Tag Archives: museum

Marseille part 2: MuCEM

Het MuCEM, voluit Musée des Civilisations de l’Europe et de la Méditerrannée, mag terecht een unieke plek genoemd worden waar je gewoon niet naast kan kijken.
Het museum aan het water opende in 2013 toen Marseille culturele hoofdstad van Europa was. Het gebouw is van de hand van de Frans-Algerijnse architect Rudy Riccioti en staat op een golfbreker voor de ingang van de oude haven. Het gebouw is door zijn architectuur een echte aandachtstrekker. Het werd een nieuwe flaneerplek, een moderne tegenpool voor het oude fort Sint-Jan en door een loopbrug verbonden met de wijk Le Panier.
Grote cruiseschepen kunnen er trouwens dichtbij aanmeren, toch best indrukwekkend om zien. De locatie is dan ook echt knap: een mix van oude en nieuwe monumenten vlak bij elkaar en een schitterend uitzicht op de Middellandse Zee.

Meest opvallend aan het gebouw is ongetwijfeld het ‘kantpatroon’ in de betonnen gevel, een verwijzing naar de traditionele Arabische zonweringen met kleine gaatjes. Dit zorgt op zonnige dagen, en zo zijn er wel wat in Marseille, voor leuke schaduweffecten wanneer je rondom het gebouw loopt.

Je hoeft zelfs geen toegangsticket te betalen om van het gebouw te kunnen genieten, iedereen kan er vrij rondwandelen en genieten van de doorkijkjes naar de Middellandse Zee en de stad. Op de dakterras kan je iets drinken maar ook gewoon even plaatsnemen op de publieke ligstoelen.

Binnen in het museum vind je tal van collecties, gericht op Europese en mediterrane beschavingen van de vroege oudheid tot vandaag. De inhoud is moeilijk in enkele woorden te beschrijven. Er wordt gewerkt met vier thema’s maar die worden elk op een heel originele en soms verrassende manier in beeld gebracht, een heuse mix van oud en nieuw, antiek en hedendaags, kunst en commentaar. Sommige stukken vond ik heel toegankelijk, andere misschien net iets minder maar boeiend was het in elk geval wel.

Op de tweede verdieping van het museum zijn de tijdelijke exposities, wij zagen er het werk van Jean Dubuffet, niet helemaal mijn ding maar smaken verschillen 😉

Vanuit het vierkante hoofdgebouw van het MuCEM, brengt een lange smalle loopbrug je naar de oude fort Saint-Jean. Dit 16-eeuwse monument was vroeger niet toegankelijk, maar nu kun je er rondlopen in een moderne variant op een mediterrane tuin. Vanaf het fort voert een tweede loopbrug naar een van de oudste wijken van Marseille, Le Panier (meer info in een aparte blogpost). Er zijn ook heel wat evenementen en concerten die op het grote terrein plaatsvinden, waardoor er altijd wel iets te beleven valt, zeker tijdens de zomermaanden.

En zelfs wanneer er niets specifiek te beleven valt, dan is het er nog steeds heel aangenaam vertoeven. Ook de inwoners van de stad komen er ‘s avond graag nog even wandelen en genieten van het water en het uitzicht.

Alle praktische informatie over Mucem kan je vinden op deze website

 

KBIN aka het dinomuseum in Brussel

Wanneer je iemand vertelt dat je een uitstapje plant naar het Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen (kort het KBIN), dan wordt er waarschijnlijk een wenkbrauw opgetrokken of een voorhoofd gefronst. Zeg je dat je naar het dinomuseum in Brussel gaat, dat gaan er al wat meer belletjes rinkelen 😉
Op oudjaar gaven wij kleine J. een dinoboek en een tegoedbon om samen op stap te gaan naar het dinomuseum in Brussel. De paasvakantie, op paaszondag zelf zowaar en dat was geen aprilgrap, bleek het ideale moment om die uitstap in te plannen. En dus trokken wij met 2 gezinnen: 4 volwassenen, 2 pubers en een uitermate enthousiast spruitje van 5, met de trein richting Brussel. We kozen voor een B-dagtrip waarbij onze treinrit en de toegang tot het museum inbegrepen waren. We dienden over te stappen in Brussel-Zuid op de trein die ons in station Brussel-Luxemburg (in de Europese wijk) zou afzetten en dan was het nog pakweg 10 minuutjes wandelen.
De trein blijft echter altijd een beetje spannend: door werken zouden we een alternatieve route sporen richting Brussel en iets langer onderweg zijn. We hadden tijd dus maakten ons geen zorgen. Groot was echter onze verbazing dat de trein (met eindbestemming Zaventem) als eerste halte Brussel-Noord had; daarvan was ons niets gemeld, niet via de borden, niet via de speaker en niet via de conducteur die onze kaartjes had geknipt. Even navragen op het perron dan maar. Neen deze trein reed niet meer naar Brussel-centraal of Brussel-Zuid. Vlug uitstappen dus en gelukkig konden we ook in Noord overstappen op de trein richting Ottignies die halt hield in Brussel-Luxemburg 🙂
Het museum bereikten we verder zonder hindernissen of omwegen.

