Tag archieven: provence

Aigues Mortes

In het bezoekerscentrum aan de Pont du Gard bevindt zich ook een toeristisch infopunt van de streek. Aangezien we dicht bij Aigues-Mortes zaten, leek het ons een goed idee om daar ook even een kijkje te nemen.

Aigues-Mortes (letterlijk vertaald: ‘dode wateren’) is een zwaar versterkte vestingstad met diverse stadspoorten en torens. In 791 werd er door de Franken een wachttoren gebouwd midden in het moeras. Er was toen een kleine nederzetting waar de bevolking leefde van de visvangst en de zoutwinning. Niet veel later werd de benedictijnerabdij van Psalmody gesticht. In de 13de eeuw ontstond er een stad, die dienst deed als uitvalsbasis voor de kruistochten voor de Franse koning, die liever niet in een vreemde haven als Marseille (dat toen nog geen deel uitmaakte van Frankrijk) inscheepte. In die periode lag Aigues-Mortes nog direct aan zee en was het dus de eerste Franse uitweg naar de Middellandse Zee. Na de inlijving van de Provence bij Frankrijk in 1481 nam Marseille de strategische rol van Franse haven aan de Middellandse Zee over. De haven van Aigues-Mortes verzandde door aanslibbingen van de Rhône en intussen ligt de stad zeker vijf kilometer van de zee vandaan. In de 18e eeuw raakte Aigues-Mortes in verval.

Aigues-Mortes is ook vandaag nog volledig ommuurd en parkeren doe je buiten de stadsmuren. Wie er niet tegenop ziet om een klein eindje te stappen, kan trouwens probleemloos gratis parkeren (al staat dat niet zo heel goed aangegeven op de wegwijzers naar de verschillende parkings, die info vonden we via een snelle zoektocht online ;-))

Ook al zijn er verschillende toegangspoorten, zowat iedereen komt langs dezelfde kant het stadje binnen. Je belandt ook meteen in een echte toeristenstraat vol souvenirwinkeltjes en eetgelegenheden, niet echt ons ding eigenlijk en ook heel druk. De straat eindigt op een plein met nog meer restaurants, maar ook het toeristisch bureau waar we binnensprongen voor een kaart (aangezien dit een ongepland bezoek was, hadden we nog geen info of kaartje online opgezocht vooraf).

Gewapend met een stadsplan liepen we even later verder door kleine straatjes waar het een stuk rustiger was, maar ook niet zo heel veel te zien was. Het meest opvallende vond ik eigenlijk hoe klein dit stadje was en hoe je op een kruispunt van straten (straatjes) gewoon van de ene toegangspoort naar de andere kon kijken.

We waren vrij snel uitgewandeld en besloten buiten de stadsomwalling, waar het een stuk rustiger was en we ook een taverne gespot hadden, nog iets te drinken. Op de indrukwekkende en nog volledige stadsomwalling na was dit bezoek nu niet meteen het meest memorabele, maar hier en daar zijn er wel charmante hoekjes te spotten.
Ben je in de buurt, hou er dan toch maar even halt 🙂

 

Meer info over de stad op: https://ot-aiguesmortes.com/

 

Aix en Provence

In de buurt van Marseille, een beetje meer naar het binnenland, ligt Aix-en-Provence. Zeker de moeite van een bezoekje waard wanneer je in de Provence op vakantie bent. En dus trokken we ook een dagje uit om deze stad te bezoeken.
Aix is de stad waar de kunstenaar Paul Cézanne geboren en getogen is. We besloten de stad te verkennen door de Cézanneroute te volgen.

De stad heeft die typische Franse charme, heel wat mooie huizen en monumenten én leuke winkeltjes en restaurantjes. We parkeren de auto aan de rand van de stad en wandelen in de zomerzon richting centrum.


De klik met de stad is er meteen, dit is het Frankrijk waar wij het meest van houden: charmant, netjes, gezellig, warm, … Dat de streek een duidelijke liefde voor de eetcultuur heeft, wordt snel duidelijk: bio, avocado, vegan, vers van de markt…. alles wat hip en trendy is, vind je zonder problemen terug in deze stad. Ik begin zowaar spontaan de etalages van voedingswinkels te fotograferen 😉

De lokale delicatesse van Aix, calissons, is een zoetigheidje dat bestaat uit fijngemalen amandelen, meloen uit de Provence en de schil van gekonfijte sinaasappels. Omdat het snoepje ons net iets te zoet leek op een hete zomerdag kochten we er geen maar een volgende keer wil ik ze zeker eens proeven, heet of niet 🙂

Aix-en-Provence staat bekend om haar authentieke Zuid-Franse markten:  op dinsdag-, donderdag- en zaterdagochtend vind je in het centrum tientallen kramen met groente, fruit, verse vleeswaren, bloemen, kleding, brocante, boeken en lokale producten.

