Tag archieven: Frankrijk2019

Het kasteel van Blois

Tijdens ons verblijf in Blois brachten we deze keer ook een bezoek aan het kasteel.
Het kasteel van Blois, de vroegere verblijfplaats van de Franse koningen, is een majestueus gebouw dat bijzonder is omdat het verschillende bouwkundige stijlen verenigt: gotiek, flamboyante gotiek, Italiaanse renaissance en classicisme. Een wonderlijke waaier aan Franse architectuur.

Tegenover het kasteel zit het Robert Houdin Magiehuis, volledig gewijd aan magie en illusie. We brachten het geen bezoek maar genoten wel van de plotse verschijning van de draken in de ramen 🙂

Het portaal, verhoogd met een standbeeld van Lodewijk XII, de mooie binnenplaats en de vier vleugels van destijds in verschillende architectuur en de weelderige wenteltrap van de Frans I-vleugel zijn maar enkele van de bijzondere elementen van dit Loirekasteel.

In het kasteel zorgen verschillende digitale schermen voor extra informatie en aan het onthaal kan je ook een tablet meenemen die je nog een pak bijkomende informatie biedt. Wij besloten het echter zonder te doen, kwestie van ook nog foto’s te kunnen nemen en gewoon volop rond te kijken naar het vele moois dat er te zien is 😉

Het museum voor Schone Kunsten, dat zich in de Lodewijk XII-vleugel bevindt, stelt een collectie wandtapijten, schilderijen en beelden tentoon. Ruimte genoeg die gevuld kan worden in het kasteel dus waarom niet eigenlijk 😉

 

Zowel binnen als buiten valt er veel moois te zien. Andermaal een heel knap kasteel dat een bezoek meer dan waard is 🙂

Meer lezen over het kasteel van Blois kan o.a. op deze website.

 

 

 

Blois revisited

Naar analogie met onze vorige zomerreizen maakten wij ook nu bij onze terugkeer afgelopen zomer een tussenstop in de Loirestreek. Net als vorig jaar boekten we opnieuw een kamer in het Mercurehotel met zicht op de Loire, het is er immers goed toeven vinden wij 🙂

 

Bij onze aankomst in de stad op zondagavond is het bewolkt maar nog erg warm (sommige van de foto’s in deze blogpost zijn van de volgende dag toen de zon terug scheen).
Na het inchecken strekken we meteen even de benen, het is uitermate rustig in de stad en heel wat restaurantjes blijken gesloten (gelukkig kunnen we ook eten in het hotel dus daar hoeven we ons geen zorgen over te maken). We genieten van de rust en de omgeving.

Wat opvalt in Blois is de homogeniteit: het koninklijk kasteel, de huizen van de oude stad en de religieuze gebouwen vormen een mooi geheel. Door de talrijke steile en kronkelige straatjes, die op sommige plaatsen door trappen met elkaar zijn verbonden, waan je je als bezoeker echt wel terug in de tijd.

Waar we vorig jaar nog heel wat illusies op l’ Escalier Denis Papin geschilderd zagen, sierde dit jaar de Mona Lisa de treden, dit naar aanleiding van het 500e sterfjaar van Leonardo da Vinci.

De cathédrale Saint-Louis prijkt op de top van de stad. Les Jardins de l’Ancien Eveche (de bisschoppelijke tuinen) liggen achter de kathedraal. Ze zijn mooi onderhouden en bieden de bezoeker een prachtig uitzicht over de stad en de Loire.

In de stille wijk rond de kathedraal staat het middeleeuws huis, Maison de l’acrobate. Je loopt er gemakkelijk voorbij maar wie even aandachtig is, ontdekt gauw de leuke figuurtjes van acrobaten die de stijlen van de vakwerkwoning versieren. Je zal me op mijn woord moeten geloven (of zelf een kijkje gaan nemen) want mijn foto ervan per ongeluk gewist op mijn toestel blijkbaar :/

De Eglise Saint-Nicolas ligt in het centrum van de stad en is gemakkelijk te herkennen aan de leien daken.

