Tag archieven: Loirekasteel

Villandry – de tuinen

Wie Villandry kent, denkt meteen aan de tuinen. Ze zijn dan ook wereldberoemd. Jaren geleden had ik ze al eens gezien en ik wilde zeker nog eens terug, vooral nu ik zelf ook meer in de tuin werk en ik een mooi aangelegde tuin nog meer kan waarderen 😉

Het was dan ook logisch dat een bezoekje aan Villandry op ons lijstje zou komen bij een van onze stops in de Loirestreek. Omdat de tuinen heel populair zijn, wilde ik minstens proberen om ze op het meest rustige moment te bezoeken. De site bleek al open vanaf 9u en dus besloten wij op tijd te vertrekken om voor de grootste drukte in de tuinen te kunnen rondlopen (en dan aansluitend het kasteel te bezoeken). Dat bleek een goed plan: toen we aan de parking kwamen, was het er nog erg rustig voor een zomerse vakantiedag. We kochten een ticket en gingen dus eerst naar de tuinen die we als het ware bijna voor ons alleeen hadden (toch zeker het eerste uur, daarna kwamen er wel meer bezoekers bij, maar dat viel allemaal nog heel goed mee). Ideaal dus om foto’s te maken van dichterbij, vanuit het kasteel kreeg ik nog volop de mogelijkheid om de tuinen meer vanuit de hoogte in beeld te brengen.

Villandry was het laatste van de grote renaissancekastelen dat aan de oevers van de Loire werd gebouwd en de architectuur combineert met tuinen op drie niveaus, met aandacht voor schoonheid, diversiteit en harmonie.

De decoratieve moestuin heeft een overvloed aan kleurrijke bloemen en groenten die in een schaakbordplan zijn geplant. Het effect van de seizoensgebonden variaties is een steeds veranderend beeld.

In de siertuin vormen de buxushagen o.a. muzikale symbolen, maar je ziet er vooral heel duidelijk de hartjes, rollen, vlinders, waaiers… allemaal allegorieën van de liefde.

De watertuin is de meest rustige: hier staat het water (uiteraard) centraal, het geluid van de fonteinen en de grote grasvelden moeten zorgen voor een gevoel van rust en kalmte bij de bezoeker.

De zonnetuin is dan weer erg vrolijk. Vaste planten, rozenstruiken, heesters, geel-oranje en blauw gekleurde grassen bloeien hier allemaal van april tot oktober. Deze tuin ligt op het hoogste terras van het kasteel en is ook de jongste tuin. Van 1908 tot 1918 herstelde Joachim Carvallo de renaissancetuinen van het kasteel van Villandry, ter vervanging van het 19e-eeuwse park in Engelse stijl. Voor dit terras had hij een basisplan ontworpen. In het kader van de honderdste verjaardag van de heraanleg van de renaissancetuinen wilde Henri Carvallo, de huidige eigenaar, deze tuin creëren, geïnspireerd op het ontwerp van zijn overgrootvader Joachim.

In de kruidentuin groeien heel wat geneeskrachtige en culinaire planten. Er is ook een labyrint met prieeltjes, waar groot en klein al graag eens verstoppertje spelen 😉

Nog meer uitleg, foto’s en filmpjes over de opbouw van de verschillende tuinen lees je op: chateauvillandry.fr

En nog een klein filmpje van mijn kant

 

Chenonceau

We sloten onze zomervakantie in Frankrijk opnieuw af met een bezoek aan een Loirekasteel. Deze keer werd het dat van Chenonceau, ook wel bekend als het vrouwenkasteel, gelegen in Chenonceaux (met een x).

Het is een van de meest bijzondere kastelen van het Loiregebied omdat het over het water van de rivier de Cher ligt en het goed onderhouden tuinen heeft. Het kasteel is in privébezit, maar het hele jaar geopend voor bezoekers. Er zijn ruime, deels door bomen overschaduwde parkings en je vindt er zelfs verschillende picknicktafels (waarvan volop gebruikt wordt gemaakt). Aan de ingang hield de kasteelkat alles mee in de gaten 🙂

Bij het kasteel staat een aparte toren (waarvan we eerst dachten dat hij deel uitmaakte van het gebouw, maar dat was dus optisch bedrog).

