Tag archieven: erfgoed

Bokrijk

Als zomertip kan dit verslagje van onze trip naar Bokrijk van eind augustus niet meer dienen, maar ik schrijf het toch nog voor mijn persoonlijk archief en wie weet, kan het anderen toch nog inspireren voor een toekomstig bezoek 😉

Een bezoek aan Bokrijk stond eigenlijk al jaren op onze agenda, maar om de een of andere reden was het er nog steeds niet van gekomen om dat eens samen met Maya te doen. Gelukkig zag onze tiener het nog zitten om daar deze zomer eens verandering in te brengen en zo geschiedde. We vertrokken met de zon in Gent, maar eens het centrum van het land voorbij, doken we in de wolken en kwamen we aan in een grijs Limburg, ietwat frisser dan verwacht. Gelukkig zouden we in de loop van de dag ook de zon te zien krijgen en werd het een geslaagde dag.

Op de ruime parking konden we onze auto zonder problemen kwijt. Wil je echter met de trein komen, dan kan, er is zelfs een halte aan de ingang van het domein. Met de kaart van het domein in de hand besloten we eerst langs de boerderij te wandelen, waar Maya met plezier het Brabants trekpaard van dichterbij ging bekijken en ze even de jonge konijntjes kon bewonderen die net wat extra voeder kregen; enkele van de honden die de schapen op het domein hoeden, werden bijna plat geknuffeld 😉 Ik leerde er dat de Dendermondse eend het oudste Belgische eendenras is, met grijsblauwe of zwarte veren en een witte borst.

Vervolgens trokken we naar ‘de Oude Stad’. Tussen 1960-1973 verwierf Bokrijk een aantal oude stadswoningen uit Antwerpen die daar werden gesloopt. Tot 1989 bouwde Bokrijk verder aan het nieuwe museumdeel ‘de Oude Stad’. In 2012 opende in een gedeelte van de Oude Stad de permanente tentoonstelling ‘De sixties’. M. en ik genoten hier met volle teugen, maar ook Maya vond het erg leuk om in de oude, gereconstrueerde interieurs binnen te lopen en te horen welke spullen wij nog in huis hadden bij onze (groot)ouders en wat ze zelf ook nog herkende of leuk vond.

In de kleine bioscoopzaal keken we naar een compilatiefilmpje van verschillende films en (jeugd)reeksen die in de loop der jaren op het domein van Bokrijk opgenomen zijn. Ook hier opnieuw a trip down memory lane, zowel voor ons als voor Maya want ook enkele series die zij als kind zag, passeerden de revue.
Over de middag pikten we nog een leuke voorstelling mee van Circus Barones, die daar tijdens de zomermaanden hun tenten hadden opgezet. Ik moet zeggen, dat viel heel goed mee, een perfecte combinatie van traditie met een hedendaagse twist.

Intussen was het al middag en klaarde de hemel volledig open. Onder een heerlijk zonnetje verkenden we verder het domein, oude hoeves en gebouwen, mooi heropgebouwd en soms met een nieuwe functie.

We liepen even binnen in een hoeve met een mooie kruiden- en bloementuin waar we een herboriste aan het werk zagen en we van een theetje mochten proeven.

We aten een lichte lunch ‘In den dolfijn’, een gebouw uit Sint-Rijkers (Westhoek) dat meer dan 200 jaar een cafĂ© was. ‘Herberg houden’ was trouwens meestal een bijberoep. De herbergier was daarnaast ook nog landbouwer, houtbewerker, brouwer, smid… Deze herberg deed trouwen ook nog dienst als gemeentehuis! Niet zo uitzonderlijk want vaak hadden enkel steden eigen gebouwen voor hun bestuur. In de dorpen vonden de vergaderingen vaak plaats in een herberg.

Ook mooi om zien: de duiventoren van Ingelmunster. De duiven zaten ooit op de 2de verdieping. Daar kon je – om te voorkomen dat er duiven werden gestolen – enkel met een ladder naartoe. Op de eerste verdieping was een opslagplaats voor dierenvoeder. Op de benedenverdieping liepen vaak varkens op kippen rond. Een duiventoren bouwen was bovendien niet zo eenvoudig want er kwamen verschillende vakmannen aan te pas: metselaars, timmermannen, tegelzetters en een smid. Hier in het domein is het vooral een mooi uitkijkpunt op de vijvers en de omgeving.