Vanaf de kades (met erg moderne bankjes trouwens) heb je een mooi uitzicht op de Loire en de Pont J. Gabriel.

Wil je een bezoekje brengen aan de Loirestreek, dan moet je Blois zeker op je lijstje zetten.

Aix en Provence

In de buurt van Marseille, een beetje meer naar het binnenland, ligt Aix-en-Provence. Zeker de moeite van een bezoekje waard wanneer je in de Provence op vakantie bent. En dus trokken we ook een dagje uit om deze stad te bezoeken.
Aix is de stad waar de kunstenaar Paul Cézanne geboren en getogen is. We besloten de stad te verkennen door de Cézanneroute te volgen.

De stad heeft die typische Franse charme, heel wat mooie huizen en monumenten én leuke winkeltjes en restaurantjes. We parkeren de auto aan de rand van de stad en wandelen in de zomerzon richting centrum.


De klik met de stad is er meteen, dit is het Frankrijk waar wij het meest van houden: charmant, netjes, gezellig, warm, … Dat de streek een duidelijke liefde voor de eetcultuur heeft, wordt snel duidelijk: bio, avocado, vegan, vers van de markt…. alles wat hip en trendy is, vind je zonder problemen terug in deze stad. Ik begin zowaar spontaan de etalages van voedingswinkels te fotograferen 😉

De lokale delicatesse van Aix, calissons, is een zoetigheidje dat bestaat uit fijngemalen amandelen, meloen uit de Provence en de schil van gekonfijte sinaasappels. Omdat het snoepje ons net iets te zoet leek op een hete zomerdag kochten we er geen maar een volgende keer wil ik ze zeker eens proeven, heet of niet 🙂

Aix-en-Provence staat bekend om haar authentieke Zuid-Franse markten:  op dinsdag-, donderdag- en zaterdagochtend vind je in het centrum tientallen kramen met groente, fruit, verse vleeswaren, bloemen, kleding, brocante, boeken en lokale producten.

Het is er heerlijk wandelen langs de Cours Mirabeau, de bekendste straat van de stad met platanen, fonteinen en oude herenhuizen, de place de l’hôtel de ville, het oude centrum met o.a. de kathedraal Saint-Sauveur uit de 15de-16de eeuw en Quartier Mazarin met verschillende 17e-eeuwse hôtels particuliers van vele notabelen. 

In de buurt van de kathedraal en het Hôtel de Ville liggen verschillende leuke winkelstraten (Rue Mathéron, Rue Paul Bert, Rue Méjanes, Rue des Chapeliers), voor de grote ketens kan je terecht in het winkelcentrum achter het Office du Tourisme.

Wist je dat in Aix-en-Provence het grootste Picasso-museum ter wereld opent in 2021? Een klooster en een kerkje (Église de la Madeleine) worden verbouwd tot het nieuwe ‘Musée Jacqueline et Pablo Picasso’, waar 2000 werken van Picasso komen te hangen.
Laat dat meteen een hele mooie reden zijn om zeker nog eens terug te keren naar Aix 🙂

Marseille part 5: la cité radieuse – Le Corbusier

Een bezoek aan la cité radieuse van Le Corbusier was één van onze must sees in Marseille en het loonde zeker de moeite. Dit wooncomplex uit 1952 is ontworpen door Le Corbusier in samenwerking met de architect-schilder Nadir Afonso. Het complex werd gebouwd in de periode 1947-1952 maar de kern van het ontwerp dateert al van in 1925!

Het was tot dan het grootste uitgevoerde project van Le Corbusier: een betonnen flatcomplex van 18 verdiepingen met 337 appartementen, met interne winkelstraten en diverse faciliteiten (schooltje, winkel, restaurant …), het dak dient als zonneterras. De architectuur en ontwerp van het gebouw en haar omgeving worden gezien als de basis voor de Brutalisme-stroming.

