Tag Archives: Van Eyck

Het Lam Gods terug in de Sint-Baafskathedraal

Ik trap een open deur is wanneer ik schrijf dat het Lam Gods van de gebroeders Van Eyck werelderfgoed is. In het zesde leerjaar kwam ik op schoolreis van het platteland naar het grote Gent met zijn kunst en kasteel en zo veel meer. We brachten toen ook een bezoek aan de Sint-Baafskathedraal en het Lam Gods en ik herinner me daarvan vooral dat we met veel in een kleine ruimte stonden en de gids aan de hand van enkele zwart-wit outprints uitleg gaf over de vele plantensoorten die op het werk te zien waren 😉

Intussen zijn we heel wat jaren verder (en wat het Lam Gods voor mij bij wijze van spreken niet veel meer dan de herinnering dat het ‘een heel belangrijk schilderij was en dat er eigenlijk heel veel op te zien was maar daar je dat als bezoeker eigenlijk nauwelijks kon zien).

In 2012 startte een lang traject van doorgedreven restauratiebehandeling die tot eind 2024 zal duren en ettelijke miljoenen zal kosten. De restauratie van het eerste deel van de panelen werd uitgevoerd in het Museum voor Schone Kunsten in Gent door het Koninklijk Instituut voor Kunstpatrimonium en kon deels live gevolgd worden door de bezoekers. Ideaal om de interesse voor het kunstwerk nieuw leven in te blazen. Als Gentenaar kan je het MSK sowieso gratis bezoeken op zondagvoormiddag en dan was het een kleine moeite om ook even halt te houden bij de speciaal in het museum ingerichte restauratieruimte. De oude verharde vernislagen en de overschilderingen werden minutieus verwijderd en brachten enkele verrassende onthullingen met zich mee (zoals de ogen en oren van het Lam die er origineel helemaal anders bleken uit te zien). Dankzij de restauratie is voor het eerst sinds de 16de eeuw de originele verflaag van Van Eyck terug te zien en die blijkt uiterst kleurrijk.

restauratie Het Lam Gods, Van Eyck

Intussen werd er ook werk gemaakt van een nieuw bezoekerscentrum in de Sint-Baafskathedraal. Er werden restauratiewerken uitgevoerd en een nieuwe ingang gebouwd. Het Lam Gods verhuisde van het MSK terug naar de kathedraal op de nieuwe plaats in de Sacramentskapel, achteraan. Oorspronkelijk, in 1432, werd het veelluik voor opgesteld in de Vijdkapel, genoemd naar Joos Vijd en Elisabeth Borluut, de Gentse opdrachtgevers van het werk. In 1986 verhuisde het van achteraan in de kathedraal naar de villakapel vooraan naast de ingang en nu terug dus achteraan op een prominente plek.

Vorig jaar volgden we hier thuis met veel interesse een driedelige reportage op Canvas over de geschiedenis en de restauratie van Het Lam Gods. Ik wilde dan ook zeker eens een kijkje gaan nemen in de Sint-Baafskathedraal wanneer het kunstwerk er terug hing en zo geschiedde 😉
Naast de ingang van de kathedraal staat er sinds 15 maart 2021 trouwens ook een voelmaquette in brons op schaal 1/150, zodat ook blinden en slechtzienden zich een beeld kunnen vormen van het imposante gebouw.

De aanblik van de kathedraal is ‘anders’ momenteel, de meeste stoelen zijn immers weggehaald door corona en daardoor is er letterlijk veel meer ruimte.
Mijn aandacht gaat naar OPUS, het kunstwerk van Wim Delvoye, waarmee de kunstenaar hulde wil brengen aan de architectuur van Vlaanderen. Het werk is meer dan 5m lang en weegt 240 kg. Het is gemaakt uit laser-gesneden roestvrij staal, waarin kleine en grote stukken met elkaar werden versmolten tot een spiraalvormige gotische toren. De Stad Gent kocht het werk OPUS en gaf het vanaf de inhuldiging eind augustus 2020 in langdurige bruikleen aan de kathedraal.

Aan de zijkant trekken de kaarsen bij een relikwie mijn aandacht. Maya snapt niet waarom mensen een stuk bot komen vereren, ik kan haar eigenlijk enkel maar bijtreden want ik heb dat ook nooit begrepen 😉

We volgen de pijltjes richting bezoekerscentrum in de crypte. We hebben bij onze tickets meteen een digitale rondleiding geboekt. Bij de inrichting van het bezoekerscentrum ging namelijk ook extra aandacht de beleving van de bezoekers. Zo kom je met behulp van augmented reality meer te weten over de geschiedenis van “Het Lam Gods” en de Sint-Baafskathedraal.