Na het omruilen van de tickets gingen we uiteraard eerst naar de grote zaal met de dinoskeletten. J. was onder de indruk en heel enthousiast. De groep splistte zich op en we keken onze ogen uit. Soms kwamen we elkaar terug tegen, soms haalden we toch maar onze telefoons boven om elkaar terug te vinden.

    
Het museum is boeiend, interessant, een beetje moeilijk qua parcours (gelukkig zijn er plannetjes) en behoorlijk groot. Je hebt de vaste tentoonstelling met onder andere:
(uiteraard) de galerij van de dinosauriërs, waar ook de zaal zelf de moeite van het bekijken waard is en je massa’s echte en nagemaakte skeletten ziet in alle maten en vormen

                    

met prachtige tekeningen van oude vondsten

waar iedereen boeiende dingen ontdekte

     

de (nieuwe) galerij van de mens, heel knap in beeld gebracht

en de galerij van de evolutie, helemaal boven in het museum

Wij liepen er ongeveer twee uur rond maar hebben niet alle zalen gedaan. Ook de tijdelijke tentoonstelling namen we er niet meer bij maar is wel de moeite waard (een deel van ons gezelschap ging er snel even een kijkje nemen).

Ons oordeel? Een knap gebouw, een boeiende collectie, aantrekkelijk voor jong en oud. Ook de pubers (12 en 18) in het gezelschap hebben er zich niet verveeld. Meer dan redenen genoeg om een uitstapje naar het KBIN zeker aan te bevelen. Ook de buitenlanders weten deze plek te vinden trouwens, ik hoorde heel wat verschillende talen tijdens ons bezoek.

Na ons bezoek zochten en vonden we in de buurt een brasserie waar we een lekkere en betaalbare late lunch bestelden. Daarna wandelden we nog een uurtje door de stad al geocachend. De ideale manier om te wandelen zonder dat de jongste zich begon te vervelen, om straatjes en pleintjes te ontdekken waar je anders misschien niet zou komen.

        

Voor we het wisten, waren we al aan station Brussel-Centraal waar we nog even iets dronken en vervolgens probleemloos richting Gent spoorden.
Een uitermate gesmaakte, gezellige en ontspannen start van de paasvakantie.

Alle praktische informatie voor een bezoekje aan het KBIN lees je op hun website.

Huis van Alijn in een nieuw kleedje

Na meer dan 15 jaar vond het Huis van Alijn de tijd rijp voor een nieuw museum-verhaal over het dagelijks leven. Na een sluiting van 11 weken heropende het museum de deuren eind vorig jaar (16 december 2017 om precies te zijn). De eerste zondag van 2018 bleek een ideaal moment voor ons om het museum een bezoekje te brengen.

Je koopt je toegangsticket nog steeds op dezelfde plaats maar de rondgang in het museum start aan de overkant, bij nummer 77. Elke museumkamer is nu gelinkt met een datum uit de kalender en brengt een daaraan gekoppelde thema in beeld. Dat kan een heel bekende datum zijn, zoals 1 januari, en de daarmee verbonden nieuwjaarsbrieven (schitterend om te bekijken trouwens die muur met verschillende nieuwjaarsbrieven van vele jaren terug en heel recent). Maar evengoed een geboorte of huwelijk als markante datum in de kalender van iemands leven. Dergelijke gebeurtenissen zijn duidelijk erg dankbaar om de evolutie in de loop der jaren in beeld te brengen.

Het nieuwe Huis van Alijn toont gewoontes, tradities en rituelen die voortdurend
in verandering zijn. Door de verbinding met het heden en de evoluerende maatschappij wordt een maximum aan herkenning gecreëerd voor iedereen. Meermaals zagen we items uit onze kindertijd, waarvan Maya er heel wat (her)kende maar sommige ook absoluut niet.

Het blijft trouwens niet enkel bij beeld. Met een multisensoriële en participatieve museumpresentatie wil het Huis van Alijn een inclusief museum zijn, een museum voor iedereen. Zo mag je verschillende objecten aanraken (maar wel even letten op de symbolen want alles aanraken mag ook weer niet) en meestal start er dan ook een soundscape (zo bv een selectie van wiegeliedjes). Daarnaast vallen er ook geuren te ontdekken in het museum. De speculoosgeur in de speelgoedkamer past perfect bij het thema van sinterklaas. Bij de huishoudelijke producten (gepresenteerd als ware het een aflevering van Prijs je rijk) kan je een zeepgeurtje ‘verstuiven’.

Ook aan de kinderen werd gedacht met meer speelhoekjes en interactieve opstellingen.
Bij één september hoort uiteraard een klasje, waar je op het bord mag schrijven en een schortje dragen of even het hinkelspel uittesten. Dat schoonschrift met krijt viel nog goed mee bij Maya (al veegde ze het resultaat toch gauw weer af) 🙂
Uiteraard kan je ook nog steeds op pad met spookje Hendrik of Poes.

