Tag archieven: Frankrijk2018

Blois

Met vertraging, het laatste deeltje van onze zomervakantie  2018 in 2 blogposts waarvan dit de eerste is.

Na ons verblijf in het zonnige zuiden (waar het trouwens met gemiddeld 30°C aangenamer toeven was dan in België waar de temperatuur richting 35°C en meer ging op dat moment) trokken we terug richting België. Net als vorig jaar deden we dat opnieuw met een tussenstop in de Loirestreek.

Deze keer boekten we het recent gerenoveerde Mercure hotel in Blois (centre), gelegen langs de kade van de Loire. Het bleek effectief een heel knap hotel met leuke extra’s: een mooie bar, een fitnessruimte en zwembad (incl sauna en bubbelbad) open van ’s morgens vroeg tot ’s avonds laat (ik denk 23u). Ideaal dus om na de lange autorit eerst nog de stad te verkennen, iets te eten en daarna toch nog even in het zwembad te duiken. Parkeren deden we probleemloos en gratis aan de kade (wel even opletten want de zone dichter bij het centrum is betalend maar quasi ter hoogte van het hotel ligt een ruime parkeerzone waar je niet moet betalen). Toen we de stad binnenreden, werd onze aandacht getrokken door iets wat precies op een reusachtige schietschijf leek.

Tijdens onze stadsverkenning even later bleek het om een leuke optische illusie te gaan.

Op de trap stonden er trouwens meerdere knappe illusies en dus werden er volop foto’s gemaakt en we waren niet de enigen 😉

We verkenden op het gemak de stad en zochten een plekje waar we nog een kleinigheid konden eten. Blois is geen bijzonder grote maar wel een mooie stad waar er heel wat te zien valt. Een stad die duidelijk ook nieuwe communicatievormen hanteert, via de app visit’Blois kan je diverse wandelingen en heel wat extra informatie downloaden en de stad op een andere manier leren ontdekken. We hielden het voor dit eerste bezoek bij een eenvoudige wandeling zonder app en zonder al te veel extra informatie maar als kennismaking was dat eigenlijk voldoende.

Het aanbod van zoveel meer nodigt echter zeker uit om nog eens terug te komen naar deze stad en dan ook aan het kasteel een bezoekje te brengen (wij deden dat een heel aantal jaren terug al maar dan zonder Maya). Voor dit jaar hadden we een bezoekje aan Chambord op de planning staan (waarover meer in een volgende blogpost).

Na onze wandeling doken we ’s avonds effectief nog even in het zwembad (wel handig trouwens die lange openingsuren) en sloten af met een drankje in de mooie en ruime bar. Na een rustige nacht lieten we ons het meer dan uitgebreide ontbijt heel hard smaken. Het aanbod overtrof nog onze verwachtingen (en we hebben intussen toch wel al wat ontbijtbuffetten getest), ook op dat vlak alles dik in orde. Uitchecken deden we met de glimlach en we zijn het erover eens, hier willen we gerust nog eens terugkomen 🙂

 

Entrecastaux en Saint-Maximin-la-Sainte-Baume

We bezochten deze plekjes op twee verschillende dagen maar ik bespreek ze samen in één blogpost omdat er niet zo heel veel over te vertellen valt.

Ons bezoek aan Entrecastaux was vooral bedoeld om een bezoekje te brengen aan het kasteel (tiens) en aan de tuin die aangelegd was door Le Notre (tuin- en landschapsarchitect die vooral beroemd is voor de aanleg van de tuinen van Versailles). Entrecastaux is een mooi, klein dorpje waar het kasteel echter slechts nog op uitzonderlijke momenten te bezoeken valt. Ook de aangelegde tuin was eerder beperkt te noemen, zowel qua vorm als qua omvang.

We hielden het dan maar op een wandeling door het dorp dat op zich wel charmant te noemen is.