Het oude kasteel dateert van 1432. Hendrik II erfde het en schonk het kasteel aan zijn maîtresse Diane de Poitiers. Na het overlijden van Hendrik in 1559 liet zijn echtgenote Catharina de Medici Diane uit het kasteel zetten. In ruil daarvoor kreeg Diane het veel kleinere kasteel van Chaumont-sur-Loire. Door deze gebeurtenissen kreeg het kasteel de bijnaam Château des Dames. Ook een andere dame heeft in het kasteel gewoond, namelijk Louise van Lotharingen. Zij rouwde in het kasteel over haar overleden echtgenoot, koning Hendrik III, die in 1589 was vermoord.
Claude Dupin, een Franse financier, kocht het kasteel in 1733 van de hertog van Bourbon. Zijn tweede echtgenote, Louise Dupin, hield er salon en ontving beroemdheden als Voltaire, Montesquieu en Rousseau, die er zijn beroemde boek Émile schreef. Louise Dupin introduceerde ook naar het schijnt het verschil in schrijfwijze tussen het kasteel (zonder x) en het dorp Chenonceaux (met x). Tijdens de Franse Revolutie liet zij de kapel binnen het kasteel ombouwen tot houtopslagplaats, waardoor de kapel behouden bleef.

In de kelders van het kasteel bevinden zich de keukens en de verblijfplaatsen voor het personeel. Het reusachtige fornuis en de vele koperen pannen doen ook nu nog ongetwijfeld het hart van menig kok sneller slaan 😉

Op het gelijkvloers en de eerste en tweede verdieping heel wat mooie kamers, de meeste daarvan ook met mooie grote bloemstukken. Enkele Vlaamse (Oudenaardse) wandtapijten sieren er nog steeds de muren. De twee verstrengelde C’s zijn een verwijzing naar Catherine de Medici.

Voor 1576 lag er een de brug tussen het kasteel en zijn landgoed. In 1577 liet Catharina de Medici de brug overdekken met een galerij van 60m lang en 6m breed. Tijdens de Eerste Wereldoorlog werd in deze ruimte een ziekenhuis geïnstalleerd.
Van 1940 tot 1942 maakte de Cher deel uit van de demarcatielijn, die de grens markeerde tussen het door Duitsland bezette deel van Frankrijk en het onbezette Vichy-Frankrijk. Via het kasteel kon men vanuit de noordzijde het vrije deel van Frankrijk bereiken. Toen dat niet meer mogelijk was, probeerde men de Cher over te zwemmen of met een vlot over te steken.

De zwaluwen profiteren trouwens ook ten volle van de ligging van het kasteel over het water en bouwen hun nesten tegen de gevel. Niet altijd even ‘netjes’ – de vogelpoep ‘siert’ de muren en de kleine balkons – maar wel heel leuk om de beestjes te zien rondvliegen terwijl ze op insectenjacht zijn 🙂

Vanuit het kasteel zagen we trouwens niet enkel de zwaluwen, maar ook de typische platbodems die, nu met toeristen i.p.v. met vracht, over de rivier voorbijgleden.

Bij het kasteel ligt zowel een tuin die ontworpen is voor Diane de Poitiers, als een voor Catharina de Medici. Beide tuinen hebben een formeel ontwerp, en zijn o.a. van bovenaf, uit het kasteel te bewonderen.

Bij het kasteel hoort een boerderij, die fraai gerestaureerd is.
Voor eigen gebruik heeft het kasteel nog steeds een grote moestuin en bloementuin.

De bloemen worden gebruikt voor de fraaie bloemstukken in het kasteel. Geef toe dat ze er daar precies wel wat ervaring hebben in het kweken van mooie (hele) grote bloemen (zelden zo’n grote hibiscus gezien) 😉

Wij vonden een bezoek aan dit Loirekasteel en omgeving meer dan de moeite waard.

Alle praktische info voor een bezoek aan het kasteel vind je op deze website: https://www.chenonceau.com/

 

 

Angers – het kasteel

De Loirestreek staat bekend om zijn kastelen, zo ook in Angers. Uiteraard brachten we deze plek ook een bezoek.
Het Kasteel van Angers dateert uit de 13de eeuw en staat op een rots boven de rivier Maine. Het kasteeldomein is ruim 25.000 m² groot en telt 17 massieve torens. Al in de Romeinse tijd stond er trouwens een fort op deze strategische plek.

De burcht diende als zetel van het machtige Huis van Anjou, het latere Engelse koningshuis Plantagenet. Lodewijk I van Anjou, hertog van Anjou en tweede zoon van de Franse koning Jan II, liet tussen 1373 en 1383 een enorm wandtapijt maken, het Tapisserie de l’Apocalypse. Met een lengte van meer dan 100 meter is het het langste geweven wandtapijt ter wereld. Het overtreft in afmeting ruimschoots dat andere beroemde Franse tapijt van Bayeux uit circa 1068.