De gereconstrueerde schuur uit Zuienkerke heeft een hoog, bijna puntvormig dak. Dit model kwam in West-Vlaanderen heel vaak voor. Centraal onder het dak werd de oogst bewaard, er was ook ruimte om het graan te dorsen en er waren ook ingebouwde koeien- en varkensstallen. De varkens konden van buiten gevoederd worden via de voedergaten in de gevel. Voor het dak van dergelijke schuur is heel wat riet nodig, wel 60 ton! De oppervlakte van het dak bedraagt ca 1200 mÂČ en het riet ligt 25 tot 30 cm dik. Zes rietdekker doen er 40 dagen over om dit dak te leggen.

En verder zagen we nog kleine woningen, elk met hun eigen typerende stijl voor hun streek, water- en windmolens, oude bijenmanden, …

We konden er zelfs oud speelgoed uitproberen: het lopen op stelten lukte ons allen vrij aardig trouwens 😉

De mooie gerestaureerde pastorij van Schriek kreeg een volledig nieuwe invulling. De tafel, als plaats van ontmoeting en verbinding, vormt de rode draad doorheen deze imposante pastorij en zijn prachtige tuin. Op het gelijkvloers tref je een historische inrichting aan duit 1899, toen de pastoor hier samen met zijn onderpastoor en devote dienstmeid woonde. In de keuken liggen de ingrediënten te wachten om door de meid tot de lekkerste gerechten verwerkt te worden. Boven krijg je historische en hedendaagse smaakbeleving in al zijn facetten voorgeschoteld en in de pastorijtuin tot slot vind je vergeten groenten, kruiden en gezellige picknickplekjes. 

We zagen en lazen nog heel wat meer, genoten van een lekkere appelflap uit de bakkerij op het domein, proefden nog even van het lokaal gebrouwen bier (vooral M dan) en sloten onze dag af met een wandeling naar het beroemde fiets/wandelpad tussen het water net buiten het domein.

Een bezoek aan Bokrijk is meer dan de moeite waard, al moet je wel stevig stappen wanneer je alles wil zien op Ă©Ă©n dag. Er zijn regelmatig evenementen die nog een extra dimensie aan je bezoek kunnen geven, maar mogelijk ook voor meer drukte kunnen zorgen.

Alle praktische info lees je op: bokrijk.be

 

Wintercircus Gent

Een in mijn ogen toch wel bijzondere plek in Gent is het Wintercircus, ook wel gekend als de Garage-Mahy. Het is – uiteraard 😉 – een voormalig wintercircus en hippodroom met al een lange geschiedenis en sinds enkele jaren met een mooie nieuwe toekomst in het verschiet.

Het eerste circusgebouw dateert al van eind 19de eeuw en kwam op het terrein van een vroegere katoenfabriek die was afgebrand. Het werd de grote concurrent van een houten circus dat in diezelfde periode werd gebouwd in de Sint-Amandstraat. Net door die concurrentie kwamen wel alle grote toenmalige attracties naar Gent en sprak men van den ‘ouden en den nieuwen cirk’. Het gebouw had een aparte ingang (en loges) voor de gegoede burgerij langs de Sint-Pietersnieuwstraat en een ingang voor het gewone volk langs de Lammerstraat. In 1920 werd het gebouw echter verwoest door een brand en bleef enkel de voorgevel behouden.

In 1923 werd het wintercircus opnieuw opgebouwd en bood het plaats aan 3.400 personen. Naast circusvoorstellingen werden er ook revues, variĂ©tĂ©voorstellingen en filmvoorstellingen gegeven. De ingang kwam – voor iedereen – in de Lammerstraat. Le Nouveau Cirque sloot in 19944 definitief zijn deuren.

Vanaf 1947 werd de ruimte gebruikt als garage door de familie Mahy. De nog bestaande voorgevel aan de Lammerstraat dateert van 1958, met op het gelijkvloers de toenmalige ingang tot de autoshowroom en daarboven een woongelegenheid. Rondom de centrale piste liet Mahy hellingen aanleggen om auto’s tot op de bovenste verdiepingen te krijgen. Mahy was zijn tijd ver vooruit en dacht toen al aan ‘beleving’. Naar de kapper gaan terwijl je auto een onderhoudsbeurt kreeg? Waarom niet 🙂

In 1978 werd de garage gesloten, maar het gebouw bleef nog tot in de jaren 1990 in gebruik als parkeergarage voor de grote collectie oldtimers van de familie. Een deel van die collectie werd later overgebracht naar Autoworld in Brussel, een ander deel naar het museum Mahymobiles in Leuze-en-Hainaut. De smeerputten en een benzinepomp bleven achter als herinnering aan vervlogen tijden.

