Monthly Archives: February 2018

Parelli – Natural Horsemanship

Begin februari ging er een Parellidemodag door bij Mieke Lannoo. Aangezien Maya al een tijdje leert rijden volgens de principes van Natural Horsemanship (en ze een aantal van de Parelli-instructeurs kent), leek het me leuk om eens een kijkje te gaan nemen. Tijdens en tussen de demo’s werd heel wat toelichting gegeven en ik kreeg regelmatig nog een woordje extra erbij van dochterlief 🙂

Natural Horsemanship, wat is dat juist?

Heel simpel: een op natuurlijk paardengedrag gebaseerde, paardvriendelijke én effectieve trainingsmethode. Pat Parelli, één van de grondleggers van Natural Horsemanship vat het zo samen: ‘Natural Horsemanship is het geheel van vaardigheden en gewoontes bij ruiter én paard die zorgen voor een perfecte samenwerking’.

Natural Horsemanship is geen aparte discipline zoals mennen, dressuur of jumping. Het is eigenlijk de basis, het aanleren van een duidelijke taal. Je leert hoe je zélf je paard het best kan trainen, zowel op de grond als onder het zadel of voor de koets. Zo krijg je een paard dat kalm blijft in alle omstandigheden, graag met je meewerkt, gevoelig is ,… met als resultaat betere prestaties. Je leert ook hoe je jouw paard o.a. vlot op de trailer kan laten gaan, het geduldig stil blijft staan bij o.a. de hoefsmid, snel kalmeert bij stress, je samen veilig buiten kan rijden, enz.

Nathalie demonstreerde het publiek ook hoe je louter met een goed gebruik van sporen (en zonder stick of bit of teugels) jouw paard perfect van stap naar draf of galop kan sturen. Sporen (uiteraard zonder de typische stekels zoals je vroeger vaak in westernfilm zag, maar gewoon bolletjes) hebben hetzelfde effect als een duw van je vinger! (met excuus voor de mindere kwaliteit van het filmpje, mijn telefoon had het wat lastig met de lage temperaturen en dus moest ik het een beetje kort houden).

Maya vond het in elk geval super om de dames aan het werk te zien en kon amper wachten om (de dag nadien) zelf aan de slag te gaan tijdens een driedaags kampje bij Pony Connect. En hoe ze het daar deed? Supergoed blijkbaar 🙂

Meer lezen over natural horsemanship en Parelli dan kan oa hier.

 

Minimaliseerchallenge #3 duik tussen je schoenen

Heidi, van Living by the Sea is al jaren bezig met minimaliseren en organiseerde al eerder een 30-dagen challenge. Na menig verhuis de voorbije jaren zag ik ook wel de meerwaarde van minimaliseren in en deed ik al heel wat stappen in die richting maar het kan ongetwijfeld nog een stuk beter. Ik heb geen ambitie om all the way te gaan zoals Marie Kondo maar ik zie zeker de meerwaarde van minder spullen in.

Eerder schreef ik al iets over dubbels en handtassen .
Deze keer neem ik mijn schoenen onder de loep. Mijn schoenencollectie is vrij bescheiden (denk ik). Momenteel tel ik 20 paar: dit zijn zomer- en winterschoenen, inclusief sandalen, sportschoenen en laarzen. Ik bewaar mijn schoenen in de dozen. Op die manier kunnen ze vrij eenvoudig op een rek worden gestapeld, waar ik ook nog andere spullen op kwijt kan en heb ik geen aparte schoenenkast nodig  🙂