Tot op vandaag is het gebouw bewoond en je kan er zelf ook logeren in het hotel of gaan dineren in het restaurant. De 7de en 8ste verdieping en het dakterras kan je vrij bezoeken. Wie een rondleiding met een gids boekt, kan ook binnenkijken in de appartementen. Aangezien wij onze planning nog wat flexibel wilden houden, hielden wij het bij een vrij bezoek en dat was voor ons eigenlijk al om duimen en vingers bij af te likken. Door meer te lezen over Le Corbusier en zijn ideeën, viel het me op dat ik hier meer dan eens een soort aha-erlebnis had en nu nog meer overtuigd ben van een aantal keuzes die wij maakten bij ons eigen bouwprojectje 🙂

Een van de belangrijkste doelstellingen van Le Corbusier was om mensen te helpen in het proces van savoir habiter: ‘weten hoe te leven’.
Le Corbusier wilde goedkope hogekwaliteitswoningen leveren, het leven gemakkelijker maken en de mensen via medegebruik verbinden met elkaar.

Centraal in Le Corbusiers idee van gemeenschap was het concept van La Ville radieuse. Stralende architectuur zou invloed uitoefenen op zijn omgeving en bovendien kan architectuur ‘stralend worden gemaakt’ door het gebruik van de ‘modulor’, Corbusiers eigen proportiesysteem.
Fundamenteel voor Le Corbusiers zoektocht naar gestandaardiseerde woningbouw was de zoektocht naar een gestandaardiseerde structuur ter ondersteuning. Zijn doel was de ideale structuuroplossing te vinden, en dit voor elk voorhanden zijnde materiaal.

 

Le Corbusier deed in zijn architectuur een beroep op de zintuigen en dit op verschillende manieren. Zo ontwierp hij bv deurklinken als uitnodiging tot aanraking en leuningen om het lichaam te ondersteunen. Hoewel zijn smaak in handgrepen en andere details veranderde gedurende zijn carrière, waren ze altijd glad en gebogen en prettig om aan te raken. Le Corbusier ontwierp deze duidelijk met de tastzin in gedachten. Zo fascinerend om dit te lezen over zijn werk en ook zelf effectief het gevoel te ervaren dat je die deurklinken gewoon eens wil aanraken (klinkt misschien heel gek maar ik stond daar dus echt in de gang te genieten van het vorm van een simpele deurklink).

 

Kleur werd bij Le Corbusier symbolisch gebruikt om het humeur te beïnvloeden en de aanwezigheid van bijzondere architecturale elementen te versterken of te verzwakken.

Le Corbusier was onvermurwbaar over de voordelen van het horizontale raam in termen van licht (iets wat wij zeker kunnen beamen en dagelijks ervaren). Hij spande zich erg in voor het onderzoek naar de verbetering van het raam, om zo de complexiteit te verminderen en er voor te zorgen dat ze makkelijker konden worden gebouwd.
Le Corbusier wilde ook het huis vrij maken van overbodige hoekjes en kantjes en een gevoel van ‘kalmte’ creëren in het huis door het gebruik van gegroepeerde zitplaatsen en oplossingen voor berging. Nog zo een visie waar ik mij 100% in kan vinden 🙂

Op het dak bevindt zich zowaar een zwembad en een aantal gebouwtjes die door de bewoners gebruikt kunnen worden. Ook nu nog is slechts een deel van het terras publiek toegankelijk (in een voormalig schoolgebouw is er nu ruimte voor kunst en tentoonstellingen), het zwembad is nog steeds enkel toegankelijk voor de bewoners.

Het uitzicht vanop het dak op de omgeving is prachtig, we blijven er dan ook een tijdje rondkijken en genieten nog even verder van het bezoek aan deze mooie site.
Sinds 2016 staat het gebouw trouwens op de Unesco werelderfgoedlijst en dat is niet meer dan terecht als je ’t ons vraagt.

La cité radieuse ligt op wandelafstand van het voetbalstadion van Olympic Marseille (not our cup of tea but just saying 😉 ). We namen de metro, wat heel goed meeviel, en wandelden via de grote Boulevard Michelet voorbij het moderne shoppingcenter Prado en het beroemde voetbalstadion naar onze bestemming.