Het is er heerlijk wandelen langs de Cours Mirabeau, de bekendste straat van de stad met platanen, fonteinen en oude herenhuizen, de place de l’hôtel de ville, het oude centrum met o.a. de kathedraal Saint-Sauveur uit de 15de-16de eeuw en Quartier Mazarin met verschillende 17e-eeuwse hôtels particuliers van vele notabelen. 

In de buurt van de kathedraal en het Hôtel de Ville liggen verschillende leuke winkelstraten (Rue Mathéron, Rue Paul Bert, Rue Méjanes, Rue des Chapeliers), voor de grote ketens kan je terecht in het winkelcentrum achter het Office du Tourisme.

Wist je dat in Aix-en-Provence het grootste Picasso-museum ter wereld opent in 2021? Een klooster en een kerkje (Église de la Madeleine) worden verbouwd tot het nieuwe ‘Musée Jacqueline et Pablo Picasso’, waar 2000 werken van Picasso komen te hangen.
Laat dat meteen een hele mooie reden zijn om zeker nog eens terug te keren naar Aix 🙂

Entrecastaux en Saint-Maximin-la-Sainte-Baume

We bezochten deze plekjes op twee verschillende dagen maar ik bespreek ze samen in één blogpost omdat er niet zo heel veel over te vertellen valt.

Ons bezoek aan Entrecastaux was vooral bedoeld om een bezoekje te brengen aan het kasteel (tiens) en aan de tuin die aangelegd was door Le Notre (tuin- en landschapsarchitect die vooral beroemd is voor de aanleg van de tuinen van Versailles). Entrecastaux is een mooi, klein dorpje waar het kasteel echter slechts nog op uitzonderlijke momenten te bezoeken valt. Ook de aangelegde tuin was eerder beperkt te noemen, zowel qua vorm als qua omvang.

We hielden het dan maar op een wandeling door het dorp dat op zich wel charmant te noemen is.

Ook de lokale markt was niet zo druk en toch wel authentiek. Toen ik één van de marktkramers een compliment gaf dat ze wel goed Nederlands sprak, bleek het om een Vlaamse te gaan die met een Fransman gehuwd was en op de markten kruiden, olie en specerijen verkocht (ooit hadden ze zelfs nog op de kerstmarkt in Gent gestaan)! Ik kon dan ook niet anders dan daar een potje kruiden te kopen en ik denk nu nog steeds aan die fijne zomervakantie wanneer ik het potje uit de kast haal 😉

 

In Saint-Maximin-la-Sainte-Baume (met zo’n naam ben je wel even bezig wanneer je je woonplaats moet noteren) bevindt zich een grote gotische basiliek gewijd aan Maria Magdalena. Die was ons al opgevallen toen we op de snelweg voorbijreden en dus besloten we dit stadje ook met een bezoek te vereren.

De heilige Maria Magdalena zou in de buurt van Saint-Maximin in een grot verbleven hebben (baume is Provençaals voor grot), waar zich haar graf bevindt. Andermaal verkenden we de stad al wandelen nadat we eerst eens langs liepen bij het lokale office du tourisme. Die toeristische dienst maakt trouwens deel uit van een kloostersite waarin ook een mooi hotel gevestigd is. De moeite om even een kijkje te nemen 😉

 

Beide locaties zijn leuk om halt te houden wanneer je in de buurt bent, er hangt een ongedwongen sfeer en je kan er zeker terecht om iets te eten of te drinken. Ideaal dus voor een uitstapje tijdens een vakantie waar niets moet en alles kan 🙂

Toulon en Hyères

Onze dag begon met een rit richting Toulon(-sur-Mer), hoofdstad van de Var, o.a. bekend omwille van zijn militaire haven.
Het was even zoeken naar een parking en wellicht kwamen we langs een minder mooie kant de stad binnen maar de toon was jammer genoeg gezet: de stad kon ons niet echt bekoren. Veel verouderde gebouwen, een mottige dijk, een eerder triestig sfeertje, … zelfs de zon kon ons moeilijk op andere gedachten brengen. We deden nochtans ons best om de stad nog een kans te geven en wandelden door heel wat straten, zagen er typische boekenstalletjes, ook wel enkele mooie pleinen en winkels, … maar het mocht niet baten. Ook al doen mijn foto’s misschien het tegendeel vermoeden, er kwam bij ons geen ‘klik’ meer met deze stad.

Vervolgens trokken we richting Hyères en daar zat het meteen goed. Misschien kwam het door de palmbomen en boulevards die ons deden aan de reis van vorig jaar, maar al van bij het bezoek aan de toeristische dienst (gevestigd in een beschermd monument) hadden we wel een ‘klik’ met deze stad. Mooier, ‘properder’ ook, mogelijks ook wel duurder om te wonen en te leven, … We gingen op verkenning in de stad, zetten een stevige klim in naar het hoogste deel van de (oude) stad, deden een terrasje en genoten van de ontspannen sfeer en het mooie weer.

