Tag Archives: Dordogne2020

La Roque Gageac

Een laatste stukje over onze reis naar de Dordogne gaat over La Roque Gageac, in de buurt van Domme en Sarlat-la-Canéda. Het dorp behoort tot Les Plus Beaux Villages de France. Het langgerekte dorp bestaat voornamelijk uit een hoofdstraat met huizen die voor de hoge rotswand zijn gebouwd.

Langs de klif bloeit een verbazingwekkende exotische tuin met palmbomen, bananenbomen, agaves, vijgenbomen, cactussen, bamboe… (helaas gesloten wegens corona). 

Het dorp en de omgeving kennen al een lange geschiedenis. Er zijn verschillende voorwerpen gevonden die er op duiden dat de omgeving al in de prehistorie bewoond was. Ook zijn er resten van een heirbaan en een Romeinse villa gevonden. Door de eeuwen heen werd de regio bedreigd door invallen van de Noormannen. Tijdens deze periode van dreiging schuilden de inwoners in het fort dat in de hoge rots was uitgehouwen. De bouw van dit fort begon al in de twaalfde eeuw. Tot aan de zeventiende eeuw werd het fort alsmaar verbeterd, voordat het in de achttiende eeuw ontmanteld werd. Omdat dit fort volledig in de hoge rots werd gebouwd, was het bijna niet te veroveren.

In de middeleeuwen was La Roque-Gageac een bruisende en welvarende plek, de rivier Dordogne was een van de belangrijkste handelsroutes in de regio.

We wandelden door de schilderachtige straatjes, maakten uiteraard de nodige foto’s, kochten zowaar een vakantiesouvenir in de vorm van een kledingstuk voor M. (aka een linnen hemd bij een lokale handelaar met ook een winkel in Monpazier, ons wel bekend van een eerder bezoek aan deze mooie streek). Niet de eerste keer trouwens dat we op vakantie een uitbreiding van de garderobe voor de wederhelft doen, zijn zomerhoed kochten we ooit ook op vakantie in Frankrijk 😉

Domme

In de Dordogne liggen heel wat mooie stadjes en dorpen om te bezoeken, Monpazier, Bergerac, PérigeuxRocamadour en Sarlat om er maar enkele op te sommen waar we eerder op verkenning gingen.

Domme is een oud vestingstadje met een ommuurde vesting, boven op een berg langs de rivier de Dordogne. Het ligt in de Périgord Noir, vlak bij Sarlat, aan de grens met het departement Lot. Met de wagen parkeer je buiten het centrum want het stadje zelf heeft vooral smalle straatjes en heel weinig parkeerplaats, aan de rand is er echter voldoende ruimte.

Domme is erg in trek bij toeristen, het is dan ook een mooie plek met prachtige uitzichten. Wie wil, kan met een treintje door het stadje rijden maar wij wandelen liever op eigen tempo en waar ons kaartje ons brengt. In het centrum, vlak aan de toeristische dienst, kan je ook een ondergrondse grot bezoeken maar we besluiten bovengronds te blijven en vooral van de uitzichten te genieten.

Wij liepen even door de drukkere winkelstraat, maar wandelden dan vooral door de rustiger straatjes en genoten van de omgeving en het uitzicht.

Domme is een is vestingstad of bastide die door Filips de Stoute in 1281 werd gesticht op een strategische plek. Bij Domme is dat ook zo: op een berg en direct aan de rivier de Dordogne. Om de opmars van de Engelsen tegen te houden, heeft Filips hier een kasteel gebouwd. De muur van de stad is voor een groot deel bewaard gebleven en heeft drie poorten: de Porte del Bos, de Porte des Tours en de Porte de la Combe.
In deze poorten werden rond 1310, op bevel van Filips de Schone, de Tempeliers gevangen gehouden. De Tempeliers maakten gebruik van een codesysteem om met elkaar te communiceren. Deze codes zijn nog steeds te zien op de muren van de torens.

Domme was tot in de zeventiende eeuw een welvarende stad met mooie huizen en gebouwen. Na het verdwijnen van de welvaart zijn er weinig huizen meer bij gebouwd. Dat heeft er juist voor gezorgd dat Domme zijn historische karakter heeft behouden.

Voorwaar de moeite van een bezoekje waard.

Chateau des Milandes – Josephine Baker

Tijdens onze zomervakantie in de Dordogne bezochten we ook een kasteel van een ‘ander kaliber’, het Chateau des Milandes, beroemd (of berucht?) omwille van een bijzondere bewoonster/eigenares, Josephine Baker. Het levensverhaal van deze dame is heel bijzonder en zoveel meer dan het variétémeisje met het bananenrokje waarmee ze in de hele wereld bekend werd. Van straatarm naar erg rijk en terug naar niets, van onbeduidend naar wereldberoemd, invloedrijk en oorlogsheld en ook terug naar af,  van eenzaam kind naar moeder van vele (pleeg)kinderen, van ongeluk naar liefde etc…

Het renaissancekasteel werd origineel gebouwd in 1489 door François de Caumont, heer van Castelnaud. De lambrisering, de grote glas in lood ramen, maar ook de  Art deco badkamers dragen bij tot de esthetische charme van het kasteel.
De huidige eigenaars proberen zoveel mogelijk het kasteel en de erfenis van Josephine Baker te bewaren en in ere te herstellen. In het kasteel zelf mogen echter geen foto’s gemaakt worden, u zal me dus op mijn woord moeten geloven dat het interieur echt wel de moeite loont!

