All posts by Els seghers

Stockholm part 3

Dag 3 van onze citytrip in april startte opnieuw koud, maar meteen zonnig. Ideaal dus om de stad te voet te verkennen na een uitgebreid ontbijt.

Vandaag terug een museumbezoek in de voormiddag, meer bepaald het ABBA-museum, en de rest van de dag vooral genieten van de buitenlucht en de zon. Volgens de website moet je hier altijd je tickets vooraf kopen, maar dat lukte dus nog de avond voordien. Deze keer moesten we ook een tijdslot aangeven (op die manier blijft het bezoekersaantal gecontroleerd en de bezoekerservaring gegarandeerd; ik kan daar mee leven, zeker omdat we nog de avond vooraf konden boeken al zal dat niet altijd zo last minute kunnen natuurlijk en dan vraagt het iets meer planning en organisatie). Dit museum ligt in de buurt van Vasa, waar ik eerder al over schreef. Je kan ze dus ook gemakkelijk op één dag combineren, ideaal wanneer het slechter weer is 😉

Het ABBA-museum is nog een jonge telg in museumland, het is amper 10 jaar oud. Je krijgt er het verhaal te zien en horen van de vier bekende leden: hoe ze elkaar ontmoetten, gingen samenwerken, hoe hun carrière liep enz. Je krijgt als bezoeker een heuse inkijk in hun leven en wereld. Er werd zelfs een stuk van de Polar Studio en van hun zomerhuis tot in de kleinste details nagebouwd.

De echte fans (of de durvers?) krijgen de kans om mee te dansen op het virtuele podium of een stukje van je favoriete ABBA-lied zingen in een opnamebox. Wie in het hokje meezingt, beseft het misschien niet altijd (of trekt het zich niet aan), maar de andere bezoekers in de directe omgeving kunnen meeluisteren en laat ik zeggen dat ‘niet elke kandidaat met evenveel zangtalent gezegend is’. Wil je jouw ABBA-kennis testen, doe dan mee aan een kleine quiz en kies op één van de schermen uit drie moeilijkheidsgraden (en neen, het is echt niet zo eenvoudig). Je vindt er ook een uitgebreide collectie (gouden) platen, prijzen, poppen en andere merchandising en outfits (sommige lichtjes verkleurd, maar het zijn wel degelijk de originele stukken).

In het museum staat dé telefoon uit ‘Ring ring‘. Als deze telefoon zou rinkelen terwijl je er bent, zeker opnemen! De enigen die het telefoonnummer kennen zijn namelijk Benny, Björn, Agnetha en Frida. En neen, wij hoorden hem niet bellen, maar dat zou wel degelijk al gebeurd zijn.

Recent is er op het eind een nieuw stuk toegevoegd aan de tentoonstelling waar de projecten na de ABBA-tijd aandacht krijgen, zoals de verschillende musicals (over ABBA en andere) geschreven door Björn en Benny en enkele soloprojecten van de Agnetha en Frida. En uiteraard is er ook info over ABBA The Voyage, de befaamde hologramshow. Vanaf 7 mei 2023 loopt er trouwens naar aanleiding van de tiende verjaardag van het museum een gloednieuwe tentoonstelling over ABBA Voyage (zie persbericht voor meer info).

Eén ding is zeker: in dit museum loopt je gegarandeerd minstens te neuriën en kom je goedgezind buiten 🙂

Alle praktische info en meer lees je op de site van het museum.

Na ons museumbezoek is het echter tijd om buiten verder op verkenning te gaan. En ook daarvoor zitten we op een ideaal stukje Stockholm. Djurgården is een heel groen eiland en het op een na grootste van de 14 eilanden van Stockholm, vroeger was het het jachtdomein van de koninklijke familie, nu mag iedereen er komen genieten en dat gebeurt ook volop.

Onder het motto ‘go where the locals go’ liet ik me opnieuw inspireren door de blog van Take me to Sweden waar Heidi je meer vertelt over één van de favorieten van de Stockolmers. Rosendals Trädgård is een zowel een tuincentrum als een horecazaak, een bakkerij, een pluktuin …   Je kan er terecht voor slaatjes, broodjes, soep en fika. Ze gebruiken uitsluitend organische en biologische ingrediënten en serveren zoveel mogelijk zaken uit eigen tuin. Op zonnige dagen is het er erg druk en dat klopt, alle stoeltjes en bankjes buiten zijn bezet en er staat een hele lange rij aan te schuiven voor een hapje of drankje. (Meer lezen? Dat kan op https://www.rosendalstradgard.se/ of op de blog van Takemetosweden).

We piepen nog even binnen in de serre die ingericht is als tuincentrum, maar besluiten dan toch gewoon verder te wandelen wegens iets te druk naar onze zin. In de zomer is het hier ongetwijfeld nog leuker wanneer de tuinen vol groente en bloemen staan en je ook in de grasvelden kan picknicken. Nu ligt er nog sneeuw en ijs, dus in de grasvelden zitten is niet meteen een optie. Maar we genieten best van het winters landschap en spotten zowel reetjes als een eekhoorn terwijl we verder wandelen.

Aan een kleine kiosk houden we halt voor een koffie/thee en een kanelbullar. De Zweedse hotdog of korv laten we aan ons voorbijgaan, maar het broodje is duidelijk populair.

Omdat we nog voldoende tijd hebben, besluiten we nog een extra lusje op Skeppsholmen te maken, een klein eilandje waar ook nog enkele musea liggen: Arkdes en Modernamuseet. De beelden in de tuin voor het museum trekken meteen de aandacht.

Omdat het al vrij laat in de namiddag is, besluiten we de volgende dag terug te komen om beide musea te bezoeken, maar doen we wel nog even van fika, al was het maar omdat de bar in de inkomhal best gezellig is (en de oudere barman erg grappig is en zo nu en dan zijn koffiekopjes rondgooit alsof hij Zweedse imitatie van Tom Cruise in Cocktail is). Deze keer gaan we voor koffie/thee en Chokladbollar, een andere Zweedse lekkernij.