Een vriendelijke onthaalbediende stelt vast dat we de familietoer geboekt hebben, die blijkt echter specifiek voor jonge kinderen te zijn (de naamgeving wordt nog aangepast). Hij stelt ons gerust dat de andere modules, zelfs de  uitgebreide ‘Master of detail’, heel toegankelijk opgesteld zijn en die laatste vooral nog iets extra vertelt over wat er allemaal met Het Lam Gods gebeurde in de loop van de geschiedenis. We besluiten dan maar voor die versie te gaan, dat stukje extra lijkt ons minstens even boeiend.

We mogen doorlopen en krijgen elk een speciale bril opgezet (je kan ook kiezen voor een tablet trouwens). Het is heel even wennen, maar je kan gewoon door de bril heen kijken. Zodra je langs een sensor loopt, worden er hologrambeelden geactiveerd en start de audio. Je kan vrij rondlopen, pijlen geven de richting aan en voetjes suggereren waar je best kan gaan staan om alles goed te zien. Ook voor brildragers lukt dit vlot (enkel mijn haarknijper moest ik even uitdoen want die zat in de weg).

Naast het verhaal over de kathedraal en het meesterwerk van de broers Van Eyck kan je in de crypte ook een beperkt aantal bijzondere items zien zoals het oudste document van de Sint-Baafskathedraal, het negende eeuwse Evangelarium van de heilige Livinus, en de grafsteen van Hubert Van Eyck, die samen met zijn jongere broer Jan Van Eyck “Het Lam Gods” schilderde.

Je krijgt het verhaal van de kathedraal te horen en te zien, de verschillende versies van het gebouw tonen heel mooi hoe de oorspronkelijke parochiekerk groter en belangrijker werd. In tegenstelling tot een klassiek filmpje kan je hier letterlijk rond de virtuele maquette lopen en het gebouw langs alle kanten bekijken.
Persoonlijk vonden we het jammer dat er niet een kleine verwijzing gemaakt werd naar de oude muurschilderingen die er te zien waren, dat zou het bezoek nog vollediger maken.

Na de ontstaansgeschiedenis van het kunstwerk, een inkijk in het atelier en de mogelijkheid om met een pointer op je bril in te zoomen op enkele uitzonderlijke details van het schilderij, kregen wij nog enkele scenes extra gepresenteerd.
Het Lam Gods maakte de voorbije eeuwen een ongelofelijke reis en de verschillende panelen raakten verspreid. Zo namen de Franse revolutionairen het mee naar Parijs in 1794 en belandde het in de 19e eeuw in Berlijn. Pas in 1920 werden de 18 panelen herenigd in Gent. Tijdens de Eerste Wereldoorlog werd het ingemetseld in een huis om het te verbergen, tijdens de Tweede Wereldoorlog werd het door de nazi’s meegenomen en liet Hitler het samen met een massa andere kunstschatten verbergen in een zoutmijn in Oostenrijk waar het bijna opgeblazen werd. En dan is er natuurlijk ook nog de legendarisch diefstal van 2 panelen in 1934 waarvan er eentje, de rechtvaardige rechters, tot op vandaag nog niet werd teruggevonden.
Het volledig verhaal lees je op: https://visit.gent.be/nl/de-avonturen-van-het-lam-gods

Na de rondleiding in de crypte gaven we onze brillen terug en konden we verder doorlopen naar het meesterwerk zelf. Hiervoor liepen we door een nieuwe, moderne aanbouw van trappen en lift in glas, beton en koper, die je vanuit de crypte 2 niveaus hoger brengt. Op zich ook een knap staaltje architectuur vonden wij.

We keken ook nog even naar enkele moderne glasramen in de kathedraal verrassend mooi vond ik die.

We zagen een hele knappe reproductie van het paneel van de Rechtvaardige rechters, recent gemaakt door de Zottegemse kunstenaar Mark Van Crombrugge, die een betere kopie wou maken dan de huidige reproductie uit 1941. De techniek, de afmetingen en de details zijn dezelfde als het origineel en hij schilderde het ook met olieverf op eikenhout.