Ook de lokale markt was niet zo druk en toch wel authentiek. Toen ik één van de marktkramers een compliment gaf dat ze wel goed Nederlands sprak, bleek het om een Vlaamse te gaan die met een Fransman gehuwd was en op de markten kruiden, olie en specerijen verkocht (ooit hadden ze zelfs nog op de kerstmarkt in Gent gestaan)! Ik kon dan ook niet anders dan daar een potje kruiden te kopen en ik denk nu nog steeds aan die fijne zomervakantie wanneer ik het potje uit de kast haal 😉

 

In Saint-Maximin-la-Sainte-Baume (met zo’n naam ben je wel even bezig wanneer je je woonplaats moet noteren) bevindt zich een grote gotische basiliek gewijd aan Maria Magdalena. Die was ons al opgevallen toen we op de snelweg voorbijreden en dus besloten we dit stadje ook met een bezoek te vereren.

De heilige Maria Magdalena zou in de buurt van Saint-Maximin in een grot verbleven hebben (baume is Provençaals voor grot), waar zich haar graf bevindt. Andermaal verkenden we de stad al wandelen nadat we eerst eens langs liepen bij het lokale office du tourisme. Die toeristische dienst maakt trouwens deel uit van een kloostersite waarin ook een mooi hotel gevestigd is. De moeite om even een kijkje te nemen 😉

 

Beide locaties zijn leuk om halt te houden wanneer je in de buurt bent, er hangt een ongedwongen sfeer en je kan er zeker terecht om iets te eten of te drinken. Ideaal dus voor een uitstapje tijdens een vakantie waar niets moet en alles kan 🙂

Toulon en Hyères

Onze dag begon met een rit richting Toulon(-sur-Mer), hoofdstad van de Var, o.a. bekend omwille van zijn militaire haven.
Het was even zoeken naar een parking en wellicht kwamen we langs een minder mooie kant de stad binnen maar de toon was jammer genoeg gezet: de stad kon ons niet echt bekoren. Veel verouderde gebouwen, een mottige dijk, een eerder triestig sfeertje, … zelfs de zon kon ons moeilijk op andere gedachten brengen. We deden nochtans ons best om de stad nog een kans te geven en wandelden door heel wat straten, zagen er typische boekenstalletjes, ook wel enkele mooie pleinen en winkels, … maar het mocht niet baten. Ook al doen mijn foto’s misschien het tegendeel vermoeden, er kwam bij ons geen ‘klik’ meer met deze stad.

Vervolgens trokken we richting Hyères en daar zat het meteen goed. Misschien kwam het door de palmbomen en boulevards die ons deden aan de reis van vorig jaar, maar al van bij het bezoek aan de toeristische dienst (gevestigd in een beschermd monument) hadden we wel een ‘klik’ met deze stad. Mooier, ‘properder’ ook, mogelijks ook wel duurder om te wonen en te leven, … We gingen op verkenning in de stad, zetten een stevige klim in naar het hoogste deel van de (oude) stad, deden een terrasje en genoten van de ontspannen sfeer en het mooie weer.

 

 

Belangrijkste reden van ons bezoek was Villa Noailles, een modernistische villa gebouwd voor 2 mecenassen die na hun overlijden hun woonst aan de Franse staat schonken met de wens om het pand blijvend te gebruiken voor kunst en cultuur. De villa is vrij te bezoeken (en sommigen gaan er zelfs gewoon naar de tuin om er te vertoeven zo bleek).
Er zijn regelmatig wisselende tentoonstellingen over kunst, architectuur, fotografie, design,… maar ook het gebouw zelf is de moeite van het bekijken waard en dan had ik het nog niet over het uitzicht 😉

Toulon mocht dan wat tegengevallen zijn, Hyères heeft het ruimschoots gecompenseerd. Tevreden keerden wij terug naar het hotel waar we nog konden nagenieten met een boekje bij het zwembad en zelfs van zwemmen in de regen want er passeerde even een klein buitje maar iedereen bleef gewoon onder de parasol zitten en wij genoten van de regendruppels in het zwembad 🙂

 

Brignoles – Aups – Tourtour – Salernes

Na ons geslaagd verblijf in Lyon trokken we verder zuidwaarts en werd Brignoles onze uitvalsbasis voor vijf dagen. We logeerden er in het Mercure Golfhotel, enkele kilometers buiten het centrum. Onze GPS herkende wel de straat maar niet het nummer van het hotel, gelukkig stonden zowel het golfterrein als het hotel netjes aangeduid met een groot bord. Voor de rest in de lange straat vooral veel wijndomeinen 😉

De ligging van ons hotel was beslist rustig en groen te noemen en het uitzicht best aangenaam (maar wellicht iets minder voor gasten die op zoek zijn naar wat ambiance). We genoten er van het zwembad, het geluid van de krekels, de koele kamer en het smakelijke ontbijt. Een fijne plek om tot rust te komen en dat deden we dan ook (ik had zelfs de tijd om meer dan één boek uit te lezen deze vakantie!).