Daarna trekken we terug verder door de stad en gaan langzamerhand op zoek naar een plekje voor het avondmaal. Nadat we even van de voorziene route afwijken (afslag gemist) belanden we bij toeval in Upplandsgatan waar we Cravings Kitchen ontdekken. De menukaart aan de deur ziet er aantrekkelijk uit, er blijkt nog een tafeltje vrij en dus is het snel beslist: hier gaan we eten. De formule van foodsharing maakt dat we verschillende gerechtjes van de menukaart kunnen kiezen en het smaakt ons zeer. De schoteltjes zijn mooi gepresenteerd en het eten is erg lekker, we genieten! We laten ons nog verleiden tot een dessertje, o.a. omdat er eentje op de kaart staat waar we nog nooit van gehoord hebben, Naima, en dat als omschrijving ‘vegan en dessert van de toekomst’ meekrijgt van de dame die ons bedient. Het dessert beschrijven is moeilijk: het was zacht en fluwelig en we kunnen het niet meteen met iets vergelijken, maar het was wel lekker :p

Voldaan van onze dag en ons avondmaal keren we andermaal tevreden terug naar ons hotel en ons bed.

 

 

 

Stockholm part 2

Dag 2 in Stockholm: na een goede nachtrust starten we de dag met een stevig ontbijt. Buiten is het op dat moment nog aan het vriezen en voorlopig ook nog bewolkt, maar er is beterschap op komst. We zorgen voor een extra warme outfit, met o.a. een laagje thermisch ondergoed, intussen ook bij ons veel meer standaard sinds de energiecrisis en de lage kantoortemperaturen de voorbije winter 😉

We hebben een bezoek aan Vasa op onze dagplanning staan en kiezen voor een wandeling i.p.v. het openbaar vervoer om daar te komen, ideaal wat ons betreft om zo de stad nog wat verder te ontdekken.

We lopen duidelijk door een mooie buurt en langs de winkels van de duurdere merken. We blijven echter buiten en genieten vooral van de gevels, de etalages en het uitzicht. Het blijft ook uitkijken waar we onze voeten zetten, want de sneeuw en het ijs zijn zeker nog niet verdwenen.

Het Vasamuseum ligt op Djurgården en kan je niet missen, het is immers heel herkenbaar met de masten door het dak. Het hele museum draait rond de Vasa, het enige (oorlogs)schip uit de 17de eeuw dat nog bestaat. De Vasa kapseisde en zonk in 1628 op zijn eerste tocht! Na 333 jaar op de bodem van de zee werd het enorme oorlogsschip geborgen (vanaf eind 1957) en stuk voor stuk gerestaureerd. De Vasa bestaat voor 98 procent uit originele onderdelen (ruim 14.000 losse houten onderdelen alleen al) en honderden uit hout gesneden sculpturen en is uniek in de wereld. In 1987 startte de bouw van het museum dat letterlijk rond het schip gebouwd is gebouwd. In 1990 gingen de deuren van het maritiem museum open voor het publiek.

We hebben onze tickets de avond voordien nog online gekocht om lange wachtrijen te vermijden (wordt ook aangeraden), maar die zijn er op dit moment niet. Wellicht zitten de weekdag en het feit dat het nog geen paasvakantie is daar voor iets tussen. We vinden dat absoluut niet erg, wel integendeel. Verschillende musea kennen hier trouwens een winter- en zomerprijs, van oktober tot en met april betaal je een beetje minder voor jouw toegangsticket, leuk meegenomen.

 

We wandelen op ons gemak door het museum en hebben alle ruimte om het indrukwekkende gerestaureerde wrak te bekijken. Onderzoekers hebben al heel wat geleerd over het leven en de technieken van die tijd en nog steeds wordt er onderzoek gedaan naar de beste manier om het schip te bewaren. Wanneer je in de zomer komt, voorzie je best een extra truitje, in het museum ligt de temperatuur permanent tussen de 18 en 20 °C om de Vasa zo goed mogelijk te kunnen conserveren.

Wanneer we het museum terug verlaten, hebben de wolken al deels plaats gemaakt voor de zon en blauwe lucht waardoor alles er meteen wat mooier uit ziet en we enkele foto’s opnieuw maken (waar is de tijd van het filmrolletje waarbij je vooraf ernstig nadacht over elk beeld dat je wel of niet ging schieten)


Stockholm is gebouwd op 14 eilanden die met meer dan 50 bruggen verbonden zijn. Je hebt het vaak niet eens door dat je plots op een ander eilandje staat, met mijn gebrek aan oriëntatie probeer ik het dan ook niet bij te houden 😉
Langs de kade is het genieten van het zonnetje, het water en de statige gebouwen. Aan het water zien we Tivoli (nu heet dat blijkbaar Gröna Lund) liggen – een pretpark dat de deuren openden in 1883 en nog steeds bestaat en waar ook heel wat concerten gegeven worden – maar dat gaan we niet bezoeken.

Na het beroemdste museum van Stockholm besluiten we door te wandelen naar Gamla Stan, het historische (en meest toeristische) centrum van de stad, omdat het daar in het weekend doorgaans een stuk drukker is en we dat nu wat kunnen vermijden.

We steken een brug over en gaan eerst een kijkje nemen aan het koninklijk paleis. Omdat we nog in het winterseizoen zijn, is de wissel van de wacht beperkt tot woensdag, zaterdag en zondag, daar hadden we even niet op gelet. Het kasteel behoort tot de grootste van Europa, maar omdat het zonnetje intussen heerlijk schijnt, besluiten we toch vooral om buiten te blijven en kopen we geen ticket voor een bezoek.