De voorbije maanden breidde mijn schoenencollectie uit met 2 paar van dochterlief. Onze jongedame leeft namelijk op grote voet (lees: ze heeft mij intussen voorbijgestoken qua schoenmaat). Een paar sportschoenen droeg ze nooit (vooraf gekocht en toen ze nieuwe nodig had, bleken ze eigenlijk al te klein) en haar sneakers droeg ze niet zo heel veel, dus verhuisden ze ook mijn richting. Vaak gedragen schoenen zal ik zelf niet overnemen of doorgeven, maar voor een schoen van goede kwaliteit die weinig tot niet gedragen werd, durf ik wel een uitzondering maken. Mijn sportschoenen hadden al lang de geest gegeven en de sneakers zijn van betere kwaliteit dan de veel gedragen All Stars die hier nog in de kast stonden en nu ‘de buitenwacht krijgen’ 😉

Doorgaans stap ik vrij veel en draag ik platte schoenen. Ik heb nog wel een aantal paren met een hak, maar die zijn voor momenten dat er niet zo veel gestapt en gestaan moet worden (en die schoenen gaan dus ook vrij lang mee want die slijten amper).
Qua sandalen ben ik al een aantal jaren geleden overgeschakeld op Birkenstocks en zwaar fan geworden. Eigenlijk heb ik geen andere sandalen meer gevonden waarmee ik zo lang en vlot kan rondlopen. Al een geluk dat deze van oorsprong orthopedische schoen intussen zo ingeburgerd is in het straat- en modebeeld dat je er eigenlijk wel bijna overal mee kan binnenkomen. Vorig jaar kocht ik zilverkleurige, kwestie van er toch een beetje een feestelijker toets aan te geven 🙂

Een aantal paar schoenen zitten momenteel in de twijfelzone: nog laten herstellen of toch niet meer? Een nieuwe hak of zool vind ik vanzelfsprekend, maar eens ook de binnenkant begint te slijten dan is de schoen m.i. geen herstelbeurt meer waard.

Ik vind het best een uitdaging om schoenen te vinden die heel comfortabel zijn, een beetje tijdloos, maar toch – zo nu en dan – met net dat tikkeltje extra.

 

Hoeveel paar draag jij regelmatig?  Heb jij merken of schoenwinkels die je zou aanraden? Laat het me gerust weten, ‘t is altijd handig om te weten waar je een goede koop kan doen 🙂

Snipperdag

Vandaag had ik een dagje verlof. Het werd een rustig dagje, waarop niet zoveel vooraf gepland was (behalve een bezoekje aan de kapper).

Ik slaagde er in om een beetje uit te slapen en genoot van een laat ontbijt waarbij het zonnetje al heerlijk binnen scheen en het huis verwarmde. Die lage winterzon door de grote ramen zorgt er voor dat de verwarming een groot deel van de dag op non-actief blijft staan 🙂

Na het ontbijt zette ik onze wasmachine aan het werk. Ideaal om vandaag het bedlinnen een wasbeurt te geven 🙂

Als tussendoortje was er een kommetje verse ananas. Op het werk lukt het me zelden om fruit te eten, thuis iets makkelijker 🙂

Vervolgens een doos met kledij van Maya screenen voor de tweedehandsverkoop. Maya groeit nog steeds als kool en de meeste kledij kan gerust nog een tweede leven krijgen. Sommige zaken worden doorgegeven aan familie, een deel gaat in de verkoop en van de opbrengst kunnen we dan weer enkele nieuwe stuks voor haar kopen 🙂

     

Na de middag trok ik met mijn fiets richting Gent. Het was fijn in het zonnetje, zonder koude wind (was enkele dagen geleden wel anders).

In de stad staat De Broche nog steeds te blinken op de Korenmarkt.

Het bezoekje aan de kapper verliep nogal hectisch (veel klanten en volgens mij minder personeel dan nodig om vlot te kunnen werken) en ik ben geen fan van selfies dus neen, die nieuwe coupe zal je hier niet direct zien (moet er trouwens zelf ook nog wat aan wennen eerst, ‘t is korter dan gedacht).

Terug thuis nog een quiche gemaakt met restjes uit de ijskast, eenvoudig en altijd lekker.

