Tag archieven: serres

Plantentuin Meise

Na de serres van Laken vorig jaar, trokken we dit jaar met mijn vader naar de Plantentuin in Meise.  De Plantentuin Meise is een Belgische botanische tuin in de Vlaams-Brabantse gemeente Meise en een van de grootste plantentuinen in de wereld!

Agentschap Plantentuin Meise (de huidige officiële naam), voorheen de Nationale Plantentuin van België, is sinds 2014 een agentschap van de Vlaamse overheid. De plantentuin heeft twee onderzoeksafdelingen, een herbarium (met ongeveer 3.000.000 specimens), een bibliotheek en uitgebreide levende verzamelingen (van ruim 18.000+ soorten).
Ik had online al gelezen dat deze site precies nog vrij onbekend is bij het grote publiek en dat het er daardoor meestal niet zo druk is. Bovendien is het domein ook behoorlijk groot  (92 ha) waardoor grotere aantallen mensen misschien gewoon minder opvallen.
Richting Brussel rijden op een vrije (zomer)dag betekent geen files en dat is altijd mooi meegenomen. Iets na 10u stonden we dan ook netjes geparkeerd aan de rand van het domein. De hoofdingang wordt momenteel grondig vernieuwd (er komt een groot ontvangstgebouw) waardoor we 150m verder moesten stappen naar een tijdelijke ingang.

We kochten onze toegangstickets  voor heel weinig geld (7 euro voor een volwassene, Maya mocht zelfs binnen voor amper 1 euro, spotgoedkoop dus). Het was een vrij bewolkte dag maar niet koud, ideaal dus voor een grotere wandeling 😉
Door de Plantentuin lopen verschillende uitgestippelde thema- en seizoenswandelingen. Bij de kassa kies je uit het aanbod. Heb je een wandeling gekozen, dan krijg je een folder met de route en allerlei boeiende weetjes. Je kan de wandelingen ook downloaden op je tablet of telefoon. Onderweg staan er heel wat bankjes om even uit te rusten en te genieten van het landschap.

Lang een mooie laan liepen we richting Kasteel van Bouchout, een gerestaureerde waterburcht die nu gebruikt wordt voor vergaderingen, lezingen en tentoonstellingen.  Maya wou heel graag over het water en dus namen we het vlot waarmee we ons langs een touw naar de andere zijde van het kasteel trokken.

Het uitgebreide westen van de Plantentuin is mooi om doorheen te wandelen en begroeid met grote eiken, enorme lindebomen en esdoorns. Ook heel wat andere boomsoorten, die veel minder bekend zijn maar gelukkig naambordjes hebben, staan er te groeien en te bloeien. We kregen het gevoel echt bijna alleen in het park te wandelen. Het was er zo rustig dat we er zelfs enkele eekhoorntjes spotten en zowaar een ree! Maya was verrukt en we waren zelf eigenlijk ook wel verrast om deze mooie viervoeter van zo dichtbij te kunnen waarnemen (helaas geen tijd meer om telelens op te steken).

Eén van onze doelen was o.a. de rozentuin die deze tijd van het jaar mooi in bloei zou moeten staan. De tuin bleek echter net (juni 2019) volledig vernieuwd en op de bloemen zal het helaas wachten zijn tot volgend jaar. Het eigentijds ontwerp met cortenstaal en een uitkijkpunt kon mij wel al bekoren. Deze tuin van 9000m² zal ongetwijfeld in de toekomst veel bezoekers lokken.

Een andere topper in het zomerseizoen is het Herbetum, een uitgebreide planten- en kruidentuin, met één- en tweejarige gewassen en vaste planten. De planten staan in een waaiervorm geschikt rondom de elegante Balatserre. De serre dateert uit 1854 en is het werk van Alphonse Balat, hofarchitect van koning Leopold II en een leermeester van de grote Victor Horta. Balat beschouwde de serre als een oefening voor de opdracht waarmee hij het meest bekend is geworden: de monumentale koninklijke serres in Laken. De Balatserre stond oorspronkelijk in het Leopoldpark in Brussel, verhuisde in 1878 naar de Kruidtuin en heeft sinds 1941 haar vaste standplaats in de Plantentuin.