Wat doe je als toerist toch altijd even? Een kijkje nemen waar je misschien wel een leuk cadeautje zou kunnen scoren. De kleurrijke huisjes op Stortorget zijn wellicht bij de meest gefotografeerde van Stockholm, ook wij kunnen er niet aan weerstaan.

Ons oog valt op een winkeltje met dalarnapaardjes (ofte dalahäst, häst is paard in het Zweeds) in de etalage, er is zelfs een klein museum in en je vindt er exemplaren gemaakt door kunstenaars. Heel mooi, maar toch wat prijzig en dus laten we de paardjes voor wat ze zijn. Even verder zit nog een fijn winkeltje met een heel vriendelijke dame waar ik enkele leuke sokken koop en een koffiemok. Spulletjes die we zeker zullen gebruiken en een fijne herinnering zullen oproepen.

Intussen is ons uitgebreid ontbijt verteerd en hebben we wel zin in fika (de Zweedse variant van koffiepauze of teatime). Aan plekjes waar je terecht kan voor fika geen gebrek trouwens. We besluiten Grillska Huset binnen te gaan, vooral omdat het er authentiek uit ziet (en geen toeristenval). Het koffiehuis + bakkerij heeft geen vrije zitjes meer, maar in het aanpalende restaurant kunnen we ook terecht voor fika. Binnen voelt het meteen goed aan: een mooi aanbod, gezellig ingericht, ruime porties, … hier zou ik met plezier ook komen lunchen. Er blijkt ook een sociaal luik aan verbonden Grilska Huset in de vorm van een tewerkstellingsproject waardoor ik het nog fijner vind dat we er net dit plekje hebben uitgekozen.
Ik ga voor koffie, mijn zus voor thee en uiteraard hoort daar een Zweeds gebakje bij. Ik kies voor een overheerlijke kardemonbullar (ik had er gisteren al eentje gekocht ‘on the go’ bij Fabrique, een ambachtelijke bakkerij met verschillende winkels in Stockholm en verder), mijn zus gaat voor een semla, een bol met amandelspijs en room. De semla wordt traditioneel alleen de dinsdag zeven weken voor Pasen gegeten, maar tegenwoordig worden ze (vooral?) tussen Kerst en Pasen verkocht.

Na een deugddoende pauze gaan we vervolgens we op zoek naar het kleinste beeldje van Stockholm: Järnpojken of het IJzeren Jongetje. Ik las er over op de blog Take me to Sweden waar je trouwens massa’s tips vindt voor een bezoek aan Zweden (suggesties voor verblijf, eetadresjes, besprekingen van musea, hoe je verplaatsen, … you name it and she has written about it).
Het was even zoeken, maar we hebben het uiteindelijk gevonden en ja, het is echt een héél klein beeldje van amper 15 cm hoog en het staat gewoon op de grond dus je kan er letterlijk gemakkelijk overheen kijken. De naam van het beeld is officieel ‘De jongen die naar de maan kijkt’ of ‘Pojken som tittar på månen’ in het Zweeds. Het is gemaakt door de Zweed Liss Eriksson. Soms draagt het een mutsje of sjaaltje, maar die dag niet.

Daarna wandelen we nog een beetje verder doorheen de stad, maken nog wat sfeerfoto’s en gaan langzamerhand op zoek naar een plek om iets te eten. In Östermalm kwamen o.a. langs een mooie foodhal waar we sowieso even binnen liepen. De food hall bestaat al sinds 1888 en heropende in 2020 na een jarenlange renovatie. Ik las achteraf dat de plek in de top 10 staat van beste food halls wereldwijd en één van de favoriete plekken van Jamie Oliver is in Stockholm.

We overwegen even om daar iets te eten, maar het is er al vrij druk en toch ook wel wat prijzig dus we besluiten nog even verder te kijken. Het is wel het moment voor een sanitaire stop en net zoals in de moderne food hall gisterenavond hebben de toiletten hier een betaalslot; je leest het goed: je scant je bankkaart, betaalt en pas dan gaat de deur open. Ik had er wel al van gehoord, maar het was toch even verrassend wanneer je er voor het eerst zelf mee wordt geconfronteerd. Het is ietwat onhandig wanneer je vrij dringend naar het toilet moet en de lezer je kaart niet accepteert, maar voor de rest wel goed gezien natuurlijk (al heb je met een echte toiletdame of -heer wel nog iets meer zekerheid op een net toilet en de beschikbaarheid van toiletpapier).

Op vrijdagavond wordt er duidelijk meer buitenshuis gegeten waardoor onze zoektocht naar een eetplek iets langer duurt dan ingeschat. Veel leuke restaurantjes blijken al volzet en andere serveren dan weer iets waar we niet zoveel zin in hebben op dat moment (we vinden het bv niet echt het weer om sushi te eten). Omdat het intussen alweer een pak kouder is en we wel honger krijgen, besluiten we het bij een burger te houden in Jensens Böfhus. Het is er vrij rustig en de bediening vriendelijk. Het eten is OK, zij het niet heel bijzonder, maar we zijn blij dat we onze voeten onder tafel kunnen steken. Bij de betaling hier kan ik kiezen om in kronen of euro te betalen, de enige keer dat ik die optie kreeg trouwens en dat is dan wel weer fijn meegenomen want hierdoor komen er geen transactiekosten bij die anders wel standaard bij elke betaling door de bank worden aangerekend.

En dan is dag twee voorbij en is het tijd om ons beddeke op te zoeken 😉

Stockholm part 1

Met enkele jaren vertraging – blame corona – ging ik vorige maand eindelijk met mijn jongste zus op citytrip naar Stockholm naar aanleiding van haar verjaardag met een nieuw cijfertje. Zij had mij, voor dezelfde gelegenheid aan mijn kant, getrakteerd op een tripje naar Berlijn waar ik nog altijd met veel genoegen aan terugdenk.

