In september start het Festival van Vlaanderen traditioneel met Odegand in Gent. Al verschillende jaren houden wij die dag dan ook vrij om op muzikale ontdekkingstocht te gaan. Dit jaar zou voor de eerste keer Kids Odegand op dezelfde dag doorgaan onder de Stadshal. We waren er dus gerust op dat ook onze bijna tiener zich wel zou amuseren.
We vertrokken tijdig met de fiets richting centrum en namen ook een regenjas mee aangezien de weersvoorspellingen niet zo schitterend waren, plus een dekentje voor extra warmte ’s avonds. Het avondprogramma wilden we immers zeker niet missen en opblijven tot pakweg middernacht is ook voor de jongste geen probleem meer.
We ruilden onze tickets voor een pasje aan het infopunt op het Sint-Baafsplein en gingen meteen in de rij staan voor de eerste voorstelling van de Brussels Philharmonic in de Sint-Baafskathedraal. Aangezien er daar heel veel stoeltjes staan mochten we al gauw binnen (kwestie van iedereen vlot gezeten te krijgen en toch op tijd te kunnen beginnen) en konden daar rustig wachten tot het half twee was. Ondertussen vertelde ik dochterlief dat ze op een best bijzondere stoel zat, nl. de .03 van Maarten Van Severen. Ook een geïnteresseerde dame aan mijn andere zijde luisterde met plezier naar mijn verhaal over de nieuwe tentoonstelling in het Designmuseum.
Het moet gezegd dat de muziek schitterend klonk, een streling voor het oor. De kwaliteit van de muzikanten staat uiteraard buiten kijf, maar ik werd ook aangenaam verrast door de mooie akoestiek in de kathedraal (voor zover mijn ongeoefend oor dat kan inschatten want ik ben verre van muzikaal getalenteerd).
Van de Sint-Baafskathedraal trokken we naar de Stadshal voor een vleugje kinderplezier al vonden we dat ook al onderweg met Concert’eau van Cie Aquacoustique, nog een flard Bollylicious en de Singhing sisters.
Aan de stadshal waren we net op tijd voor een poëtische koorddans van Les Chaussons Rouges. Gelukkig beperkte de regen zich tot enkele druppels zodat de dames toch hun act konden brengen, de muzikanten hielden het helemaal droog dankzij twee grote paraplu’s.
Wij hielden even schuil onder de hal en schoven dan maar meteen aan bij de grimestand. Verder viel er niet zo heel veel te beleven (een vertelcaravan, een springkasteel, infostand van Unicef), persoonlijk had ik daar toch nog niet iets meer animatie verwacht maar de gigantische vogel van Compagnie Paris Bénarès was net ergens anders op wandel en de superhelden van De Genoten waren ook even verdwenen dus misschien was onze indruk niet helemaal correct.
Voor het tweede binnenoptreden trokken we naar de Miryzaal in het conservatorium. Daar begeesterde de jong Franse cellist Edgard Moreau (nog maar 21 jaar vertelde de programmabrochure ons!) het publiek samen met Pierre-Yves Hodique op de piano. Met een gemak dat bijna nonchalant aandoet speelde hij op een virtuoze manier stukken waar je met open mond zit naar te kijken en te luisteren. De strijkstok huppelde nu eens over de snaren als een dartel jong veulen en gleed dan weer tot in de diepste klankkleuren waarvan ik me amper kon voorstellen dat die allemaal uit hetzelfde instrument kon komen. Aan het einde van de voorstelling bedankte het publiek dat jonge muzikant dan ook met een staande ovatie.
Wij besloten gauw nog een kijkje te nemen op de Cultuurmarkt, verzamelden nog wat info voor het nieuwe cultuurseizoen en wat lekkers (stukje vers fruit, bakje popcorn, sommige organisaties en instellingen doen erg hun best om het publiek te lokken en het werkte 🙂 ), we gingen langs bij vrienden en bekenden, …
Voor onze laatste voorstelling hoopten we een zitje te bemachtigen in de opera maar we waren duidelijk niet de enigen en algauw werd duidelijk dat het niet zou lukken. Voor het koppel achter ons in de rij duidelijk een ontgoocheling want ook de vorige voorstelling waren ze op een volle zaal gebotst ondanks een uur vooraf aanschuiven in de file. Misschien toch de moeite van het overwegen waard om eens een digitaal reservatiesysteem uit te werken zodat mensen minder nodeloos moeten aanschuiven?
We gingen dan maar iets drinken bij het Paard van Troje, waar ze duidelijk een overload aan klanten te verwerken hadden gekregen en er helaas geen lekkers meer voor bij de koffie is. We fietsten nog even naar de Portus Gandae voor een blik op de historische vloot die daar aangemeerd lagen en trokken dan naar onze vrienden waar we pizza aten en vervolgens met plooistoeltjes en extra regencapes richting Graslei trokken. Ondanks de regen was er heel veel volk komen opdagen maar we konden ons nog op een goede plek installeren en maakten het ons gezellig. De capes hielden de regen tegen en nadat alle VIPS gepasseerd waren, kregen we nog wat extra zitruimte. De twee jongsten installeerden zich op de kaaimuren en hadden genoeg aan elkaar. De moeders bleven in het gezelschap van de tienermeiden zitten. Eigenlijk voelden we ons ook best een beetje VIP: we zaten in een zeteltje, luisterden naar mooie tangomuziek, hadden onze eigen bubbels bij en dat alles met best een goed uitzicht op het podium en het scherm.
De regen leek wat stokken in de wielen te gaan steken maar met een kwartiertje vertraging startte ook het vervolg van het avondprogramma: de originele uitvoering van de musical West Side Story. S. en ik genoten met volle teugen van de muziek en zongen zachtjes mee. De dansers deden zeker hun best en sommige stukken waren knap al misten we wat de dynamiek hier en daar zoals die in onze herinnering toch nog sterker naar voor komt in de film. En dan was er uiteraard nog een knallend vuurwerk om het geheel in schoonheid af te sluiten. Moe maar voldoen keerden we terug naar huis, blij dat we er weer bij mochten zijn.