Ook al kwam je er nog nooit, misschien heb je de ruimte toch al gezien. Ze werd ooit als locatie gebruikt in een aflevering van Flikken, voor de grote stoelendans uit Man Bijt Hond, voor een fototentoonstelling van Stephan Vanfleteren en in 2015 stond er een installatie tijdens het Lichtfestival die op een creatieve manier de geschiedenis van het gebouw tot leven bracht (goede vriend Max zette hiervan een filmpje online toen).

Daarna stond het gebouw heel wat jaren leeg en de meningen over wat ermee moest gebeuren, bleven lang verdeeld. Er werd zelfs een grote publieke bevraging georganiseerd om ideeĂ«n te verzamelen. In 2017 zijn uiteindelijk de eerste werken gestart om het Wintercircus te verbouwen tot een “hotspot voor innovatieve economie” en een nieuwe ontmoetingsplek.

De olifantenhelling, de helling waarlangs de dieren vanuit de Plattenberg tot op de scÚne van het circus werden gebracht, is nu opnieuw een belangrijke toegang tot de middenpiste. In de vroegere paardenstallen onder het gelijkvloers kwamen er vergader- en ontmoetingsruimtes, de oude gietijzeren kolommen werden er behouden. De voormalige scÚne van het circus op de eerste verdieping werd een  auditorium en de smeerputten uit het garagetijdperk zullen nu dienst doen als ontmoetingsruimte. De ijzeren landingsplaten op de grond zijn trouwens nog steeds dezelfde als uit de tijd van Mahy, helemaal gerenoveerd en opgeblonken (en indertijd door Mahy op de kop getikt aan het tijdelijk oorlogsvliegveld in Sint-Denijs-Westrem). Uiteraard zullen ook een café, restaurant, een winkel etc. niet ontbreken en onderin komt zowaar een muziekzaal voor rock- en popconcerten!

De grote uitdaging bestond er in om een evenwicht te vinden tussen nieuwe behoeften en vereisten aan de ene kant en het behoud van erfgoed aan de andere kant.
Een huzarenstuk was de opfrissing en versteviging van de bestaande koepel. De staalstructuur is behouden, maar de beplating vernieuwd i.f.v. draagkracht, isolatie en akoestiek.

In de nieuwe zitbanken vind je trouwens ook een leuke verwijzing naar de circustijd, kijk maar eens goed naar het silhouet 😉

Bij de renovatiewerken werd ook volop gebruik gemaakt van de nieuwste technieken op vlak van energie om van het Wintercircus het meest duurzame gebouw in Gent te maken. Hiervoor werd o.a. een BEO-veld aangelegd, waarbij BEO staat voor Boorgat Energie Opslag, een reusachtige, ondergrondse en duurzame radiator, zonder gas of fossiele brandstoffen en helemaal COÂČ-neutraal. Het veld wordt aangestuurd door een warmtepomp en telt 37 boringen van 150 m diep. Op die diepte heeft het grondwater een constante temperatuur van 8 Ă  10 graden. Door de boorgaten lopen allemaal fijne buizen gevuld met dat koel grondwater. In de winter haalt de pomp zo warmte uit de bodem en geeft die aan het gebouw. Hierdoor koelt de bodem tegen het einde van de winter enkele graden af. In de zomer wordt de koelte van de bodem aan het gebouw geleverd en hierdoor gaat de bodemtemperatuur weer enkele graden stijgen. Deze cyclus herhaalt zich jaar na naar.
Het principe van de warmtepomp was mij bekend, we hebben er namelijk zelf ook eentje om voor onze verwarming te zorgen in huis, maar hier spreken we natuurlijk over een totaal andere schaal en ‘next level’. Het Wintercircus is een van de eerste overdekte publieke ruimte die deze techniek als verwarming gebruikt. Ook de Krook is gebouwd op een BEO-veld. Beide gebouwen zullen in de toekomst warmte en koude uitwisselen met elkaar.

De renovatiewerken zijn intussen afgerond. De afwerking en de definitieve inrichting zullen gebeuren door de toekomstige exploitant. Ook de pop- en rockzaal moet nog afgewerkt worden voor concerten.
In 2023 moet het gebouw openen voor het publiek. In de tussentijd loopt er een tentoonstelling over de geschiedenis van het Wintercircus. De gratis expo ‘Wat een Cirk!’.