Kortom, een bezoekje aan het vernieuwde museum is beslist de moeite waard. Een erg leuke manier om met twee (of zelfs drie) generaties het heden en verleden te bekijken en te (her)beleven.

Zin om zelf een bezoekje te brengen aan het museum? Alle praktische info lees je op hun site.

 

 

Het Hortamuseum in Brussel

Omdat we deze krokusvakantie richting Elsene gingen voor een bezoekje aan villa Empain, onderzocht ‘onze persoonlijke reisgids’ de mogelijkheden om daar nog iets aan toe te voegen. Als we daar dan toch zijn, kunnen we er even goed een mooi dagprogramma van maken, toch? 🙂
Zo bleek dat het Hortamuseum eigenlijk niet erg ver uit de buurt lag en het hoog tijd werd dat we eens een bezoekje brachten aan het huis van de Belgische architect waar we al jaren een uitgesproken bewondering voor hebben (ook al is ons eigen huis totaal anders qua stijl 😉 )

We reden van de Victorialaan in Elsene richting Sint-Gillis en parkeerden ons in de buurt van de abdij Ter Kameren. Aangezien het intussen middag was, wandelden we eerst richting Flagey waar we ons uiteindelijk in de Irish Pub lieten binnenvallen voor een kleine lunch. We werden er uitermate vriendelijk ontvangen en lieten ons de club sandwich met frietjes zeer smaken.

Vervolgens wandelden we door de stad, genietend van de mooie architectuur onderweg, richting Amerikastraat.

Het Hortamuseum herken je meteen, of het zou moeten zijn dat je nog nooit van Horta of Art Nouveau gehoord hebt, maar zelfs dan 😉
Het Hortamuseum bestaat uit twee panden, het huis van de architect (nr 23) en zijn atelier (iets soberder, nr 25). Intussen werd ook het pand nr 21 (niet op de foto) aangekocht en verbouwd; de nieuwe ingang bevindt zich nu daar (de vorige ingang in nr 25 wordt nog heringericht).

Kleine ontgoocheling voor mij bij de ingang: geen fototoestellen of GSM’s (noch handtassen, rugzakken etc) toegelaten, alles moet worden achtergelaten in de vestiaire (gratis maar verplicht). Ik mag dus geen foto’s maken, achteraf gezien misschien toch niet zo erg want ik had er wellicht honderden gemaakt en daardoor wellicht heel wat van het vele moois gemist dat we te zien zouden krijgen.
Ik denk dat de beste omschrijving nog een vergelijking met Alice in Wonderland is: het voelt als rondlopen in een fantasiewereld die amper in woorden te vatten is. Wat een prachtige woning heeft deze man kunnen creëren, een sprookjespaleis van vormen en licht, kleuren en materialen, zo rijk aan details, zo harmonieus bij elkaar passend, zo vooruitstrevend ook voor zijn tijd.
Sommige elementen (zoals de witte tegeltjes in één van de leefruimtes) kunnen me op zich misschien minder bekoren, maar het geheel is zo uitzonderlijk, zo verbazingwekkend dat we kijken en blijven kijken. De gracieuze trapleuning, de variatie in de deurklinken, het discreet toilet in de master bedroom, de wintertuin op de hoogste verdieping, zelfs van de lichtknopjes en de kraantjes aan de radiatoren geniet ik .
En dat licht! De (binnen)ramen, spiegels, het glazen dak en de open ruimtes zorgen er voor dat deze woning uitermate veel daglicht binnenhaalt, iets wat bij de meeste panden uit het begin van de 20ste eeuw eerder uitzonderlijk is. Nog heel veel in deze woning is authentiek en bewaard gebleven, de (meubel)stukken die werden toegevoegd, komen uit andere art nouveau-panden en passen hier perfect.

Voor foto’s verwijs ik naar de blog van Wanderful die er vorig jaar een bezoekje bracht (ontdekte ik bij het schrijven van deze post en het zoeken naar beeldmateriaal 🙂

Moet het nog gezegd dat wij fan zijn? Alle drie trouwens want ook onze elfjarige, die totaal geen idee had van wat ze zich bij Art Nouveau moest voorstellen, waant zich ook in een fantasiepaleis (al had ze wel een beetje hoogtevrees bij het zien en afdalen van de trappenhal van vijf verdiepingen).

In de buurt kan je trouwens nog verschillende Art Nouveau-panden ontdekken. Ondanks het druilerige weer lopen we nog een blokje om met de flyer die we meekrijgen als handleiding. Tot onze verbazing stellen we vast dat het Tasselhuis (werelderfgoed) gewoon leeg staat en te huur is als kantoorruimte. Dat is toch even schrikken. Hopelijk krijgt het gauw zorgzame nieuwe bewoners die bewonderaars van Horta’s architectuur binnen laten.

Zelf ook zin gekregen om een bezoekje te brengen aan het Hortamuseum? Alle info vind je op hun site. Geniet ervan en laat me bij gelegenheid eens weten wat je ervan vond 😉