Op zondag een bezoekje gebracht aan het Design Museum, nog steeds één van de plekken in Gent waar ik graag kom. Hun meest recente tentoonstelling draagt de titel Home Stories. 100 Years, 20 visionary interiors en geeft een overzicht van binnenhuisinrichting de voorbije decennia en de evolutie hierin. In tijden van corona beslist een actueel onderwerp waarover heel wat mensen pakweg anderhalf jaar geleden ongetwijfeld nog een andere visie hadden. Meer dan ooit werd ons huis namelijk plots zoveel meer dan ‘gewoon’ een huis en hopelijk een thuis. Het werd een werkplek, een onderwijsplek, een opvangruimte voor de kinderen, een omgeving waarin we tijdens de lockdown ook heel wat van onze ontspanning moesten organiseren, … Niet voor iedereen waren die extra functies nieuw, maar het feit dat ze zo intensief en soms zelfs allemaal tegelijk ingevuld moesten worden op dezelfde locatie, zorgde er beslist voor dat we op een andere manier naar de inrichting van onze huizen gingen kijken. Of hoe een maatschappelijke situatie ook nu nog een sterke impact kan hebben op de manier waarop we wonen én onze visie ook vrij abrupt kan wijzigen.
De tentoonstelling start met een gedemonteerde kast van Ikea en gaat van het heden terug naar het verleden waarbij maatschappelijke evoluties ook toen telkens weer een impact hebben op de inrichting van de huizen. De lofts, die we toch nog steeds als heel modern ervaren, dateren eigenlijk al van de seventies; in de sixties kreeg het meer informele wonen ingang en in de fifties zie je een heel sterke impact gekoppeld aan de introductie van de huishoudtoestellen.
De tentoonstelling is opgebouwd rond 20 iconische interieurs van architecten als Finn Juhl (voor wiens stijl wij echt wel een hele dikke boon hebben en wiens huis wij in Denemarken zeker ooit nog eens willen bezoeken), Lina Bo Bardi en Assemble; kunstenaars als Andy Warhol en Cecil Beaton en interieurontwerpster Elsie de Wolfe. Toch wel erg fascinerend dat verschillende van die ontwerpers stukken maakten die we nog steeds enorm kunnen waarderen en waarvan je soms versteld staat dat ze al meer dan een halve eeuw geleden gemaakt werden.
Pronkstuk van de expo is ongetwijfeld het legendarische Fantasy Landscape (1970) van Verner Panton. Het vertegenwoordigt de radicale ideeën van het interieurontwerp van de jaren 1960 – 1970. Een heerlijk kleuren- en vormenspel waarvan je instant vrolijk wordt (en waarvan er ongetwijfeld al heel wat foto’s op Instagram en andere sociale media gedeeld werden en nog zullen worden, ik pleit ook schuldig trouwens 😉 )
In een rustig museum genoten we andermaal van deze tentoonstelling, een must voor iedereen trouwens die een beetje interesse heeft in (de geschiedenis van) interieurinrichting.
Als toemaatje krijg je er trouwens nog de mini-expositie Het Bureau bovenop met een evolutie van dit specifieke meubelstuk doorheen de geschiedenis: van schrijfmeubel tot prestigieus pronkstuk. Ik ben alvast fan van de mooie Muller – Van Severen die het museum in haar collectie heeft, die wil ik gerust bij ons thuis ook een plekje geven 😉
Home Stories loopt nog tot 22 augustus 2021. Alle praktische info lees je op de website van het museum.