Tijdens onze zomervakantie in Zuid-Frankrijk moesten we uiteraard ook een bezoekje brengen aan de wereldberoemde Pont du Gard, een grote Romeinse aquaduct, die later werd uitgebreid tot brug.
We vertrokken op tijd zodat het (hopelijk) nog niet al te druk zou zijn en dat bleek te kloppen. Er was nog heel veel plaats op de grote parking. Enig minpuntje: de zon liet het afweten, er vielen zelfs enkele druppels, maar we lieten het niet aan ons hart komen.
We besloten eerst een bezoekje te brengen aan het bezoekerscentrum met La Grande Expo.
We installeerden ons eerst in de ruime theaterzaal en kijken (op ons eentje!) naar een inleidend filmpje. Vervolgens gingen we naar de eigenlijke tentoonstellingsruimte. Hier leer je heel wat bij over de bouw van aquaducten en de technische kennis die de Romeinen toen al hadden.
Het is behoorlijk indrukwekkend om te zien en te lezen hoe ze er toen in slaagden om via bruggen en aquaducten het (bron)water tot in de steden te brengen en welke afwegingen er gemaakt moesten worden om die plannen te doen slagen.
In de 1e eeuw na Chr. ontwierpen en bouwden de Romeinen een 50 kilometer lange aquaduct voor waterlevering aan Nemausus (het huidige Nîmes). De inlaat bevond zich op 71,5 meter hoogte aan de Source d’Eure-bron te Uzès, en het water arriveerde op 60 meter hoogte in Nemausus, meer bepaald in het castellum divisorium (het ‘verdeelcentrum’) van de stad. Het geheel was zo gebouwd dat het water vanzelf naar de stad stroomde.
Via de Pont du Gard passeerde de kunstmatige waterloop de rivier de Gardon. Het werk aan de Pont du Gard begon in 38 na Chr. en werd voltooid in 52 na Chr. Behoorlijk snel als je ziet hoe groot de constructie is en beseft met welk materiaal er gewerkt moest worden. Ongeveer 1000 arbeiders gebruikten meer dan 50.000 ton kalksteen, vaak in grote blokken, dat in de buurt werd gewonnen.
Na de tentoonstelling binnen, gingen we uiteraard naar het aquaduct in kwestie zelf gaan kijken.
Het kolossale bouwwerk is 49 meter hoog, en bestaat uit drie niveaus, waarvan het bovenste 275 meter lang is. De waterbedding is afgedekt met stenen platen. Het aquaduct had een capaciteit van 35.000 kubieke meter water per dag en voorzag de badhuizen, bronnen en fonteinen van Nîmes van water tot ongeveer de 3e eeuw na Chr. In de 18e eeuw is naast het onderste niveau van het aquaduct een brug aangelegd.
Ook hier veel sporen van de droge zomer, met een extreem lage rivierbedding.
Een streepje zon had ongetwijfeld voor mooiere beelden gezorgd, maar het blijft een indrukwekkend bouwwerk om te zien en over te lopen. Het moet in de Romeinse tijd wellicht nog veel meer indruk gemaakt hebben op de mensen.
Je kan er in de buurt ook wandelen, maar neem dan zeker een kaartje mee (of een goede app op je telefoon) want de wegwijzers leken ons niet helemaal betrouwbaar. Toen wij de site verlieten, stond de parking al een heel stuk voller. De Pont du Gard is duidelijk nog steeds een toeristische trekpleister, zelfs op minder mooie dagen.
Alle praktische info en tickets: https://www.pontdugard.fr/fr