Je kan gewoon het gebouw binnen wandelen en wordt door een bewaker vriendelijk verzocht om je naam en thuisland/-stad te noteren in een boekje voor de statistieken. Met de lift kan je naar de publieke verdiepingen waar je vrij kan rondlopen zo lang je wil 🙂

Nog meer lezen over deze bijzondere plek? Dat kan o.a. op de website van de bewonersvereniging.

Marseille part 4: Notre Dame de la Garde en Cathédrale de la Major

Waar je ook in Marseille bent, de Notre-Dame de la Garde is altijd wel te zien. Ze staat dan ook op een rots van 162m hoog (la Garde, het hoogste punt van Marseille) en lijkt over de stad te waken. In de volksmond wordt deze 19de eeuwse basiliek trouwens ‘la bonne mère’ genoemd.

De wandeling naar boven is best pittig te noemen en wij waren blij dat we dit ’s morgens deden en niet op het heetste moment van de dag 😉 Wie zo’n stevige klim niet direct ziet zitten, kan trouwens ook met een busje naar boven rijden.

Eens boven kan je genieten van een schitterend zicht op de stad en de omgeving maar ook in de kerk zelf valt er heel wat te zien. De basiliek werd gebouwd in de 19de eeuw ter ere van de heilige Maria, traditioneel de beschermheilige van de zeevaarders. Op de basiliek staat een 60m hoge toren met daarop een enorm standbeeld van Maria met het kindje Jezus, zichtbaar vanuit grote delen van de stad en ook tot ver op zee.

Op dezelfde plek stond in de 13de eeuw al een kapel, eveneens gebouwd ter ere van Maria. In de 16de eeuw werd door koning Frans I op deze heuveltop een fort gebouw waarin de oude kapel geïncorporeerd werd. De basiliek werd gebouwd bovenop het fort, waarvan nog steeds één bastion zichtbaar is. Op deze plek bezoek je dus niet één maar eigenlijk 3 gebouwen. De basiliek werd binnenin rijkelijk afgewerkt en de link naar de zeevaarders is ook heel duidelijk zichtbaar.

Niet op een hoogte maar net veel dichter bij het water staat de imposante Cathédrale de la Major op Place de la Major. Met haar gestreepte buitenkant van groen en beige kalksteen doet ze eerder Italiaans dan Frans aan. Vanbinnen is de kerk immens, met veel marmer en mozaïek. De kathedraal dateert van 1896 maar staat op een locatie waar al sinds de 5de eeuw kerken werden gebouwd en waarvan hier en daar nog resten te zien zijn.

2 gebouwen in de Marseille die volgens ons gerust een bezoekje waard zijn en meteen voor een mooie wandeling door de stad zorgen 🙂

Marseille part 3: wijk Le Panier en La vieille charité

Le Panier is de oudste wijk van Marseille en ligt op de heuvel ten noorden van Le Vieux-Port. Het heeft de typische smalle straatjes en gezellige pleintjes, die veelal worden ingenomen door de terrassen van bars en restaurantjes. Voordeel is ook dat er hier niet constant auto’s en scooters voorbijrijden (met de daarbij horende uitlaatgassen en het nodige lawaai), veel meer een plek waar wij graag eens rondlopen en op zoek gaan naar iets om te eten of te drinken 😉

Wij gingen er o.a. lekker eten bij Le Caveau du théâtre , genoten 2 keer van koffie/huisgemaakte ijsthee en lekker gebak in het al even fijne en eigenzinnige The cup of tea (boekenwinkel-brocante en theehuis in één) en dronken zowaar Gentse koffie van Or in het hippe 7VB.

In de kleine straatjes vind je heel wat graffiti en street art, in heel uiteenlopende stijlen. Algemeen misschien iets minder afgewerkt dan in Lyon (al hebben we er zowaar ook eentje gespot waarvan we ook werk in Lyon zagen) maar wel even leuk en boeiend om te ontdekken.

In de smalle straatjes zitten ook heel wat kleine ateliers waar van alles verkocht wordt, van kunst over kledij, van juwelen over brocante.