Het voordeel van de vertraging was dat ik wat langer Zweeds kon oefenen via Duolingo 😉 Niet dat ik nu meteen vol vertrouwen de Zweden in eigen taal te woord kon staan, maar ik begreep toch net voldoende om verschillende woorden te herkennen en eenvoudige gesprekjes te volgen en dat vond ik wel zo handig. Je kan echter zowat overal goed terecht wanneer je Engels spreekt (Engelstalige films en series worden er gewoon ondertiteld in het Zweeds, net zoals bij ons in het Nederlands, ipv te dubben waardoor je het Engels blijft horen wat de kennis van de taal alleen maar versterkt en zo kan je als buitenlandse gast ook perfect een film of een serie bekijken en volgen in je hotelkamer, ook mooi meegenomen).

Wij vlogen met Brussels Airlines en op een kleine vertraging bij vertrek vanuit Zaventem na, verliep alles verder vlekkeloos. BA vliegt op Bromma, een kleine luchthaven, dicht bij de stad, die eerder voor binnenlandse vluchten wordt gebruikt. We wandelden van het vliegtuig op enkele minuten naar het luchthavengebouw met slechts twee transportbanden voor de bagage, die we dan ook erg snel in ontvangst konden nemen.  Een ritje met de bus van Flygbussarna brengt je op amper 20 minuten naar het centrum van de stad. Je kan een biljet kopen aan de automaat, maar ook online (en dat is iets voordeliger, maar dan moet de app wel werken natuurlijk).

 Enkele dagen voordien had het nog gesneeuwd, maar de luchthaven lag er volledig sneeuwvrij bij. Idem wat de straten in Stockholm betreft, de voetpaden waren echter een ander verhaal want die lagen op verschillende plaatsen nog erg glad en dus was het toch wel opletten geblazen (enkele keren geglibberd, maar gelukkig nooit gevallen).
Nadat we hadden ingecheckt in ons hotel, besloten we meteen op verkenning te gaan in de stad. Ook al was het best koud, het was droog en we hadden ons voorzien op warme kledij.

We gingen eerst eens een kijkje nemen in de kerk waarvan we de toren zagen vanuit onze hotelkamer. Het bleek een kerk te zijn met een columbarium in/onder het gebouw, best bijzonder. Verder ook wel mooi qua interieur, voor wie van de stijl houdt natuurlijk 😉 

We gebruikten de reisgids van Time to momo om de stad te verkennen aan de hand van de verschillende wandelroutes die ons door telkens een ander stukje van Stockholm zouden voeren. De kortste route is nog geen 4 km, de langste 12 km en je kan vrij gemakkelijk (stukjes van) routes combineren. Wandelen is m.i. sowieso een heel handige manier om een stad te leren kennen (en gemakkelijk foto’s te kunnen maken) en de weersvoorspellingen zagen er goed uit om dat volop te kunnen doen.

Grijze wolken, maar de gebouwen zorgen hier en daar wel voor een vrolijk kleurtje. Het is ook nog even wennen aan de temperatuur en onze handschoenen houden we toch liever aan (maar om foto’s te maken of iets op te zoeken in de reisgids moeten ze soms toch even uit).

Deze twee torens vond ik wel bijzonder en deden me op de een of andere manier aan New York denken.

En ja, ik neem dus soms ook foto’s van parkeertorens/garages omdat ik de architectuur bijzonder vind 😉

Maar deze obelisk van glaskunstenaar en beeldhouwer Edvin Öhrström op de Sergels Torg was wel de mooiste van de dag, zeker ‘s avonds toen de verlichting aan ging (de kleur wisselt soms trouwens).

Eten deden we die eerste avond in K25, een moderne variant van de klassieke foodhalls (in de buurt van de mooie oude torengebouwen op de foto hierboven). Een verzameling van verschillende vormen fastfood (burgers, sushi, pasta, tortilla’s, etc) die je kon bestellen aan de kookeilandjes en meenemen of ter plaatse opeten in de gemeenschappelijke zitzones.
We gingen voor quesadilla’s waarvan je zelf de samenstelling kon bepalen (er was bv een veggie variant met jackfruit als alternatief voor pulled pork, lekker!). Ik ging voor spicy en dat was ie ook, heerlijk pittig 😉 De portie bleek ruim voldoende, een extraatje was niet meer nodig.

En daarna gingen we terug naar ons hotel, we waren immers al voor dag en dauw opgestaan deze morgen, dus erg laat moest het niet worden. Het was wellicht de frisse temperatuur die ons de hele dag fit en monter had gehouden, maar een warm bed was intussen zeker welkom.

Boekentorenliefde

De Boekentoren is een symbool in Gent. Het is de jongste van de torens die de Gentse skyline bepalen, maar voor mij eigenlijk wel de mooiste. Het is niet de hoogste toren op zich, maar doordat hij op de Blandijnberg staat, ‘torent’ hij toch maar mooi boven de omgeving uit 😉
De toren vormt de spreekwoordelijke kroon op het werk van architect en kunstenaar Henry Van de Velde en groeide uit tot een symbool van het modernisme in de Belgische architectuur.

‘Een machtige boekenkast in de hoogte aangelegd’, zo presenteerde Henry Van de Velde in 1934 zijn ontwerp. Op 15 oktober 1942 opende de nog onvoltooide Boekentoren voor het eerst zijn deuren. De toren liep heel wat oorlogsschade op en moest dus al meteen worden hersteld. In de loop van de decennia ging de staat van toren sterk achteruit, maar uiteindelijk kwam er recent dan toch een renovatie, uitgevoerd door een team onder leiding van het vermaarde duo Robbrecht en Daem. In 2021 was de parel van de Universiteit Gent terug in ere hersteld en wilde ik dolgraag het resultaat gaan bekijken.