 

 

Belangrijkste reden van ons bezoek was Villa Noailles, een modernistische villa gebouwd voor 2 mecenassen die na hun overlijden hun woonst aan de Franse staat schonken met de wens om het pand blijvend te gebruiken voor kunst en cultuur. De villa is vrij te bezoeken (en sommigen gaan er zelfs gewoon naar de tuin om er te vertoeven zo bleek).
Er zijn regelmatig wisselende tentoonstellingen over kunst, architectuur, fotografie, design,… maar ook het gebouw zelf is de moeite van het bekijken waard en dan had ik het nog niet over het uitzicht 😉

Toulon mocht dan wat tegengevallen zijn, Hyères heeft het ruimschoots gecompenseerd. Tevreden keerden wij terug naar het hotel waar we nog konden nagenieten met een boekje bij het zwembad en zelfs van zwemmen in de regen want er passeerde even een klein buitje maar iedereen bleef gewoon onder de parasol zitten en wij genoten van de regendruppels in het zwembad 🙂

 

Brignoles – Aups – Tourtour – Salernes

Na ons geslaagd verblijf in Lyon trokken we verder zuidwaarts en werd Brignoles onze uitvalsbasis voor vijf dagen. We logeerden er in het Mercure Golfhotel, enkele kilometers buiten het centrum. Onze GPS herkende wel de straat maar niet het nummer van het hotel, gelukkig stonden zowel het golfterrein als het hotel netjes aangeduid met een groot bord. Voor de rest in de lange straat vooral veel wijndomeinen 😉

De ligging van ons hotel was beslist rustig en groen te noemen en het uitzicht best aangenaam (maar wellicht iets minder voor gasten die op zoek zijn naar wat ambiance). We genoten er van het zwembad, het geluid van de krekels, de koele kamer en het smakelijke ontbijt. Een fijne plek om tot rust te komen en dat deden we dan ook (ik had zelfs de tijd om meer dan één boek uit te lezen deze vakantie!).

We trokken er elke dag op uit maar nooit erg ver. Uiteraard gingen we op verkenning in Brignoles zelf maar de plek kon ons slechts matig bekoren (niet slecht maar wel al vaak mooier en beter gezien). Gelukkig konden we er wel terecht voor een lekkere en niet zo dure maaltijd. Het jazzconcert dat we er een avond dachten mee te pikken, lieten we uiteindelijk toch maar voor wat het was (ongeveer twee uur na het stemmen van de piano verschenen er immers nog geen muzikanten op het podium terwijl er toch al heel wat toeschouwers op de stoeltjes zaten te wachten).

Aups is een mooi plaatsje in het departement Var, niet ver van de Gorges du Verdon. De omgeving staan ook bekend om de truffels die uit dit gebied afkomstig zijn. In het gebouw van de toeristische dienst zit er ook een klein truffelmuseum waar je een rondleiding met degustatie kan boeken. De lokale markt is er erg uitgebreid en op de marktdag is het er dan ook heel druk (waardoor het geen sinecure is om er een parkeerplek te vinden want de meeste parkings zijn amper die naam waardig en iedereen parkeert zich zoals hij/zij gedacht heeft en dat zorgt wel eens voor wat chaos en opstoppingen) maar wel een aanrader voor wie houdt van lokale producten en zuiders sferen.

Tourtour is echt fantastisch. Het dorp ligt ruim zeshonderd meter hoog, waardoor het een prachtig uitzicht heeft op de ruime omgeving. Maar niet alleen het uitzicht is betoverend er zijn  schilderachtige en gezellige straatjes, sfeervolle pleintjes … Elk hoekje is wel een foto waard 🙂
Het dorp heeft ook een oliemolen die dateert uit de zeventiende eeuw en nog steeds gebruikt wordt. In tegenstelling tot veel andere kleine dorpjes is dit niet enkel een toeristenplek, hier wordt duidelijk nog gewoond en geleefd. Reden te meer om Tourtour zeker met een bezoekje te vereren. Parkeren doe je best aan de rand van het dorp, de toegang voor wagens is immers beperkt maar de kleine extra wandeling gaat door het uitzicht zeker niet vervelen 🙂

In Salernes viel dan weer eerder weinig te beleven. Volgens onze reisgids behoort het dorp tot de mooiste van de Var maar ons kon het toch niet zo hard bekoren. Het dorp is een beetje oud en vervallen, in slaap gesukkeld als een oud menske op een schommelstoel zo leek het wel (al kwam dat misschien ook een beetje omdat de zon plaats had moeten ruimen voor een meer grijze lucht). We lieten het echter niet aan ons hart komen, maakten er een wandeling en keerden terug naar het hotel, toch best tevreden met wat de dag ons had gebracht.