We trokken er elke dag op uit maar nooit erg ver. Uiteraard gingen we op verkenning in Brignoles zelf maar de plek kon ons slechts matig bekoren (niet slecht maar wel al vaak mooier en beter gezien). Gelukkig konden we er wel terecht voor een lekkere en niet zo dure maaltijd. Het jazzconcert dat we er een avond dachten mee te pikken, lieten we uiteindelijk toch maar voor wat het was (ongeveer twee uur na het stemmen van de piano verschenen er immers nog geen muzikanten op het podium terwijl er toch al heel wat toeschouwers op de stoeltjes zaten te wachten).

Aups is een mooi plaatsje in het departement Var, niet ver van de Gorges du Verdon. De omgeving staan ook bekend om de truffels die uit dit gebied afkomstig zijn. In het gebouw van de toeristische dienst zit er ook een klein truffelmuseum waar je een rondleiding met degustatie kan boeken. De lokale markt is er erg uitgebreid en op de marktdag is het er dan ook heel druk (waardoor het geen sinecure is om er een parkeerplek te vinden want de meeste parkings zijn amper die naam waardig en iedereen parkeert zich zoals hij/zij gedacht heeft en dat zorgt wel eens voor wat chaos en opstoppingen) maar wel een aanrader voor wie houdt van lokale producten en zuiders sferen.

Tourtour is echt fantastisch. Het dorp ligt ruim zeshonderd meter hoog, waardoor het een prachtig uitzicht heeft op de ruime omgeving. Maar niet alleen het uitzicht is betoverend er zijn  schilderachtige en gezellige straatjes, sfeervolle pleintjes … Elk hoekje is wel een foto waard 🙂
Het dorp heeft ook een oliemolen die dateert uit de zeventiende eeuw en nog steeds gebruikt wordt. In tegenstelling tot veel andere kleine dorpjes is dit niet enkel een toeristenplek, hier wordt duidelijk nog gewoond en geleefd. Reden te meer om Tourtour zeker met een bezoekje te vereren. Parkeren doe je best aan de rand van het dorp, de toegang voor wagens is immers beperkt maar de kleine extra wandeling gaat door het uitzicht zeker niet vervelen 🙂

In Salernes viel dan weer eerder weinig te beleven. Volgens onze reisgids behoort het dorp tot de mooiste van de Var maar ons kon het toch niet zo hard bekoren. Het dorp is een beetje oud en vervallen, in slaap gesukkeld als een oud menske op een schommelstoel zo leek het wel (al kwam dat misschien ook een beetje omdat de zon plaats had moeten ruimen voor een meer grijze lucht). We lieten het echter niet aan ons hart komen, maakten er een wandeling en keerden terug naar het hotel, toch best tevreden met wat de dag ons had gebracht.

 

 

 

Lyon – part4 – street art

Opmerkelijk in Lyon is ook het grote aantal muurtekeningen: soms volledige gevels en vanop een afstand amper te onderscheiden van echte gebouwen, soms de meer ‘klassieke’ street art maar altijd boeiend materiaal om op foto vast te leggen. Als laatste post over Lyon nog een kleine bloemlezing 🙂

Moet het nog gezegd? Lyon was voor ons een heel aangename verrassing en we komen zeker nog eens terug om verder op verkenning te gaan 🙂

We verzamelden een deel van onze info vooraf online maar het bezoekje aan de toeristische dienst maakte het ons erg gemakkelijk om alles verder uit te stippelen en is zeker aan te raden.

 

Lyon – part3 – Presqu’île

Tussen de rivieren Rhône en Saône ligt het zogenaamde ‘presqu’île’ (schiereiland) van Lyon, waarvan de uiterste punt het moderne La Confluence is.