De expo toont de vele gezichten van het Wintercircus. Rondom de middenpiste ontdek je het verhaal van het gebouw zelf. In de vroegere paardenmanege kom je meer te weten over het Nieuw Circus. De loopcirkels van de paarden komen in beeld en geluid terug.

In de vroegere toonzaal langs de Lammerstraat prijken opnieuw twee oldtimers uit het tijdperk van garage Mahy. Ook de oude benzinepompen zijn terug. In de gerestaureerde smeerputten hangen dan weer prachtige foto’s van de wagens van weleer. Werffoto’s en architectuurtekeningen vertellen het verhaal van de renovatiewerken.

De gratis expo loopt nog tot eind oktober 2022. Toegang via de ingang in de Sint-Pietersnieuwstraat en te bezoeken op vrijdag, zaterdag en zondag telkens van 10 tot 17 uur. Je kan tijdens de openingsuren van de expo het gebouw ook bezoeken met gids. Alle informatie over de rondleidingen vind je terug op sogent.be/expowintercircus.

Openmonumentendag 2020 – Steengoed

Openmonumentendag is een evenement waar we graag aan deelnemen. Op die dagen proberen  altijd wel iets moois te ontdekken en het aanbod in Vlaanderen is echt wel ruim wat dat betreft. Door Corona moest de editie van dit jaar anders worden aangepakt want veel volk in kleinere ruimtes dat is nu beslist geen goed idee. Er werden digitale bezoeken mogelijk gemaakt en extra wandel- en fietstochten uitgewerkt.

De geschiedenis van Gent is zoveel meer dan de grote, historische gebouwen. Ook minder bekend bouwkundig erfgoed vertelt het verhaal van een stad. Omdat heel wat erfgoedkundige parels onder de radar bleven, licht ‘Steengoed Gent’ er jaarlijks enkele uit. In 2020 staat naoorlogse architectuur in de kijker. Er werd een kaart gemaakt waarop 200 architecturale pareltjes van naoorlogs erfgoed verzameld werden. Woningen en panden gebouwd door architecten die een duidelijk visitekaartje hebben nagelaten, woningen die er tientallen jaren later nog steeds modern uitzien, die toen al kenmerken hadden die heel vooruitstrevend waren (grote ramen, splitlevels, open ruimtes, …).  Je kan niet direct een pand bezoeken maar al wandelend of fietsend wel mooie plekjes en architectuur ontdekken, helemaal ons ding dus 🙂

 Op zondagmiddag 13 september verkenden wij een stukje van de Steengoedkaart, meer bepaald de omgeving van Mariakerke. Het weer was ideaal om er met de fiets op uit te trekken. Soms is het wel wat zoeken om de panden te vinden (je moet zelf een route uitstippelen en de huizen staan met een nummer gemarkeerd op de kaart, maar voor het exacte adres moet je even zoeken naar het corresponderende nummer op de andere kant van de kaart). Gelukkig hing er bij de veel van de geselecteerde woningen wel een lint of een sticker en na enige tijd begonnen we ook wel een bepaalde lijn / stijl te herkennen ;-).

Sommige woning kon je vanop de straat mooi zien staan, andere zaten nogal verstopt achter een hoge haag, struiken of bomen wat een beetje jammer was maar dat kan je de bewoners niet echt kwalijk nemen. Aan enkele woningen was de toegang duidelijk afgebakend, bij andere hielden wij sowieso spontaan wat meer afstand wanneer we zagen dat de bewoners thuis waren.

Toen we het lijnenspel van een bepaalde woning aan het bekijken waren, kwam de bewoonster toevallig buiten en gaf ze ons even een inkijk in de verborgen (en verrassend grote) tuin. Super vriendelijk van haar en ook wel leuk om op die manier toch een stukje van het verhaal van de woning en de (nog oorspronkelijke) bewoners te weten te komen 🙂

Het laatste pand op onze tocht bleek zowaar een woning te zijn waarvan we de eigenaars kenden (en ze waren thuis)! Qua afsluiter extra leuk dus: met een koffietje in de tuin luisteren naar verhalen over architectuur en hun ervaringen, … en daarna terug met de fiets naar ons eigen huis.

Aangezien het op maandag en dinsdag een echte Indian Summer was, stopte ik iets vroeger met werken en gingen we ook in Sint-Denijs-Westrem op verkenning.