Tijdens mijn opleiding Germaanse talen volgde ik o.a. het keuzevak bibliotheekwetenschappen en was toen al eens tot boven in de toren geweest. Later, in 2010, toen ik verslaggever was voor Gentblogt, kon ik samen met Maya nog eens op bezoek naar aanleiding van een workshop met Pieter Gaudesaboos over zijn boek Tommy en de torenhoge boterham (link naar het verslag van toen, bij de archivering zijn er wel wat rare tekens in de tekst gekomen).

Dat Van de Velde veel aandacht had voor de lijn en natuurlijk licht hoeft geen betoog, de inrichting van de Boekentoren maakt dat overduidelijk. Ook zijn aandacht voor functionalisme vind je terug in het ontwerp. De afstand tussen de kolommen werd aangepast aan de breedte van de boekenrekken en de hoogte van de plafonds in het boekenmagazijn werd precies berekend zodat het personeel zonder ladder de bovenste plank kon bereiken.

De volledige inrichting is trouwens zakelijk en functioneel, geen overbodige krullen en ornamenten, maar strakke lijnen en afgeronde hoeken.


Door het uitbreken van Wereldoorlog II kon hij helaas niet alle materiaal gebruiken zoals in het ontwerp voorzien, Belgisch Sint-Anna marmer werd het alternatief voor het zwarte rubber of linoleum dat hij aanvankelijk gekozen had als materiaal voor de meeste vloeren. De houten wandpanelen in de Belvedère zijn van inlandse eik, de donkere omlijsting van wengé, afkomstig uit Congo.

De Belvedère is de parel aan de kroon van de Boekentoren, al was de functie minder duidelijk. Van de Velde wilde er een museum van het boek van maken, de universiteit wilde het gebruiken voor lezingen en recepties. Door het ontbreken van een goede liftverbinding (die kwam er met de renovatie wel) bleek dat echter niet haalbaar en werd de mooie Belvedère een plek waar het personeel mocht eten of op de biljart spelen.
Die bewuste biljart heb ik er nog zien staan tijdens mijn studentenbezoek, hoe hij ooit op zijn plaats is geraakt, kon niemand ons vertellen. Nu is hij verdwenen en een vriendelijke jongedame wist me te vertellen dat ze hem op het dak van de lift (wan er in lukte niet) naar beneden zouden hebben gebracht! New urban legend or true story, wie zal het zeggen?

Heel fijn trouwens om deze buurt eens vanuit de hoogte te bekijken.

Na ons bezoek aan de toren ‘moesten’ we uiteraard ook nog eens een kijkje nemen in de leeszaal. In de inkomhal nu geen fichebakken meer (maar lockers) en ook de tafels en stoelen in de leeszaal bleken intussen vervangen. Waar wij enkel over onze papieren cursus en boeken gebogen zaten, zaten er nu vooral studenten met laptops en vele ook met koptelefoons, maar de stilte hing er nog steeds, net zoals ‘in onze tijd’ 😉

Terug buiten liepen we nog even verder naar de hoek van straat, richting HIKO. Het Hoger Instituut voor Kunstgeschiedenis en Oudheidkunde (HIKO) werd opgericht in 1920. Van de Velde werd niet enkel docent, maar ontwierp ook het gebouw dat nu de westvleugel vormt van het Boekentoren-complex. De bijzonder ingang met de afgeronde hoek en de grote raampartij trekt nog steeds de aandacht van menig voorbijganger. Bij mooi weer kregen de studenten vroeger soms les op het buitenterras onder de betonnen luifel die uitkeek op de binnentuin, een privilege dat ik zelf jammer genoeg niet mocht ervaren in mijn studentenjaren (ik volgde er o.a. lessen Duits terwijl mijn lief op mij zat te wachten en de luide stem van prof W. DC tot in de gang kon horen).
Collecties die toen in de tentoonstellingsruimte werden getoond, maken vandaag deel uit van het Gents Universiteitsmuseum (GUM), ook een hele fijne plek om eens te bezoeken trouwens.

‘t Was heel fijn om de Boekentoren en de universiteitsbibliotheek in ere hersteld te zien en daarnaast was het ook een leuke trip down memory lane voor ons beide 🙂

 

What I’ve been doing lately

Nog eens een rondje met dingen waar ik soms wat meer en soms wat minder tijd aan spendeer (dan ik zou willen)…

Gelezen

Ik lees weinig boeken, maar ik probeer zo nu en dan toch eens wat extra tijd vrij te maken. Soms vormt de leeslijst van Maya een extra incentive om zelf ook het boek te lezen dat zij moet lezen of gelezen heeft. Op die manier begrijp ik soms beter waarom ze een boek wel of niet graag leest en kunnen we er ook op een andere manier over praten (al houden we zeker geen gezamenlijke besprekingen van het boek). Op die manier las ik deze maand De 8 bergen van Paola Cognetti. Mooi geschreven, maar traag. Voor mij niet zo traag dat het vervelend werd, voor Maya was het op het randje. Maar ik ga me nu precies toch ook niet haasten om snel even de film te gaan bekijken in de bioscoop, op TV zou ik misschien wel nog durven kijken omdat de landschappen wellicht knap in beeld gebracht zullen zijn. In tegenstelling tot sommige andere lezers (als ik de besprekingen mag geloven) voel ik me nu ook weer niet meteen geroepen om een paar bergschoenen te kopen en richting bergen te trekken 😉

Gekookt

Koken is ‘dagelijkse kost’ voor mij, maar sommige receptjes vallen zo goed mee dat ze hier ook een plekje verdienen, al was het maar als inspiratie voor anderen of herinnering voor mezelf 😉
Eentje daarvan is een heerlijk eenvoudig slaatje met venkel (rauw, fijn gesneden met de mandoline) en appelsien (zonder vliesjes ‘uiteraard’ en de enige manier waarop Maya ze echt lekker vindt en ik eigenlijk ook wel, ons vader snijdt ze altijd zo wanneer hij verse fruitsla maakt) met een dressing van honing en mosterd (evenveel van elk), aangelengd met olijfolie en afgewerkt met wat peper en eventueel een snuifje zout.