En dan was het tijd om Het Lam Gods zelf te zien, veilig in een geklimatiseerde glazen box, zo mooi mogelijk uitgelicht en zo opgesteld dat je ook even ‘aan de achterkant’ kan kijken om de ‘buitenzijde’ van het veelluik te zien zonder dat er nog iemand de luiken open of dicht moet klappen.

Het voelde als een vorm van luxe om daar slechts met zes personen te staan (en ja, alle tickets voor die dag waren verkocht, maar door corona liggen de toegelaten bezoekersaantallen een stuk lager dan normaal), zonder groepen buitenlandse toeristen, heel stil en rustig, zalig eigenlijk.

De helderheid van de kleuren was toch wel het eerste wat me opviel. De details van het kunstwerk kan je onmogelijk zien, zelfs wanneer je vlak bij het werk staat. Daarvoor is de rondleiding en de details van een aantal elementen op het schilderij waarover je via het hologram meer uitleg krijgt, een echte meerwaarde. Op zo’n moment besef je gewoon nog meer wat een uitzonderlijk kunstenaar Van Eyck geweest moet zijn en wat een huzarenstukje Het Lam Gods is. Voorwaar een prachtig stuk werelderfgoed waar we trots mogen op zijn.
Op iets meer dan een uur waren we rond maar we hebben oprecht genoten van ons bezoek. Ook Maya, die aanvankelijk beetje kritisch was en niet meteen stond te popelen om mee te gaan, moest toegeven dat ze het best wel interessant vond 😉

Zelf ook zin gekregen om eens een bezoek te brengen? Alle praktische info lees je op: https://www.sintbaafskathedraal.be/nl/lam-gods-ar-tour/

 

 

Het GUM – Gents Universiteitsmuseum

Het stond met stip in mijn agenda voor de officiële opening vorig jaar, maar daar stak Corona een dikke stok voor. In de kerstvakantie waren alle timeslots uitverkocht, maar in de krokusvakantie waren we gelukkig wel op tijd om een weekendbezoekje in te plannen aan het GUM.

Sinds oktober 2020 is Gent namelijk een nieuw museum rijker. Het gloednieuwe Gents Universiteitsmuseum staat midden in de Gentse Plantentuin, om de hoek van het MSK en het  S.M.A.K. Het GUM noemt zichzelf “een museum over wetenschap, onderzoek en kritisch denken, waar de bezoeker kan ontdekken dat wetenschap het resultaat is van vallen en opstaan, twijfel en verbeelding”. Forum voor wetenschap, twijfel en kunst luidt ook de ondertitel op de website.

Het gebouw waarin het GUM kwam, kreeg een grondige opknapbeurt en op één van de gevels kan je niet naast het kunstwerk van de wereldberoemde (Gentse!) street-artkunstenaar ROA kijken: een stapel skeletten van een olifant, een neushoorn, een grizzlybeer en een okapi. ROA liet zicht inspireren door de verhalen en de collectie van het GUM, die perfect aansluiten bij zijn liefde voor de dierlijke anatomie.

In het nieuwe wetenschapsmuseum duiken we in het brein van de wetenschapper. Welke uitdagingen komt zij of hij tegen? Hoe gaat zij of hij te werk? Welke ruimte is er voor verbeelding, twijfel en falen? En welke impact heeft dat alles op ons leven en denken? En natuurlijk, welke bijzondere objecten illustreren dit verhaal?

Als bezoeker wandel je door een waardevolle en uitzonderlijke collectie uit verschillende disciplines, van biologie tot archeologie, van psychologie tot geneeskunde. De collectie verwijst zowel naar de geschiedenis van de wetenschappen als naar hedendaags onderzoek, met een blik op de toekomst; ook de brug tussen wetenschap en kunst wordt onder de loep genomen.

Aan het eind van de 19de eeuw zochten experimentele psychologen naar manieren om hun onderzoeksresultaten in objectieve cijfers uit te drukken, naar analogie met de natuurkunde. Ze gebruikten daarvoor o.m. deze chronoscoop van Hipp. In wezen een elektronische stopwatch: hij kan zeer korte tijdsintervallen meten, tot een duizendste van een seconde. Dit toestel werd bv ingezet om de reactietijd te meten op zintuiglijke prikkels als pijn of geluid. (infofiche GUM)