Je vindt er o.a. de Place Bellecour, het op twee na grootste plein van Frankrijk (310 op 200 meter), groter ook dan bv. het Rode Plein in Moskou. In het midden staat een standbeeld van Lodewijk XIV te paard. Op het plein zit ook de toeristische dienst van Lyon waar je een pak interessante informatie kan vinden, ideaal dus als eerste stop voor je aan een verkenning van de stad begint 🙂

Op het plein worden er geregeld manifestaties, concerten en andere evenementen gehouden. Elke vrijdag start op het plein een grote toertocht op rolschaatsen. ’s Winters wordt er een kunstijsbaan geplaatst en staat er een groot reuzenrad.

In deze arrondissementen veel meer ‘klassieke’ gebouwen, het stadhuis, de opera, het beursgebouw, kerken, grote standbeelden en fonteinen, pleinen en pleintjes met de nodige terrassen om iets te eten of te drinken, …

Het operagebouw werd in de jaren ’80 van vorige eeuw, na een architectuurwedstrijd, door Jean Nouvel helemaal vernieuwd. De volledige binnenkant werd vervangen (alleen de oude inkom is bewaard gebleven) en kreeg een cilindervormige bovenbouw. Sindsdien is het gebouw 42 meter hoog (vanaf straatniveau) en heeft het 17 verdiepingen: 5 onder-gronds en 6 in de glazen bovenbouw. Het ‘grand café’ is ook toegankelijk voor mensen die geen voorstelling komen kijken. Het ontwerp kon aanvankelijk op veel kritiek rekenen, maar inmiddels is de glazen bouw een vast onderdeel van het stadsbeeld geworden.

Ook om te winkelen ben je hier aan het juiste adres: grote winkelstraten met spek voor ieders bek, en niet enkel ketens (of toch zeker niet enkel de ons bekende ketens) maar ook heel wat kleinere winkeltjes waar je veel moois (goedkoper én duurder) kan vinden, al zijn op zondag de meeste winkels wel gesloten 😉

En toen we toch al heel veel stappen op onze teller hadden staan (een 30.000 zo bleek), namen we gewoon de ‘watertram’, de Vaporetto, terug naar ons hotel en genoten we nog eens van de stad vanop het water 🙂

 

 

Lyon – part2 – Fourvière

Het moderne stukje Lyon – la Confluence kon ons zeer bekoren, vol verwachting trokken we er dan ook op uit om de rest van de stad te verkennen. We volgden het pad langs de kaaimuur om richting stadscentrum en oude stad te wandelen. Een groot stuk van de kaaimuren waar wij wandelden werd en wordt heraangelegd met veel ruimte, rust- en ontspanningspunten waardoor je gezellig kan rondkijken (en foto’s maken) zonder last te hebben van het verkeer.

Administratief is Lyon opgedeeld in negen arrondissementen. De stad wordt overheerst door twee heuvels, Fourvière (de oude stad of Vieux-Lyon) en La Croix-Rousse (het eerste en het vierde arrondissement van de stad, die deel uitmaken van Presqu’île), van elkaar gescheiden zijn door een engte van de Saône. In de 19de eeuw werden ze ook wel “de biddende heuvel” en de “werkende heuvel” genoemd. Op de Fourvière staat de basiliek, de heuvel van Croix-Rousse telt veel werkmanshuisjes waar zijde werd bewerkt.
In Vieux-Lyon en Croix-Rousse vindt je talrijke ’traboules’, smalle gangetjes, die twee evenwijdig gelegen straten met elkaar verbinden. Die gangen lopen via de binnenplaatsen van woonblokken en zijn meestal privaat maar hier en daar kan je wel stukjes zien en op bepaalde momenten kan je ook gegidste wandelingen volgen langs deze traboules.

De Romeinen vestigden Lugdunum op de top van de heuvel. Forum Vetus, wat oud Romeins forum betekent, veranderde later in Fourvière. Het antiek theater, waarvan het eerste deel werd gebouwd rond het jaar 15 v.Chr. onder keizer Augustus, kreeg in de 2e eeuw onder keizer Hadrianus een derde serie treden aangelegd bovenaan het bouwwerk. Hierdoor kreeg het een diameter van 108 meter en een capaciteit van 10.000 plaatsen. De restauratie van het theater begon in 1933.
In de 2e eeuw werd het Odeion gebouwd, een gebouw dat voor zang- en muziekvoorstel-lingen en -wedstrijden en voor voordrachten werd gebruikt. Gewoonlijk was het cirkel-vormig en verschilde het van theaters door een overdekking. Het odeion is met een diameter van 73 meter kleiner dan het antieke theater en had in die tijd een capaciteit van 3000 plaatsen. De combinatie van beide vormen is uniek voor Gallië.

