In de tuin bij mijn vader hangen al jaren voedersilo’s voor de tuinvogels. Hij koopt geen vetbollen meer in de winkel want de vogels geven allemaal sterk de voorkeur aan de okkernoten (die hij stuk voor stuk kraakt om de voedersilo’s te vullen, letterlijk duizenden zijn er zo al in zijn handen gepasseerd). Telkens weer is het een plezier om de vele fladderaars aan het buffet te zien aanschuiven, elk in hun eigen stijl.
Ik wilde dit ook graag in onze tuin en vorige winter hing ik voor het eerst een voedersilo met noten op. Het duurde even voor de vogels het ontdekten en zich veilig genoeg voelden om te komen eten, maar het lukte. Deze winter mocht het al iets meer zijn en ik verzamelde een deel van mijn (zelf gezaaide en uitgeplante) zonnebloemen en begon alvast met het kraken van noten (een deel voor mezelf, om lekker notenbrood te bakken, en een deel voor de tuinvogels). Ik kocht ook een zak strooivoer en verwerkte die in zelfgemaakte ‘vetbollen’: plantaardig vet even laten smelten en dan samen met zaden, pitten en noten in een bekertje gieten, terug hard laten worden in de frigo, uithalen en ophangen.
De resultaten mochten er zijn: behalve koolmezen en pimpelmezen mochten we dit jaar ook de grote bonte specht tot de vaste gasten rekenen aan onze voederplek. Verder ook enkele vinkjes, een troepje staartmezen (wat een allerschattigste dotjes zijn dat zeg!), een roodborstje en een koppeltje zwartkoppen (had ik nog nooit gezien, en verwarrend om te leren kennen want het vrouwtje heeft een oranjebruin kopje!).
De mezen en de specht hangen aan het voederbakje zelf en eten dat het een lieve lust is. Doordat er onderaan het bakje beugeltjes zitten, kunnen ook andere, kleinere vogels voorzichtig komen snoepen van de noten.
Het voederbakje hangt in een hazelaar en het is fascinerend om zien hoe de vogels in de hazelaar bij de buren al zitten ‘aan te schuiven’ om dan door te vliegen en huppen naar onze hazelaar, meestal in een vast parcours van het ene naar het andere takje en uiteindelijk naar de voedersilo, maar nooit rechtstreeks. Wanneer de volgende in de rij vindt dat het wachten wel lang genoeg geduurd heeft, dan jaagt hij/zij meestal de eter weg om zelf aan te schuiven en de ene heeft duidelijk meer geduld of honger dan de anderen 😉
Beneden in het gras komen vooral de kauwen en soms eens een merel kijken wat er daar te rapen valt. Sommige van de notensnoepers zijn namelijk behoorlijke ‘smossers’ en soms kan je de stukjes noot zo in het rond zien vliegen.
De kauwen zijn mijn beste vrienden niet, met vereende krachten slagen ze er telkens weer in om mijn zelfgemaakte vetbollen uit de struik te halen/trekken om dan op de grond alles op te eten en niets meer over te laten voor de kleintjes. Meestal kan ik het al raden wanneer ze weer eens de zaak aan het afbreken zijn want dat gaat doorgaans gepaard met behoorlijk wat lawaai, echte hooligans zijn het 😉
Ze jagen me trouwens soms de stuipen op het lijf wanneer ze ergens noten gevonden hebben en die dan proberen kraken door ze vanuit een hoogte te laten vallen. Dat geeft behoorlijke knallen wanneer er ze eentje tegen het (dak)raam knalt.
Onlangs zag ik op ons terras in de schemering ook een winterkoninkje zitten, zijn silhouet is behoorlijk herkenbaar en het was mijn klein gelukje van die dag om te weten dat we ook deze gast hier in de buurt hebben.
Ook de groene specht zagen we het voorbije jaar meermaals in het gras rondlopen op zoek naar mieren en ander voedsel. Topmomentje was deze zomer toen we een koppeltje groene spechten met een bijna volwassen jong voedsel zagen zoeken in onze tuin.
In het voorjaar en de zomer zagen we regelmatig heel wat kauwen met hun jongen foerageren in het gras, ze kregen daarbij meestal gezelschap van verschillende bosduiven en de eksters lieten zich ook regelmatig horen en zien (en gingen al eens in de clinch met de kauwen).
En, last but not least, we zagen al 2 keer een eekhoorn in en uit onze aangeplante wilgen springen! Nootjes gaat het diertje daar niet vinden maar het was wel heel leuk om het diertje al eens in de tuin te spotten.
De lockdown en het vele thuiswerk heeft ons in elk geval meer en beter kennis laten maken met de (gevleugelde) gasten in onze tuin en het heeft ons al veel plezier gebracht.
De gemengde hagen die de scheiding vormen tussen de tuinen zijn zeker niet ‘mooi’ te noemen, eerder een ‘mikmak’ van verschillende soorten. Ze staan voor een deel ook volledig op de eigendom van de buren, maar ze vormen een visuele, groene afscherming en ze bieden duidelijk een goede schuilplaats voor de tuinvogels.
Ik zou dan ook graag in onze tuin nog meer struiken aanplanten, liefst streekeigen, gevarieerd en bloeiend/bessen dragend om zo nog meer dieren aan te trekken en de biodiversiteit extra kansen te geven. En wie weet, komt de eekhoorn dat met plezier op regelmatige basis een bezoekje brengen 😉
Dit weekend was het vogeltelweekend van Natuurpunt. Op hun website vind je heel wat tips en informatie over het voederen van dieren en hoe je jouw tuin diervriendelijk(er) kan inrichten.
NB: het maken van mooie vogelfoto’s is geen sinecure en dus plukte ik voor deze post free downloads van het internet, op die manier zijn de beestjes waarvan sprake toch duidelijk te herkennen 😉