Eveneens in deze wijk staat la vieille charité, een gebouw dat al dateert uit de 12de eeuw en momenteel is ingericht als museale site en onderdak biedt aan verschillende musea en onderzoeksinstellingen. Je kan er o.a. terecht voor een bezoekje aan het MAM en het MAAOA.

Het musée d’archéologie méditerranéenne (MAM) telt met 3 afdelingen: les antiquités égyptiennes, les antiquités classiques (civilisations étrusques et romaines, civilisation grecque, civilisations du Proche et Moyen-Orient) en l’archéologie régionale (civilisation celto-ligure locale).

Het MAAOA, le musée d’arts africains, océaniens et amérindiens bevindt zich op de tweede verdieping van het gebouw en is opgedeeld in 3 verschillende afdelingen gekoppeld aan de continenten. Je vindt er o.a. maskers uit Afrika, een collectie schedels en maskers uit Oceanië en uit Amerika een collectie Mexicaanse en Braziliaanse maskers en poppen.

Kortom, Le Panier is zeker een van de boeiendste wijken om te bezoeken in de stad 🙂

 

Marseille part 2: MuCEM

Het MuCEM, voluit Musée des Civilisations de l’Europe et de la Méditerrannée, mag terecht een unieke plek genoemd worden waar je gewoon niet naast kan kijken.
Het museum aan het water opende in 2013 toen Marseille culturele hoofdstad van Europa was. Het gebouw is van de hand van de Frans-Algerijnse architect Rudy Riccioti en staat op een golfbreker voor de ingang van de oude haven. Het gebouw is door zijn architectuur een echte aandachtstrekker. Het werd een nieuwe flaneerplek, een moderne tegenpool voor het oude fort Sint-Jan en door een loopbrug verbonden met de wijk Le Panier.
Grote cruiseschepen kunnen er trouwens dichtbij aanmeren, toch best indrukwekkend om zien. De locatie is dan ook echt knap: een mix van oude en nieuwe monumenten vlak bij elkaar en een schitterend uitzicht op de Middellandse Zee.

Meest opvallend aan het gebouw is ongetwijfeld het ‘kantpatroon’ in de betonnen gevel, een verwijzing naar de traditionele Arabische zonweringen met kleine gaatjes. Dit zorgt op zonnige dagen, en zo zijn er wel wat in Marseille, voor leuke schaduweffecten wanneer je rondom het gebouw loopt.

Je hoeft zelfs geen toegangsticket te betalen om van het gebouw te kunnen genieten, iedereen kan er vrij rondwandelen en genieten van de doorkijkjes naar de Middellandse Zee en de stad. Op de dakterras kan je iets drinken maar ook gewoon even plaatsnemen op de publieke ligstoelen.

Binnen in het museum vind je tal van collecties, gericht op Europese en mediterrane beschavingen van de vroege oudheid tot vandaag. De inhoud is moeilijk in enkele woorden te beschrijven. Er wordt gewerkt met vier thema’s maar die worden elk op een heel originele en soms verrassende manier in beeld gebracht, een heuse mix van oud en nieuw, antiek en hedendaags, kunst en commentaar. Sommige stukken vond ik heel toegankelijk, andere misschien net iets minder maar boeiend was het in elk geval wel.

Op de tweede verdieping van het museum zijn de tijdelijke exposities, wij zagen er het werk van Jean Dubuffet, niet helemaal mijn ding maar smaken verschillen 😉

Vanuit het vierkante hoofdgebouw van het MuCEM, brengt een lange smalle loopbrug je naar de oude fort Saint-Jean. Dit 16-eeuwse monument was vroeger niet toegankelijk, maar nu kun je er rondlopen in een moderne variant op een mediterrane tuin. Vanaf het fort voert een tweede loopbrug naar een van de oudste wijken van Marseille, Le Panier (meer info in een aparte blogpost). Er zijn ook heel wat evenementen en concerten die op het grote terrein plaatsvinden, waardoor er altijd wel iets te beleven valt, zeker tijdens de zomermaanden.