Gekeken

Naar diverse vormen van kunst gemaakt door creatieve bewoners van Beernem, tijdens Kunst in d’ Oude Kliniek.
In eigen stad loopt nog tot 21 mei in het STAM de tentoonstelling SkYline. Hoogbouw in de Lage Landen. Je kan – als je er snel genoeg bij was – een combiticket kopen dat je recht gaf op een bezoekje aan de gerestaureerde (Belvedere) van de Boekentoren. Dat konden we niet aan ons voorbij laten gaan en deze paasvakantie trokken we vol verwachting naar de Blandijnberg. Na een jarenlange renovatie is de boekentoren in al zijn pracht hersteld en genoten we met volle teugen van het resultaat. Een uitgebreider verslag met meer foto’s volgt.

Gevlogen

Maya ging op eindejaarsreis naar Griekenland en nam voor de eerste keer het vliegtuig (zowel de vlucht als de reis waren top), ik ging in diezelfde periode met mijn jongste zus op citytrip naar Stockholm (met drie jaar vertraging door corona). Terwijl het in België koud en vooral nat was, genoot Maya van eerder zomerse weer (zon, wolken en een occasionele regenbui, maar vooral een pak warmer). Mijn zus en ik doken eerder terug de winter in (‘s nachts tot min 8 C, overdag slechts enkele graden boven nul), maar wij hadden op een bewolkte eerste dag na, elke dag stralende zon en felblauwe lucht. Ideaal dus om de stad al wandelend te verkennen. Er volgen nog verslagjes, enkel nog tijd vinden om tekst en beeld te verwerken 😉

Gewandeld

In Stockholm zaten we aan een gemiddelde van ca. 30.000 stappen per dag en genoten we van de omgeving. Ook in onze eigen buurt blijven we wandelen, soms enkel het spreekwoordelijke ‘blokje om’, maar ook dat kan deugd doen. Door corona ontdekten we onze ‘eigen bloesemstraat’ in de buurt en dus gingen we nog eens poolshoogte nemen en – uiteraard – foto’s maken 🙂

 

Getuinierd, gezaaid, geplant

Het werk in de tuin neemt toe, zeker bij mijn vader, maar ook in onze eigen tuin. Er wordt dus niet meer enkel opgeruimd, maar ook gewied, gezaaid en geplant. Nu maar hopen op goede weersomstandigheden voor alle plantjes, groente en bloemen om te groeien.

Gestart (of toch bijna)

Na Zweeds oefenen via Duolingo (en daar toch de voordelen van ondervonden hebben in Stockholm) besloot ik om over te schakelen naar Italiaans. Jaren geleden kocht ik het boek ‘Italiaans for dummies’ toen we een korte trip naar Sicilië deden en ik toch enkele woorden Italiaans wilde kennen. Mijn taalkennis was toen héél beperkt (maar de Sicilianen konden het toch waarderen), tijd om het nu via de app wat beter aan te pakken. Vanaf volgende week begin ik er mee (of dat is toch het plan).

En hoe is het nog bij jullie?

 

Asperges

Ze worden wel eens het witte goud genoemd, asperges. Jarenlang stonden er bij mijn vader enkele rijen planten in de moestuin en ging hij tijdens het groeiseizoen elke ochtend en avond checken of de aangeaarde grond barstjes vertoonde, wat betekende dat een asperge zijn weg naar het daglicht aan het maken was. Meestal zette hij er dan nog even een potje over zodat er zeker geen daglicht op de top zou komen en de kopjes mooi wit bleven. Met een lang mes dat hij diep in de grond stak, werden kort nadien de asperges geoogst, soms nog even in een vochtig keukenpapiertje in de ijskast gelegd, en vervolgens klaargemaakt en opgegeten 🙂

Intussen staan er geen asperges meer in de groentetuin, maar eens het seizoen aanbreekt, koop hij met plezier nog wat van het witte goud, meestal op de markt in Eeklo, waar hij zij bij zijn favoriete groentekraam gewoon per stuk kan kopen. De klassieker ‘à la Flamande’, met gerookte zalm, in een lekker soepje… de recepten zijn er in veelvoud. In de loop der jaren kwam er in onze familie eentje bij (geen idee waar het oorspronkelijk vandaan komt) dat tot op vandaag nog steeds wordt klaargemaakt en waar ik zelf ook graag mijn voetjes voor onder tafel steek. Een eenvoudig receptje, dat je zowel als voor- of hoofdgerecht kan serveren en dat ook een plekje op dit blog verdient.

De hoeveelheden hangen af van het aantal personen en van de keuze om dit gerecht als voor- of hoofdgerecht te serveren, ik geef je daarom gewoon een oplijsting van wat je nodig hebt en verder laat ik het volledig over aan jullie om met de hoeveelheden te spelen naar eigen voorkeur en believen 😉

Ingrediënten
asperges, uiteraard
spekblokjes
eieren
croutons
mayonaise
bieslook

Bereiding
Schil en kook de asperges tot ze beetgaar/zacht zijn, dat kan in een speciale kookpot voor asperges, maar even goed in een grote pan met een laagje water.

Kook de eitjes hard en prak ze, bak de spekblokjes krokant. Maak eigen croutons (bak ze na de spekjes in dezelfde pan) of koop ze voorgebakken (liefst natuur, maar gekruid kan ook als je die lekkerder vindt). Snipper de bieslook fijn.

Leg de asperges op een bord, schep wat mayonaise over de voetjes van de asperges en strooi hierover vervolgens de geprakte eieren, de spekblokjes, de croutons en werk af met de gesnipperde bieslook.