De huidige tuin is ontworpen door Jules Vacherot, een grote landschapsarchitect van de 20e eeuw. Het is een typische Franse tuin die zich uitstrekt over verschillende terrassen met fonteinen, buxus, magnolia’s van meer dan 100 jaar oud, gazons en bloemperken.  De tuin is geklasseerd als een historisch monument en heeft enkele verrassende en speelse elementen. Ook voor de kinderen valt er wel een en ander te beleven 🙂

Alle praktische informatie lees je op www.milandes.com

O ja, nog vergeten te vermelden dat je er ook lekker kan eten in het restaurant op de site voor een redelijke prijs 🙂

Beynac-et-Cazenac

Nog een postje over onze zomervakantie (langzaam maar zeker raken de teksten geschreven en de foto’s geselecteerd).
Ons hotel in de Dordogne had uitzicht op 3 kastelen in de omgeving, eentje daarvan was het kasteel van Beynac. We gingen er eens een avond langs de Dordogne wandelen en een hapje eten maar uiteraard brachten we het dorpje en het kasteel zelf ook een bezoek.

Beynac is beslist een bezoek waard wanneer je in de Périgord Noir bent. Het kasteel uit de 12e eeuw is een van de best bewaarde en meest authentieke in de regio en biedt een adembenemend uitzicht op de vallei van de 5 kastelen en de rivier de Dordogne. Het dorp straalt nog heel wat authenticiteit uit en is zeker een wandeling waard, maar hou er rekening mee dat je op sommige stukken vrij stevig moet klimmen.

De oorsprong van Beynac is niet middeleeuws maar ouder, er zijn sporen die teruggaan tot 2000 voor Christus. Het kasteel, waarschijnlijk bestemd om over de Dordogne te waken, bestond al in de 9e eeuw. Ten tijde van de Honderdjarige Oorlog was het fort van Beynac een van de bolwerken van de Fransen. De Dordogne diende toen als grens tussen Frankrijk en Engeland; het kasteel van Castelnaud was in handen van de Engelsen.

Het kasteel ligt op een 150m hoge rots boven het dorp en werd gebouwd in de 12de eeuw door de baronnen van Beynac. Het kasteel van Castelnaud, dat aan de andere kant van de rivier ligt en dat we in 2015 bezochten, is vanaf het terras goed te zien.

Het kasteel was al regelmatig het decor van films: Revenge of the Musketiers Bertrand Tavernier in 1994, The Visitors II (Corridors of Time) van Jean-Marie Poiré in 1997, Jeanne d’Arc door Luc Besson 1999.

Maison forte de Reignac

Tijdens onze zomervakantie in de Dordogne bezocht we een vrij uniek monument, het maison forte in Reignac. Het is uniek in zijn soort, een château falaise troglodytique , een versterkte woning/kasteel, volledig uitgehakt in de rotsen van een klif.

Je moet even klimmen om de ingang te bereiken. Er hing ook een bizar berichtje op het pad: dat bezoekers honden aan de leiband moesten houden om de katten in de tuin niet op te schrikken (geen katten, en eigenlijk ook niet echt een tuin gezien)?

Het gebouw is veel groter dan je zou denken wanneer je er van buitenaf naar kijkt. De gevel zit ingebed in de klif en verbergt indrukwekkende ondergrondse en enkele behoorlijk luchtige kamers: een grote salle d’honneur, een wapenkamer, een eetkamer, een keuken, verschillende (slaap)kamers, een kapel, een kerker, kelders…

Via trappen en ladders komen we van de ene ruimte in de andere en leren/lezen er over de geschiedenis van het gebouw en de streek. Het is niet altijd even evident om de nodige afstand te bewaren in coronatijden (vooral wanneer enkele mensen op hun stappen terugkeren voor een sanitaire stop) maar we houden onze mondmaskers op en volgen netjes de aangeduide route.

Op het einde van onze toer kunnen we nog een bezoek brengen aan een tentoonstelling over het thema ‘marteling door de eeuwen heen’. Een verzameling van meer dan 60 authentiek martelinstrumenten, voor de uitvoering van de doodstraf op de meest gruwelijke manieren (niet voor gevoelige zielen; aan de ingang hangt trouwens een bordje dat jonge kinderen beter buiten blijven).
Enerzijds fascinerend (vooral de oude prenten en de hallucinante redeneringen die blijkbaar aanleiding gaven tot bepaalde praktijken), maar tegelijk ook heel gruwelijk en pijnlijk om vast te stellen dat ook vandaag de dag bepaalde technieken nog steeds worden toegepast. Het doel van de tentoonstelling is dan ook het publiek bewust te maken van de huidige martelpraktijken in de wereld. Maya ging gauw weer naar buiten en keek liever een beetje rond in de souvenirshop.

Een bezoekje aan deze bijzonder plek is zeker de moeite waard! Sommige beweren zelfs dat er op deze plek nog geesten rondwaren.