Nog een postje over onze zomervakantie (langzaam maar zeker raken de teksten geschreven en de foto’s geselecteerd).
Ons hotel in de Dordogne had uitzicht op 3 kastelen in de omgeving, eentje daarvan was het kasteel van Beynac. We gingen er eens een avond langs de Dordogne wandelen en een hapje eten maar uiteraard brachten we het dorpje en het kasteel zelf ook een bezoek.
Beynac is beslist een bezoek waard wanneer je in de Périgord Noir bent. Het kasteel uit de 12e eeuw is een van de best bewaarde en meest authentieke in de regio en biedt een adembenemend uitzicht op de vallei van de 5 kastelen en de rivier de Dordogne. Het dorp straalt nog heel wat authenticiteit uit en is zeker een wandeling waard, maar hou er rekening mee dat je op sommige stukken vrij stevig moet klimmen.
De oorsprong van Beynac is niet middeleeuws maar ouder, er zijn sporen die teruggaan tot 2000 voor Christus. Het kasteel, waarschijnlijk bestemd om over de Dordogne te waken, bestond al in de 9e eeuw. Ten tijde van de Honderdjarige Oorlog was het fort van Beynac een van de bolwerken van de Fransen. De Dordogne diende toen als grens tussen Frankrijk en Engeland; het kasteel van Castelnaud was in handen van de Engelsen.
Het kasteel ligt op een 150m hoge rots boven het dorp en werd gebouwd in de 12de eeuw door de baronnen van Beynac. Het kasteel van Castelnaud, dat aan de andere kant van de rivier ligt en dat we in 2015 bezochten, is vanaf het terras goed te zien.
Het kasteel was al regelmatig het decor van films: Revenge of the Musketiers Bertrand Tavernier in 1994, The Visitors II (Corridors of Time) van Jean-Marie Poiré in 1997, Jeanne d’Arc door Luc Besson 1999.