Serveren en smullen is het enige wat je nog te doen staat 😉

 

Kunst in d’ Oude kliniek

De gemeenschapsinstelling De Zande in Beernem wordt vernieuwd. Vooraleer het oude gebouw te slopen, staat het nog 1 weekend open voor de inwoners, met de tentoonstelling Kunst in d’Oude Kliniek. Met de sloop van het gebouw verdwijnt immers ook een stukje Beernemse geschiedenis. Het gebouw was sinds de jaren ’30 een ziekenhuis en later een kraamkliniek. Heel wat inwoners van Beernem zagen er dus het levenslicht 😉

Op zaterdag 25 en zondag 26 maart, tussen 10.00 en 18.00 u, kan je nog een laatste keer een bezoek te brengen aan de voormalige kraamkliniek. Er is een fototentoonstelling over de geschiedenis van de Sint-Andreaskliniek en ruim 34 Beernemse kunstenaars palmen de kamers in met hun kunstwerken. Aangezien eentje van de 34 een collega is, besloten we op zaterdagmiddag toch even richting Beernem te rijden en een kijkje te gaan nemen 🙂

Fotografie, schilderkunst, beeldhouwwerken, muziek, keramiek, mixes media, … heel wat uiteenlopende kunstvormen waarbij het een ons al meer aansprak dan het ander, maar dat is wel vaker zo met kunst natuurlijk. Wil je zelf nog een kijkje gaan nemen, dan moet je snel zijn, want enkel nog te zien op zondag 26 maart, tussen 10u en 18u. De lokale TV kwam alvast een kijkje nemen en maakte een reportage. Meer beelden van de verschillende werken van de kunstenaars en de tentoonstelling vind je ook op de Instragrampagina Kunst in de Zande. De namen van alle deelnemende kunstenaars lees je op de website van de gemeente Beernem.

   

What I’ve been doing lately

Aangezien ik tegenwoordig regelmatig Mie G op bezoek krijg in het weekend en ook omdat ik graag ik de buurt van onze student blijf om haar wat (moreel) te steunen, staat er hier tegenwoordig nog steeds niet zo veel op de agenda, maar ik blijf wel bezig. Daarom nog eens een rondje met 7 G’s

Gewandeld

Een groot voordeel om van thuis uit vrij snel in een mooie wandelomgeving terecht te kunnen. Huizen kijken in Sint-Martens-Latem kan heel aangenaam zijn op een mooie lentedag 😉

 

Gelezen

Lezen schiet er nog steeds vaak bij in, vooral omdat mijn ogen ‘s avonds te moe zijn voor een boek. Soms lukt het wel even in het weekend, de voorbije maand werd het een spannend boek (waarvan ik pas na een derde van het verhaal door had dat ik hem eigenlijk al eens gelezen had, maar aangezien ik een groot deel van de verhaallijn duidelijk vergeten was, bleef het toch nog tot het einde spannend).

Gekookt

Koken staat elke dag op het programma, de ene keer met al wat meer creativiteit dan de andere. Het dessertje uit de kookworkshop van vorige maand kreeg een eigen twist, een grote bloemkool verwerkte ik tot een klassieke bloemkoolschotel (met kaassaus en hard gekookte eitjes) en tot bloemkoolkoekjes, een nieuw receptje dat ik recent ontdekte en echt wel lekker is.

 

Gebakken

In het weekend probeer ik zo nu en dan een eenvoudig taartje te bakken. Omdat er appeltjes verwerkt moesten worden, ging ik nog even snuisteren op dit eigenste blog en maakte nog eens een Zweedse appelcake.

Getuinierd 

Stilaan komt er meer leven en meer werk in de tuin en is er ook meer kleur te zien, o.a. van de vele voorjaarsbollen (de een al wat verrassender van vorm dan de ander).
Mijn vader is al volop aan de slag in de moestuin en wanneer ik kan, dan help ik een handje. Het aardbeienveld krijgt binnenkort een andere plek. In afwachting verzamelde ik alvast nieuwe scheutjes die in de bedden tussen de oude planten en ook verspreid in de moestuin uitgegroeid zijn.

OpGeruimd

Was ik in een vorig leven misschien al eens opruimcoach? Geen idee, maar ik vind het wel leuk om kasten (of kamers) eens grondig aan te pakken: alles uithalen, sorteren, herschikken (en indien nuttig ook labelen). De potjes van bouillonblokjes bleken ideaal om een reeks vijzen en spijkers in te bewaren. De Dymo zorgde voor aangepaste labels.
Wat weg kan, mag weg naar kringwinkel, rommelmarkt, containerpark…, want ja, ook daarin kan nog gesorteerd worden 😉
Mijn vader was in elk geval blij dat we de kasten met ‘werkgerief’ eens onder handen hebben genomen en nu weet hij ook weer beter wat hij nog liggen heeft, zodat hij bv. geen nieuwe set snoeischaren meer koopt, ook al staan ze in promotie want hij heeft nog een aantal ongebruikte sets liggen!

Gekeken

Wanneer er in de buurt een gratis kunsttentoonstelling is, dan kan dat al eens een extra aanleiding zijn om in het weekend nog even buiten te komen. Heel wat verscheidenheid aan werken, maar misschien niet meteen iets wat ik zelf in huis zou halen. Prijs voor originaliteit ging wat mij betreft wel naar de kunstwerken van gedroogde bananenschil en bladgoud 🙂

  

Kokosglaasjes

In februari nam ik deel aan een kookworkshop ‘Op ontdekking in de wereldkeuken’ bij Colruytgroup Academy. In een pand aan de Brusselsesteenweg in Melle hebben ze er een ruim uitgeruste keukenruimte waar je je ten volle kan uitleven om heel wat lekkers klaar te maken, en op het einde van de rit mag je alles ook opeten :p

Het dessertje maakte ik intussen thuis ook al eens klaar, zij het in een licht vereenvoudigde versie. Ik geef je beide versies.