En zelfs wanneer er niets specifiek te beleven valt, dan is het er nog steeds heel aangenaam vertoeven. Ook de inwoners van de stad komen er ’s avond graag nog even wandelen en genieten van het water en het uitzicht.

Alle praktische informatie over Mucem kan je vinden op deze website

 

Marseille part 1: le Vieux-Port et du savon de Marseille

Toen ik vertelde dat het hoofddoel van onze zomervakantie Marseille was, trok meer dan één toch even de wenkbrauwen op. Blijkbaar draagt de stad toch nog steeds een stukje van haar oud imago mee van onveilig en onaangenaam. Marseille ontwikkelde zich de voorbije jaren echter in snel tempo als een hippe plek aan de Middellandse Zee. Voor ons bood ze in elk geval troeven genoeg om als uitvalsbasis te dienen voor onze zomervakantie.  In enkele blogposts geef ik een korte impressie van de zaken die ons tijdens onze citytrip bijgebleven zijn. Een beetje zomervakantiespam dus nu het al volop herfst is 😉

We deden de rit naar het zuiden, zoals steeds de laatste jaren, in 2 etappes, met een gesmaakte tussenstop in Lyon waar we deze keer ook 2 musea bezochten. Na een vlotte rit bleek het evenwel een uitdaging om ons hotel in de stad te bereiken. Zowel de gps van de wagen als de app Waze waren niet op de hoogte van de laatste stand van zaken wat betreft eenrichtingsverkeer en autovrije straten. Het werd bij momenten erg spannend maar uiteindelijk raakten we toch aan het hotel (met dank aan de wederhelft die onze reizen grondig voorbereidt en de omgeving vooraf ook al eens verkent via Google Maps / Streetview) en na een laatste stresske om veilig in de parking te geraken (geen sinecure voor langere wagens met een grote draaicirkel) slaakten we toch even een zucht van verlichting. Het vriendelijke onthaal in Novotel Vieux-Port zorgde ervoor dat de stemming snel weer positief werd.

Onze kamer was eerder sober maar het uitzicht vanuit de eetzaal en vanop het terras was schitterend en het ontbijtbuffet zoals steeds top. Het zwembad was niet zo groot maar strategisch gelegen om toch nog vrij lang van de zon te kunnen genieten wat we zo nu en dan ook effectief gedaan hebben (eindelijk nog eens tijd om een boek te lezen!).

 

Le Vieux-Port is een ideale plek trouwens om een bezoek aan Marseille te starten. De oude haven, die al dateert uit de 15de eeuw, wordt begrensd door twee forten: Fort Saint-Jean en Fort Saint Nicolas. De straten rond de haven werden autoluw gemaakt (al vond ik persoonlijk dat er nog steeds veel autoverkeer was) en er is een ruime wandelzone en – uiteraard – ook een ruim aanbod aan bars en restaurants. Het is duidelijk dat dit een uitgaanszone is in de stad, niet meteen spek voor onze bek maar gelukkig lag het hotel net ver genoeg om er zeker geen last van te hebben 😉
Het eten in het hotel was trouwens best OK om de eerste avond de drukte van de stad nog even te mijden.

Eén van de volgende dagen gingen we toch eens in de oude haven op zoek naar een rustiger plek om iets te eten en ook dat lukte. Gewoon een zijstraat ingelopen en uitgekomen op een pleintje waar er geen auto’s of scooters voorbij raasden en we in alle rust in de avondzon konden genieten van een lekkere maaltijd (feit dat we iets vroeger kwamen eten dan de meeste mensen zorgde ook wel voor wat extra rust 😉 ) En neen, voor ons geen typische bouillabaisse of zeevruchtenschotel (geen fans van schelpen hier), maar gelukkig zijn er smaakvolle alternatieven 🙂

Veel boten en bootjes in deze oude binnenhaven, niet de grote jachten zoals we ze enkele zomers geleden zagen in Cannes of Monaco maar ook leuk om naar te kijken. Een indrukwekkende ombrière, een project van Norman Foster, met een spiegelende bekleding zorgt uiteraard voor schaduw tegen de zon (of beschutting tegen de regen) maar ook voor  leuke foto’s (al hield ik toen wel goed mijn hand op mijn tas want dit zijn sowieso plekken waar je wel eens zakkenrollers durft tegenkomen).