Wij genoten van het (gratis) bezoek aan deze mooie Romeinse site waar in de zomer heel wat evenementen doorgaan. Wie nog meer te weten wil komen over deze periode kan terecht in het Gallo-Romeins museum van Fourvière dat in de heuvel vergraven ligt.
Met het warme weer konden we zeker ook de verfrissende watervernevelaar en het drinkwaterfonteintje waarderen op de site 🙂

In 1872 begon men met de bouw van de basiliek Notre-Dame de Fourvière die 12 jaar in beslag zou nemen. Daarna zou het nog tot 1964 (!) duren voordat het interieur van de basiliek compleet zou zijn. De basiliek is tegenwoordig een internationaal bedevaartsoord en ligt op een route naar Santiago de Compostella. Zelden een religieus gebouw gezien met zoveel decoratie, we wisten amper waar eerst gekeken. Persoonlijk vond ik de vloer wel erg knap.

Op top bevindt zich ook de de Metalen toren van Fourvière die veel weg heeft van de Eiffeltoren (maar met een hoogte van 85,9 meter en een gewicht van 210 ton ‘iets’ kleiner dan de Eiffeltoren die 300m hoog is en 7300 ton weegt). De toren is in opdracht van een particulier gebouwd tussen 1892 en 1894 en werd door het gemeentebestuur ondersteund, om een republikeins tegenwicht te bieden naast de basiliek.
Ten tijde van de Wereldtentoonstelling van Lyon in 1914 was er in de toren een restaurant en een hydraulische lift die tweeëntwintig personen tegelijk naar de top kon brengen. Tegenwoordig doet de toren dienst als zendmast voor radio- en televisiezenders en is niet langer tot in de top te bezoeken.

Boven op de heuvel heb je een schitterend uitzicht over de stad. Wanneer het helder weer is, kan je zelfs de Mont Blanc zien.

Wij deden de beklimming via één van de oudste steile paden, dat van de Gourguillon. Het is voetgangersgebied (met heel wat ‘kinderkopkes’) maar bewoners mogen er met hun auto rijden en er parkeren (al vroegen wij ons vaak af hoe sommigen daarin slaagden!).
De afdaling deden we langs de Jardins du Rosaire en het stadspark Parc des Hauteurs, een stukje wandeling in het groen. Wie tegen deze wandeling opziet, kan echter ook gebruik maken van de kabelspoorweg, de Funiculaire de Lyon. Deze kabelspoorweg zou de eerste ter wereld zijn en is in gebruik sinds 1862.

Wij vonden dit een hele mooie, bij momenten ietwat intense, wandeling (al bleef Maya wel weg van de balustrade die uitzicht bood over de stad wegens opspelende hoogtevrees). Opnieuw een stukje Lyon dat ons uitermate kon bekoren. Ook een interessante stad om foto’s te maken want altijd weer iets mooi of boeiend of leuk te ontdekken 🙂

 

 

 

Lyon – part 1 – Confluence

Lyon zou dit jaar de stad voor onze tussenstop worden, een stad die velen vooral kennen van de files die je moet trotseren onderweg naar je vakantiebestemming of op de terugkeer naar huis. Relatief weinig mensen blijken echter al deze stad bezocht te hebben, het is nochtans meer dan de moeite waard!

Lyon ligt zo’n 750 km van Gent, in het (zuid)oosten van Frankrijk, aan de samenvloeiing van de Rhône en de Saône. Lyon is, na Parijs en Marseille, de derde grootste stad van Frankrijk (of zelfs de tweede wanneer je de bewoners van de volledige agglomeratie telt). De stad heeft al een lange geschiedenis: de Romeinen stichtten er in 43 BC Lugdunum, hoofdstad van Gallië, maar voorheen woonden er ook al Kelten.

