Tag archieven: Monet

Giverny

Een bezoek aan Giverny stond al lang op mijn verlanglijstje en dat bleek prima inpasbaar bij onze trip naar Versailles 🙂

Het Normandische dorp Giverny werd een van de hoogtepunten van het  impressionisme dankzij Claude Monet, die er zijn reeks waterlelies schilderde en zo Giverny over de hele wereld bekend maakte. Om wachtrijen aan de kassa te vermijden, wordt aangeraden om vooraf een ticket te kopen voor een bezoek aan het huis. Maar vooraf is relatief, want wie een bezoekje brengt aan het Musée des Impressionnismes (in dezelfde straat als het huis en de tuin van Monet) kan daar gewoon een duoticket kopen en dat leek ons een heel handige oplossing om ons nog niet te moeten vastpinnen op een dag of een uur van bezoek. Vervolgens gewoon even letten op de juiste ingang: je hebt er een voor groepen en een voor zij die nog geen ticket kochten, maar dus ook eentje voor individuen die al een ticket vooraf kochten, wat verborgen in een steegje, maar er staat een bordje dat je de weg toont 😉

Claude Monet vestigde zich in 1883 in Giverny. Het dorp trok al snel een kring van Amerikaanse schilders aan die graag impressionistische principes wilden toepassen op de Normandische landschappen. Een eeuw later, in 1992, bracht een Amerikaanse zakenman en groot verzamelaar, deze werken terug naar de plaats van hun creatie en huldigde hij het Museum of American Art in Giverny in. In 2009 werd dit museum het Musée des Impressionnismes Giverny. Het is gewijd aan de geschiedenis van het impressionisme, in het bijzonder van Giverny, en de internationale verspreiding ervan.

Het museum is open van april tot oktober. Ook de museumtuin is mooi ingericht en op het bankje tussen de hoge grassen en klaprozen voelden we ons als het ware figuranten in een schilderij dat van Monet had kunnen zijn 😉

Alle praktische info lees je op de officiële website: https://www.mdig.fr/

Het huis en de tuin van Monet worden beheerd door de Fondation Monet. Vele restauratiewerkzaamheden en tal van tuiniers hebben het huis en de tuin van de schilder omgetoverd tot een bijzondere plek, waar jaarlijks 500.000 bezoekers op afkomen. Het is trouwens de meest bezochte site in Normandië, na de Mont Saint-Michel.
Wat ooit een verlaten woning was, werd door Monet veranderd in een waar meesterwerk. Hij voelde zich thuis in Giverny en woonde er 43 jaar van zijn leven, samen met zijn echtgenote(s) en zijn acht kinderen, tot aan zijn dood in 1926.

Charmant en romantisch. Zo kun je het huis van Claude Monet wel omschrijven. Met veel roze pleisterwerk, omringd door bloemen en bomen. Buiten, langs de rechte paden en onder de metalen bogen, bloeien de bloemen uitbundig in de tuin.

Op de begane grond vind je het atelier, de blauwe kamer, de eetkamer en de keuken. Binnen zijn zoveel mogelijk oude elementen behouden. In het atelier, de blauwe kamer (die gebruikt werd als leeskamer) en de keuken hangen tal van gereconstrueerde werken van Monet (de originelen hangen in musea of maken deel uit van private collecties).

In de eetkamer met de gele muren hangt een prachtige collectie Japanse schilderijen die Monet verzamelde, waaronder grote namen als Katsushika Hokusai.

Op de eerste verdieping kom je eerst in de slaapkamer van Claude Monet zelf, met reproducties van schilderijen van andere impressionistische kunstenaars uit zijn tijd. De andere kamers behoorden toe aan zijn tweede vrouw Alice Hoschedé en haar dochter, Blanche Hoschedé, die een student was van Monet en ook de vrouw van zijn zoon. In 2014 werd de kamer van Blanche gerestaureerd en opnieuw ingericht, zo dicht mogelijk bij de oorspronkelijke staat, met verschillende bloementapijten en grenenhouten meubels.

In de loop der jaren verwierf Monet een stuk land aan de overkant van de straat waar hij zijn Clos-Normand creëerde. Hij maakte van het terrein een heuse watertuin waarin hij een arm van de plaatselijk rivier afleidde. De grote watertuin staat vol met treurwilgen en bloemen.

Monet had een passie voor tuinieren, ook de waterlelies kweekte hij zelf! Hij verzorgde zijn tuin helemaal zelf en deed dit natuurlijk vanuit zijn kunstenaarsoog. De tuin is dan ook een klein paradijs vol kleur en licht. Zijn liefde voor Japan komt ook in de tuin terug in de kleine groene brug, de pioenrozen en de bamboeplanten. Vandaag is er een tuinier die zich louter en alleen bezig houdt met het onderhoud en de verzorging van de waterlelies.