 

Kortom, een simpel dagje dus. Dat mag ook wel eens 🙂

 

 

 

BAD – Belgium Art and Design

Vorig weekend kreeg ik een berichtje van een collega of wij geen zin hadden om naar BAD te gaan in het ICC, zij kon er door omstandigheden niet geraken. Ik bekeek even onze agenda, dat paste en zo geschiedde 🙂

Vorig jaar gingen we ook een kijkje nemen dus we wisten wel enigszins wat we mochten verwachten. Meer info over BAD lees je trouwens op de website.
Helaas kreeg ik voor ons vertrek last van een pittige hoofdpijn en verliep het bezoek voor mij een tikje in mineur.

Wat heb ik onthouden van onze uitstap?

  • Actuele kunst is niet echt mijn ding, de meeste stukken kon mij eigenlijk niet echt bekoren; het leukste vond ik nog deze schilderwerkjes op smalle latjes van en gepresenteerd op een palet.

  • Vintage, daar vind ik altijd wel iets naar mijn goesting, in deze ruimte bleven we wel iets langer rondkijken

  • Verrassende interieurspullen, met een nieuwe twist of een strakke vormgeving, daar zit ook meestal wel iets tussen wat ons kan bekoren; we namen toch een paar visitekaartjes mee

  • de fancy food parlours lieten we aan ons voorbij gaan, een iets te hoog m’ a tu vu gehalte;
  • het ICC blijft een bijzonder gebouw qua vormgeving en ik ga het eigenlijk liever zien met de jaren
  • al bij al waren wij toch vrij snel weer buiten (en blij dat we geen toegangskaartje hadden moeten betalen maar gratis tickets hadden gekregen)

En nog een vleugje humor om af te sluiten

Zou BAD jou kunnen bekoren of heb je nog betere tips voor mij? Ik hoor het graag.

#40 dagen bloggen

Uitdagingen tijdens de vastentijd, het lijkt wel een trend tegenwoordig:

  • Tournée Minéral laat ik aan mij voorbijgaan; ik ben geen grote drinker en wanneer ik een glas drink, dan geniet ik daar gewoon van, #sorrynotsorry
  • Dagen zonder Vlees (gaat niet meer door dit jaar maar zindert toch nog na); ik ben geen grote vleeseter, maar volledig vleesloos zie ik mezelf nog niet door het leven gaan,
  • Dagen zonder klagen / Tournée minder gal : ‘t is een gedacht maar door dagelijks op zoek te gaan naar kleine gelukjes probeer ik daar al aan te werken en eens goed klagen kan ook wel deugd doen zo nu en dan (opkroppen is nergens goed voor) 😉
  • 40 dagen bloggen: tiens, dat is misschien nog eens een gedacht 🙂

Waarom ik deelneem (of dat toch ga proberen):

  • voordeel van deze challenge: niets moet en alles mag, geen vaste onderwerpen en strikte richtlijnen, je kan een joker inzetten (eigenlijk zelfs zes jokers voor de dagen waarop je niet schrijft) maar er is niemand die op je vingers komt tikken wanneer je hiervan afwijkt;
  • het een goede oefening is om weer wat meer te schrijven en oefening baart kunst 😉
  • ik wil nog wel eens wat nieuwe blogs ontdekken (al zal er nu meer tijd gaan naar schrijven, dat wordt dus even zoeken om ook nog wat leestijd in te plannen)
  • ik hiermee misschien dat extra duwtje in de rug krijg om mijn BuJo eindelijk eens op te starten 😉

P.s.: wil je ook meedoen aan 40 dagen bloggen of kijken wie er nog deelneemt? Check dan even de blog van Verbeelding

Hoe zat dat ook alweer met die Bujo?

Vorig jaar kreeg ik via Eilish het boek Bullet Journal, de handleiding cadeau. Ik volgde al een tijdje de hype (want zo mag je het toch wel noemen) van het bullet journaling (of hoe noem je dat) maar was er nog niet uit of ik ook zou instappen of niet.