In de loop der jaren kwamen er verschillende delen aan het kasteel bij.

Vrij bijzonder vond ik het verhaal van de grachten. Vanaf het moment dat men begon aan de bouw van de vesting, werden ook de grachten gegraven. Ze vormden vooral een grens tussen het kasteel en de (voor)stad. In de 14de eeuw en in de 16de eeuw werden de grachten 2x vergroot. Hoewel de Maine langs de voet van het kasteel stroomt, heeft men echter nooit overwogen om de grachten te vullen met water. De hoofdreden was het hoogteverschil van het gebied.
In de 15de eeuw kregen de grachten een andere functie. Ze werden gebruikt als omheining voor het verloop van steekspelen. In de 18e eeuw werden de grachten omringd door tuinen en moestuinen. In 1912 werd de stad Angers huurder van de grachten. Tot in het jaar 1999 plaatste het gemeentebestuur er damherten. Daarna werden ze omgedoopt tot middeleeuwse tuinen.

In de 18e eeuw diende het kasteel als militaire academie. Tijdens de opstand in de Vendée in de tijd van de Franse Revolutie werd het gebombardeerd door de opstandelingen. De dikke muren van het kasteel bleken echter prima bestand tegen het kanonnenvuur en uiteindelijk gaven de opstandelingen hun poging om het kasteel in te nemen op.
Tijdens de Duitse bezetting van Frankrijk in de Tweede Wereldoorlog werd het kasteel zwaar beschadigd nadat geallieerde bombardementen een explosie in een munitieopslagplaats in het kasteel veroorzaakten.

Het kasteeldomein lijkt wel een dorp op zich. Via de remparts heb je een mooi zicht op de omgeving en binnen de omwalling liggen verschillende tuinen, eerder strakke maar ook ‘hangende tuinen’ en een zone waar groente en fruit gekweekt werd. Best verrassend.

In het kasteel zelf valt ook heel wat te ontdekken over de geschiedenis.

Vandaag de dag functioneert het kasteel ook als museum voor wandtapijten. Het heeft de grootste en oudste collectie wandtapijten ter wereld, waaronder dus het enorme Tapisserie de l’Apocalypse. Er werd zelfs een volledig nieuw gebouw opgetrokken om het in optimale omstandigheden te kunnen bewaren en tentoonstellen.

Naast een afbeelding van de Apocalyps uit de Openbaring van Johannes geeft het tapijt ook een beeld van het politieke klimaat op het moment van de vervaardiging: de Honderdjarige Oorlog tussen Frankrijk en Engeland tussen 1337 en 1453. Het wandtapijt is een weergave van de ravages veroorzaakt door de oorlog, de razzia’s, de pest en de hongersnood.

Het weven van het wandtapijt nam zeven jaar in beslag, wat relatief snel was voor een werk van die omvang. Ondanks de schade in de loop van de jaren (ongeveer een derde deel is verloren gegaan), is de essentie ervan bewaard gebleven.

Alle praktische info voor een bezoek aan het kasteel vind je op hun website.

 

 

 

Het kasteel van Blois

Tijdens ons verblijf in Blois brachten we deze keer ook een bezoek aan het kasteel.
Het kasteel van Blois, de vroegere verblijfplaats van de Franse koningen, is een majestueus gebouw dat bijzonder is omdat het verschillende bouwkundige stijlen verenigt: gotiek, flamboyante gotiek, Italiaanse renaissance en classicisme. Een wonderlijke waaier aan Franse architectuur.

Tegenover het kasteel zit het Robert Houdin Magiehuis, volledig gewijd aan magie en illusie. We brachten het geen bezoek maar genoten wel van de plotse verschijning van de draken in de ramen 🙂

Het portaal, verhoogd met een standbeeld van Lodewijk XII, de mooie binnenplaats en de vier vleugels van destijds in verschillende architectuur en de weelderige wenteltrap van de Frans I-vleugel zijn maar enkele van de bijzondere elementen van dit Loirekasteel.

In het kasteel zorgen verschillende digitale schermen voor extra informatie en aan het onthaal kan je ook een tablet meenemen die je nog een pak bijkomende informatie biedt. Wij besloten het echter zonder te doen, kwestie van ook nog foto’s te kunnen nemen en gewoon volop rond te kijken naar het vele moois dat er te zien is 😉

Het museum voor Schone Kunsten, dat zich in de Lodewijk XII-vleugel bevindt, stelt een collectie wandtapijten, schilderijen en beelden tentoon. Ruimte genoeg die gevuld kan worden in het kasteel dus waarom niet eigenlijk 😉

 

Zowel binnen als buiten valt er veel moois te zien. Andermaal een heel knap kasteel dat een bezoek meer dan waard is 🙂

Meer lezen over het kasteel van Blois kan o.a. op deze website.