In januari 2022, tijdens de kerstvakantie, trokken we in uitgesteld relais naar Parijs en zagen we in het Musée de l’Orangerie de beroemde waterlelies (Nymphéas) van Monet. Een half jaar later liepen we in de tuin waar hij ze schilderde, in Giverny. Beide bezoeken vond ik zeer de moeite waard, maar vooral van het huis en de tuin zal ik nog lang nagenieten 😉

Meer (praktische) info over het huis en de tuin lees je op de officiële website:  http://fondation-monet.com/

Parijs 2022 – deel 2

Door de coronamaatregelen begin dit jaar werden we op het moment van ons bezoek nog verplicht om vooraf tickets te boeken voor musea wat we dan ook deden voor een paar bezoeken als aanvulling op de stadswandelingen.

In het Jardin des Tuileries ligt het Musée de l’Orangerie. Het museum is vooral bekend door de serie waterlelies (Nymphéas) van Claude Monet. De grote doeken hebben als onderwerp de waterlelies in Monets tuin in Giverny (een plek die ik zeker nog eens wil bezoeken trouwens). Licht, de breking van het licht en kleur spelen een grote rol in deze werken, typisch voor het impressionisme. Deze werken zijn gemaakt in de periode 1914-1926, de laatste 15 jaren van zijn leven.

Monet schonk de werken trouwens aan Franse staat de dag na de wapenstilstand van 11 november 1918 als een symbool van vrede. Volgens zijn wensen werden de Waterlelies geïnstalleerd in het Musée de l’Orangerie in 1927, een paar maanden na zijn dood.

Toen ik jaren geleden een eerste keer het werk van Monet in het echt zag, was ik toch wel onder de indruk van zijn schilderkunst (of van het effect dat zijn werk op mij had). Ik keek er dan ook naar uit om deze grote doeken eens in het echt te kunnen zien. Misschien lag het aan een opkomende migraine-aanval, maar ik had deze keer geen ‘klik’ met de werken, al blijf ik het wel een heel mooi geheel vinden. Ik vroeg me trouwens af hoe het moet zijn om hier in ‘normale’ toeristische tijden langs te komen: je kan eigenlijk niet in deze zaal rondlopen zonder een deel van de bezoekers te hinderen in hun zicht op de schilderijen. Ik vond het nu al meer dan druk genoeg om hier even te zitten/staan en rustig naar de werken te kijken…

In het museum vind je trouwens ook werken van verschillende andere bekende kunstenaars zoals Renoir, Cézanne, Picasso en beelden van Rodin.
Bij ons bezoek stond er werk van David Hockney in de kijker. In maart 2020, tijdens de lockdown, verbleef Hockney in zijn huis in Normandië. Hij maakte van het huis en de omgeving het belangrijkste onderwerp van zijn kunstwerken en hield zich bezig met het vastleggen van het licht en de verschillende seizoenen. Zou hij de geest van de impressionisten gevoeld hebben?

Ik schrijf trouwens kunstwerken en niet schilderijen want hij maakte de werken op zijn Ipad (een techniek die hij blijkbaar al 10 jaar toepast) en hij bundelde ze vervolgens tot één groot geheel: een fries van 80 m lang die hij liet afdrukken op papier. Inspiratie hiervoor haalde hij blijkbaar zowel bij het historische tapijt van Bayeux als bij oude Chinese en Japanse papierrollen.

 

Van de Orangerie wandelden we naar onze volgende museumhalte: op donderdag is het Musée d’Orsay open tot 21.45u; ideaal dus om een avondlijk bezoek in te plannen. Normaal gezien is het hier rijtje schuiven, maar door corona was het beduidend kalmer dan anders. De linten die de aanschuifrijen moeten markeren, stonden er eenzaam bij, en  aan de kassa’s slechts een handvol bezoekers.

Het Musée d’Orsay hoort thuis in het rijtje van meest bezochte bezienswaardigheden in Parijs. Het was oorspronkelijk een treinstation, gebouwd in het begin van 1900, maar werd omgebouwd tot museum in 1986.

Het museum bezit voornamelijk Franse kunst uit het midden van de 18e eeuw tot het begin van de 20e eeuw, niet enkel schilderijen, maar ook meubels, beeldhouwwerken en meer. Je vindt er o.a. werken van Matisse, Monet, Manet, Van Gogh, Cézanne, Degas …

Het gebouw op zich is al bijzonder en uiteraard zijn er ook heel wat topwerken te zien. Een deel van het museum was echter gesloten voor renovatiewerken (ideaal om die in deze luwe tijden uit te voeren natuurlijk) waardoor we toch net iets sneller dan verwacht rond waren met ons bezoek (nadat ik de foto van de klok maakte, liepen we er zeker nog een dik uur rond hoor). We wandelden terug richting hotel, met intussen ruim 30.000 stappen op onze teller!

Alle praktische info over beide musea: Musée de l’Orangerie en Musée d’Orsay