Naast de vele restaurants en bars, vind je hier sinds 2017 ook het Musée du Savon de Marseille (Quai de Rive Neuve 25, dagelijks open van 10 tot 18u). Ongetwijfeld vooral gericht op de vele toeristen maar toch leuk om er snel eens een bezoekje te brengen en iets meer te weten te komen over de geschiedenis van dit magisch stukje zeep op basis van olijfolie.

Groot is het museum niet en voor de 2 euro toegang die je betaalt, mag je in de winkel een paar huizen verder een stuk Marseillezeep uitkiezen. Heb je meteen een leuk souvenirtje dat lekker ruikt en nog nuttig is ook (voor meer zaken dan je zou denken trouwens).

Vlak bij ons hotel was het trouwens ook aangenaam wandelen. Vanop een heuvel hadden we een mooi uitzicht over de stad die we de komende dagen nog zouden ontdekken.

Musea in Lyon

Nadat we vorig jaar Lyon vooral van buitenaf verkenden, besloten we dit jaar ook 2 musea te bezoeken tijdens onze twee dagen in deze aangename stad. Bij onze aankomst op zondagmiddag brachten we nog een bezoekje aan la musée des Confluences waarvan het gebouw zelf de vorige keer al serieus de aandacht trok. Je kan er ook moeilijk naast kijken 😉 Het is een realisatie van Coop Himmelb(l)au, een coöperatie van Oostenrijkse architecten, opgericht door Wolf Prix, Helmut Swiczinsky en Michael Holzer, o.a. ook bekend van het gebouw voor BMW Welt in München.

Het futuristische gebouw wordt omschreven als een wolk van kristalglas, beton en staal en bevindt zich bij de samenvloeiing van de rivieren de Rhône en de Saône, op het uiterste puntje van het schiereiland. Een glazen vloer prijkt midden in het gebouw,  zo’n 15 meter boven de grond. Er zijn twee eenheden die centraal staan bij de structuur van dit gebouw: enerzijds kristal, in het noorden van het gebouw, dat vorm geeft aan een massieve en glazen ruimte. De hoofdingang van het gebouw is transparant en helder. De wolk, de kern van het museum, bestaat uit 8 verduisterde expositiezalen. De glazen sculptuur biedt een spectaculair zicht op de omgeving, de zalen binnen leggen volledig de focus op de collectie.

 

Het museum erfde meer dan 2 miljoen objecten, verzameld over een periode van de 16de eeuw tot nu. De permanente expositie bestaat uit 3.000 objecten en is verdeeld in 4 categorieën: Oorsprong, Maatschappij, Ras(het web van het leven) en Eeuwigheid (visioenen van het hiernamaals).
Je vindt hier de meest uiteenlopende zaken: meteorieten en ammonieten, opgezette dieren en beelden uit oeroude culturen, de onderkaak van de Homo Sapiens en de wapenuitrusting van de Samourai….  Iedereen met een interesse voor wetenschappen, techniek, archeologie en ethnologie kan hier zijn ogen uitkijken. De twee dinosaurusskeletten, die voor 80% compleet zijn, vormen zeker een van de eyecatchers in het museum.

Praktisch
Openingstijden: dinsdag t/m zondag van 11.00 – 19.00 uur. (In het weekend en op feestdagen vanaf 10.00 uur.) Vanaf 17u mag je binnen aan verminderd tarief.
Op donderdag is er een avondopenstelling tot 22.00 uur.