Kokosglaasje met passievruchttopping
4 personen – 15 min bereidingstijd – minstens 4 uur opstijven in de koelkast.
Ingrediënten
– 4 passievruchten
– 500 ml kokosmelk
– 50 g fijne suiker
– 60 g chiazaad
– 4 el kokospoeder
– 1 kl vloeibare honing
– 1 vanillestokje
– 1 limoen
– 1 el pistachenoten
– 1 el oranjebloesemwater
Bereidingswijze
Snij het vanillestokje in de lengte in 2 en verwijder de zaadjes.
Verwarm de kokosmelk met de fijne suiker (hoeft niet te koken) en voeg de vanillezaadjes en het vanillestokje toe. Laat 30’ afkoelen.
Haal het vanillestokje eruit. Meng de afgekoelde kokosmelk met het chiazaad.
Dompel de rand van 4 mooie glaasjes in een bord met een beetje water en vervolgens in het kokospoeder.
Giet de kokos-chiamengeling in de glaasjes en laat minstens 4 uur opstijven in de koelkast.
Snij de passievruchten open, lepel het vruchtvlees eruit, meng met de honing, het oranjebloesemwater en 1 el limoensap. Lepel dit over de chiapudding.
Rooster de pistachenoten in een pan. Laat afkoelen en hak ze grof. Werk de glaasjes hiermee af.

De ‘doordeweekse’ versie
Warm de kokosmelk lichtjes op zodat de suiker snel oplost en voeg een geutje vanille-essence toe (heb ik standaard in mijn kast staan, een vers vanillestokje niet altijd). Voeg vervolgens het chiazaad toe.
Dip (eventueel) je glaasjes in een bord met wat water en vervolgens in het kokospoeder. Ziet er fancy uit, maar blijft toch ook vaak een beetje smossen (al is een extra kokos-accentje qua smaak wel leuk) 😉
Giet het kokos-chiamengsel in de glaasjes en zet minstens een paar uur in de frigo.
Serveer ‘natuur’, met vruchtvlees van passievruchten als je die in huis hebt of met een lepel heerlijke homemade jam, bv frambozen of aardbeien.

Super lekker als dessertje, maar ook als tussendoortje, vieruurtje of zelfs bij het ontbijt. Maya was er in elk geval dol op en de doordeweekse versie is ook snel klaar (je moet langer wachten om ze op te eten).
Gemakkelijk enkele dagen te bewaren in de koelkast, maar voor je het weet zijn ze op 😉

 Ik gebruikte enkele vintage glaasjes die meteen voor een feestelijk tintje zorgden 🙂

Zin in meer lekkers? Zeker eens kijken om deel te nemen aan een workshop! Er zijn trouwens nog andere locaties naast Melle. Je kan met een groep inschrijven, maar ook individueel/als koppel/met een paar vrienden en aansluiten bij andere deelnemers.
Je krijgt eerst wat uitleg bij de gerechten en de bereidingswijze, vervolgens ga je aan de slag per twee of drie waarbij je per groepje een tweetal gerechten maakt en daarna mag je samen alles opeten. En is er nog iets over, dan mag dat gewoon mee naar huis, er wordt geen voedsel weggegooid. Super toch?!

Hartige bloemkoolkoekjes

Zo nu en dan staat er hier wel eens bloemkool op het menu, meestal in de vorm van een ovenschotel (bloemkool met kaassaus, hardgekookte eitjes, eventueel wat ham- of spekblokjes en gekookte aardappelen of puree erbij).

Toen ik in één van de promotieboekjes van Lekker van bij ons (meegenomen op een infostand van VLAM denk ik) een recept voor hartige bloemkoolkoekjes las, leek het me wel interessant om dat eens uit te testen.

Ingrediënten (voor vier personen)

250g bloemkoolroosjes
1 teentje knoflook
4 à 5 el bloem
1 ei
80g geraspte oude Flandrienkaas (ik gebruikte gewoon gemalen gruyère, maar oude kaas zal zeker nog meer smaak toevoegen)
1 el currypoeder
olijfolie
peper en zout

Bereiding (ca 45min)

Kook de bloemkoolroosjes gaar in gezouten water (tip: maak intussen ook een portie soep, daarin kan je de bloemkoolstam/steeltjes gebruiken en nadien ook het kookvocht van de bloemkool toevoegen #nofoodwast).

Doe de bloemkool, look, ei, currypoeder, kaas, peper en zout in een blender en mix glad. Voeg eventueel nog wat extra bloem toe wanneer het mengsel nog te vochtig is.

Rol balletjes (of gebruik een lepel zoals ik meestal doe, ik hou niet zo van deeg overal tussen mijn vingers :p ) en druk ze plat op een met bakpapier beklede bakplaat. Bedruppel de koekjes met een beetje olie en plaats 30 min in een voorverwarmde oven van 180°C.

Mijn deeg was nog iets te vloeibaar (balletjes rollen zou sowieso niet vlot gelukt zijn) en de koekjes liepen iets uit tijdens het bakken waardoor het eerder bloemkoolburgers werden. Dit deed echter niets af aan de smaak en misschien zou je ze op die manier ook perfect als veggie burger tussen een broodje kunnen serveren met nog wat extra sla, tomaat en een stevige schep mosterd(mayonaise).

Ik maakte meteen een dubbele portie (kwestie van de bloemkool volledig te verwerken, de resterende roosjes gooide ik trouwens nog bij de soep die ik dan toch aan het maken was) en stak ze in de diepvries. Handig om op drukke werkdagen snel al een portie klaargemaakte groente ter beschikking te hebben 🙂

Toen de ‘koekjes’ vers uit de oven kwamen, vond Maya ze heerlijk ruiken en ze at er meteen eentje uit het vuistje: voor haar mochten ze de volgende keer nog net iets meer gekruid zijn (mosterd is niet aan haar besteed).

Meer recepten vind je op lekkervanbijons.be/groenten en je kan hen ook volgen op Instagram, Facebook, Pinterest of YouTube.