Ik hou van schrijven en lijstjes maken, mooie notaboekjes, een beetje tekenen (of ‘prullen’ met een pen of potlood), … maar ik ben ook een aantal jaar geleden maximaal op digitaal overgeschakeld, zeker wat werk en agenda’s betreft. Anderzijds maak ik wel nog steeds boodschappen- en to do lijstjes op papier (vooral voor thuis). Ik was dus wel nieuwsgierig of het boek mij in deze of gene richting zou kunnen sturen.

Tijdens de zomer nam ik het boek door en kreeg ik meer inzicht en ook wel wat inspiratie. Ik besloot het voorlopig bij een eenvoudige pen en dito schriftje te houden alvorens tot de aankoop van ander materiaal over te gaan. Ik nummerde de blaadjes … maar voorlopig kreeg ik nog steeds geen letter op papier (of toch niet in het schriftje). Ik maak tegenwoordig wel weer mooiere to do lijstjes op papier, met afvinkvakjes maar verder kwam ik tot hier toe nog niet.

Ik heb het gevoel dat een schriftje met lijntjes mij minder ligt dan blanco papier of ruitjes en dat ik misschien beter start met een atomaschriftje waar ik desgewenst ook de volgorde van de blaadjes kan wijzigen (kwestie van toch iets meer ‘bewegingsvrijheid’ te hebben).

Aangezien ik blijf vasthouden aan een minimalistische werktas (lees: geen handtas maar enkel mijn laptoprugzak met het allernoodzakelijkste van extra materiaal), zal ik die Bujo niet dagelijks meenemen maar wordt het er eerder eentje dat thuis ligt om o.a. blog- en reisideetjes in te noteren, denk ik, als het mij lukt om te starten…

Misschien een mooi doel voor 2018: nog even de handleiding opnieuw doornemen, toch maar een schriftje halen waar ik een beter gevoel bij heb en wie weet heb ik tegen de zomer alsnog een Bujo die niet meer blanco is 😉

 

Theeworkshop van OR

De vriendenkring op het werk organiseerde een theeworkshop gegeven door OR.  Aangezien ik graag een theetje drink en ik best nog wel iets meer wilde weten over dit drankje besloot ik me in te schrijven.
De workshop ging door in onze kitchenette op het werk (na de werkuren uiteraard) en bood net plaats genoeg aan de vijftien collega’s en twee theesommeliers.
Terwijl de ene sommelier ons regelmatig van verse thee voorzag (we kregen er uiteindelijk wel een tiental geserveerd gespreid over twee uur), deelde de andere een pak kennis en weetjes met de groep.

Over soorten thee 

We spreken enkel over thee wanneer we het hebben over het waterige aftreksel van de bladeren van de Camellia sinensis of Chinese theeplant. Alle overige drankjes zijn infusies, zoals bv. een kruideninfusie of een infusie van rozenbottel of linde.
De verschillende theesoorten komen van één en dezelfde plant namelijk de Camellia sinensis. Het verschil zit hem in de bereidingswijze van elke soort.

  • Witte thee wordt enkel gestoomd en daarna gedroogd. Deze thee bestaat uit ‘knopjes’ van de theeplant, kan dus enkel in het voorjaar worden geoogst. Het is een bron van mineralen en anti-oxidanten. De beperkte oogsttijd maakt deze thee ook zeldzamer (en duurder, hij wordt ook wel de champagne onder de thee genoemd). Witte kwaliteitsthee uit de regio Fujian noemen we silver needle. Witte thee heeft geen uitgesproken smaak, maar wordt toch meestal puur gedronken omwille van de gezonde stoffen die het bevat.
  • Groene thee wordt niet bewerkt en zit daarom vol anti-oxidanten en is dus erg gezond
  • Oolong thee wordt gedeeltelijk gekneusd en gedeeltelijk gefermenteerd. De fermentatie van oolong thee kan variëren tussen de 20 en 80%; met 20% fermentatie leunt hij dichter aan bij groene thee en is dus zachter van smaak, richting 80% fermentatie wordt de smaak sterker en leunt hij dichter aan bij zwarte thee.
  • Zwarte thee wordt volledig gekneusd en volledig gefermenteerd. Deze thee heeft een krachtige smaak.
  • Een Pu’er thee is een zwarte thee, waar het fermentatieproces niet werd stopgezet. De blaadjes worden onder stoom samengeperst en daarna in zijdepapier en bamboebladeren gewikkeld om verder te rijpen. De smaak van de pu’er is afhankelijk van hoe lang het rijpingsproces heeft geduurd. Er bestaan pu’ers die wel 30 jaar hebben gerijpt.