Geen erfgoed maar wel frappant in het landschap 😉

Wanneer ook de wagen op de oprit vintage is 🙂

Langs het fiets/wandel/ruiterpad op de Oude Spoorwegbedding van het ene naar het andere deel van Sint-Denijs-Westrem

De overzichtskaart staat ook online, je kan dus gerust zelf nog even een kijkje gaan nemen, ook al is Openmonumentendag officieel al voorbij.

 

Onze OMD-uitstapjes van de voorbije jaren lees je via onderstaande linken:

OMD2015  in Gent
OMD2017 in Izegem en Waregem
OMD2018 in Gent

Bezoek aan het kasteel van Beersel

Na ons bezoek aan de tentoonstelling over leven en werk van het echtpaar Eames en de studio Stockmans in Genk bleek er nog wel ruimte in het dagprogramma voor een extra bezoekje voor we terug naar huis zouden rijden. Even rondneuzen op het wereldwijde web bracht ons van Limburg naar Brabant waar we halt hielden in Beersel voor een bezoek aan het kasteel aldaar.

Het kasteel van Beersel, een waterburcht, is één van de weinige, goed bewaarde voorbeelden van middeleeuwse krijgsbouwkunde in ons land. Het staat er nog zoals het er uitzag aan het einde van de 15de eeuw. Door de eeuwen heen kende dit waterslot een zeer bewogen geschiedenis. Sinds 2003 wordt het kasteel in verschillende fases gerenoveerd.

Wij namen een kijkje in het gebouw en genoten van het zonnetje op de binnenkoer, op het grasveld erbuiten en op het terras van de taverne er vlakbij 🙂 Ideaal om onze dag af te sluiten en de files (als gevolg van een ongeval op de snelweg) zoveel mogelijk te vermijden.

Als Heritalid krijg je nog een extra korting op de toegangsprijs, altijd mooi meegenomen. Het Heritalidmaatschap is trouwens gratis, je hoeft je enkel te registreren via hun website en je krijgt een lidkaart opgestuurd. Via hun Facebookpagina (of de website) krijg je trouwens heel wat tips voor leuke bezoekjes in eigen land.

 

 

 

Erfgoedwandeling Westende

Om nog even in de sfeer van Villa Les ZĂ©phyrs te blijven, kochten we in het toeristisch infopunt van Westende voor 2 euro een kaartje met een erfgoedwandeling van een viertal km. Strikt genomen heb je het kaartje niet nodig om de route te doen, je kan ook de koperen knoppen op het wegdek volgen (heel leuk voor kinderen om deze te zoeken en zo de weg te ontdekken).

img_2395

Het kaartje geeft je wel het overzicht van de route (misschien wel handig op drukke zomerdagen wanneer er een pak meer volk rondloopt en je over een koperen knoppen heen zou kunnen kijken) en uiteraard enige achtergrondinformatie bij wat je onderweg tegenkomt. Het is in elk geval een leuke manier om Westende Bad te ontdekken.  Je wandelt een stukje door de oude kern, langs de dijk en door een stukje natuurgebied en krijgt niet enkel erfgoed maar ook een portie moderne kunst mee. Een aantal kunstwerken van het project Beaufort04 kregen immers een meer definitieve plek in Westende.

Een kleine impressie van wat we zoal zagen:

Na onze wandeling was het tijd om de inwendige mens te versterken. We keerden terug naar het pleintje aan het begin van onze wandeling en probeerden er Brasserie ’t Pleintje uit 🙂
Wij gingen voor een bijzonder burger (hij eentje van het huis met een spiegeleitje bij en gefrituurde uitjes, ik eentje met brie en bacon), dochterlief koos voor een kaas- en een garnaalkroketje (aangezien het kaaskroketje bij het frituren gebarsten was, brachten ze alvast een bordje met de garnaalkroket en werd een nieuw kaaskroketje achteraf nog bijgebracht). Voor elk ook een mandje vers gebakken frietjes en huisgemaakte mayonaise. We lieten het ons erg smaken.

Onze uitstap naar Westende was wat ons betreft helemaal geslaagd 🙂

 

 

Villa Les ZĂ©phyrs – een stukje Gent in Westende

Vorige maand gingen we snel even naar de cultuurmarkt in Gent en namen er o.a. een promotieboekje (Kustpas) mee vol activiteiten aan onze Belgische kust. Omdat we nog wel eens zin hadden in een uitstap richting kust, lieten we ons verleiden tot een bezoekje aan Villa Les Zéphyrs in Westende. Na ongeveer een uurtje rijden lieten we de wagen achter op een gratis parking in het dorp en wandelden vervolgens richting zee. De villa ligt trouwens vlakbij de halte van de kusttram (ideaal dus voor wie zich met het openbaar vervoer wil verplaatsen) en is tevens een infopunt van de dienst toerisme.