Na de kleine serre bij het Herbetum volgde ‘het grotere werk’. Het Plantenpaleis bestaat uit een aaneenschakeling van kassen waarin verschillende klimaten zijn nagebootst. Wij kwamen langs een zij- of achteringang naar binnen en zagen de totaliteit van de kassen met de grote ingang pas achteraf 😉 We wandelden door de verschillende serres, genoten van de vele planten en bloemen (en de rust, uniek gewoon om daar bijna alleen rond te lopen) en zowel Maya als ik maakten heel wat foto’s.

Ten zuiden van het kasteel ligt het Pachthof en de Tuinwinkel waar botanische werken en andere tuinartikelen te koop zijn. Toen wij er langs kwamen, was de winkel net gesloten (middagpauze). Het Pachthof is een hele fijne plek om te picknicken (er staan picknicktafels en banken, een automaat met drankjes en er is een sanitair blok).

Wij wandelden nog wat verder door, naar het noorden van de Oranjevijver waar de voormalige Orangerie staat. Dit gebouw is omgebouwd als eenvoudig restaurant waar je iets kan eten of drinken. We bestelden er wraps en vol-au-vent, geuze en homemade limonade met aardbeien en gember. De porties waren ruim en lekker, de drankjes heerlijk koel. Je krijgt een buzzer mee die je verwittigd wanneer je maaltijd klaar is en je wordt vriendelijk gevraagd om na het eten zelf af te ruimen. Prima systeem als je ’t ons vraagt. We genoten van het eten op het ruime terras.

De Plantentuin is echt een aanrader voor een (halve) daguitstap. Er rijdt ook een treintje door het domein maar enkel vanaf ’s middags (misschien daarom dat er in de voormiddag nog niet zoveel volk was). Er zijn ook rolwagens en bolderkarren ter beschikking aan het onthaal. Honden zijn niet toegelaten.
De Plantentuin is alle dagen open behalve op 25 december, 1 en 2 januari (of bij stormweer).

Alle praktische info lees je op de website van de plantentuin

 

De koninklijke serres

Een bezoekje aan de serres van Laken stond al een tijdje op onze agenda maar het was pas vandaag dat het effectief lukte om er ook effectief te geraken. We namen mijn vader mee, als fervent tuinier is zo’n uitje immers genieten 😉

De serres zijn jaarlijks te bezoeken, maar slecht gedurende drie weken en dus moet je het wel even in de gaten houden want openingsperiode kan jaarlijks beetjes schuiven (o.a. door de weersomstandigheden). Voor de toegangsprijs moet je het zeker niet laten, want volwassenen betalen slechts 2,5 euro en kinderen tot 18 jaar mogen gratis binnen. De site is vlot bereikbaar, zowel met de wagen als met het openbaar vervoer.

Al van bij de ingang zie je erg grote rhodondendronstruiken die volop bloeien, dichter bij de gebouwen staan grote struiken op hun paasbest in stevige plantenbakken. De route staat netjes aangeduid met houten pijltjes en de zijpaadjes waar je niet in/op mag zijn eenvoudige afgebakend met een touw. Het pad voert je eerst lang buiten. Op die manier krijg je een mooi zicht op de serre-architectuur van Alphonse Balat, de leermeester van Victor Horta, en een deel van het koninklijk park dat je gerust een arboretum mag noemen. Je krijgt er ook een zicht op de hoofdstad in de verte en wandelt langs het atelier van koningin Elisabeth I.

Vervolgens stap je de serres binnen en kan je genieten van de uitbundige bloemenpracht. Sommige exemplaren van fuchsia’s, geraniums en varens en palmen zijn bepaald indrukwekkend te noemen. Foto’s nemen was niet altijd even vanzelfsprekend omdat iedereen toch een beetje in een bepaald wandeltempo zit (zeker binnen) maar uiteindelijk schoten we (Maya en ik) toch heel wat beelden. De selectie hier is dan ook een collage van ons beider resultaten 🙂

Geniet je even mee? Klik op de foto’s om ze in groot formaat te zien.

Onze wandeling duurde een dik uur en we sloten af met een drankje in de orangerie. Je kan je bezoek aan de serres dus zeker combineren met bv een bezoekje aan het Atomium dat er niet zo ver vandaag ligt (of Mini-Europa of een tentoonstelling in de Heizel…)
Zelf zin gekregen om eens een kijkje te gaan nemen? Snelle beslissers kunnen er dit jaar nog terecht tot en met zondag 13 mei (de toegang werd met enkele dagen verlengd).
Alle praktische info vind je hier