Je kan ook thee uit Japan, Zuid-Afrika of India kopen; de theeplanten daar zijn ook afkomstig van de Camellia Sinensis. Afrikaanse rooibos is dan weer geen echte thee volgens deze definitie want dat is een aftreksel van naalden.

Over de kwaliteit van de thee

De kwaliteit van de thee wordt door een combinatie aan voorwaarden bepaald: o.a. de regio waar de thee vandaan komt, de grond waarin de struiken groeien, het klimaat, de hoogte waarop de thee groeit, de hoeveelheid neerslag, het vakmanschap van de kweker, … Verder onderscheiden we op basis van de grootte van de theeblaadjes 4 verschillende kwaliteitscategorieën. Gerangschikt van hoog naar laag zijn deze:
1. full leaves of volle blaadjes;
2. broken leaves of gebroken blaadjes;
3. fannings of kleine bladstukjes tot gruis;
4. dust of stof.

Voor ondoorzichtige theebuiltjes (goedkopere theesoorten, de klassieke zakjes thee) wordt meestal gebruik gemaakt van fannings en dust! Bladvormen zal je hier niet meer vinden. Van kwaliteit is eigenlijk geen sprake meer, aan dit stof worden heel wat smaakversterkers toegevoegd. Ook de zakjes zelf bevatten vaak bleekstoffen en de touwtjes worden gelijmd. Allemaal niet zo gezond, wanneer je er even over nadenkt.

Volledige theeblaadjes, opgerold in droge vorm, ontrold in het water

Een gearomatiseerde thee is een groene, oolong of zwarte thee, waarbij na bewerking bloemblaadjes, specerijen, etherische vruchtenolie of kruiden worden toegevoegd. Een aantal voorbeelden:

  • Jasmijnthee: de jasmijnbloemetjes die alleen ‘s nachts geuren als ze vochtiger zijn, worden geplukt en op natte doeken op de thee gelegd. Na de intrektijd worden de doeken met de bloemetjes weggenomen. De thee smaakt en ruikt hierdoor naar jasmijn. De bloempjes die je soms nog aantreft bij de thee worden enkel voor het zicht toegevoegd, ze ruiken op dat moment immers niet meer.
  • Earl Grey: één van de oudste gearomatiseerde theesoorten. Deze zwarte thee wordt met de etherische olie van bergamot, een klein citrusvruchtje, besprenkeld. Het verhaal doet de ronde dat de Engelsen aan het begin van de 19e eeuw deze thee schonken aan premier Earl Grey. Later werden kruiden, specerijen en vruchten toegevoegd. De thee neemt deze geuren alsook de smaak vrij snel op.
  • Marokkaanse muntthee: verse muntblaadjes aangevuld met groene thee (en mag daarom dus ook thee worden genoemd ipv infusie)

Je kan ook zelf je thee een extra smaak of geurtje geven. Hiervoor maak je gebruik van vers of gedroogd materiaal van bv. citroenen, appelsienen, aardbeien, zwarte bessen, frambozen, jeneverbessen, …

Hoeveel thee gebruik je?