De toegang tot Les ZĂ©phyrs bedraagt 2 euro maar op vertoon van onze kustpas mochten we aan halve prijs binnen, geen geld dus (kleine tip: pasmunt is handig want met de kaart betalen was geen optie en teruggeven op een briefje van 20 lukte ook niet). We waren de enige bezoekers die zondagvoormiddag en hadden dus letterlijk ‘het kot voor ons alleen’ (al kan je de villa bezwaarlijk als een kot omschrijven want daarvoor is hij veel te mooi).

Villa Les Zéphyrs is (was) de vakantiewoning van de welgestelde Gentse doktersfamilie Muyshondt en werd gebouwd in 1922. Meest in het oog springend zijn de terrazzo badkamer met een verzonken inloopbad (!), een volledig ingerichte kelderkeuken en het salon (eetkamer en zitplaats/fumoir) in art nouveau. De lambrisering, de buffetkasten en de schouwmantel behoren tot het vroegste werk van Henri Van De Velde (architect van o.a. de wereldberoemde Gentse Boekentoren). De woning werd gebruikt tot pakweg de jaren zestig van vorige eeuw, in de jaren zeventig werd het pand verhuurd aan de gemeente die het toen al gebruikte als toeristisch infokantoor. In 1999 werd de woning aangekocht, in 2003 startte een grondige restauratie en sinds 2006 kan je de villa bezoeken.

img_2359 img_2351

img_2369

Wij waren alvast enorm gecharmeerd door dit mooie stukje erfgoed. Tijdens ons bezoek liep er ook een tijdelijke tentoonstelling over vissenkoppen (met werk van fotografen van het Fotohuis, atelier Fotografie van de Stedelijke Academie DKO in Brugge) en verspreid in de verschillende kamers kregen we dan ook enkele ‘aangepaste portretten geserveerd’.

img_2365

Als u in de buurt bent, zeker de moeite van een bezoekje waard!
Alle praktische info (openingsuren e.a.) lees je op de website van Middelkerke.

 

Hotel d’Hane-Steenhuyse

In de Veldstraat staat een prachtig stadspaleis waarvan veel voorbijgangers wellicht niet eens weten dat het er is: Hotel d’Hane-Steenhuyse.
Recent volgden wij een korte rondleiding van ongeveer een uurtje in deze verborgen parel van mijn geliefde Gent.

Doordat het paleis generaties lang in de handen van dezelfde familie gebleven is, is er heel wat bewaard gebleven. Pas begin jaren 80 van vorige eeuw werd het paleis verkocht aan de stad. In de jaren 90 werden belangrijke restauratiewerken uitgevoerd. Het pand was immers opgesplitst geworden en gedurende ongeveer 100 jaar deels in gebruik als apotheek. In het paleis was toen een muur gebouwd op de verschillende verdiepingen en de monumentale trappenhal werd verplaatst. Tijdens de restauratiewerken werd de oorspronkelijke situatie in ere hersteld.

IMG_1565 IMG_1570

Onze gids vertelde honderduit over de geschiedenis van het gebouw, de families die er woonden en hoe het gebouw was ingericht. We liepen door chambres en antichambres, langs monumentale trappen en verborgen diensttrappen, zagen prachtige muurbekleding (papier, zijde, fluweel) en zelfs een heuse balzaal met een schitterend parket.

Op de muren was nog authentiek behang terug te vinden (of er waren gedetailleerde bronnen op papier zodat een authentieke restauratie mogelijk was) en een deel van het meubilair dat mee verkocht werd aan de stad dateert zowaar nog uit de 18de eeuw (zelfs nog met originele zijden bekleding).

Oh ja, wie zich afvraagt waarvoor de ‘stoffen worstjes’ dienen? Dat was het touw waarmee de bel voor de persoonlijke dienstmeid werd geluid (die een kamertje had vlak boven het appartement van de vrouw des huizes).

Het was een heerlijke ervaring en een unieke kijk op de leefwereld van toen.
Zelf ook zin gekregen om het gebouw een bezoek te brengen? Dat kan!
Bezoek de website voor meer praktische info.