 

 

 

Blois revisited

Naar analogie met onze vorige zomerreizen maakten wij ook nu bij onze terugkeer afgelopen zomer een tussenstop in de Loirestreek. Net als vorig jaar boekten we opnieuw een kamer in het Mercurehotel met zicht op de Loire, het is er immers goed toeven vinden wij 🙂

 

Bij onze aankomst in de stad op zondagavond is het bewolkt maar nog erg warm (sommige van de foto’s in deze blogpost zijn van de volgende dag toen de zon terug scheen).
Na het inchecken strekken we meteen even de benen, het is uitermate rustig in de stad en heel wat restaurantjes blijken gesloten (gelukkig kunnen we ook eten in het hotel dus daar hoeven we ons geen zorgen over te maken). We genieten van de rust en de omgeving.

Wat opvalt in Blois is de homogeniteit: het koninklijk kasteel, de huizen van de oude stad en de religieuze gebouwen vormen een mooi geheel. Door de talrijke steile en kronkelige straatjes, die op sommige plaatsen door trappen met elkaar zijn verbonden, waan je je als bezoeker echt wel terug in de tijd.

Waar we vorig jaar nog heel wat illusies op l’ Escalier Denis Papin geschilderd zagen, sierde dit jaar de Mona Lisa de treden, dit naar aanleiding van het 500e sterfjaar van Leonardo da Vinci.

De cathédrale Saint-Louis prijkt op de top van de stad. Les Jardins de l’Ancien Eveche (de bisschoppelijke tuinen) liggen achter de kathedraal. Ze zijn mooi onderhouden en bieden de bezoeker een prachtig uitzicht over de stad en de Loire.

In de stille wijk rond de kathedraal staat het middeleeuws huis, Maison de l’acrobate. Je loopt er gemakkelijk voorbij maar wie even aandachtig is, ontdekt gauw de leuke figuurtjes van acrobaten die de stijlen van de vakwerkwoning versieren. Je zal me op mijn woord moeten geloven (of zelf een kijkje gaan nemen) want mijn foto ervan per ongeluk gewist op mijn toestel blijkbaar :/

De Eglise Saint-Nicolas ligt in het centrum van de stad en is gemakkelijk te herkennen aan de leien daken.

Vanaf de kades (met erg moderne bankjes trouwens) heb je een mooi uitzicht op de Loire en de Pont J. Gabriel.

Wil je een bezoekje brengen aan de Loirestreek, dan moet je Blois zeker op je lijstje zetten.

Chambord

De laatste dag van onze zomerreis 2018 brachten we een bezoekje aan Chambord, één van de kastelen langs de Loire. Toen ik pakweg een jaar of wat geleden op sociale media een filmpje zag passeren dat de tuin en het interieur van het kasteel stevig onder handen waren (en worden) genomen, leek me het een uitgelezen moment om het kasteel eens van dichterbij te bekijken.
Lang gelden (nog in onze studententijd!) hadden we Chambord, het kasteel met de enorme hoeveelheid torentjes en schoorstenen, wel al van buitenaf gezien maar nog niet verder bezocht. Ook de tuin was toen eigenlijk amper die naam waardig.
Intussen werden al ettelijke miljoenen euro uitgegeven (en zullen er wellicht nog heel wat moeten volgen) om het kasteel(domein) in zijn volle glorie te herstellen.
Dit voormalig jachtkasteel, dat nooit gebruikt werd om er langdurig te wonen, is zeker één van de meest gekende (en intussen ook Unesco werelderfgoed) en wordt, uiteraard, ook druk bezocht. Wij besloten er dan ook voor te zorgen om kort na openingstijd aanwezig te zijn om zo de grootste drukte toch nog wat voor te zijn.

Op de officiële website vind je alle praktische informatie, tips en suggesties en uiteraard ook heel wat foto’s. Ik geef er hieronder ook nog een selectie van mijn beelden mee al viel het door de drukte niet altijd mee om goede foto’s te maken (naast de drukte ook wat ‘zichtbelemmering’ door de vele tablets die je kan huren om de beleving nog sterker te maken, ideaal voor kinderen want met heel wat leuke extra’s en opdrachtjes blijkbaar) .