Ons oordeel
Twee uren waren voor ons eigenlijk wel OK om te spenderen in het museum, al kan het uiteraard een stuk langer. Beetje jammer wel dat verschillende volwassenen hun kleine kinderen er vrij lieten rondlopen (rondrennen soms) en het museum blijkbaar als speeltuin zagen. De suppoosten hadden bij momenten ogen tekort om duidelijk te maken dat tentoongestelde artefacten geen speelgoed waren.
De inhoud van de voorwerpen is dermate gevarieerd dat iedereen er wel iets naar zijn of haar zin vindt, maar tegelijk maakt dat het ook wel druk om alle informatie te verwerken. Het uitzicht dat is ronduit schitterend, al is het voor mensen met hoogtevrees geen sinecure om op sommige platformpjes buiten te gaan staan 😉 Liefhebbers kunnen er boven in de (snack)bar iets kleins eten of drinken, beneden is een ‘echt’ restaurant maar dat was gesloten toen wij het museum bezochten. De museumwinkel is ook een bezoekje waard trouwens, je vindt er hele leuke dingen.

Op maandag bezochten we een museum van een heel ander kaliber: het musée des beaux-arts ofte het museum voor Schone kunsten, midden in het klassieke centrum van de stad. Het museum behoort tot de grootse musea van Frankrijk en is gevestigd in het voormalige Koninklijke Benedictijnenklooster ‘Dames de Saint-Pierre’, daterend van de zeventiende, achttiende eeuw. Het museum opende in 1801 de deuren voor het publiek.

Het museum bezit verschillende afdelingen met beeldhouwkunst, schilderkunst, antiquiteiten, keramiek, munten, medailles, objecten van toegepaste kunst, ivoorsnijwerk, tapijten, tekeningen, prenten en nog veel meer.


De collectie begint met de kunst en cultuur van het oude Egypte, met onder meer kleitabletten, reliëfs, sarcofagen en sculpturen en gaat door tot aan het heden. Verder vind je er uit de oudheid nog afdelingen voor kunst van het oude Mesopotamië, van de Soemeriërs, Assyriërs e  Babyloniërs en uit heel wat stukken uit de klassieke oudheid van Grieken en Romeinen. Daarnaast evengoed islamitisch keramiek en middeleeuws email.

Uit de schilderkunst en beeldhouwkunst heel wat indrukkende namen: Rodin, Rubens, Renoir, Monet, Gauguin, Picasso, Rembrandt en Delacroix om er maar een deel te noemen. We zagen er zelfs een volledige Art Nouveau slaapkamer!

Praktisch
Het museum is elke dag open, behalve op dinsdag en feestdagen, van 10 tot 18u, op vrijdag pas vanaf 10.30u; een aantal zalen sluiten over de middag. De binnentuin is gratis toegankelijk (en wordt duidelijk ook door locals gebruikt om te picknicken).
Het museum is gratis voor jongeren tot 18 jaar.

Ons oordeel
Wij vonden dit zonder meer een prachtig museum. Maya genoot vooral van de antieke kunst. Ze herkende zoveel dingen die ze de voorbije 2 jaar op school geleerd heeft, zowel bij geschiedenis als in de lessen antieke cultuur bij Latijn en Grieks. Het is duidelijk dat de directeur(s) van dit museum ‘goede contacten’ moeten (gehad) hebben om zo een uitgebreide collectie te verzamelen.
Ook hier een veelheid aan stukken maar er zit veel meer eenheid in de collectie waardoor het geheel op de een of andere manier ‘beter verteerbaar’ lijkt (al kan dat natuurlijk ook gewoon aan ons liggen dat deze stukken ons nog meer aanspreken en dat het hier ook heerlijk rustig is, dat ook 😉 ) Ik kon het deel oudheid erg smaken maar evenzeer de grote namen uit de 19de eeuw. Die schilderkunst was echter iets minder Maya’s ding (misschien wel omdat ze dat gewoon nog minder kent, ik denk dat ik daar op die leeftijd ook nog niet zoveel van gezien had).

Wie dus graag eens een museumbezoekje doet, ook daarvoor ben je in Lyon aan het juiste adres! Moet het nog gezegd dat we fan zijn van de stad 😉

Meer weten over Lyon? Ik schreef vorig jaar al stukjes over het moderne Confluence, het klassieke Presqu’île, het oude Fourvière en de vele street art.

 

Â