Rechtstreeks de samenstelling van de zeebodem onderzoeken is bijna onbegonnen werk, maar met wat creativiteit kom je al een heel eind. In de tweede helft van de jaren 1990 ontwikkelde de vakgroep Mariene Geologie van de UGent de deeptowsparker. Het toestel wordt op grote diepte voortgetrokken en geeft krachtige elektrische ladingen af. Daardoor ontstaan geluidsgolven, die weerkaatst en vertrooid worden door de zeebodem. Een hydrofoon vangt de weerkaatsingen op. Op basis daarvan kan de samenstelling van de zeebodem bepaald worden. (infofiche GUM)

De Universiteit Gent beschikt over waardevolle en omvangrijke wetenschappelijke erfgoedcollecties (meer dan 400.000 objecten) uit alle mogelijke wetenschappelijke disciplines. Deze collecties ontstonden tijdens de 200-jarige geschiedenis van de universiteit en blijven groeien door het hedendaags wetenschappelijk onderzoek. Het GUM staat in voor het beheer van die collecties, brengt ze in kaart, toont ze aan het publiek en wil ze duurzaam bewaren voor toekomstige generaties onderzoekers, studenten en bezoekers.

Het museum heeft een a-typische opbouw, heel eclectisch en ook interactief. Overal staan er schermen die je uitnodigen om te luisteren naar wetenschappers en zelf deel te nemen aan testjes of digitaal op onderzoek te gaan in de collecties.

De combinatie van oude stukken met nieuwe inzichten en technieken sprak mij heel erg aan. Het historische (en nostalgische) maakt integraal deel uit van het geheel, het toont hoe nieuwsgierigheid mensen steeds tot onderzoek leidde en nieuwe inzichten heeft bijgebracht, hoe men vroeger met beperkte middelen toch kennis probeerde te delen, hoe schilderijen, tekeningen en maquettes vandaag steeds meer vervangen (of zeker aangevuld) worden door geavanceerde technieken en computermodellen die ervoor zorgen dat we vaak sneller en efficiënter nieuwe inzichten kunnen verwerven en theorieën uittesten.

De link tussen wetenschap en kunst wordt mooi geïllustreerd door de tijdelijke expo ‘Van Eyck in de Diepte. Frictie en harmonie door het oog van architecten en kunstenaars’.

Vanuit een architecturale bril worden de kunstwerken van Van Eyck in detail bekeken en geanalyseerd.

 

Een bezoekje aan het GUM is boeiend en verrassend, er is zoveel te zien, te lezen en te horen. Wees nieuwsgierig, kijk, lees en luister en probeer ook eens één (of meer) van de testen uit. Ze zetten je aan het denken en/of aan het twijfelen 😉

Alle praktische info lees je op de website van het GUM
‘Van Eyck in de Diepte’ werd verlegd tot 30 juni 2021. Deze expo kadert binnen het themajaar ‘OMG! Van Eyck was here’ dat eveneens verlengd wordt tot eind juni 2021.

Zolang er nog coronamaatregelen van kracht zijn, kan je het museum enkel bezoeken op reservatie. In de plantentuin kan je vrij wandelen, voor een bezoek aan de serres moet je ook een tijdsblok reserveren.

Kleureyck

Het was al maanden geleden (van oudejaar eigenlijk) dat we nog eens samen afgesproken hadden, maar eindelijk was het toch zover: samen met de vrienden een Gents museum bezoeken en vervolgens iets eten.
We kozen voor Kleureyck in het Designmuseum en ik bestelde onze tickets online (ook al is het gratis als Gentenaar op zondagvoormiddag, als gevolg van de coronacrisis moet iedereen online, in een bepaalde timeslot, de nodige tickets bestellen maar dat loopt allemaal super vlot dus is eigenlijk niet zo erg).

Kleureyck is “een tentoonstelling over vernieuwend en divers kleurgebruik, waarin heden en verleden met elkaar worden verbonden” zo vertelt de online info mij. Het uitgangspunt van de tentoonstelling is het bijzondere kleurgebruik van Jan van Eyck, dat na de restauratie van Het Lam Gods opnieuw ten volle zichtbaar werd. Het kleurgebruik van de schilder vormt het uitgangspunt voor een selectie designers die een affiniteit hebben met kleur.

Wij zijn alvast benieuwd en schuiven iets na tien uur netjes aan in de rij, ontsmetten onze handen, laten onze tickets scannen en krijgen te horen dat we voor meer info de QR-code kunnen scannen op onze smartphone om zo alle informatie over de tentoonstelling te lezen. De weliswaar vriendelijke museumbediende blijkt vrij formeel, hij deelt duidelijk liever geen papieren waaier uit om in het museum te gebruiken aan mensen in het bezit van een smartphone. We besluiten er geen punt van te maken en volgen de pijlen die ons doorheen het museum zullen voeren.