Reken toch gauw een paar uur voor een bezoek aan de site, zeker wanneer je ook een tablet huurt voor extra informatie en een digitale begeleiding van jouw bezoek. Tegen de middag werd het er ook nog een stuk drukker, ’s morgens komen kort na openingstijd zou ik zeker aanraden.

Het kasteel is enorm groot en is slechts deels gemeubileerd, een ander deel van de ruimtes wordt o.a. gebruikt voor kunsttentoonstellingen. Het aanbod daar is wisselend en de waardering uiteraard afhankelijk van persoonlijke smaak maar ik vond dat er wel mooie stukken te zien waren.

Een bezoek aan Chambord is zijn geld zeker waard, wij vonden het in elk geval een aanrader en een mooie afsluiter van onze zomervakantie 🙂

Loirestreek – Kasteel van Cheverny

Na een schitterend weekje aan de Azurenkust deze zomer trokken we terug in twee etappes richting België. We maakten deze keer een tussenstop in de Loirestreek en logeerden in Amboise. We maakten nog een korte wandeling door de stad, bekeken het kasteel van Amboise aan de buitenkant en aten er een hartige pannenkoek als avondmaal. Doordat er in het hotel immers net twee groepen waren aangekomen die een avondmenu hadden besteld, konden wij pas na 21u iets eten in het hotel en dat vonden we een beetje laat. Een van de gesuggereerde eethuisjes in het centrum vormde echter een prima alternatief 🙂

De volgende ochtend genoten we andermaal van een zeer uitgebreid ontbijtbuffet in een ontbijtzaal met een prachtig zicht op de omgeving, alleen al daarvoor zou ik hier gerust nog eens willen logeren 😉
Alvorens echt naar huis te vertrekken, reden we naar Cheverny voor een bezoek aan het kasteeldomein. Bij het kasteel zijn twee ruime parkings om de vele bezoekers te ontvangen, op dat vlak zeker geen problemen 😉 Omdat we kort na openingstijd aankomen, moeten we niet lang aanschuiven om een ticketje te kopen. We starten onze wandeling doorheen het prachtige kasteel en genieten.

De markies Philippe Hurault de Vibraye was trouwens één van de eerste kasteeleigenaren die de noodzaak inzag om historische woningen open te stellen voor het publiek en daar ondertussen te blijven wonen om de tradities te handhaven. De huidige bewoners zijn afstammelingen van de Huraults. Hun appartementen bevinden zich in de rechtervleugel.
Het kasteel is alle dagen open en sloot zijn deuren slechts 3 maal sinds de opening in 1922: het bezoek van de koningin-moeder in 1963, de uitvaart van markies van Vibraye in 1976 en met het huwelijk van de huidige eigenaar in 1994.

Het kasteel is één van de meest gekende uit de Loirestreek, o.a. omdat het model stond voor kasteel Molensloot uit de albums van Kuifje. Hergé nam de buitenste vleugels niet over in zijn tekeningen, maar voor de rest is het kasteel bijna identiek. Sinds juli 2001 is er een permanente expositie over Kuifje. Tijdens ons bezoek was er trouwens nog een leuk project: een Lego-expositie. In verschillende kamers werden de fabels van La Fontaine uitgebeeld in Legoblokjes, heel knap gedaan en een fijn extraatje voor groot en klein. Hier en daar trouwens ook nog andere elementen in Lego: in de keuken een verwijzing naar Ratatouille, in enkele salons grote portretten in mozaïekstijl nagebouwd met massa’s kleine blokjes.

Rond het kasteel is een tuin met een kennel met ongeveer 50 jachthonden. Iedere dag om 15.00 u krijgen de honden eten, waarbij getoond wordt hoe gedisciplineerd ze zijn. Nadat het eten is neergelegd, moeten ze wachten op het signaal voordat ze het mogen opeten. Het is er wel vaak nogal druk want de meeste bezoekers willen de dieren graag van dichtbij op de foto zetten.
Ook de tuin is de moeite om te bekijken en in een van de bijgebouwen kan je terecht voor een drankje en een hapje of zelfs een picknickmand. Wij picknickten niet op het kasteeldomein maar op het dorpspleintje waar het ook gezellig toeven was.

Het kasteel van Cheverny was voorwaar een hele fijne afsluiter van een geslaagde zomervakantie in la douce France (en de laatste Frankrijkpost in deze reeks).

Ook zin gekregen om eens een bezoekje te brengen aan het kasteel? Meer info lees je op hun website.