Maart en april waren al droog, mei startte eveneens droog, zonnig en warm. Waar we vorig jaar uitkeken naar extra zon en warmte, was het nu eerder al de weerberichten volgen om te weten wanneer het wel eens zou regenen. Waar nodig, werden bloemen en planten voorzien van een portie water uit de regenput, maar we hielden het bewust zo beperkt mogelijk. Toen de regen kwam, viel die gelukkig niet al te hard zodat het meeste water in de grond en in de regentonnen/putten kon lopen. Alles zag er daarna plots een stuk frisser uit en kreeg meteen een groeispurtje.
In onze tuin overleefde slechts één van de drie lupines de winter, maar die ene staat wel heel mooi en rijkelijk te bloeien. De slakken hebben helaas onze akeleien ontdekt en eten zowel alle blaadjes op, aan de bloemetjes raken ze wellicht niet langs de dunne stengels, maar de plantjes zien er nu wel een pak zieliger uit.
Ook een deel van de grotere lavendelstruiken hebben de winter (en de grondige snoeibeurt) niet overleefd. Gelukkig doen de meeste ‘kwekelingen’ het wel goed alleen is het nog geduld hebben tot die spontane zaailingen groot genoeg zijn om uit te planten. Een deel van hen werd alvast verspeend van verzamelpotten/bakken naar individuele potjes waarin ze nu (hopelijk) mooi kunnen ‘struiken’. En misschien koop ik toch nog enkele grotere planten om de boord een stukje versneld te vergroenen.
Van mijn gezaaide zonnebloemen zijn er helaas ook maar enkele uitgekomen, een groot verschil met vorig jaar toen elk zaadje een plantje werd en ik een mooie variatie aan soorten had. Hopelijk komen er nog wat andere zaailingen bij zodat de tuin opnieuw wat kleurrijker en biodiverser wordt. De papavers, kamille en juffertjes-in-’t-groen zijn opnieuw ieniemienie, maar de lichtroze papaver was wel een heel mooike.
Om alvast voor wat extra kleur te zorgen, kocht ik ook wat plantjes bij Floralux en in De Serres in Astene. Nu hopen dat ze goed wortel schieten in de moeilijke voortuin. De prikneuzen voelen zich er duidelijk thuis en tonen steeds meer bloemetjes en ook het ijzerkruid doet het er niet slecht (blij dat ik nog wat extra plantjes mee kreeg uit papa’s tuin waar er tegenwoordig vlotjes zaailingen uitgroeien tot plantjes die een nieuwe bestemming kunnen krijgen).
De tomaten en aardbeien gaan langzaam van bloem naar vrucht.
De aardbeienoogst is met een paar plantjes uiteraard beperkt, maar wel erg lekker om van te snoepen tijdens het tuinwerk 😉
En ik had ook enkele nieuwe (gevleugelde) gasten op bezoek: een meikever en een bonte brandnetelmot 🙂
In mijn vaders tuin bloeien vingerhoedskruid en lupines volop net als de schattige kleine irisjes.
Terwijl de gezaaide leeuwenbekken nog aansterken in de serre staan er al enkele exemplaren te bloeien die gewoon de winter overleefd hebben en de slaapmutsjes die hij vorig jaar voor het eerst zaaide, hebben het er duidelijk naar hun zin en kwamen in volle glorie terug (moet ik zeker in onze voortuin ook nog eens proberen).
De rozen hun mooiste bloemen.
Niet elke clematis doet het even goed, maar sommige staan duidelijk met hun zin.
In de serres groeien en bloeien de aardbeien en tomaten gezellig naast elkaar. De gordijntjes werden terug opgehangen om het al te felle zonlicht toch een beetje te filteren zodat de planten niet verbranden.
Verder nog heel wat ander moois te spotten, een deel vaste planten en ook al leuke zaailingen zoals de kleurrijke sterretjes die pas open komen wanneer de zon schijnt.