Midden in de Loire, bij het centrum van de stad, ligt het île de Nantes, omgeven door twee armen van de rivier (de ‘bras de la Madeleine’ in het noorden en de ‘bras de Pirmil’ in het zuiden). Het eiland is verbonden met de stad door 13 bruggen.
Vroeger was het een havenplaats en dat merk je nog steeds voor een deel aan de architectuur: grote loodsen die deels behouden bleven en een nieuwe bestemming kregen.
Het eiland is echter ook een soort ‘vrijhaven’ voor moderne architectuur. Je vind er o.a. werk van Jean Nouvel (het justitiepaleis is van zijn hand) en ook Christian de Portzamparc (bij ons bekend van het Hergémuseum in Louvain-la-neuve, ook leuk om te bezoeken trouwens) was er actief.
Ook hier viel heel wat kunst te ontdekken, sommige zaken tijdelijk, in kader van het zomerfestival, andere meer permanent zoals de reusachtige lintmeter (Lilian Bourgeat). De latttenstructuur op de eerste foto kreeg als titel ’the zebra crossing’ mee (een werk van Angela Bulloch), het lichtblauwe gebouwtje op de vierde foto ‘l Absence’ (Atelier Van Lieshout). De grote hoofden zijn een werk van Nathalie Talec met als titel ‘in a silent way’.
De pingpongtafels (Laurent Perbos) met hun ‘aparte’ vormgeving leken me een uitdaging om te gebruiken, maar wel heel leuk gevonden (er was trouwens een restaurant in de buurt waar je balletjes en palletjes kon ontlenen om te spelen). De ‘basketboom’ (A/LTA) werd effectief gebruikt 🙂
Les anneaux (de ringen) is een kunstwerk van Daniel Buren en Patrick Bouchain. Het werk werd in 2007 geplaatst op de quai des Antilles aan de oever van de Loire. Voor Buren staan de ringen voor de ketenen van de slaven die in de 18e eeuw door schippers uit Nantes verhandeld werden. De metershoge ringen worden ’s nachts verlicht in rood, groen en blauw.
De omgeving en de sfeer van het eiland deden ons hard denken aan la Confluence in Lyon. Waar vroeger de havenactiviteit het belangrijkste was, kwam er nu plaats voor vernieuwend wonen, kunst in de open ruimte, ontspanning, groen, … boeiend om te ontdekken.
In de oude bananenpakhuizen liggen intussen geen bananen meer, maar vind je heel wat hippe loungeplekken, bars en restaurantjes waar het bij mooi weer heerlijk toeven is. In La cantine du voyage werken ze vooral met lokale producten van landbouwers uit de streek en de opbrengst van de plantenbakken op de site.
Fijn ook dat een deel van het industriële erfgoed bewaard werd (en waar mogelijk ook een nieuwe invulling kreeg). Op het westelijk deel van het eiland bepalen 2 reusachtige kranen mee de skyline. De gele kraan verscheen in 1955 op de site en werd o.a. gebruikt om prefab-delen van boten op de kade te trekken voor verdere assemblage. De kraan werd overgekocht door de stad die ze in 1989 restaureerde. Een grijs exemplaar dat sinds de jaren 60 gebruikt werd om schepen te lossen op de oostelijke punt van het eiland, kreeg in 2005 ook een bescherming als monument.
Op de achtergrond zie je trouwens de draaimolen (le carrousel des Mondes Marins) piepen die deel uitmaakt van les machines de l’île, maar dat is voer voor een aparte blogpost 😉
Ook hier naast industrieel erfgoed kunst in de open ruimte: de picknicktafels zijn een realisatie van Fichtre die zich liet inspireren door de vorm van slijpstenen (les meules), de kinderen (en volwassenen) kunnen zich uitleven op kleine trampolines ingewerkt in de lichtgrijze ophoging. Detroit Architects en B. Peinado noemden de creatie ‘on va marcher sur la lune’.
Vanop het eiland zie je trouwens ook heel mooi een ander stukje historisch erfgoed liggen aan de andere kant van de rivier: een voormalig marineschip dat nu als museum te bezoeken is, de Maillé-Brézé, een torpedobootjager van de Franse marine. (Zie vorige blogpost voor meer info hierover). De ‘stekelige’ constructie op de rechterkant van de foto is een werk van Vincent Mauger ‘Résolution des forces en présence’.
Kortom, het eiland is echt een heerlijke plek om te ontdekken en er even rond te hangen en je te laten verrassen! En dan heb ik het nog niet over Les Machines gehad 😉