Lyon staat bekend als de hoofdstad van de gastronomie (denk o.a. beaujolaiswijnen en de keuken van Paul Bocuse), stad van de zijde, de gebroeders Lumière vonden er in 1895 de film uit en ook het personage van Guignol (een Franse Jan Klaassen) werd in Lyon bedacht. Kortom, een stad die heel wat te bieden heeft en die wij graag wat beter wilden leren kennen.

Wij boekten 2 nachten in Novotel Confluence in de nieuwere wijk van Presqu’île, La Confluence: de punt van het schiereiland, aan de samenvloeiing van de Saône en de Rhône. Het hotel ligt boven een shopping center waar je een volledige verdieping eethuisjes vindt (voor elke smaak wel iets) én er is een afgebakende parkeerzone voor de hotelgasten in de publieke ondergrondse garage (waar je voor een heel redelijk bedrag je auto veilig kan achterlaten).

Vroeger vond je in dit stuk van de stad veel havengerelateerde activiteiten (opslag en overslag van goederen), maar sinds de jaren ’90 van vorige eeuw onderging het gebied een volledige reconversie. Er werd hier een nieuw stuk stad gecreëerd waarbij ook de inrichting van de omgeving en de publieke ruimte de nodige aandacht kreeg en duurzaamheid en ecologie hoog in het vaandel gedragen worden.
Resultaat is een modern stukje stad met vernieuwende architectuur en oude loodsen die werden omgebouwd tot lofts en trendy ontmoetingsplekken, veel open ruimte die doordacht werd ingericht met groenzones en ontspanningsruimtes (sport- en speelzones, zitplekken, gemeenschappelijke groentetuintjes, …) en een zelfrijdende (jawel, zonder chauffeur!), elektrische busjes die je gratis enkele kilometers verder brengen.

Wij keken onze ogen uit in deze wijk en genoten van de moderne en vaak verrassende architectuur en de aangename omgeving.

Op het uiterste puntje van het schiereiland staat een uiterst modern museumgebouw, dat wij bij een volgend verblijf zeker eens willen bezoeken.

Dit is ongetwijfeld een hele fijne plek om te wonen.

 

 

 

Frankrijk 2018

Ook deze zomer trokken wij opnieuw naar Frankrijk, andermaal richting Provence (iets minder oostelijk dan vorig jaar). We houden van het land en dus trekken we er graag heen om telkens weer een nieuw stukje te ontdekken. We haasten ons niet en zorgen toch ook wel voor een beetje comfort (lees: een hotel met een fijn ontbijtbuffet en een zwembad, een restaurant is ook meegenomen voor het geval we geen zin meer hebben om er ’s avonds nog op uit te trekken).

Ons plan van aanpak is meestal hetzelfde: ’s morgens op een ‘normaal’ uur opstaan, douchen, uitgebreid ontbijten en vertrekken ergens tussen 9u30 en 10u. Door het uitgebreide ontbijt moeten we ’s middags slechts zelden aan eten denken, maar hebben we toch ‘een hongerke’ dan doen we daar uiteraard iets aan 😉 In de rugzak zit altijd een fles water maar uiteraard doen we ook een terraske in de loop van de dag, het is immers vakantie. In de loop van de namiddag, tijdstip een beetje afhankelijk van de duur van ons bezoek, keren we terug naar het hotel voor wat ontspanning in & aan het zwembad. Dit jaar werd het een merkbaar rustiger reis dan vorig jaar en werd er bijgevolg meer gelezen en gezwommen, de agenda moet niet altijd even vol geboekt zijn. Dit jaar keer kozen we voor bezoekjes dichter in de omgeving, vaak kleinere dorpjes en vooral kortere rij/reistijden.

Aangezien we het aantal kilometers op een dag liever binnen de perken houden, reizen we niet in één dag naar het zuiden (of terug naar huis). Deze keer hielden we in het doorgaan halt in Lyon en in de terugreis opnieuw in de Loirestreek, nu in Blois. Lyon bleek een meevaller van formaat, we waren uitermate aangenaam verrast door de stad en keren er zeker nog eens terug. Ook een prima bestemming voor een citytrip trouwens! Vlot bereikbaar met de wagen (ca 750 km), maar ook met de trein.

Er volgen hier dus opnieuw verschillende verslagjes van onze reis, alvast sorry (not sorry) voor de vakantiespam.