, was de jongste meteen mee in het verhaal en had ze op het einde van de rit beduidend meer punten gescoord dan mama en papa, wat de voldoening enkel maar groter maakte 😉 Om af te sluiten, hingen we ook nog even rond op de speeltuin, met mooie houten tuigen, wat geitjes en ezeltjes op een grasveld aan de zijkant en veel bankjes en tafeltjes.

Omdat we het nog wat vroeg vonden om rechtstreeks terug naar huis te rijden, besloten we een tussenstop te maken in Dinant, een half uurtje rijden van Han. We wandelden naar het centrum van de stad en kochten een ticketje voor een bezoek aan de citadel. We waren niet zo dapper om de trap te nemen maar kozen voor het vertier van de kabellift. Die bracht ons op enkele tellen naar de top. Ook hier aan de ingang fotografen die er op stonden een plaatje van ons te maken dat we achteraf aan de uitgang konden aankopen. Ik vraag me af hoeveel sleutelhangers ze op zo’n dag verkopen en hoeveel ze er mogen weggooien. Tegenwoordig heeft toch echt wel bijna iedereen een fototoestel bij. In de citadel liep een extra tentoonstelling over het leven daar tijdens Wereldoorlog I, naar aanleiding van de honderdjarige herdenking uiteraard. Klein, maar mooi voorgesteld en je kon je op die manier toch weer iets beter een beeld vormen van hoe het leven toen geweest moet zijn (niet aangenaam, zoveel is zeker).

IMG_9125 IMG_9126

We namen ook nog een kijkje in de Collegiale kerk Onze-Lieve-Vrouw van Dinant (ofte collégiale Notre Dame in het Frans). Het glasraam in de dwarsbeuk blijkt er van de hand van de Gentse glazenier Gustave Ladon en behoort tot de grootste glasramen van Europa. Hun beiaard, ook gesneuveld tijdens de oorlogen, bleek nog maar net volledig gerestaureerd en stond er prachtig te blinken, letterlijk en figuurlijk als het ware.

IMG_9131 IMG_9135

Al wandelend door de straten van Dinant zagen we ook heel wat verwijzingen naar Adolphe Sax, exact 200 jaar geleden geboren in Dinant. Op de brug over de Maas verschillende grote beelden van saxofoons, elk in een bepaalde stijl geschilderd die moet refereren naar een Europees land. In de straten heel wat cartoons die verwijzen naar de man en daar zaten echt hele leuke tussen. En zo sloten wij onze dag af en reden vlotje terug richting Gent, voorwaar een fijne dag.

IMG_9117 IMG_9121