Alles hangt natuurlijk samen met eigen voorkeuren, maar algemeen kan toch worden gesteld dat wij veel te veel thee gebruiken. Chinese thee is en hoort nu eenmaal een milde, zachte thee te zijn. Eigenlijk is 2 gr thee voor 1 liter water meer dan voldoende. Dit komt ongeveer overeen met 1 koffielepel. Hou je van een sterkere thee, dan kan je de hoeveelheid opdrijven tot 2 gr per kop.
Theeblaadjes hebben ook best de nodig ruimte om hun smaak te kunnen afgeven aan het water. Doe ze dus niet in een klein houdertje en kies sowieso voor een inox thee-eitje, geen gewoon metalen exemplaar.

Hoe warm mag het water zijn?

Dit verschilt van soort tot soort. Een pu’er verdraagt temperaturen nabij het kookpunt. Zachte soorten zoals witte en groene thee mogen slechts in water van 80 °C. Oolongthee komt dan weer het best tot z’n recht bij 90 °C.

Enkele algemene tips:

  1. Kook het water nooit! Hierdoor verandert immers de samenstelling en als gevolg ook de smaak van het water.
  2. Als je je nog een nieuwe waterkoker moet aanschaffen, kies dan voor een toestel waar je de temperatuur kan instellen. Uiteraard werkt ook je oude waterkoker nog perfect. Hou het water in de gaten, wanneer je de spreekwoordelijke “vissenogen” (grootte van de zuurstofbellen) op de bodem ziet verschijnen, heeft je water net de juiste temperatuur en nog niet het kookpunt bereikt! Ook met een traditioneel steelpannetje werkt dit perfect.
  3. Verwarm nooit je water in een microgolfoven.

Kies je voor een zachte thee? Doe dan eerst het water (van 70-80°C) in de pot en dan de thee. Neem je een zwarte thee? Doe dan eerst de thee in de pot en giet er vervolgens water (van 80-90°C) op. Bij infusies mag het water tot 100°C gaan.

Hoe lang laat je jouw thee trekken?

Zowat iedereen haalt na enkele ogenblikken het theebuiltje al uit het water. Logisch, want een thee van mindere kwaliteit smaakt snel erg bitter. Een goede kwaliteitsthee trekt niet extreem bitter!
Hoe lang mag een thee dan wel trekken? Je kan de smaak sterker of zachter maken afhankelijk van wat je zelf graag drinkt. Hou er wel rekening mee dat de blaadjes eigenlijk minimum 15 minuten nodig hebben om hun anti-oxidanten vrij te geven aan het water. Haal je de theeblaadjes dus sneller uit het water, dan drink je wel een milde thee, maar krijg je bitter weinig anti-oxidanten binnen!

Soms wordt wel eens gezegd dat thee even sterk kan zijn als koffie maar voor 1 kop koffie mag je 3 koppen zwarte thee drinken.
Wist je trouwens dat je dezelfde theeblaadjes meermaals mag opgieten met heet water? De smaak wordt bij ieder gietsel een stuk milder, maar de blaadjes blijven anti-oxidanten aan het water afgeven. Je hoeft je dus zeker geen gierigaard te voelen 😉

Welk water gebruik je om thee te zetten?

Thee bestaat voor 99 % uit water. De keuze van het water is dus sterk bepalend voor de uiteindelijke smaak en zicht. Wanneer thee wordt gezet met leidingwater, een mineraalrijk bronwater of water uit de filterkan zal je een troebele thee met ‘een vel’ op zien. Dit komt er door de interactie van de thee met de aanwezige mineralen (vooral calcium en magnesium) in het water. Het is die chemische reactie die zorgt voor de aanslag in je kopje en soms zelfs op je tanden. Idealiter gebruik je dus water met een droogrest van maximum 50 mg/l. Dit staat duidelijk vermeld op het etiket van de fles. Voorbeelden van geschikt water zijn Spa Reine, Mont Roucous, Montcalm en Montille.