We starten (en eindigen) via een aantal historische salons van Hotel de Coninck die omgevormd werden tot ‘experience rooms’ waarvoor hedendaagse designers worden uitgenodigd om een project te tonen of een werk te creëren binnen het thema kleur en zintuigen. (Door de coronamaatregelen kan helaas niet alles ervaren worden zoals het origineel voorzien was, altijd een beetje jammer natuurlijk want dingen kunnen aanraken maakt het zeker voor kinderen maar ook voor volwassenen soms net nog dat beetje leuker of interessanter).

Al in de tweede kamer worden we uitgenodigd om een gekleurd stukje steen te nemen, een QR-code in te scannen en ons stukje steen (dat we nadien mogen meenemen naar huis) deel te laten worden van een groter digitaal geheel. Op zich leuk maar het feit dat ik hiervoor online toch wel wat gegevens moest invoeren, deden mij vrij snel afhaken (zou ik te oud worden voor dat soort dingen of ben ik gewoon het vele inloggen en aanmelden een beetje moe, ‘t zou kunnen).

De tentoonstelling is opgevat als een wandeling doorheen de zeven hoofdkleuren die Jan van Eyck en zijn tijdgenoten gebruikten en waarbij kennis, inspiratie en mystiek de onderlagen zijn. In verschillende kleuropstellingen worden projecten tentoongesteld van designers uit meerdere ontwerpgebieden (productontwerp, crafts, textielontwerp, grafisch ontwerp, juweelontwerp, architectuur,…). Sommige designers werken vooral vanuit een onderzoeksmatige benadering van kleur,  Anderen zijn meer geïnteresseerd in kleur en perceptie, of de invloed van kleur in een ruimtelijke context.

In de tentoonstellingsruimtes staat (helaas) niets van informatie op de muren of pancartes zoals we het eigenlijk gewoon zijn. Alle info over de tentoongestelde werken lees je online maar dat vind ik niet zo handig omdat ik mijn telefoon wil gebruiken om foto’s te maken en ik ook geen zin heb om de hele tijd op mijn scherm te zitten lezen. Ik besluit dan maar gewoon te kijken naar de dingen die ik zie en de indrukken op te nemen zoals ze op mij afkomen, zonder verdere uitleg.

Onderweg zie ik enkele papieren waaiers liggen met informatie: op zich zijn ze origineel vormgegeven (geïnspireerd op de kleurenwaaiers die je kan vinden bij verfwinkels: lange stroken die onderaan vast zitten met een pennetje waardoor je ze als een waaier kan openvouwen) maar ze zijn vrij groot en ze liggen me op de een of andere manier niet gemakkelijk in de hand. Ik blijf dus toch maar gewoon kijken naar de voorwerpen die ik zie zonder verdere uitleg of toelichting te lezen. Ik besef dat ik daardoor dingen mis maar dan is dan maar zo, soms is gewoon naar dingen kijken die je mooi vindt goed genoeg 😉

We lopen ook nog even naar de bovenverdieping om nog eens een kijkje te nemen in de vaste collectie waar ik toch ook wel bepaalde kleurenlinken zie met de tijdelijke tentoonstelling 😉

Iets sneller dan verwacht, minder dan 1,5u later, zijn we rond (op de website staat om het bezoek te beperken tot 1,5u dus daarin zijn we zeker geslaagd). We hebben zeker heel wat mooie stukken gezien maar blijkbaar was ik niet de enige die het gevoel had ergens een beetje ontgoocheld of misschien eerder ‘onvoldaan’ te zijn.
Lag het aan de corona-omstandigheden (en het feit dat we de hele tijd met een mondmasker moesten rondlopen en regelmatig onze handen ontsmetten), lag het aan het ontbreken van informatie in de tentoonstelling zelf (op de muren of pancartes) en de overschakeling naar vooral digitale informatiedeling of was het nog iets anders, ik kan er niet direct de vinger op leggen maar het leek alsof we iets misten.
Blij dat ik eindelijk mijn favoriete Gentse museum terug zag maar iets minder enthousiast dan anders dus, kan gebeuren.

 

 

Het museum is op dit moment enkel open voor een bezoek individueel of met je gezin of bubbel. Reserveer je ticket vooraf op www.designmuseumgent.be/tickets. Dat is de enige manier om het museum te bezoeken.