Ik vergat een foto te maken maar het verschil na een uurtje trekken was echt frappant. Of ik nu echt ga overschakelen op flessenwater voor elke kan thee die ik in de toekomst ga zetten, dat betwijfel ik maar ik vond het alleszins interessant om weten.

De theepot zelf is het best van glas of porselein; aardewerk is te poreus (de smaak van de thee dringt in de pot) en gietijzer is helemaal af te raden omdat het metaal reageert met de thee.

Meer met thee

Als afsluiter kregen we nog enkele extra suggesties mee om meer te doen met thee dan ‘gewoon’ als warm drankje serveren. Je kan er bv ook een prima cocktail mee brouwen: ooit al gehoord van een Sangtearia of een Cosmopolteatan ? Je kan thee zelfs verwerken in gerechten, zoals bv deze wortelballetjes.

Heel wat kennis rijker ging ik alvast heel tevreden met onderstaand theedoosje naar huis 🙂

Ik heb alvast genoten van deze workshop en naast de lekkere smaak ook helemaal verkocht door de mooie huisstijl van de OR-producten. De tekeningen op de verschillende theezakjes zitten vol mooie details en de potjes zou je alleen al daarom kopen. Nog voor het drinken een goed gevoel gegarandeerd 🙂

Gerhard Richter in het SMAK

Op zondagmorgen durven wij wel eens een Gents stadsmuseum doen. Voordeel van Gentenaar te zijn, is dat we dan bovendien gratis binnen mogen. Ideaal dus om zo nu en dan eens een kijkje te gaan nemen 😉
Na een heerlijke brunch bij Bodega in goed gezelschap trokken we dan ook richting Citadelpark.
‘t Was alweer een tijdje geleden dat ik nog eens binnen liep in het SMAK dus liepen we het hele museum rond.
Er hingen heel wat foto’s, waarvan ik sommige exemplaren al beter gelukt vond dan andere (en ik mensen ken die daar met hun eigen fotomateriaal zeker niet zouden misstaan – of hangen).

Ik vond het ook wel leuk om Maya de fameuze Mosselpot van Marcel Broodthaers te kunnen tonen en moest tot mijn verbazing vaststellen dat ik eigenlijk niet eens wist dat het museum een van Andy Warhol’s bekende werken rijk was.

In het kader van Europalia viel er ook Indonesische moderne kunst te ontdekken, al moet ik toegeven dat dit minder mijn smaak was.

Maar uiteraard trokken we ook naar boven voor de publiekstrekker van het moment: Gerhard Richter. Ik citeer even uit de programmabrochure:
In deze ruimte zijn een aantal vroege schilderijen van Richter uit de jaren ’60 en ’70 gegroepeerd rond zijn eerste werk in glas, 4 ruiten (1967). In een tweede ruimte zijn acht nooit eerder getoonde abstracte werken uit 2017 in combinatie met onder meer recente landschappen, digitale prints en abstracte werken opgesteld rond 7 Ruiten (kaartenhuis) (2013). Twee keer vormt een glazen sculptuur de spil voor een presentatie van schilderwerk en weerspiegelt ze zichzelf, ons en de werken rondom haar. …
Richters hele oeuvre gaat uit van de concrete realiteit. Maar die is voor de schilder ongrijpbaar en onzeker dat ze onvermijdelijk leidt tot beelden die hun eigen status in vraag stellen. Meer en meer confronteert hij ons met de naakte realiteit van het schilderen zelf. Elk werk en elke reeks bouwt voort op bestaand werk en formuleert er een ander antwoord op of vat samen waar de kunstenaar al mee bezig was.

Bij moderne kunst durf ik soms wel eens mijn twijfels hebben, maar deze keer konden meerdere werken mij wel bekoren. Altijd een gokje, of niet?

Wil jij ook nog een kijkje nemen? Haast je dan want de tentoonstelling is voorbij op 18 februari 2018.
Alle praktische info lees je op de website van het SMAK.